knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Een nieuw jaar opent vele deuren … 2020

27 december 2019

Archief

Nino Haratischwili, De kat en de generaal. 

25 november 2019

Nino Haratischwili, De kat en de generaal. 

Vert. Elly Schippers en Jantsje Post. uitg. Meridiaan

Een lovenswaardige poging om haar meesterstuk ‘Het achtste leven’ te herhalen, dit keer in Tsjetsjenië. Dat lukt niet echt. De opening is interssant en het slot spannend. Maar het eindeloze heen en weer is niet van die aard om mij als lezer te blijven boeien. 

 

680. ‘We hebben steeds gebogen voor de wil van anderen en onszelf wijsgemaakt dat het onze eigen beslissing was. Denk je dat je ook maar één seconde in je leven vrij bent geweest? Geloof je dat ook maar één Rus op de wereld vrij is? Of het ooit is geweest? Onze vrijheid is gekocht met onzichtbaarheid en zwijgen, of ze eindigt in een werkkamp of in het gunstigste geval in een cel van drie bij drie. Onze vrijheid is stilstand en apathie of angst. En daarom moeten we voortdurend iemand anders van zijn vrijheid beroven, moeten we als ongenode gasten ergens binnenvallen en ons die vrijheid toe-eigenen. Omdat we er niet tegen kunnen als iemand iets heeft wat wij nooit hebben gehad en ook nooit zullen hebben, en weet je waarom dat zo is, Borja? Omdat we elkaar allemaal om zeep zouden helpen, zoals gebeurde toen ze ons voor korte tijd de langverwachte vrijheid gunden. Wij kunnen helemaal niet vrij zijn. We willen niet vrij zijn. Kom op, je bent een ontwikkeld man, je hebt er toch weleens over nagedacht waarom bepaalde dingen zijn zoals ze zijn?

Lees verder »

Archief

Rik Torfs, Het grote gelijk

31 oktober 2019

Rik Torfs, Het grote gelijk.

uitg Van Oorschot 2019

Een intrigerend boek, zoals dat dan heet. Maar in de interessante betekenis van het woord. De auteur is erin geslaagd om enkele heikele thema’s op een andere manier te benaderen, ontdaan van de gebruikelijke hype en consensus. 

Zo hebben we hem leren kennen in zijn columns, zo doet hij het ook  in ‘Het grote gelijk’.

Uiteraard zal hij door vele bekwame recensenten afgebroken worden wegens het hoofdpersonage bij tijd en wijle zeer irritant, zelfs zeurderig eindigend in zeven sloten tegelijk. Maar dat belet niet dat ik nu Eisterlee een beetje ken… en sommige stukken uit zijn boek wellicht nooit zal vergeten. Zoals bij ‘Het jaar van de dood van Ricardo Reis’ van Fernando Pessoa. 

Zijn analyse van de wereldvisie van José Saramago is er ook niet naast en dus beklijvend. 

Maar vooral de ommekeer in de jeugd van deernis naar weemoed weet de auteur haarfijn te beschrijven. Achteraf lijkt dat makkelijk, maar ik heb het slechts zelden zo duidelijk herkend. 

Net zoals zijn ode aan de Kempen, zijn en mijn Kempen.

303. ‘En toch, bedenk ik, blijft het een vreselijke vorm van overmoed Icarus te willen zijn als je gewoon geboren bent in de Kempen, twintigste eeuw, en aldaar onder meer kleuteronderwijs genoot. Mensen die zich Napoleon waanden, werden in Vlaanderen traditioneel opgesloten in de psychiatrie. Waarom zou Icarus spelen dan beter zijn? Welke zin heeft het zich met hem te willen meten? Zich aan hem te verschroeien? In de Kempen zijn geen zeeën om in te verdwijnen.’

 

46. Ik heb verschrikkelijke herinneringen aan mensen in coltrui. Betweters, let er maar eens op. Ze vinden zichzelf hoogopgeleid maar omdat ze niettemin weinig geld verdienen, zijn ze voorstanders van maatschappelijke verandering en radicale herverdeling. Ze lazen veel over John Rawls op Wikipedia.

Lees verder »

Archief

John le Carré, Spion buiten dienst.

