knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Ad Verbrugge, De gezagscrisis: Filosofisch essay over een wankele orde 

9 oktober 2023


uitgeverij Boom 2023







 105. ‘De poging om het virus in te dammen, een  vernietigende  slag  toe  te brengen of  een klap met de  grote hamer te geven is uiteindelijk  ijdele hoop gebleken. De gehele corona-aanpak – hoe  begrijpelijk de paniekreactie  bij de overheid  in eerste  instantie ook was – getuigt vooral van een uitgesproken  technologische benadering van een  problematiek waarin de menselijke en  natuurlijke werkelijkheid als een  modelmatig systeem werd opgevat. Voor  het  eerst in de geschiedenis van de mensheid hebben we te  maken gehad met een ‘pandemie van de  techniek’: niet  alleen speelde  onze omgang met  corona zich grotendeels af binnen de  context  van moderne  techniek, het virus versterkte ook de implementatie van allerlei vormen van techniek  in de  sociale  werkelijkheid. Ook het deskundig gezag nam zelf een  hoogst  technologische vorm  aan, waarin modellen en data  de  overhand kregen.



    Zo raakte ook het overheidsbeleid in toenemende mate  gericht op data als aantal sterfgevallen,  ziekenhuisopnames, ic-bedden, verspreidingsfactor, positieve testen  en vaccinatiegraad die ertoe hebben geleid dat de vraag naar  het  goede  leven geheel naar de achtergrond verdween.



130.  Zoals Christopher Lasch  in The Culture of  Narcissism  al aan  het eind  van de jaren  zeventig betoogde, leidt een gebrek aan  zelfstandigheid  en eigenwaarde juist tot een permanente behoefte aan bevestiging  en steun van anderen.  Een  doorgeslagen ‘verzorgingsstaat kan  tot op zekere  hoogte ook de  rol  van een alomtegenwoordige  en steun-gevende moeder vervullen. Maar wie kind blijft en niet de verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven, zal  nooit volwassen worden en erkenning vinden – en  dus  ook  ontevreden blijven. Een mens wordt dan  ook niet  echt zelfstandig met het daarbij horende gevoel van eigenwaarde.’



158.     Inmiddels  is duidelijk geworden dat juist ook overheden zelf zich  schuldig  hebben gemaakt aan misinformatie en desinformatie. 



(…)



‘Het zaaien van  angst door overheden is een onwenselijk  beleidsinstrument  en vormt een  serieuze bedreiging voor  het  voortbestaan van een liberale democratie. Datzelfde geldt voor allerlei vormen van censuur. Niet voor niets is angst bij  Hobbes  juist een  belangrijk motief voor de onvoorwaardelijke onderwerping van  burgers  aan  de  soeverein. Er is ten  tijde van de coronacrisis een maatschappelijk klimaat ontstaan waarin kritiek van burgers op het overheidsbeleid niet meer gewenst was, ook niet van  serieuze  wetenschappers. Dat betekent evenwel dat een bepaalde ervaring en deskundigheid  iemand niet langer recht van spreken  geven op  het  terrein van zijn expertise, maar alleen de  overeenstemming  met het dominante narratief (dat  van de  overheid). Waarheidszin en wetenschappelijke integriteit maken  dan plaats voor politieke correctheid en  conformisme  aan de groep. Zoals in de hedendaagse cancelcultuur  gebruikelijk is, vormen  afwijkende geluiden een  bedreiging  van de psychosociale  veiligheid. Zij moeten  dus  tot zwijgen worden gebracht.’



245. ‘Terwijl de  systeembouwers in  het Westen  plannen maken om  de  aarde te redden van  haar ondergang, heeft het  geloof  in  samenzweringstheorieën een massale vorm  aangenomen en  laten wereldmachten als China en Rusland blijken dat  zij  een andere  toekomst  voor zich zien. In de onstuimige botsing van wereldbeelden manifesteert  zich  onmiskenbaar de raadselachtige dynamiek van culturen. De een  verklaart de ander voor gek  of voor het  kwaad zelve, zonder  überhaupt  het  gesprek aan te gaan.



     De reusachtige  mediale storm waarin wij ons bevinden wijst ons er meer dan ooit  tevoren op  hoezeer  wij als mensen in de ban zijn van verbeelding.








Archief

Milan Kundera, De grap.

9 oktober 2023


Ambo Anthos 1968 – 1988



Voor het eerst in al die jaren eindelijk dit meesterwerk gelezen en veel herkend in wat zich toen afspeelde , in de CSSR én bij hemzelf en zijn vrienden… Een indrukwekkende roman die ik niet licht vergeten zal. Niet in het minst als boek der gelijkenissen.





37. Gekheid ging niet samen met Markéta, en nog slechter met de tijdgeest. Het was het eerste jaar na februari ‘48; een nieuw leven begon, een heel ander leven en het gezicht van dit nieuwe leven, zoals het in mijn geheugen is gegrift, was verkrampt serieus, merkwaardig serieus doordat het niet fronste, maar leek op een glimlach; ja, die jaren verkondigden dat ze de vrolijkste jaren waren, wie niet blij was werd er onmiddellijk van verdacht dat de overwinning van de arbeidersklasse indroevig stemde dan wel (wat niet minder zondig was) dat hij individualistisch verzonken was in zijn intieme zorgen.



41. ’Optimisme is opium van het volk! ’n gezonde geest riekt naar domheid. Leve Trotski!’ Ludvík.


Lees verder »

Archief

Orlando Figes, Tragedie van een volk, de Russische Revolutie 1891-1924 (1996)

4 oktober 2023


Uitgeverij Nieuw Amsterdam



Wim Berkelaar In Historisch Nieuwsblad : 



De Russische Revolutie is altijd met mythen omgeven. Links heeft de Revolutie jarenlang voorgesteld als onvermijdelijk. De klassentegenstellingen en het despotische regime van de achtereenvolgende tsaren werden uitvergroot om de onontkoombare greep naar de macht van Lenin en de zijnen beter te doen uitkomen.



Ter rechterzijde van het politieke spectrum werd de Oktoberrevolutie daarentegen misprijzend voorgesteld als een ordinaire staatsgreep van de bolsjewieken, die maar weinig steun onder de bevolking zou genieten. Als voor de Eerste Wereldoorlog de hervormingen maar waren doorgezet, beweerden conservatieve historici, dan zou Rusland geen communistische dictatuur hebben gehad, maar had het land kunnen uitgroeien tot een moderne democratie.



Na de ondergang van het communisme in 1991 zijn beide visies vakkundig ondergraven door verscheidene historici. Niemand deed dat grondiger dan de Britse historicus Orlando Figes, wiens A People’s Tragedy: The Russian Revolution 1891-1924 (1996) al jaren wachtte op een Nederlandse vertaling. Enkele jaren na het succes van Natasha’s dans, Figes’ briljante cultuurgeschiedenis van Rusland, is nu dan een uitstekende Nederlandse vertaling van dit imposante werk voorhanden.





Figes onderscheidt zich van andere historici door zijn geschiedenis vroeg te beginnen. Hij neemt geen korte aanloop om snel bij het revolutiejaar 1917 te belanden, maar analyseert uitvoerig het oude Rusland. Aan het einde van de negentiende eeuw vervreemdde de tsaar zich van zijn volk, hoewel hij nog heilig geloofde een ‘mystieke band’ met de boeren te hebben. De bureaucratie, in beginsel de motor achter de noodzakelijke industrialisering, werd door het hof gewantrouwd en geminacht. Anders dan Peter de Grote, die in de zeventiende eeuw zelf de modernisering najoeg, waren de negentiende-eeuwse tsaren uit op het behoud van de agrarische samenleving.



Van hen was Nicolaas II veruit de zwakste persoonlijkheid. Hij steunde op de landadel, die zich bedreigd wist door de tegen heug en meug doorgevoerde hervormingen. Die hadden niet veel om het lijf, maakt Figes duidelijk. Ook de vooruitstrevende minister-president Stolypin (1862-1911), naderhand alom bewierookt als hervormer, kon geen potten breken. Figes vergelijkt hem met de laatste Sovjetleider, Michail Gorbatsjov: hij was onhandig, liep te hard van stapel en onderschatte de tegenwerking. Dat hij in 1911 werd vermoord, zorgde wel voor een schokgolf in Rusland, maar daarmee moet zijn rol niet worden overschat.



Ontluisterend
Toch werd zo geen ‘onvermijdelijke’ weg naar oktober 1917 geplaveid. Niet alleen vormden de bolsjewieken voor de Eerste Wereldoorlog een verwaarloosbare sekte, hun wereldvreemde leiders hadden ook nog nooit een boer of een arbeider in de ogen gezien. Vooral Lenin kende de noden van de boerenstand (arbeiders telde Rusland rond 1900 nog amper) niet. Figes schetst een ontluisterend portret van Lenin: hij was wreed, kende geen scrupules tegenover anderen, maar was in zijn persoonlijk leven uitgesproken laf. Hij had zich als banneling jarenlang in het buitenland opgehouden, waardoor hij ieder contact met de turbulente Russische ontwikkelingen had verloren. Daar stond tegenover dat Lenin een groot instinct voor macht had en ook zonder contact met de boeren wist wat ze wilden: vrede en land. Dankzij Figes wordt duidelijk dat Lenin niet zozeer een groot marxistisch denker was, maar veeleer een opportunistisch politicus, die wortelde in het Aziatisch despotisme dat Rusland al eeuwenlang teisterde.