28 oktober 2019

John le Carré, Spion buiten dienst.

uitg. Luitingh-Sijthoff 2019

Zoals de vorige boeken die ik van hem las, knap geschreven met een diepe opening naar de actualiteit, in dit geval de Brexit.  Edoch naar het einde toe wordt de mooi opgebouwde ballon vol helium spanning flauw afgelaten zonder catharsis. In die zin is deze 88 jarige schrijver visionair, ook over het Brexitverloop.

36. Ik heb zo’n vermoeden dat er in ieders leven wel ergens een Dom aanwezig is: de man – het lijkt altijd een man te moeten zijn – die je apart neemt, je benoemt tot zijn enige vriend op aarde, je overspoelt met details uit zijn privéleven die je liever niet zou weten, smeekt om je goede raad, die je hem niet geeft doch die hij zweert op te volgen, en die de volgende ochtend doet alsof je nooit hebt bestaan. Vijf jaar geleden in Boedapest was hij net dertig, en nu is hij nog steeds net dertig: hetzelfde aantrekkelijke uiterlijk van een croupier, gestreept overhemd, gele bretels die meer passen bij een vijfentwintigjarige, witte manchetten, gouden manchetknopen en een glimlach voor alle gelegenheden; dezelfde ongelooflijk irritante gewoonte zijn vingertoppen tegen elkaar te drukken tot een huwelijksboog, en je daarboven achteroverleunend en wereldwijs glimlachend aan te kijken.

Lees verder »

Archief

Robert Harris, De tweede slaap

21 oktober 2019

Robert Harris, De tweede slaap

uitg. Cargo 2019

Het is 1468. De ambitieuze jonge pater Christopher Fairfax reist te paard naar een afgelegen dorpje in Wessex om er de begrafenis van een overleden priester te begeleiden. Het is een mysterieuze locatie waar de vreemdste voorwerpen voor het oprapen liggen. Voorwerpen die bij de oude pastoor tot een verzamelwoede lijken te hebben geleid. Maar waar komt die obsessie vandaan? En wat doet die verzameling verboden boeken in zijn bibliotheek? Boeken waarvoor je op de brandstapel kan belanden. Fairfax gaat op onderzoek uit en belandt in een spiraal van geheimen die zijn hele wereldbeeld en de fundamenten van zijn geloof op zijn kop dreigen te zetten. Dat is op dat moment ook al bij de lezer gebeurd, die allerlei aanwijzingen heeft gekregen dat dit boek zich eigenlijk niet in de vijftiende eeuw, maar in een heel ander, post-apocalytisch tijdperk afspeelt. Een nieuwe ‘donkere tijd’ deed zijn intrede met een nieuwe manier van leven en een nieuwe religieuze beleving tot gevolg. Harris is in deze dystopische thriller, die onze eigen hoogmoedige samenleving minutieus onder de loep neemt, op zijn best. De vaardigheid waarmee hij verleden en toekomst in zijn ingenieuze plot verweeft, zal hem door veel collega’s worden benijd. De tweede slaap is geen gemakkelijke hap, maar geeft juist daardoor nog meer voldoening.

Lees verder »

Archief

Alessandro Baricco, The Game.

16 oktober 2019

Alessandro Baricco, The Game.

Uitg. De Bezige Bij 2019

Een groot overzicht van het zoekverkeer van Alessandro Baricco naar wat gisteren, vandaag en wellicht ook morgen speelt in het digitale universum, met heel want turbulente nevenwerelden.

Lees verder »

Archief

Het grote afscheidsinterview: Dirk Van Duppen, boegbeeld van Geneeskunde voor het Volk Humo 8 oktober 2019

11 oktober 2019

Humo 08102019 Het grote afscheidsinterview: Dirk Van Duppen

 

https://www.humo.be/humo-archief/405975/dirk-van-duppen-het-grote-afscheidsinterview-voor-farmabedrijven-is-een-levensjaar-50-000-euro-waard

 

Archief

Alicja Gescinska, Intussen komen mensen om. Over politieke betrokkenheid.