Zijn instinct voor de macht demonstreerde Lenin in het chaotische revolutiejaar 1917. Figes laat zien dat wie in februari 1917 zou hebben voorspeld dat de bolsjewieken in oktober van dat jaar de macht zouden grijpen, niet goed snik was. De Februarirevolutie was een enorme uitbarsting van al langer sluimerende onvrede over de uitzichtloze oorlog en de daarmee gepaard gaande economische schaarste. Figes ontzenuwt de later door conservatieve emigranten in het leven geroepen mythe dat de Februarirevolutie een liberale en tamelijk geweldloze revolutie was. Het tegendeel was het geval: bloed stroomde door de straten van Sint-Petersburg. Niet Lenin, maar de liberaal Alexander Kerenski (1881-1970) trad naar voren als man van de toekomst. Kerenski was na de val van de tsaar in maart 1917 minister van Justitie en later dat jaar minister van Oorlog en premier. Figes schetst een schitterend portret van de retorisch begaafde Kerenski, die zichzelf vol eigendunk beschouwde als een Russische versie van Napoleon. Kerenski was niet de enige die dat geloofde: ook de Russen stelden massaal hun hoop op de kleine jurist.



Maar Kerenski maakte een fatale fout door te willen vechten voor een ‘vrede zonder voorwaarden’. De boeren wensten slechts land en vrede – desnoods tegen elke prijs. Lenin speelde op die wens in, waardoor de sympathie van boeren en vooral soldaten verschoof naar de bolsjewieken.



Rode wraakzucht
Tegen de tijd dat de bolsjewieken de macht grepen, werd de revolutie tamelijk breed gedragen. Wat na oktober 1917 gebeurde, doet denken aan wat gebeurde na de Franse Revolutie van 1789: een extreme uitbarsting van vooral jeugdig geweld, aangemoedigd door het jakobijnse regime, waarbij Lenin als een eigentijdse Robespierre de leus verkondigde dat het tijd werd ‘de plunderaars te plunderen’. De laagste instincten kregen ruim baan in postrevolutionair Rusland: wie eens rijk was of er ook maar ‘rijk’ uitzag, werd onteigend, mishandeld of vermoord. Tienduizenden mensen verloren het leven dankzij dit ‘evangelie van de afgunst’, zoals de fel anticommunistische Winston Churchill het socialisme ooit treffend typeerde.



De burgeroorlog die Rusland tussen 1918 en 1922 in de greep had, deed daar nog een schep bovenop: die eiste meer slachtoffers dan honderd jaar tsaristisch bestuur. Toen extreem- links nog heel gewoon was (in de jaren zeventig van de vorige eeuw), werden deze doden vaak op het conto geschreven van de reactionaire witte legers die het, gesteund door al even reactionaire kapitalisten, gemunt hadden op de nobele en prille Sovjetstaat. Figes leert anders: het leeuwendeel van de terreur en de moordpartijen kwam voort uit rode wraakzucht, gevoed door eeuwenlange onderdrukking en achterstelling (dat wel), en gestimuleerd door een gewetenloze bolsjewistische partijleiding onder Lenin en Trotski.



Onmiddellijk na 1918 begon ‘de geschiedenis van onze riolering’, zoals Alexander Solzjenitsyn het ondergrondse systeem van strafkampen, executies en martelingen in De Goelag Archipel (1974) omschreef. Wat is die dissident destijds in het Westen verketterd door linkse intellectuelen… Ze wilden nog wel toegeven dat het onder Stalin was ‘misgegaan’. Maar aan Lenin, ‘filosoof van de revolutie’ (zoals de marxistische historicus Ger Harmsen hem in 1970 plechtig omschreef), moest je niet komen.



Harmsen is dood en de linkse intellectuelen liggen met hem op de mestvaalt van de geschiedenis. De inmiddels 87-jarige Solzjenitsyn schrijft daarentegen nog altijd door en kan in zijn spaarzame vrije uren zijn gelijk nog eens nalezen in dit voortreffelijke boek van Figes. Soms is de geschiedenis rechtvaardig.’



46. ‘Hoe het ineenstorten  van de dynastie te verklaren?  Ineenstorten is zeker het  juiste woord om te gebruiken. Want het regime van de Romanovs ging ten onder aan het gewicht van haar eigen interne tegenstellingen. Het werd niet omvergeworpen. Net als  bij  alle moderne revoluties werden de eerste  scheurtjes zichtbaar  aan de top. De  revolutie begon niet met de arbeidersbeweging – wat linkse historici  in  het Westen zo  lang hebben willen geloven. Evenmin lag  het begin bij  de opkomst van nationalistische bewegingen in  de  periferie. Net als bij  de ondergang  van het  sovjetrijk, dat was gebouwd op de ruïnes van dat van de Romanovs,  was de nationalistische  opstand  een gevolg van de  crisis  in het  centrum, niet de oorzaak  ervan.’



47. ‘Zij waren zich er  bijvoorbeeld van bewust dat zij een moderne industriële economie nodig hadden  om te kunnen concurreren  met  de westerse landen, maar tegelijkertijd stonden zij buitengewoon  vijandig tegenover de politieke eisen en sociale transformaties van de stedelijke industriële  samenleving. In plaats van de hervormingen  te accepteren, bleven zij hardnekkig vasthouden aan hun  eigen archaïsche visie op  de autocratie. Het was  hun tragiek  dat  zij  juist op het moment dat Rusland  de 20e eeuw binnenging, probeerden  het  terug te voeren naar de  17e eeuw.’



‘Dit is  waar de wortels van de revolutie liggen: in de groeiende  tegenstelling tussen een  samenleving die steeds meer verstedelijkte, steeds  complexer werd,  steeds  meer goed opgeleide mensen telde,  en een  verstarde  autocratie die de nieuwe politieke eisen niet wenste in te  willigen.  Dat  conflict kwam tot een –  waarachtig revolutionaire –  uitbarsting na de hongersnood van 1891, waarbij de regering machteloos  stond en de liberale  burgerij politiseerde  toen zij haar  eigen hulpcampagne opzette. ‘



271. ‘Ervan overtuigd dat hun eigen ideeën de  sleutel  boden tot de toekomst van de  wereld, dat het lot van de mensheid afhing  van de  uitkomst van hun  eigen doctrinaire worstelingen,  verdeelde de Russische intelligentsia de wereld  in enerzijds de krachten van ‘de  vooruitgang’  en  anderzijds die van ‘de reactie’, oftewel  vriend en vijand van de  zaak van het volk, zonder enige ruimte  daartussen. Hier ligt  het ontstaan van het totalitaire wereldbeeld. Ook al had geen  van beiden het graag willen toegeven: Lenin en Tolstoj hadden veel  gemeen.



Schuldgevoel was de psychologische inspiratiebron voor de revolutie. Bijna  al deze  radicale intellectuelen waren zich pijnlijk  bewust van hun  eigen weelde en  bevoorrechte positie.’



297. ‘Het idee  dat  het  marxisme Rusland  dichter bij  het Westen kon  brengen was misschien nog  zijn voornaamste aantrekkingskracht. Het marxisme werd  gezien als ‘de  weg van de rede’ (in de  woorden  van Lydia  Dan), die leidde naar de moderniteit, Verlichting en beschaving. Of  zoals  Valentinov, een andere  veteraan van de marxistische beweging,  zich herinnerde  in de jaren ’50 van  de  20e  eeuw:



“We werden aangetrokken  door het marxisme, omdat we werden  aangetrokken door zijn sociologische en  economische optimisme:  het sterke geloof,  gesteund door  feiten  en cijfers, dat  de ontwikkeling  van de economie, de ontwikkeling  van het kapitalisme,  door het  demoraliseren en uithollen van de funderingen  van  de oude samenleving, nieuwe sociale krachten zou oproepen (inclusief onszelf) die zeker het autocratische regime  en al  zijn ontsporingen  zouden  wegvagen. Met het optimisme van onze  jeugd hadden we gezocht naar een ideeënstelsel dat  ons hoop kon bieden en dat vonden we  in het marxisme. Ook de Europese  aard ervan  sprak  ons  aan. Het  marxisme kwam  uit  Europa. Het was  niet muf  en provinciaal, maar nieuw en opwindend. Het marxisme hield de belofte in dat we niet altijd een half-Aziatisch  land zouden  blijven, maar dat we deel van het Westen zouden worden met zijn cultuur, instituties en kenmerken van een vrij politiek systeem. Het  Westen was ons lichtend  voorbeeld.”



496. ‘Lenins karakter  had een  sterk  puriteins trekje, dat later  zou  terugkeren in  de politieke cultuur  van zijn regime. Ascetisme kwam  veel  voor onder  revolutionairen  van  Lenins generatie. Allemaal  waren ze  geïnspireerd door de zichzelf opofferende revolutionaire  held  Rachmetjov in Tsjernysjevski’s roman  Wat te doen?  Door zijn eigen gevoelens te  onderdrukken, door  zichzelf de  genoegens van  het leven te ontzeggen, probeerde  Lenin  zijn wil te sterken en zichzelf, net als Rachmetjov,  ongevoelig te maken voor  het lijden van  anderen. Hij  geloofde in de  ‘hardheid’ waarover elke succesvolle revolutionair moest beschikken: de vaardigheid bloed te  vergieten voor politieke doeleinden. ‘Het verschrikkelijke bij Lenin,’ zo merkte Struve eens op, ‘was de combinatie in één  persoon van  zelfkastijding,  die  het  wezen is van alle echte ascese,  en de kastijding  van andere mensen in de  vorm van abstracte  sociale  haat en ijskoude politieke wreedheid.’ 