9 oktober 2019

Alicja Gescinska, Intussen komen mensen om. Over politieke betrokkenheid.

uitg. De Bezige Bij 2019 

Dat heb je uiteraard met verstandige mensen, dat zij een dagboek bijhouden van belangrijke ervaringen, waaraan anderen iets kunnen hebben en dat henzelf helpt om nadien te reflecteren en te leren. 

Alicja Gescinska heeft dit behoorlijk open en vrij gedaan in ‘Intussen komen mensen om’. 

Op die manier is ze erin geslaagd de ellende, naijver, jaloezie, woede en beledigingen te verwerken die ze in deze periode te slikken kreeg als 3de kandidate voor het Europees Parlement op de Open-VLD lijst van Guy Verhofstadt. Tegelijk kan ze haar ervaringen duiden en ook filosofisch op een hoger en afstandelijker niveau tillen. 

Spijtig dat het slechts een kort avontuur is geweest want 5 jaar parlementair werk had veel meer kennis, inzicht en gelouterde ervaringen kunnen opleveren zoals bij Michael Ignatieff, ‘Vuur en as. Succes en falen in de politiek’.

Toch is hoofdstuk ‘Onmacht en Cynisme’ de moeite, al lijdt de auteur soms aan hetzelfde euvel als de vermeende elite – het all-in begrip waarmee Alessandro Baricco het kwade probeert te duiden.

Over die elite schreef de Nederlandse sociaal-democraat Cuperus recent:

‘Er wordt altijd geroepen van: ja, de boze burger… nee, het is de elite, het is niet het volk wat in opstand is maar het is de elite die eigenlijk in opstand is, door zijn programma. Een heel ruig programma namelijk van globalisering, multiculturalisering, europeanisering, kenniseconomie, klimaattransitie. Ik bedoel, het is niet het volk wat plots radicaal is, het is de elite die heel radicaal is. Dat is mijn stelling. En populisme is een reactie daarop.’


107. Anti-intellectualisme is een cruciaal kenmerk van totalitaire regimes. Daarom moeten we een bijzondere waakzaamheid aan de dag leggen tegenover het anti-intellectualisme dat vandaag gepropageerd wordt. Het is opvallend hoe mensen afkerig staan tegenover kennis, of politiek zien als een discipline waar kennis eerder een last dan een lust is.

Lees verder »

Archief

Karl Schlögel, Terreur en droom, Moskou 1937

7 oktober 2019

Karl Schlögel, Terreur en droom, Moskou 1937

Uitgeverij Atlas 2011 

Een uitputtend onderzoek naar de terreur in de Sovjetunie en Moskou rond het jaar dat de twintigste verjaardag van de Oktoberrevolutie herdacht werd en het Politbureau van de KPSU vrije verkiezingen aankondigde, maar in paniek vooraf met de nodige zuiveringen de uitslag wou garanderen.

Een gruwelijk boek, door de willekeur, de domheid, de geslepen manoeuvres en de bloedige macht van zeer weinigen die hun land, leger en economie reeds onthoofden vóór Nazi-Duitsland de Tweede Wereldoorlog zou beginnen.

Een deradicaliseringshandboek voor alle rechtgelovigen in de ware leer van het socialisme als dictatuur van het proletariaat.

KARL SCHLÖGEL

Karl Schlögel (1948), hoogleraar Oost-Europese geschiedenis aan de Europese Universiteit in Frankfurt an der Oder, publiceerde al in 1984 een algemeen cultureel- politiek boek over Moskou in de 20ste eeuw: Moskau lesen. Schlögel scheef het vier jaar nadat hij een boek had gepubliceerd over de KPD/AO, de maoïstische splinterpartij in Duitsland waarin hij in de jaren zeventig actief was. Vervolgens publiceerde Schlögel een hele reeks boeken, veelal over Oost- en Middeneuropese steden. Over Sint-Petersburg publiceerde Schlögel Petersburg: Das Laboratorium der Moderne 1909-1921, (2002) en Sankt Petersburg. Schauplätze einer Stadtgeschichte (2007). Al slenterend gedane observaties, met een combinatie van lyriek en historisch gevoel opgeschreven, werden zijn handelsmerk. ‘Steden lezen’, noemt Schlögel dit. Naast Terreur en droom verscheen in het Nederlands eerder een verzameling van Schlögels essays onder die naam (Atlas, 2008).

Welk doel had de terreur?

„Ja, dat is de grote vraag. Mijn these is dat het te maken heeft met de vrije verkiezingen die de communistische partij aankondigde, nadat in 1936 een nieuwe Grondwet was aangenomen. Een paar maanden na de aankondiging kwamen de kopstukken van het Politburo tot het besef dat vrije verkiezingen wel eens helemaal verkeerd zouden kunnen uitpakken.

Politburolid Zjdanov stelde de vraag: wat moeten we doen als we de verkiezingen verliezen? Moeten we dan weer ondergronds, net als voor de Oktoberrevolutie? Dat laatste was onvoorstelbaar maar zeer wel mogelijk. In 1937 kwamen vele duizenden gevangenen uit de kampen vrij – koelakken hadden vaak vijf jaar werkkamp gekregen. En zij waren niet de enigen die bij vrije verkiezingen niet op de bolsjewieken zouden stemmen.

„Mijn idee is dat de leiding van communistische partij in paniek is geraakt en toen de operaties zijn begonnen tegen groepen waarvan ze dacht dat die niet op de communisten zouden stemmen: de koelakken, de priesters, de vele buitenlanders die hun toevlucht tot de Sovjet-Unie hadden genomen enzovoorts. Ik geloof dan ook niet dat de plannen voor de massamoorden al in 1935 of 1936 zijn gemaakt. Ze zijn heel snel in 1937 tot stand gekomen. Maar het bewijs hiervan vergt nog nader onderzoek.”

Maar waarom wilden de bolsjewieken vrije verkiezingen? Volgens marxisten zijn dat toch kapitalistische schijnvertoningen?

„Ik geloof niet dat de communisten de verkiezingen oorspronkelijk alleen als façade wilden, als een Potemkindorp. Stalin en de andere communistische kopstukken geloofden werkelijk dat na de gedwongen collectivisatie van de landbouw en de industrialisatie in de jaren dertig, de fase van de klassenloze maatschappij was aangebroken. Koelakken kregen hun burgerrechten weer terug. Vrije verkiezingen moesten het bewind legitimeren. En rust brengen. Daar had het land grote behoefte aan. De collectivisatie had het hele land overhoop gehaald. Er vond een razendsnelle urbanisatie plaats, alleen te vergelijken met wat nu in China en derdewereldlanden gebeurt. Moskou werd in 1937 overspoeld door plattelanders van heinde en verre.”


18. En toch werd aan de historische catastrofe en de menselijke tragedies in de Sovjet-Unie van de jaren dertig nooit die aandacht en belangstelling ge­ schonken die je zou mogen verwachten van een publiek dat blootgesteld was geweest aan de verschrikkingen van de nationaalsocialistische misdaden. Er heerste een opvallende asymmetrie. Een wereld die zich de namen van Dachau, Buchenwald en Auschwitz had ingeprent, had het moeilijk met na­ men als Vorkoeta, Kolyma of Magadan. Men had Primo Levi gelezen, maar niets van Varlam Sjalamov. Zo stierven de slachtoffers van Stalin voor de tweede keer, ditmaal in het geheugen. Ze verdwenen in de schaduw van de ongekende misdaden van de nazi’s, ze werden onzichtbaar achter de on­ voorstelbaar grote aantallen slachtoffers van de Grote Vaderlandse Oorlog. Ze werden over het hoofd gezien in de ideologische afrekening van de Kou­ de Oorlog, waarin iets niet waar kon zijn als de bijval van de verkeerde kant kwam, en waar de na 1945 snel bereikte anti-totalitaire consensus tegen het communisme maar al te vaak verdoezelde dat de opheldering van het eigen totalitaire verleden niet veel voorstelde. De slachtoffers van die andere beschavingsbreuk verdwenen definitief achter de muur van zwijgen die de de­ling van Europa voor een halve eeuw had opgericht. Zo ontstond er, zodra het om de slachtoffers van Stalins dictatuur ging, een merkwaardige, door reflecties en rationaliseringen gecultiveerde desinteresse en onverschilligheid.