1115. ‘Na  de overwinningen  in de burgeroorlog was  het voor de  bolsjewieken ongetwijfeld verleidelijk het Rode Leger te zien  als een  model  voor de organisatie van  de rest van de samenleving.  Voor de bolsjewieken stond  po voennomoe (‘op de manier  van het leger’) gelijk aan efficiëntie. Als  het met militaire middelen mogelijk  was  geweest de Witten te verslaan, waarom zouden  die dan  niet kunnen worden ingezet  om  er het socialisme  mee op te bouwen? Het  leger  hoefde  daartoe alleen maar naar het  economische front te  worden gedirigeerd, zodat elke arbeider een voetsoldaat in  de  planeconomie  werd. Trotski had altijd al  beweerd dat  fabrieken  op  militaire  wijze geleid dienden te worden.*  Nu,  in de  lente van 1920,  zette hij  zijn heerlijke  nieuwe wereld van communistische arbeid op  poten, waarin  de  ‘hoofdkwartieren’ van de planeconomie ‘bevelen  gaven  aan het arbeidsfront’ en er ‘op het hoofdkwartier elke avond duizenden telefoons zouden rinkelen met  het laatste nieuws  over de overwinningen aan  het arbeidsfront’.  Trotski beschouwde  als belangrijkste  voordeel  van het socialisme boven  het kapitalisme dat het een  arbeidsplicht kon opleggen.  Wat  Rusland aan economische  ontwikkeling tekortkwam, kon het compenseren  met de inzet van  de dwingende macht van de staat.  Waar vrije arbeid  leidde tot  stakingen  en chaos, zou  de staatscontrole van de arbeidsmarkt  discipline  en orde creëren. Deze redenering ging uit van  de  veronderstelling, die  Trotski met Lenin deelde, dat  de Russen slechte en luie arbeiders waren  die nooit echt aan de  slag zouden gaan,  tenzij ze  er met  de zweep in de hand toe werden gedwongen. De Russische adel  had  in de tijd  van  de lijfeigenschap hetzelfde  idee  aangehangen, en dat was dan ook  een systeem waarmee het bolsjewistische  bewind veel gemeen had. Trotski stak de  loftrompet over de zegeningen  van  de gedwongen arbeid van  de lijfeigenen om zijn  economische plannen  kracht bij te zetten.  Hij hield  zich  doof voor T waarschuwingen  van critici dat de  inzet van  dwangarbeid  onproductief zou zijn. ‘Als  dat zo is,’ zei hij  in april 1920 tegen een  vakbondscongres, ‘dan kan er een groot kruis door het  socialisme worden gezet.’



1122. ! Een nieuwe ‘verbeterde versie’ van de mens voortbrengen: ziedaar de toekomstige taak van het communisme. En om  die te kunnen volbrengen, dienen  we eerst alles over  de mens te  weten te komen: zijn anatomie, zijn fysiologie en dat deel van  zijn fysiologie dat de psychologie wordt genoemd. De mens moet zichzelf zien als een  grondstof, of op  zijn best een halffabrikaat,  en tegen zichzelf zeggen:  ‘Eindelijk, m’n  beste homo sapiens, zal ik met jou aan de slag  gaan.’



De  Nieuwe Sovjetmens, zoals die na de revolutie  werd bezongen  in futuristische  romans en  utopische traktaten, was een soort Prometheus van  het  machinetijdperk. Hij was  een  rationeel, gedisciplineerd en collectief wezen, dat alleen  leefde voor  het belang van het  grotere geheel, als een  cel in een levend organisme. ‘



1146. ‘Lenin zat  met zijn tayloristische  ideeën  helemaal  op deze  lijn. Hij was al lange tijd gecharmeerd  van de  ideeën van de Amerikaanse ingenieur F.W.  Taylor over  het ‘wetenschappelijk management’: het  gebruik van ‘tijdbewegingsstudies’ om  werktaken  in de industrie onder  te  verdelen in losse eenheden en  te automatiseren. Lenin zag hierin een middel om  de  psychologie  van de  arbeiders om  te vormen, hen  te veranderen in gedisciplineerde  werknemers, en zodoende de samenleving als geheel langs mechanistische lijnen te hervormen. Lenin moedigde de  tayloristische  cultus die op dat  moment in Rusland bestond van  harte aan. De wetenschappelijke methoden van Taylor en Henry  Ford zouden de sleutel vormen tot een  glanzende, welvarende toekomst. Zelfs in afgelegen dorpen was de naam van Ford bekend  (sommige dorpelingen dachten dat hij een soort god was die het  werk van Lenin en Trotski  bestierde).  De bolsjewistische ingenieur en  dichter Aleksej  Gastev (1882-1941)  voerde de tayloristische principes tot in het extreme door. Hij stond aan het hoofd van  het Centraal Instituut  van  de Arbeid, dat in 1920  was opgericht, en voerde experimenten  uit met als  doel de arbeiders  zo op te leiden dat  ze  zich als machines gingen gedragen.



1240. ‘Om het falen van de democratie te verklaren moeten we teruggaan in de  Russische  geschiedenis. Eeuwen  van lijfeigenschap  en  autocratische heerschappij voorkwamen dat gewone  mensen het bewustzijn  van burgers  ontwikkelden. Er  kan een directe lijn getrokken worden van  deze  cultuur van horigheid naar het despotisme van  de bolsjewieken. Het abstracte concept van  een  ‘politieke natie’, een constitutionele structuur van burgerrechten waarop  de Franse  Revolutie was gestoeld,  stond ver af van  de Russische boeren in hun afgelegen dorpen.  De Russen bleven macht zien in termen  van overheersing door middel van  dwang en quasi-religieuze autoriteit, eerder ontleend aan  de  tradities van  horigheid en autocratie dan aan de moderne rechtsstaat, met zijn  duidelijk omschreven burgerrechten en  -plichten.  De alledaagse macht zoals de  boer die kende – de macht van de landkapitein en  de politie  – was  willekeurig en gewelddadig. Om zichzelf  tegen dit despotisme te verdedigen, koos  hij er niet voor om aanspraak op wettelijke rechten te maken – hij  kopieerde het despotische geweld zelfs in de gewelddadige behandeling  van  zijn vrouw en kinderen – maar ontdook hij liever de officiële  regels. Macht betekende voor  de boer autonomie, vrijheid van de  staat. Dat moest bijna wel een nieuwe  onvrije staat in het leven roepen, vooral  omdat dat  anarchistische  streven de dorpen welhaast  onbestuurbaar maakte. Er waren in  1917 momenten  waarop  de boeren  zelf vroegen om de ‘hand van een meester’, een  ‘volksautocratie’ van de  sovjets om  orde te scheppen in de revolutionaire  dorpen. Het anarchisme  van de boeren zat  vaak ingesponnen in  een cocon van  autoritarisme. In de Russische cultuur werd macht  niet opgevat in termen van recht, maar in termen van dwang en hegemonie. Het was  een kwestie  van  heren  en horigen, van  een  dominante  partij die de anderen zijn wil  oplegde.  



1260. Geen  van de  bolsjewieken van  1917 had verwacht  dat het communistische  Rusland  alleen zou  komen  te staan – en nog minder dat het  alleen zou kunnen overleven. De machtsgreep  in  oktober werd gedaan vanuit de veronderstelling dat die  de vonk zou  vormen voor een socialistische revolutie in heel  Europa, misschien zelfs tot in de koloniale gebieden  aan toe.  Toen  die revolutie uitbleef, zagen de bolsjewieken zich  bijna onvermijdelijk genoodzaakt een  strategie te  kiezen die, al was het maar in het belang van de  landsverdediging, industrialisatie boven alles moest  stellen. Maar omdat het sovjetmodel zo vaak – en  op  uiteenlopende plekken als China, Zuidoost-Azië,  Oost-Europa, tropisch Afrika en Cuba – tot zulke desastreuze gevolgen  heeft geleid, is de enige echte conclusie dat het fundamentele probleem meer met  principes dan met  historische toevalligheden  van doen  heeft.’ 



‘De staat kan, hoe groot hij  ook is, mensen niet tot gelijkere of betere  mensen  maken.  Het enige wat de staat kan doen is al zijn  burgers gelijk  behandelen en stimuleren hun in vrijheid ontplooide activiteiten te richten op het algemeen welzijn. Na een eeuw  die in het teken heeft gestaan van de totalitaire  tweeling  communisme en fascisme, valt alleen maar te hopen dat dit een les is die we hebben geleerd.  Bij het ingaan van de 21e eeuw moeten we proberen onze democratie te  versterken, zowel als  bron van  vrijheid als van  sociale gerechtigheid, anders zullen  de  misdeelden en  gedesillusioneerden haar opnieuw verwerpen.  Het is geenszins een  uitgemaakte  zaak  dat de  opkomende burgerlijke samenlevingen van het voormalige Sovjetblok zullen proberen het  democratische  model na te  streven. Er is geen tijd voor het soort liberaal-democratisch  gejuich waar de val van de Sovjet-Unie door veel mensen in het Westen op werd onthaald. Oude en  nieuwe communisten kunnen het bij verkiezingen  nog steeds goed doen – en zelfs via  verkiezingen weer  aan  de  macht komen  –  zolang het  gros van de gewone mensen zich vervreemd  voelt  van  het politieke systeem en zich uitgesloten  weet van de voordelen van het oprukkende kapitalisme. ‘Misschien nog zorgwekkender is dat  het  vacuüm na  de val van het communisme deels is opgevuld door een autoritair  nationalisme en  het in zekere zin opnieuw heeft uitgevonden. Niet  alleen zijn veel van deze nationalisten voormalige communisten, ook hun agressieve retoriek,  hun  roep om discipline en  orde,  hun verongelijkte  afwijzing  van de ongelijkheden die door de uitbreiding  van het kapitalisme zijn  veroorzaakt en  hun xenofobe verwerping van  het Westen, zijn  van de bolsjewistische traditie afgeleid.



De spoken van  1917 waren nog altijd rond.’


Archief

Koen Peeters, Georges.

23 september 2023


Uitg. De Bezige Bij 2023



In ‘Georges’ neemt Koen Peeters ons mee van een bankje in Oostende naar een koorrepetitie in Tbilisi, en van ontmoeting naar ontmoeting. Dat levert iets van waarde op.’ Jan Dertaelen, De Tijd 23092023



191. In Tbilisi zat ik een uur in het Vakepark op een bank, maar het leken slechts enkele minuten. Ik voelde de tijd: een zachte luchtstroom die mijn hoofd tegelijk vulde en leegmaakte.



De tijd die ons bedriegt en ons uitlacht. Ze is niets anders dan het terugkijken met oude emoties, of het verlangend vooruitzien. Ook de bange versie van dat laatste. Voorspellingen zijn altijd gevaarlijk, ze vertalen vooral de angsten of verlangens van de voorspeller.