22. Maar terwijl vroeger alle aandacht uitging naar de Moskouse showprocessen tegen de prominente leiders die tot de ‘oude garde* behoorden, staat sinds de publicatie van de documenten over de zogenoem­de ‘massaoperaties’ van de jaren 1937 en 1938 vast dat de Grote Terreur zich in de eerste plaats richtte tegen eenvoudige mensen die geen lid van de partij waren en die volgens sociale en etnische criteria werden geselecteerd en sys­tematisch omgebracht.

Lees verder »

Archief

Leonid Andrejev, De zeven gehangenen.

21 september 2019

Leonid Andrejev, De zeven gehangenen.

Uitgeverij Thomas Rap 2019 

 

133. Alcoholisme was voor Andrejev een nationaal probleem; na de revolutie merkte hij tegen Gorki op: ‘Ons land is weer aangeland op het punt dat haar het dierbaarst is en opnieuw zal het land er voor lange tijd uitzien als één grote slijterij

 

 

 

65. Executie was iets onvermijdelijks en zelfs iets buiten jezelf, waarover je niet na hoefde te denken, maar als iemand in de gevangenis, en ook nog eens voor zijn executie geen tabak kreeg, was dat volstrekt ondraaglijk. Ze haalde herinneringen op aan de mooie details van hun gezamenlijke leven en verstijfde van angst als ze dacht aan Sergejs weerzien met zijn ouders.

Lees verder »

Archief

Huib Modderkolk,Het is oorlog, maar niemand die het ziet.

20 september 2019

Huib Modderkolk,Het is oorlog, maar niemand die het ziet.

Uitgeverij Podium 2019

 

27. ‘Internet, is de gedeelde conclusie op het festival, is geen vrijplaats meer. Ooit was het een uitwisselingsplek waar staten geen autoriteit hadden. Maar het grootkapitaal en de overheden hebben hun plek opgeëist. Het gaat niet langer alleen om verbinden, netwerken en communicatie. Hoe meer het internet het leven van mensen binnendringt via smart-tv, smartphone, slimme energiemeters en DigiD, des te meer gaat het over veiligheid.’

182. ‘Dát is het verhaal van Belgacom: dat de Britten en Amerikanen zo goed en zo machtig zijn dat ze overal en op elk moment kunnen toeslaan. Regin, de veelkoppige slang die in Belgacom zat, werd naderhand ook gevonden bij een persoonlijk medewerker van de Duitse bondskanselier Angela Merkel. (...) En er is nóg een reden tot zorg: wat de Britten en Amerikanen doen, kunnen andere landen ook. En wel op hun eigen manier.’

 

224. ‘Zoals deze hackers bestaan er tienduizenden Chinese hackers die dagelijks inloggen en op afstand bedrijven leegplunderen. Ze passen hun werkwijze voortdurend aan en gaan agressief en doortastend te werk. Angst om gepakt te worden, kennen ze niet: de identiteit van hackers wordt zelden bekend. Bovendien genieten ze bescherming van de Chinese overheid.’

329. ‘Om de samenleving te beschermen tegen spionage en aanvallen van buitenaf hebben veiligheidsdiensten bevoegdheden nodig die een vrije samenleving onder druk zetten. De uitslag van het referendum is illustratief: aan de ene kant zien burgers dat de geheime diensten nieuwe mogelijkheden moeten krijgen, maar aan de andere kant zijn ze ook bang dat essentiële vrijheden worden aangetast. De vraag of we met de nieuwe wet een stap zetten naar een controlestaat is gerechtvaardigd.

Die aarzeling is een typisch westers probleem. Geheime diensten kunnen niet meer vanzelfsprekend op de steun van de bevolking rekenen. Er is een grens. Meer internetcontrole kan een open samenleving niet aan. Het past een democratisch gekozen regering niet om te gaan bepalen wat nieuws is of nepnieuws. Of om zelf desinformatie te gaan verspreiden. Autoritaire regimes zoals China en Rusland kennen die aarzeling niet.

(...)

In 2018 deden de vier grootste digitale reuzen — Google, Facebook, Amazon en Microsoft — meer kapitaalinvesteringen (in totaal 77,6 miljard dollar) dan de vier grootste oliemaatschappijen, Shell, Exxon, BP en Chevron (een totaal van 71,5 miljard).’ Morozov: ‘Zulke verbluffende getallen zullen hopelijk iedereen overtuigen die nog altijd aan het idee vasthoudt dat de hele onderneming iets immaterieels — of sterker nog: virtueels — heeft.’