Lees verder »

Archief

Wouter Verschelden & Emmanuel Vanbrussel, bpost Hold Up

11 augustus 2023




‘Le courage, c’est de chercher la vérité et de la dire ;c’est de ne pas subir la loi du mensonge triomphant qui passe et de ne pas faire écho, de notre âme, de notre bouche et de nos mains aux applaudissements imbéciles et aux huées fanatiques.



Jean Jaurès, voorman Franse socialisten Discours à la jeunesse, 1903’



34. ‘Een bricoleur, een knutselaar. Intellectueel sterk. Altijd in beweging ook: net zoals haaien, die sterven als ze stoppen met zwemmen, moet Johan Vande Lanotte altijd iets om handen hebben. De 68-jarige socialist is tegenwoordig nog volop bezig, nu als advocaat mensenrechten.’




Lees verder »

Archief

Juan Gabriel Vásquez, De vorm van ruïnes

4 augustus 2023


Vertaald door Brigitte Coopmans. Signatuur. 2017



32. Hij kwam  op voor  de vrijheid maar wist  de moordenaar van een journalist uit de  gevangenis te  houden. En niemand  die er de tegenstrijdigheid van inzag.  Moraal van dit verhaal: geloof nooit een goede spreker.’



44. ‘Amper vijftig maakte Dokter Benavides, zoals hij  daar stond in  een oud wollen vest  dat nauwelijks bescherming bood tegen de Bogotaanse avondkou, op mij  een vermoeide  indruk.  Andermans leed  kan ons op  al dan niet  subtiele wijze  leegzuigen; Benavides  had er vele jaren van zijn leven  mee te maken gehad, hij  had met zieken hun angst en lijden gedeeld  en die compassie  had zijn energie  ondermijnd. Buiten hun werksfeer  worden mensen vaak plotseling  oud, wat we  soms toeschrijven aan  het  eerste wat we voorhanden  hebben:  onze  kennis over iemands leven, tegenslagen  die  we van een afstand  gevolgd  hebben, een ziekte waarover iemand ons verteld heeft. Of,  in het  geval van  Benavides,  dingen  inherent aan zijn werk,  waarvan ik voldoende  wist om hem, of  beter gezegd  zijn toewijding aan anderen,  te bewonderen, om te betreuren dat ik  zelf  niet was  zoals  hij.’



119.’Ergens in het  leven krijgt iedere zoon te maken met  het Kafka-syndroom, ofwel de behoefte  om zijn vader  te schrijven ‘waar het  op staat’ en hem voor  de voeten te werpen  hoe onrechtvaardig en  egoïstisch hij  is of geweest  is, hoe weinig  begrip en verdraagzaamheid  hij heeft  getoond. Op een bepaalde leeftijd voelt de zoon zich namelijk de koning van de  schepping  en eist hij alle toewijding en aandacht voor zich  op; en als  hij die van zijn vader niet  krijgt, keert hij  zich rancuneus  en  verongelijkt  tegen hem, wordt hij ongehoorzaam en vijandig of haalt  hij, zoals Kafka, op  verschrikkelijke wijze zijn  gram via het geschreven woord.’


Lees verder »

Archief

Juan Gabriel Vásquez, De geliefden van Allerheiligen

11 juli 2023


Juan Gabriel Vásquez, De geliefden van Allerheiligen



uitgeverij Signatuur2018



https://www.demorgen.be/a-b116a913




Recensies: Juan Gabriel Vásquez – De geliefden van Allerheiligen




https://www.tzum.info/2018/11/recensies-juan-gabriel-vasquez-de-geliefden-van-allerheiligen/embed/#?secret=0yxo5rbrs0





55. ‘Misschien had  dit  moment wel helemaal geen betekenis. Misschien  hadden pijn en verlies alleen betekenis  in religies of  fabels. Misschien was het zinloos om te zoeken naar een betekenis voor de  vormeloze werveling  die ik voor  het  eerst in mijn leven in mijn binnenste  voelde.’



84. ‘Besef je wel  wat  dat betekent?’ had Charlotte gezegd. ‘Dat hij nu,  op zijn zeventigste, spijt heeft van het leven dat hij gekozen heeft?’ Ja, allicht, had ze gezegd, voor  hem  was dat allemaal lastig te  zien,  voor  hem had  het immers goed  uitgepakt, hij had het  pokerspel gewonnen. Een combinatie van hard werken  en spelinzicht. Een paar jaar, een  paar maanden, een paar dagen  geleden, zelfs gisteren nog,  zou Georges  gezegd hebben: dat is wat het  leven is,  de  uitkomst van  een strategie.Nu was hij  daar  niet meer zo zeker van. Hij had er wel een bepaald gevoel over. ‘



182. ‘Misschien was communicatie tussen twee mensen wel  nooit mogelijk,  of wel mogelijk maar altijd onvolmaakt, en zulke onvolmaaktheden konden  het einde van een mensenleven betekenen.  Je kwam er  onmogelijk  achter. ‘


Archief

Juan Gabriel Vásquez,,De terugblik.

6 juli 2023


uitgeverij Signatuur 2023



‘Want in onze optiek zou een  roman  de biografie van iemand  of iets  moeten zijn, en zou een biografie,  zowel  van iemand als  van iets, een roman moeten zijn, aangezien ze  allebei, mits goed uitgevoerd, een interpretatie zijn van zoiets als een mensenleven.’ Ford Madox Ford 



https://www.volkskrant.nl/a-ba924a5e



231. ‘Hij  werd actief  binnen  het Rode  vlag-bataljon. Hij hekelde  de  Sovjets voor wie  hij vroeger  zijn leven zou hebben gegeven; hij schreeuwde leuzen op straat en citeerde uit het rode boekje  van Mao;  hij maakte  dazibao’s waarop Vietnam  werd verdedigd  en Liu Shaoqi aangevallen. Hij  werkte mee aan de aanklacht tegen een voormalige arbeider  die  het tot  minister had geschopt, en hoewel hij er nooit helemaal achter kwam  waarom hij  was aangemerkt  of  waar  hij van  beschuldigd werd, bewoog hij gedisciplineerd mee met de impulsen van de groep. Zijn  eigen gedrag kwam  hem ongewoon voor, want hij was er in  de  loop der jaren aan  gewend geraakt om vragen te  stellen en  informatie in te winnen voordat hij een besluit nam, laat staan tot activisme overging – de tijden van het blinde vertrouwen uit zijn  jeugd  lagen ver achter hem. Maar  daar, meegesleept  door de  opwinding van  de  collectieve  actie, leek het  hem  onwaardig  of deloyaal om vraagtekens  te zetten bij iets  wat de wereld op zijn grondvesten  deed schudden. Er werd een nieuwe cultuur geboren, dan ging je  toch  niet klagen  dat zich door de onervarenheid van  de jeugd  bepaalde excessen  voordeden? Ja, hij  had een  hekel  aan ‘de luidsprekers waaruit  de hele nacht Mao’s laatste  instructies schalden,  maar alleen een verwende  oude man zou klagen  dat de Revolutie  hem uit zijn slaap hield. En dat  was  hij  met zijn zevenenvijftig jaar niet. Hij had nog heel wat gevechten voor de boeg.’





327. ‘Zou het kunnen zijn  dat  de  partij simpelweg goede sier met hen maakte? Immers, als twee  bevoorrechte bourgeoisiejongeren zoals zij naar  het  communistische  China  waren  gereisd, daar waren getraind  door het leger en vervolgens waren teruggekeerd  om zich aan te sluiten  bij het epl, als dit allemaal  kon  gebeuren in Colombia, dan was de revolutie niet alleen springlevend,  maar  had ze alle troeven  in  handen om te zegevieren. Zou hun niet hetzelfde kunnen overkomen als pastoor  Camilo Torres?  De pastoor, een bourgeois  uit  een liberale familie, had in de stad veel meer  kunnen betekenen,  maar hij sneuvelde  uiteindelijk roemloos  tijdens zijn  eerste  strijd. En waarvoor?  Langzaamaan begon  Raúl zich open te stellen  voor  de  mogelijkheid dat  het voor hem  en zijn zus niet  nodig was geweest om zich aan te sluiten  bij de guerrilla; zodra dit  soort  gedachten  echter de kop opstak, verdreef hij ze met het oude  trucje van  de schaamte en ging hij weer  verder zonder vraagtekens bij zichzelf te  zetten of zichzelf voorhoudend dat zijn stiekeme twijfels de  laatste restjes  waren van een reactionair  leven.  In  elk  geval  heeft  hij zich nooit bevrijd van de knagende  zekerheid dat  hij iets te bewijzen had en dat zijn ‘kameraden  met  argwaan naar hem keken,  alsof hij er toch niet helemaal  bij  hoorde.’


Lees verder »

Archief

Orlando Figes Europeanen

25 juni 2023


Het ontstaan van een gemeenschappelijke cultuur



Nieuw Amsterdam 2019



‘Rond 1900 werden in Europa overal dezelfde boeken gelezen, dezelfde opera’s opgevoerd, dezelfde muziekstukken gespeeld. Via drie centrale personen laat Figes in Europeanen zien dat belangrijke artistieke, technologische en economische ontwikkelingen (trein, telegraaf, fotografie, vrije markt) de verborgen krachten achter de vorming van een Europese cultuur waren. De grote schrijver Ivan Toergenjev, de gevierde zangeres Pauline Viardot, met wie Toergenjev een intieme relatie had, en Paulines echtgenoot Louis Viardot, een goed ingevoerde kunstcriticus ontmoetten bijna iedereen in Europa die in cultureel opzicht belangrijk was. De beschrijving van hun kosmopolitische levens staat voor het grote verhaal over het ontstaan van de Europese cultuur.
Europeanen is een prachtig verhalend boek over cultuur als verbindende kracht tussen naties.’


Lees verder »

Archief

Michael  Ignatieff, Troost  Als licht in  donkere  tijden

22 mei 2023


Michael  Ignatieff, Troost  Als licht in  donkere  tijden



Uitg Cossee 2021



14. We  kunnen dit opvatten als een aansporing om een zekere kritische zelfbeheersing te bewaren ten aanzien  van de verhalen die ons  bewustzijn  binnendringen en de tijd  waarin we leven vormgeven. Als  het in 1783  aanstellerij was om wakker te  liggen van het verlies  van Amerika, zou het  nu  zeker overdreven zijn om het hoofd te laten hangen vanwege  een dreigende milieuramp, ineenstorting van de democratie of  een door nieuwe  plagen geteisterde toekomst. Geen van deze  problemen, hoe schrikwekkend  ook, is gemakkelijker te  overwinnen  door te geloven  dat ze ongekend zijn.  In dit  boek komen we mannen en  vrouwen tegen die  hebben overleefd  ondanks de  pest, het  verlies van de  republikeinse vrijheid, massa-uitroeiing, vijandelijke bezetting  en catastrofale militaire nederlagen.  Hun verhalen plaatsen onze tijd in de juiste  context en  we kunnen  inspiratie  putten uit  hun luciditeit. Als we onszelf in  het licht van  de geschiedenis  zien, kunnen we onze verbinding  herstellen met dat wat onze voorouders troost  bood  en onze verwantschap met hun ervaringen ontdekken.’


Lees verder »

Archief

Michel Houellebecq – Vernietigen.

12 mei 2023


Michel Houellebecq – Vernietigen. Vertaald door Martin de Haan. De Arbeiderspers, Amsterdam. 2022



188. ‘Over het algemeen  blijft het  aanzicht  van de wereld  stabiel, alles gaat gewoon zijn gangetje; maar soms,  heel zelden, vindt er een gebeurtenis plaats.  Hetzelfde, dacht  hij in algemenere en vagere termen,  geldt voor mensenlevens. Het menselijk leven bestaat uit  een opeenvolging van administratieve en technische moeilijkheden,  afgewisseld met medische problemen;  met  het klimmen  der jaren nemen de  medische  aspecten de overhand. Dan verandert  het  leven van aard en begint  het  op een hordenloop te lijken:  de toestand van je organen wordt steeds vaker aan steeds  meer soorten medische onderzoeken onderworpen. Die concluderen dat de situatie normaal is, of toch in elk geval  aanvaardbaar, totdat  een  ervan een ander oordeel velt.  Dan verandert het  leven voor de  tweede keer van aard en  wordt het  een meer  of minder lang en pijnlijk traject naar de dood.’


Lees verder »

Archief

Kenzaburo Oë, Hikari groet de dingen. Kroniek van een genezend gezin. 

20 april 2023


Kenzaburo Oë, Hikari groet de dingen. Kroniek van een genezend gezin. 



Uitg Bijleveld 1995-1998



24. Humanisme in Hiroshima.



“Noch te veel hoop, noch te veel wanhoop.” En die zin kwam in mijn gedachten toen ik luisterde hoe dokter Shigeto vertelde over Hiroshima direct na de bom en over de behandeling van de slachtoffers. Zonder te veel hoop of te veel wanhoop had hij het lijden gewoon zo goed mogelijk getracht te verlichten.



27. Volgens mijn diagnose kon de dokter, juist door zijn confrontatie met de ramp van Hiroshima, zijn eigen identiteitscrisis te boven komen en een nieuwe levensfase ingaan waarin hij troost en hoop bracht aantal ralloze anderen.



Op een vreemde manier was ook de geboorte van Hikari een geval van ‘perfecte timing’z, een diep inslaande, verbijsterende gebeurtenis die plaatsvond op een cruciaal ogenblik in mijn leven.



43. “Wie een roman schrijft over een gehandicapt kind, bouwt in wezen een model van wat het betekent om gehandicapt te zijn. Hij probeert het zo volledig en begrijpelijk mogelijk te maken, en tegelijk zo concreet en zo persoonlijk mogelijk. Het model beperkt zich niet tot de gehandicapte alleen, het sluit eveneens de mensen om hem heen in, en bij uitbreiding ook de wereld waarin we leven.“



“Wanneer iemand een ongeluk of ziekte krijgt die tot invaliditeit leidt, komt hij eerst in wat we de ‘schokfase’ kunnen noemen, die wordt gekenmerkt door apathie en terugtrekken. Daarop volgt de ‘ontkenningsfase’, een psychisch verdedigingsmechanisme dat de ziekte of verwonding eenvoudig negeert. Uiteindelijk, alsof het besef doordringt dat de handicap blijvend is en nooit meer ongedaan kan worden gemaakt, komt de patiënt in de ‘verwarringsfase’, getypeerd door woede en afkeer, en ook door verdriet en depressiviteit. Het doel is echter dat de gehandicapte de persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn leven erkent en zich losmaakt uit de afhankelijkheid, een proces dat wordt voltooid tijdens de ‘inspanningsfase’, waarin een oplossing wordt gezocht. Wanneer de patiënt al deze fasen heeft doorlopen, bereikt hij een slotte de ‘aanvaardingsfase’, indien hij zijn handicap durft te erkennen als deel van zijn identiteit, en in staat is zijn rol in zijn gezin of in de samenleving weer op te pakken.” (Satoshi Ueda, Gedachten over revalidatie: gehandicapten weer volledig mens maken. )


Lees verder »

Archief

Kenzaburo Oë, Seventeen & Homo sexualis

18 april 2023


Kenzaburo Oë, Seventeen & Homo sexualis



1961-1963. Uitg Meulenhoff 1995-2021



12. ‘Scholieren van mijn leeftijd  zijn wel  eens  opstandig  en frivool, maar ze hebben vooral behoefte aan leraren  die hun steun en toeverlaat  zijn als  ze problemen  hebben.  Zelf zou ik  soms  ook liever hebben dat  hij zich  bemoeide met  mijn  problemen.  Dat  mag zelfs een beetje vitterig zijn. Zijn huidige manier  van doen  mag dan  de Amerikaans-liberale  stijl  voorstellen, hij lijkt  wel een  vreemde  in plaats van een vader. Mijn vader heeft geen academische scholing gehad.  Hij is een autodidact die  in tal van  baantjes  zijn portie kommer  en kwel heeft gekend. Na het behalen van  zijn  lesbevoegdheid kwam hij op zijn huidige  post  terecht en die positie wil hij  nu koste wat kost veiligstellen door zo  min  mogelijk met  andere mensen  te  maken te hebben. Hij is bang  door  toedoen van  anderen  in  moeilijkheden te  komen of verwikkeld te raken in andermans conflicten, en zo opnieuw een  hard leven  te moeten leiden onder aan de  ladder. Dat  pantser van zijn  instinct tot  zelfbehoud legt hij zelfs voor  zijn zoon niet af. Al wat hij  doet is  afstandelijke,  koele kritiek leveren, zonder  emoties te  tonen, om zich  toch  maar niet  bloot te  geven en zijn  waardigheid  te verliezen.




Lees verder »

Archief

Kenzaburo Oë, Het eigen lot

11 april 2023


uitg. Meulenhoff 1964-1970





30. ‘En  wanneer mijn tijd  komt om te  sterven  zal ik  hem mij misschien  herinneren en als door die herinnering de  pijn  en angst van de dood voor mij toenemen, zal ik een klein  gedeelte van mijn plicht als  vader hebben vervuld.’



112. ‘Op het ogenblik is  mijn  voornaamste zorg een  persoonlijke kwestie, een groteske  baby, ik heb  de werkelijke wereld  mijn rug toegedraaid. Die anderen kunnen gemakkelijk  deelnemen  aan  de lotsbeschikking van  de  wereld  met  hun protestbijeenkomsten; zij hoeven zich  niet te bekommeren om een  baby met een bult op zijn  hoofd.’


Lees verder »

Archief

Yasunari Kawabata, Duizend kraanvogels – De schone slaapsters

10 april 2023


Yasunari Kawabata, Duizend kraanvogels



41. ‘Was  het  niet meestal  dwaas en fout om zich over de doden zorgen te  maken, zo ongeveer alsof  men kwaad van hen  sprak? De  doden legden  de levenden geen  morele verplichtingen op.’



Yasunari Kawabata, De schone slaapsters



32. ‘Het meisje sliep hier  natuurlijk  alleen maar  omdat ze  geld  wilde hebben. En voor  de oude heren  die dat geld betaalden, betekende het natuurlijk het hoogste genot om naast zo’n meisje te liggen. Omdat ze het  meisje onder geen voorwaarde  mochten wekken, hoefden de  gasten zich immers niet te schamen voor de  minderwaardigheidsgevoelens die de  aftakeling meebracht en  was het hun toegestaan aan  al  hun illusies en aan al  hun herinneringen aan vrouwen de vrije loop te laten. En was dat  ook niet de reden waarom ze  zonder  enige spijt voor zo’n  meisje meer betaalden dan voor  een vrouw die wakker was? Bovendien moest het voor de oude heren ook een veilig  gevoel zijn  dat het slapende meisje  geen flauw idee had wat voor oude man  er naast haar  lag. En omgekeerd wisten ook de oude  heren  niets  af van de levensomstandigheden van het  meisje. Zij  wisten  niet  wie zij was.  Het was  zo goed geregeld, dat zij zelfs  geen  kans kregen iets  op te maken uit  de kleren van het  meisje. Maar het was niet alleen om de simpele reden dat de oude heren zich na  afloop geen zorgen hoefden  te maken. Want diep op de bodem van ‘de  duisternis  scheen misschien een  vreemd licht.’


Archief

Volker Ullrich, Duitsland 1923. Het jaar van de afgrond.