De digitale wereld is als de financiële wereld: net zo verweven met de moderne samenleving en tegelijk net zo ondoorzichtig. En de bedreiging komt echt niet alleen uit China en Rusland.’

350. ‘Maar dat gaat voorbij aan de bijdrage die burgers zelf leveren. Facebook leeft en groeit van de persoonlijke informatie die gebruikers vrijwillig aan het bedrijf geven. Als mensen massaal hun account opzeggen, bestaat Facebook niet meer. Datzelfde geldt voor datagrootmachten als Google: het gebruik is vrijwillig, het bedrijf groeit op de data van gebruikers. Er zijn privacyvriendelijkere alternatieven die op z’n minst net zo goed functioneren en die een stuk minder data van gebruikers opslaan: zoekmachines DuckDuckGo en Startpage.com bijvoorbeeld. Zoals het ook een keuze is om WhatsApp te gebruiken terwijl het veiligere en even goed werkende Signal beschikbaar is.

In 2018 werden volgens beveiligingsbedrijf Symantec 3,3 miljoen Nederlanders slachtoffer van enige vorm van digitale criminaliteit. De zwakke plekken waar criminelen toeslaan, ontstaan vaak door gemakzucht. Eenzelfde wachtwoord voor verschillende diensten. Niet meteen updaten van een app of besturingssysteem. Een te simpele toegangscode gebruiken. Altijd wifi en bluetooth aan laten staan waardoor telefoon of laptop voor anderen te zien is. Gelukkig bestaan daarvoor ook alternatieven: een password manager genereert verschillende, veilige wachtwoorden, snel updaten is beter dan wachten, een zescijferige toegangscode is beter dan een viercijferige, een vingerafdruk is nóg veiliger. Wifi en bluetooth kun je uitschakelen als je ‘ze niet gebruikt. Verbind nooit zomaar met een openbaar en dus onveilig wifinetwerk.

Dit soort tips is niet uniek. Als lezers na dit boek iets meer aan hun bescherming willen doen, kunnen ze op allerlei plekken terecht. RTL Nieuws-journalist Daniël Verlaan heeft een nuttige en toegankelijke handleiding gemaakt: laatjeniethackmaken.nl.’

Archief

Ruud Koopmans, Het vervallen huis van de islam

16 september 2019

Ruud Koopmans, Het vervallen huis van de islam.

uitg. Prometheus 2019

Een indrukwekkende zoektocht naar het waarom van het verval van het huis van de islam in zeven hoofdstukken: 1) In de ban van het fundamentalisme; 2) Waarom is de democratisering aan de islamitische wereld voorbijgegaan?; 3) De religieuze wortels van onvrijheid; 4) De islamitische godsdienstoorlogen; 5) De economische stagnatie van de islamitische wereld; 6) De moeizame integratie van moslim immigranten; en 7) Kan de islam zich van het fundamentalisme bevrijden?

Ruud Koopmans ziet mogelijkheden tot verandering en verbetering. ‘Die historische erfenis hoeft de islam van het heden niet te determineren, maar ze doet dat wel als moslims het fundamentalistische idee volgen dat wat goed was voor de Profeet en de islamitische gemeenschap in de context van de zevende eeuw overal en voor alle tijden geldig is.’

‘Moslims die voor een andere, moderne en liberale islam staan, moeten massaal opstaan tegen de wereldwijde intolerantie en het geweld in naam van hun geloof.’


27. ‘Een onderzoek van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat om de Saudi’s niet voor het hoofd te stoten nooit officieel gepubliceerd werd, geeft een inkijkje in de inhoud van dat religieuze onderwijs. Middelbare scholieren wordt geleerd dat er niets is dat Allah zo behaagt als het vechten tegen de ongelovigen; dat mensen die van het islamitische geloof afvallen moeten worden gedood; en dat met de islamitische plicht tot het geven van aalmoezen (zakat) de ‘moedjahedien die hun leven in dienst van Allah hebben gesteld’ ondersteund dienen te worden. ‘Hun moeten genoeg wapens, voedsel en andere zaken gegeven worden, zodat ze de jihad kunnen voortzetten.’ Dat is het soort onderwijs dat mensen ertoe inspireert vliegtuigen in hoge gebouwen te dirigeren en anderen ertoe brengt hen te financieren. De gevolgen van de verspreiding van het islamitische fundamentalisme van wahabitische snit buiten Saudi-Arabië waren nog ingrijpender.