21 maart 2023






uitg. Arbeiderspers 2022



Ullrich laat zien hoe ogenschijnlijk uiteenlopende gebeurtenissen op elkaar hebben ingegrepen, dat de Duitse politiek een hoge inflatie op de koop toe had genomen – totdat ze in 1923 onbeheersbaar werd. Ook corrigeert hij de gangbare opvatting dat het met de Duitse economie de eerste jaren na de verloren wereldoorlog al bedroevend was gesteld. In feite beleefde Duitsland tussen 1920 en 1922 een periode van hoogconjunctuur met een lage werkloosheid (1,2 procent in oktober 1921). Mede om die reden meenden de geallieerde mogendheden zware herstelbetalingen van Duitsland te mogen eisen: zijn economie kon wel een stootje verdragen. Het zijn allemaal geen nieuwe inzichten, maar ze dragen wel bij aan de helderheid van het verhaal dat Ullrich heeft willen vertellen. Aarzelend komt Ullrich tot de conclusie dat de jonge Weimarrepubliek de krachtproef van 1923 heeft doorstaan. Weliswaar niet glansrijk, maar ze is er evenmin dodelijk door verwond. ‘De doorstane schrikervaring had het effect van een schokbehandeling’, schreef Klaus Mann. ‘Na zo’n vreselijke ingreep voelt de patiënt zich gereduceerd en beverig, maar ook opgelucht en verfrist.’ Zo voegt Ullrich zich bij de historici die de Weimarrepubliek niet zien als de wegbereider van het Derde Rijk – zoals de historiografische mode lange tijd voorschreef – maar als een kansrijk experiment dat onder een iets gunstiger gesternte had kunnen slagen. Helaas kan daarover slechts worden gespeculeerd.



https://www.volkskrant.nl/boeken/rampjaar-1923-had-voor-duitsland-nog-veel-erger-kunnen-aflopen-stelt-hitler-biograaf-volker-ullrich~bd4b0641/?







34. ‘Bovendien richtte het Duitse leger de  blik op  de Sovjet-Unie. In februari 1923  ging een delegatie van  het ministerie van de  Reichswehr naar  Moskou om de  mogelijkheden van een nauwe samenwerking op het gebied van de  wapenproductie te bespreken. Aanvankelijk waren de uitkomsten niet  erg veelbelovend, maar er was wel sprake van  een nieuw  hoofdstuk  in de militaire betrekkingen tussen beide landen.’




Lees verder »

Archief

Yoko Tawada – De laatste kinderen van Tokyo.

12 maart 2023


Vertaald door Luk van Haute. Signatuur, Amsterdam 2019



https://www.tzum.info/2019/12/recensie-yoko-tawada-de-laatste-kinderen-van-tokyo/





30. De originele data met betrekking tot de gezondheid van kinderen waren allemaal handgeschreven, en naar verluidt verstopte iedere arts ze ergens naar eigen goeddunken. Soms stond er in de krant een cartoon van een dokter die documenten verborg in het hondenhok, of in een grote stoompan. Yoshiro lachte als hij dat zag, maar achteraf dacht hij: misschien is dit geen satire maar waargebeurd.



Omdat ook de kopieën van de data die door elk ziekenhuis aan het Medisch Onderzoekscentrum werden bezorgd handgeschreven waren, kon niemand in korte tijd grote hoeveelheden data wijzigen of doen verdwijnen. In die zin was deze methode superieur aan de veiligheidssystemen die de knapste programmeurs lang geleden hadden bedacht.



 42. Niets was angstwekkender dan een wet die nog nooit was toegepast. Als ze iemand de cel in wilden gooien, hoefden ze hem maar te arresteren door ineens een wet boven te halen waar iedereen maling aan had.


Archief

Gabriel van den Brink, Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent.

5 maart 2023


Gabriel van den Brink, Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent.



Uitgeverij Prometheus 2020





https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-samenleving-schreeuwt-om-gemeenschapszin~bc85222c/



https://podcastluisteren.nl/ep/De-Nieuwe-Wereld-Gabriel-van-den-Brink-over-zijn-nieuwe-boek-Ruw-ontwaken-uit-de-neoliberale-droom





https://podcastluisteren.nl/ep/De-Nieuwe-Wereld-Wat-is-beschaving-Dit-zijn-de-5-steunberen-van-een-geslaagde-opvoeding



http://gabrielvandenbrink.nl/over-gabriel





7. De twijfels nemen echter toe over het samenlevingsmodel waar de gemeenschap in hoge mate uit weggeredeneerd is en zelfredzaamheid als onbetwistbaar uitgangspunt bovenaan is gezet. Zeker in regio’s waarin de vergrijzing snel toeneemt. In gebieden waarin mantelzorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen noodzakelijk en urgent zijn, ontstaat een toenemende behoefte aan meer samenwerking en samenspraak tussen burgers, instellingen, bedrijven en overheden.



De roep om regionale samenwerking, die in de zorg en de arbeidsmarkt steeds luider klinkt, is obligaat als er niet een fundamentele doordenking van ons samenlevingsmodel aan ten grondslag ligt: welk mensbeeld domineert, welke rolverdeling tussen overheid, markt en samenleving is wenselijk? Waar bewegen we naartoe als samenleving, als collectief verband in een steeds opener wereld?



 18. ‘Volgens Locke komt elke poging om absolute macht over iemand anders uit te oefenen op een staat van oorlog neer. We moeten iedereen die ons de vrijheid wil benemen als een vijand zien. Wat dat betreft staan absolute macht en politieke macht in elk opzicht tegenover elkaar. De laatste is weliswaar een vorm van machtsuitoefening maar de bedoeling ervan is te voorkomen dat er zoiets als absolute macht ontstaat. Deze scherpe scheiding dwingt Locke tot een nadere reflectie op het vaderlijk gezag. Dat lijkt immers een vorm van absolute macht en het speelde dan ook een voorname rol in de argumentatie van Filmer. Locke meent evenwel dat deze macht tijdelijk en beperkt van karakter is. Ouderlijk gezag geldt alleen zolang de kinderen onvoldoende verstand hebben. Bovendien verschillen vaderlijke macht en politieke macht qua doelstelling: ouders moeten opvoeden maar bestuurders moeten het algemeen belang dienen. Met andere woorden: men kan het staatsbestuur niet begrijpen als een vorm van vaderlijke macht, laat staan als een vorm van absolute macht. ‘


Lees verder »

Archief

Atul Gawande,Sterfelijk zijn

27 februari 2023


Geneeskunde en wat er uiteindelijk toe doet



Uitgeverij Nieuwezijds 2015



https://www.humanistischverbond.be/kritisch-lezen/493/sterfelijk-zijn-geneeskunde-en-wat-er-uiteindelijk-toe-doet/



60. ‘Hoogbejaarden zijn niet zozeer bang  voor  de dood, maar  voor wat er gebeurt in  de  aanloop ernaartoe: het verlies van hun  gehoor, hun geheugen, hun beste  vrienden,  hun  manier van leven. Zoals Felix het formuleerde:  ‘De  ouderdom is een onophoudelijke reeks verliezen.’  Philip Roth  is nog bitterder in zijn roman Everyman (Alleman): ‘De ouderdom  is geen  strijd. De ouderdom  is een  slachting.’



Met een beetje geluk en de nodige inspanning –  gezond  eten,  genoeg bewegen,  onze bloeddruk  onder  controle houden, medische  hulp inroepen als dat nodig is –  kunnen we vaak een lang  en zelfstandig leven leiden. Maar uiteindelijk stapelen de  verliezen zich zo hoog  op dat we  de dingen die we dagelijks moeten doen fysiek of mentaal niet meer zelfstandig aankunnen. Omdat het tegenwoordig minder vaak voorkomt  dat mensen zomaar opeens doodgaan, zullen de meesten van ons een belangrijk deel  van  hun leven  te krakkemikkig  zijn om  nog zelfstandig te kunnen functioneren.



Hier  denken we liever niet over na. Het  gevolg is  dat de meesten van  ons  er niet op voorbereid zijn. We besteden nauwelijks aandacht  aan hoe  we  ons  leven zullen inrichten wanneer  we  hulp  nodig hebben, tot  het  te laat  is  om er nog  iets  aan te doen.’


Lees verder »

Archief

Joseph Roth, Biecht van een moordenaar 

24 februari 2023


Joseph Roth, Biecht van een moordenaar 



Atlascontact 2016



https://www.hebban.nl/recensie/nico-van-der-sijde-over-biecht-van-een-moordenaar



94. Uit het nawoord van Els Snick: ’ Anton van Duinkerken, de Nederlandse literatuurpaus, riep het werk in De Tijd uit tot ‘Boek van de Week’ en wijdde er een hele bladzijde aan. Hij duidde de roman vooral in de geest van de tijd en het succes van het nationaalsocialisme: ‘Dit verhaal is brandend actueel, omdat het handelt over de vraag hoe de menschen worden tot wat ze zijn en omdat deze vraag, juist nu het individu zich schijnt over te leveren aan massa-bewegingen, het raadsel onzer dagen is.’



https://www.dbnl.org/tekst/_par009201101_01/_par009201101_01_0002.php



Alweer een schitterende vertaling van een meesterwerk van Joseph Roth… Russische emigranten in Frankrijk aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog… Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog schreef Gaston Gazjdanov vergelijkbare parels met Het fantoom Alexander Wolff, Een avond bij



7. ‘Maar in het Russische restaurant speelde de tijd geen rol. Er hing een blikken klok aan de muur. Soms stond hij stil, soms liep hij ongelijk. Hij leek de tijd niet te willen aangeven, maar te willen bespotten. Niemand keek op de klok. De meeste gasten in dat restaurant waren Russische emigranten. En zelfs degenen onder hen die in hun vaderland wellicht gevoel voor stiptheid en nauwkeurigheid hadden gehad, waren dat in den vreem­de kwijtgeraakt, of ze schaamden zich het te tonen. Het was alsof de emigranten bewust demonstreerden tegen de berekenende, alles berekenende en o zo berekende mentaliteit van het Europese Westen, alsof ze hun best deden niet alleen echte Russen te blijven, maar ook voor ‘echte Russen’ door te gaan en te voldoen aan de voorstellingen die het Europese Westen zich van de Russen had gemaakt. De ongelijk lopende of stilstaande klok in Tari-Bari was dus meer dan een toevallig rekwisiet: het was een symbolisch re­kwisiet. De wetten van de tijd leken opgeheven te zijn. ‘



19. ‘Ik merkte gelijk dat hij geen Rus was en dat feit alleen al verdrong mijn eerste schrik en riep een soort trots bij me op. Ik weet niet goed waarom. Maar het schijnt dat wij Russen ons vaak gevleid voelen als we gelegenheid hebben om met een buitenlander om te gaan. En onder “buitenlanders” verstaan we Europeanen, de mensen dus die waarschijnlijk veel meer verstand hebben dan wij, ook al zijn ze veel minder waard. We hebben soms de indruk dat God de Europeanen heeft gezegend, hoewel ze niet in hem geloven. Maar misschien geloven ze gewoon niet in hem omdat hij hun zoveel heeft geschonken. En dus worden ze overmoedig en geloven ze dat ze de wereld zelf hebben geschapen en zijn ze er bovendien ontevreden over, hoewel ze er volgens hen zelf verantwoordelijk voor zijn. Zie je, dacht ik bij mezelf terwijl ik de buitenlander opnam, je moet iets bijzonders hebben als een Europeaan je zomaar aanspreekt.’




Lees verder »

Archief

Andrea Wulf, Rebelse genieën. De eerste romantici en de uitvinding van het ik.

22 februari 2023


Andrea Wulf, Rebelse genieën. De eerste romantici en de uitvinding van het ik.



Uitgeverij atlascontact 2022



https://www.volkskrant.nl/a-nbd11ad42



https://www.athenaeum.nl/leesfragmenten/2022/rebelse-genieen



62. ‘Fichte  was de  ‘Bonaparte  van  de filosofie’, meende een student. Iedereen wilde  weten hoe zijn nieuwe definitie  zou  luiden van  de relatie tussen het ik en de buitenwereld – tussen het  ‘ik’ en het  ‘niet-ik’, zoals Fichte  het uitdrukte. Fichte  had iets dwingends en uitdagends over zich. Filosofie was niet slechts het  terrein van filosofiestudenten, stelde hij,  maar was voor de  hele samenleving van  belang. ‘Ik ben een priester van de waarheid,’ zei hij. Hij wilde  niets minder dan een  revolutie van de geest op  gang  brengen  en de  fakkel  overnemen  van Immanuel Kant,  de  beroemdste nog  levende filosoof van de westerse  wereld.’



152. ‘Precies op het moment dat  Novalis opriep tot poëtisering  van de wetenschap voerden de Fransen hun nieuwe metrieke stelsel in, dat honderden verschillende lengtematen  die  eeuwenlang  in de wereld gebruikt  waren,  moest  vervangen. De  ‘meter’ was niet  gebaseerd op lichaamsdelen als palm, duim of  pied du roi  (voet van de koning), maar  op  de  planeet zelf: een  meter was  een tien  miljoenste  van de afstand tussen  de noordpool en de evenaar. De  meter maakte van de natuur een meetbare entiteit.






Lees verder »

Archief

Rik Torfs, Tijdgeest, Een perspectief op mens en tijd

5 februari 2023


Rik Torfs, Tijdgeest, Een perspectief op mens en tijd



uitg. Ertsberg 2023





Een uitstekend brevier voor leken, bereid tot het bevragen van die Tijdgeest waar Rik Torfs een bondig, grondig, spits, mild en ironische perspectief op mens en tijd presenteert. Ideaal om met mondjesmaat te lezen en vooral opnieuw te lezen.



https://doorbraak.be/rik-torfs-een-collega-wou-een-verzekering-voor-als-zijn-uitspraken-hem-in-de-problemen-brengen/





105. ‘Ondertussen hoeven onthechting en verinnerlijking niet te leiden tot een passief bestaan. Integendeel, een uitspraak die mij vanaf mijn jeugd inspireerde is die van de econoom Joseph Schumpeter (1883-1950): ‘Het toppunt van beschaving is je volledig inzetten voor iets waarvan je tegelijk de relativiteit inziet.’ Met de jaren vind ik deze woorden almaar juister. Precies omdat mensen zich uitsloven om goed over te komen en aan de eisen van de tijdgeest te voldoen, worden ze minder gelukkig en minder succesvol dan ze vinden dat ze zouden moeten zijn. Pas als je zelf niet langer het hoofdpersonage bent maar een passant, vallen de pathos en de dramatiek van de door de tijdgeest aangereikte levensdoelen weg, en zijn we vrij om er iets prachtigs van te maken, zonder volmaakt te hoeven zijn. De verborgen hand van Mattheüs helpt daarbij. Ze stimuleert bescheidenheid en verhindert publiek tentoongespreide zelfoverschatting. Als dat gepaard gaat met innerlijke kracht die tot de ontwikkeling van de gekregen talenten leidt, zonder zulks als een eigen verdienste te beschouwen, is in het leven veel mogelijk, ondanks of dankzij de tijdgeest.



Humor en zelfrelativering. De weg vooruit. De verborgen hand. Het zijn drie wegen om positief met de tijdgeest om te gaan, hem te herkennen en er het goede van te zien, zonder hem het laatste woord te geven. Dat woord is aan wie zich vrij genoeg voelt om de vrijheid aan te kunnen.


Lees verder »

Archief

Roberto Calasso – Het Boek van Alle Boeken.

5 februari 2023


Roberto Calasso – Het Boek van Alle Boeken. Vertaald door Els van der Pluijm. Wereldbibliotheek, Amsterdam.



199. Het dilemma van Freud  was niet heel anders  dan dat wat aan veel geassimileerde Joden uit zijn  tijd knaagde,  zij  het op  lagere niveaus  van luciditeit: de onmogelijkheid om religieus  te zijn  ging hand in  hand  met de onmogelijkheid om af te zien van de  uitverkiezing, besloten  in een ver verleden door een  God  waarin ze niet geloofden. Jahweh was een legende, zoals alles wat  tot de  religie behoorde, maar  de Joodse weg bleef de beste, de meest verlichte,  progressieve, intellectuele.  Freud  elimineerde Jahweh als een van de vele symptomen  van de dwangneurose, maar ter compensatie schreef hij  het maximum aan realiteit  toe aan een man, ‘de man Mozes’. In hem herkende  hij  de reïncarnatie van de  oervader,  die de  broeders van de horde hadden gedood. Ook Mozes was gedood – en nogmaals door zijn eigen volk.  Maar dat  was gebeurd op de drempel  van de geschiedenis, in tijden  die konden worden aangegeven, op plekken  die bekend waren, in Egypte en Palestina.  Ditmaal hoorde de vader niet thuis in een niet nader bepaalde  prehistorie, voor iedereen even ver weg.  Ditmaal was het  veel dichterbij en behoorde het tot een enkele, onmiskenbare geschiedenis. De voorsprong van  de Joden op alle anderen zat  hierin: de gevolgen  van de  dood van Mozes hadden rechtstreeks invloed op hen.  Hun voorrecht was dubbel: dat ze het dichtst  bij het heilige  stonden en het hadden  gedood. Zij kenden het  het beste – en hadden zich er voor de  anderen van ontdaan.


Lees verder »

Archief

Gedichtendag 2023

25 januari 2023


Het enige dat oud lijkt is dit ogenblik



want het verleden – ik – is jonger, jong.



De toekomst die mij niet meer toekomt



is wonderbaarlijk vers en licht



en straalt en dampt van jeugd. Als in de zomer-



ochtend vroeg de zee.



M. Vasalis, De oude kustlijn.



      




Archief

Giovanni Sartori, Homo Videns, televisie, internet en post-denken.

24 januari 2023


Giovanni Sartori, Homo Videns, televisie, internet en post-denken.



Uitg De Blauwe Tijger 2000-2021



13. Alles lijkt zichtbaar te zijn geworden. Maar wat betekent dat voor de dingen die niet zichtbaar gemaakt kunnen worden? Terwijl we ons zorgen maken over degene die de media aansturen en het nepnieuws dat ze produceren, maken we ons geen zorgen om de media zelf, een instrumentarium dat uit de hand gelopen is.



(…)



Het primaat van het beeld betreft het overwicht van het zichtbare over het inzichtelijke: een proces dat leidt tot zien zonder begrijpen. Het is op basis van deze fundamentele beschouwing dat ik vervolgens de videopolitiek bespreek. Dat wil zeggen, de politieke macht van de televisie en internet in de manier waarop zij onze democratie vormgeven of, beter gezegd, vernietigen.




Lees verder »

Archief

Giorgio Agamben, Waar zijn wij? De epidemie als politiek.

23 januari 2023


Uitg. De Blauwe Tijger 2021



108. Een land zonder gezicht.



“Dat wat mijn gezicht noemt, kan bij geen enkel dier bestaan maar wel bij de mens, en die drukt het karakter uit. “ Cicero



Dit is waarom het gezicht het domein is van de politiek. Dat dieren geen politiek kennen komt omdat dieren, die zich altijd in de vrije natuur begeven, hun blootstelling niet tot een probleem maken – ze beschouwen hun situatie als vanzelfsprekend. Daarom zijn dieren niet geïnteresseerd in spiegels, in het beeld als beeld. De mens daarentegen wil zichzelf herkennen en herkend worden, hij wil zich naar zijn eigen beeld vormen, hij zoekt daarin de waarheid. Zo vormt hij de vrije natuur om tot de wereld, tot een plaats van onophoudelijke politieke dialectiek.