Lees verder »

Archief

Michael Ignatieff, Vuur en as. Succes en falen in de politiek.

10 september 2019

Michael Ignatieff, Vuur en as. Succes en falen in de politiek.

Uitgeverij Cossee 2013

Een uitstekende analyse van hoe je als buitenstaander in het politieke spel gezogen wordt, hoe je ten onder gaat, weer boven weet te komen, er echt zin in krijgt en leert communiceren met je kiezers, maar finaal de uitgezette vallen niet ziet waarin je vastloopt en definitief afgeserveerd wordt. Een boeiende handleiding bij de parlementaire verslaggeving over de BREXIT debatten en de rol van John ‘Order’ Bercow, scheidend voorzitter van het Lagerhuis van het ‘Verenigd Koninkrijk’. 

Ik herkende veel in zijn twijfels, vragen, enthousiasme en vooral in zijn slotbeschouwingen voor aankomende politici of mensen die er zin in zouden krijgen. 

Lezenswaardig, niet alleen voor politici (in spe) 

19. ‘Dit boek is een eerbetoon aan de politiek en politici. Na mijn ervaringen had ik hernieuwd respect voor politici als soort, en hernieuwd vertrouwen in het gezond verstand van burgers. Als je dat een vreemde of zelfs onoprechte opmerking vindt van iemand wiens politieke carrière uiteindelijk mislukte, zou ik willen antwoorden dat een slechte afloop bepaalde privileges biedt. Ik heb het recht verworven lovend te zijn over een leven dat niet zo glorierijk afliep.’

22. ‘Het werk van een politicus is soms zo ondankbaar dat als je niet het gevoel ontwikkelt dat je een roeping hebt, je geleidelijk aan, zonder het te beseffen, in een huurling verandert.’

43. ‘Ik bestudeerde al deze problemen en kreeg daardoor het idee dat, aangezien ik ze bestudeerd had, ik er ook iets over wist. Ik had me nog niet gerealiseerd dat politieke kennis iets heel anders is: een probleem met je hart kennen, niet alleen met je hoofd, en weten welke kwestie je tot je strijdkreet maakt.’

Lees verder »

Archief

Roberto Calasso, Het onbenoembare heden.

3 september 2019

Roberto Calasso, Het onbenoembare heden. uitg Wereldbibliotheek 2019

Weerom een  fascinerend boek van Roberto Calasso met verrassende en verhelderende analyses van actuele fenomenen zoals terrorisme, supersolidaire samenwerkers, religies van goden en data, de roes als drijfveer van de revolutie…

10. ‘De voornaamste vijand van het islamitische terrorisme is de seculiere wereld, bij voorkeur waar ze een gemeenschappelijke vorm heeft: toerisme, voorstellingen, kantoren, musea, openbare gelegenheden, grote warenhuizen, transportmiddelen. Dan zal de vrucht van het offer niet alleen uit talrijke doden bestaan, maar ook meer effect sorteren. Zoals elke offerpraktijk, is het islamitische terrorisme gefundeerd op betekenis. En die betekenis haakt aan bij andere betekenissen, die allemaal samenvallen in hetzelfde motief: het haten van de seculiere samenleving.’

12. ‘Het betekenisvolle terrorisme is niet de laatste vorm van het terrorisme maar de op één na laatste, de laatste is het willekeurige terrorisme, de vorm van terrorisme die het meest overeenkomt met de god van de tijd.’

48. ‘Maar de zuivere secularisten, wars van elke religieuze betrokkenheid en niet erg geneigd tot spirituele luchtfietserij, kunnen geen weerstand bieden aan de behoefte om zich goed te voelen. Hun ideaal zou zijn dat een of andere neodarwinistische bioloog aantoont dat de samenleving van oudsher berust op altruïsme en tolerantie. Dat goed zijn dus een evolutionaire voorsprong betekent, het enige criterium waaraan het goede valt af te meten. Elk jaar proberen wel een paar goedbedoelende lieden dat vergeefs te bewijzen.’