Als mensen uitsluiten tekst zouden uitwisselen, louter dingen zouden benoemen, zou er nooit echt politiek zijn, maar alleen een overdracht van informatie. Maar aangezien mensen in de eerste plaats in alle openheid met elkaar communiceren, in de zin van pure communicatie, is het gezicht juist de voorwaarde voor politiek, dat waartoe alles wat mensen zeggen en benoemen, is te herleiden. Het gezicht is in die zin de ware gemeenschap, het politieke domein bij uitstek. Door elkaar aan te kijken, herkennen mensen elkaar en voelen ze zich betrokken op elkaar, zien ze gelijkenis en diversiteit, verwijdering maar ook toenadering.



Een land dat niet meer in het gezicht geïnteresseerd is, dat besluit het gezicht van iedere burger, waar die ook gaat, met een masker te bedekken, is een land dat de politiek in zijn geheel heeft afgezworen. In een kale, lege ruimte, waarin iedereen voortdurend onderworpen is aan grenzeloze controle, bewegen individuen zich dan geïsoleerd van elkaar, terwijl ze de directe zichtbare basis van een gemeenschap hebben verloren en alleen nog maar in staat zijn informatie uit te wisselen met een naam die geen gezicht meer heeft.


Lees verder »

Archief

Gabriel van den Brink, Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europees continent

21 januari 2023


Gabriel van den Brink, Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europees continent



2020 Prometheus Amsterdam 



Voorwoord Kim Putters



7. ‘Het voorliggende boek geeft een haarscherpe analyse van de oorzaken. Vanaf de jaren tachtig werden burgers steeds vaker beschouwd als klant van publieke voorzieningen die op basis van een contract met rechten en verplichtingen hun eigen verantwoordelijkheid na moesten komen. Met de principes van New Public Management in de hand werden de zorg en zekerheid op een meer marktgerichte en gedecentraliseerde wijze georganiseerd, vanuit het idee dat het maatwerk, kwaliteit en efficiëntie zou bevorderen. Omgeven met regels om kostenstijgingen, fraude en overvraging te voorkomen, dus ook vanuit een zeker wantrouwen richting de burger.



Van den Brink schetst in dit boek dat de keerzijde van deze beleidstheorie is dat waarden als zorgzaamheid en betrokkenheid naar de achtergrond werden gedrukt, terwijl ze van oudsher heel wezenlijk zijn in de ordening van onze Nederlandse samenleving en het thuisgevoel van Nederlanders. Bijvoorbeeld in de vele verenigingen en coöperaties die ons land rijk was in sectoren als de zorg, het onderwijs en sociale zekerheid. Het hield lange tijd de overheid en de markt op afstand. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is dat maatschappelijk middenveld steeds meer gefragmenteerd geraakt en zijn overheid en markt juist dominanter geworden. We zien her en der ‘opnieuw dergelijke coöperatieve verbanden ontstaan, zoals zorg- en duurzaamheidscoöperaties, maar het beleid van de afgelopen decennia heeft eerder de concurrentie en individuele rechten of verantwoordelijkheden steviger verankerd, dan de samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid.



De twijfels nemen echter toe over het samenlevingsmodel waar de gemeenschap in hoge mate uit weggeredeneerd is en zelfredzaamheid als onbetwistbaar uitgangspunt bovenaan is gezet. Zeker in regio’s waarin de vergrijzing snel toeneemt. In gebieden waarin mantelzorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen noodzakelijk en urgent zijn, ontstaat een toenemende behoefte aan meer samenwerking en samenspraak tussen burgers, instellingen, bedrijven en overheden.’



Interessante discussie met Gabriel van den Brink op de Nieuwe Wereld



 https://youtu.be/XP05Qb1l1-A & https://youtu.be/FuF4Uyzibgc



https://www.nporadio1.nl/nieuws/geschiedenis/b6dae772-729b-4996-b64a-1d95fe292288/gabriel-van-den-brink-zullen-we-ruw-ontwaken-uit-de-neoliberale-droom




Lees verder »

Archief

Ann Heberlein , Hannah Arendt, de biografie. Over liefde en kwaad

13 januari 2023


Ann Heberlein , Hannah Arendt, de biografie. Over liefde en kwaad



Uitg Spectrum 2020



https://jonet.nl/oppervlakkige-hannah-arendt-biografie-blijft-hangen-in-bewondering-boekrecensie/



49. De meegaandheid ten opzichte van het nieuwe politieke klimaat berust misschien niet alleen op de overtuiging maar ook op de angst om anders benadeeld te worden, de drang om de eigen positie veilig te stellen of misschien om een betrekking te krijgen.



52. In Totalitarisme beschrijft Hannah de totalitaire visie als de drang om ‘de oneindige verscheidenheid en verschillen van de mensen zodanig te organiseren dat de hele mensheid slechts één individu lijkt’.



Propaganda beschouw ze als een onontkoombaar onderdeel van het creëren en in stand houden van een totalitaire staat. ‘Alleen het gepeupel en de elite laten zich door de stuwkracht van het totalitarisme op sleeptouw nemen; de massa moet door propaganda gelokt worden’, schrijft ze jaren na de oorlog. 


Lees verder »

Archief

Piet De Moor , Gunzenhausen.

9 januari 2023


Het parallelle leven van J.D.Salinger, door hemzelf verteld. 



Uitgeverij Van Gennep 2018



https://www.hln.be/wetteren/piet-de-moor-beschrijft-het-parallelle-leven-van-j-d-salinger~a24e2261/



https://www.standaard.be/cnt/dmf20190131_04144769



Een boeiende roman met belangrijke observaties – ook over schrijven, leven en sterven – over het verslagen Duitsland van vlak na WOII waarbij de Netflix Serie The Defeated een beeldige aanvulling kan zijn.



https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/de-moor-doet-verdienstelijke-poging-zich-in-psyche-mensenschuwe-salinger-te-verdiepen~b566d2c1/



“Toen J.D. Salinger in januari 2010 overleed, gonsde het van de speculaties over kastenvol manuscripten die nu wellicht zouden worden gepubliceerd. De auteur van vier dunne en briljante boeken, die al 45 jaar niets had gepubliceerd, was immers zijn hele leven stug doorgegaan met schrijven.



Tot nu toe heeft echter niet één na 1965 geschreven Salinger-tekst het licht gezien. Wellicht geïnspireerd door deze oorverdovende stilte is de Vlaamse auteur Piet de Moor in Salingers huid gekropen, met als resultaat de roman Gunzenhausen, ondertitel ‘Het parallelle leven van J.D. Salinger, door hemzelf verteld’.



Gunzenhausen is voor het grootste deel gesitueerd in het Zuid-Duitse stadje uit de titel, waar Jerry Sallinger in 1945 en 1946 als onderofficier contraspionage actief is in een denazificatieprogramma. Eerder heeft hij deelgenomen aan D-Day, het Ardennenoffensief en de slag om het Hürtgenwoud en was hij betrokken bij de bevrijding van een van Dachau’s satellietkampen. In zijn bagage: een draagbare schrijfmachine en een aantal hoofdstukken van wat Catcher in the Rye zal worden.



We lezen over de traumatische oorlogservaringen, waarvan breed wordt aangenomen dat ze Salingers leven en werk sterk hebben beïnvloed, maar ook over zijn diverse moeizame relaties, waaronder die met de Duitse Sylvia Welter, met wie hij zal trouwen. Als een andere geliefde, een zelfingenomen maar mislukte violiste, zelfmoord pleegt, luidt de salingeriaanse conclusie: ‘Ze sprong. Zelfs behaagzucht kon haar val niet breken.’



De Moor slaagt erin de sfeer van het naoorlogse Duitsland voelbaar te maken. Daarnaast doet hij een verdienstelijke poging zich in de psyche van de mensenschuwe Salinger te verdiepen. Rond de biografische details spint hij een geloofwaardig relaas van een geest voor wie het leven, weer terug in Amerika, een ‘al te lange aanloop’ was die ‘niet meer tot een sprong heeft geleid’.



In het slotdeel van de roman, dat in de maand van zijn overlijden is gesitueerd, haalt Salinger zijn kasten leeg. ‘Ik wil niet dat mijn ongepubliceerde typoscripten me overleven.’ Als De Moor gelijk heeft, kan de wereld nog lang wachten op een nieuwe Salinger.”







9. 1. Het is niet nodig zelf te werken als je maar weet dat je verloren bent als je anderen dat niet in jouw plaats laten doen. 2. Spijt hebben van iets loont alleen de moeite als je verzuimd hebt je eigen belang te dienen. 3. In business is theorie heel welkom en nuttig, maar alleen bij de borrel, als je je schaapjes op het droge hebt.



80. Ik weet het niet. Maar ik wil leren. Ik ben een schrijver. Ik zal een schrijver zijn. Ik mag niet vergeten dat ik mijn vader Sol destijds in mijn Poolse brieven op het hart probeerde te drukken: dat hoe afschuwelijk een ervaring ook is ze van betekenis is voor de toekomst een schrijver. Rendement door beproeving.



129. Mijn generatie weerlegt de regel dat de ouderdom de tol is voor ervaring. Jong-zijn is ons niet vergund, het is een kwaal waarvan je niet snel genoeg kunt genezen.



197. Ik wil niet weten hoeveel dagen ik nog tegoed heb, dat soort kennis kan me gestolen worden. Kennis mag dan macht zijn, er is geen levenslust zonder een vorm van onwetendheid.



De tijd mag dan een dictator zijn, voor mij is het een troost dat ik zijn hofnar ben. Ik bedoel daarmee heel serieus dat er wellicht geen grotere kunst bestaat dan je eigen tijd voorbij te laten gaan zonder dat je hem verknoeit. Als de tijd iets zou kunnen voelen, zou hij het zeker aangenaam vinden op die manier te worden getart. Ik wil maar zeggen: als we niet verbitterd willen worden, moeten we onze talenten ontplooien zodra we daartoe in staat zijn, zodat we niet hoeven te klagen dat we onze kansen hebben verkeken als we plots geen kracht meer hebben.








Archief

Onze wensen voor 2023

30 december 2022


https://www.flickr.com/gp/59276281@N00/8Ex997Ue43




« Volgende berichten Vorige berichten »