Lees verder »

Archief

Koen Peeters, Kamer in Oostende

18 augustus 2019

Koen Peeters, Kamer in Oostende. 

uitg. De Bezige Bij Amsterdam 2019

 

Alweer een beklijvend boek van Koen Peeters, de meester van de verfijnde lossigheid, de sprezzatura die de grootste pijn omzichtig weet te passeren. Maar zo dat de lezer het zeer toch maar net niet kwijt raakt. Naar sfeer, naar woorden en nu in ‘Kamer in Oostende’ – met de schilder Koen Broucke – ook naar beelden.

Na ‘Bloemen’, ‘Duizend Heuvels’, ‘De mensengenezer’ en ‘Romeins Dagboek’ doet hij het weer. Omzichtig, schijnbaar luchtig en terloops. Maar steeds als een vorm van troost.

240.Ik zie de terugkerende tijd, de trage mechanica waarvan mensen deel uitmaken. Ik zie hoe de tijd in voorwerpen indaalt, op melancholieke wijze versmelt, de dingen doet verkleuren.

In schrijfkamers, boeken en schilderijen blijft de kracht van gedane zaken bewaard. Ik weet niet wat te zeggen. We kijken elkaar aan.

Als ik neerzit in de schaduw van de schrijver, met die hoed aan het tafeltje, voel ik hoe alles groter en betekenisvol kan worden. Ik ben deel van het liefdevolle geloof in de nederige, moedige arbeid van de kunst. Het is wreed en prachtig wat in boeken verschijnt, het is wat schrijvers en lezers zo nodig hebben, een troostend beeld en het verlangen zelf.


120. Perspectivisme noemden we dit eerder, maar we kunnen het nu al beter uitleggen: door iemands ogen, zelfs via een prentbriefkaart, kijken in het verleden. Ik las daarover bij Nietzsche: wij kunnen de werkelijkheid zelf niet kennen, we zien haar altijd door de ogen en woorden van anderen, in een vertekend perspectief. Maar terwijl Nietzsche het perspectivisme eerder zag als een gebrek, vind ik het een verrijking, iets interessants dat ons leert over de verteller zelf.

123. Oostende is de stad van de zelfportretten,’ zeg ik zeer affirmatief. Alsof ik een doorgestudeerd Oostendekenner ben. ‘Of de stad van de maskers,’ zegt Speliers. ‘Mensen komen zich hier onbeschaamd verbergen, en tegelijk demonstreren ze wie ze willen zijn. Een masker is ook maar een zelfportret.’

147. Deze stad lijkt te beloven dat mensen hier kunnen ontsnappen op een grootse manier. Het is de ideale plaats als een of andere tristesse zich aandient, voor wie opnieuw wil beginnen, met rugdekking van de zee.

235. Wat mij drijft naar Oostende is ook dit: dat een stad zoveel perspectieven kan bieden op de zee, dat we slechts kunnen raden hoe die naar ons terugkijkt. Het antwoord is: als een spiegel. Zilverkleurig vertelt ze het verhaal van de tijd.

 

Archief

Robert Seethaler, Het veld

30 juli 2019

Robert Seethaler, Het veld.  

Vertaald door Liesbeth van Nes, De Bezige Bij 2019

In ‘Het Veld’ heeft de auteur een dodenakker-vondst gebruikt om een ‘Seethalerverhaal’ uit te breiden tot 29 personages op de begraafplaats van een Zuid-Duits stadje: het leven zoals het in zijn visie door de doden herinnerd wordt in tijd en ruimte tussen een paar straten, een veld, een paar winkels en een café. 

De onderlinge relaties maken het soms boeiend, het achteraf weten soms spannend.

Maar met twee bespiegelingen voor zijn 105 jaar oud geworden ‘Annelie Lorbeer’ beklijft ze langer dan wie ook. 

183. Vanaf een bepaalde leeftijd denk je dat je niets meer overblijft, maar dat is een misvatting. Zolang je leeft, is er altijd nog iets te doen. Maar over het geheel genomen is oud worden een ellende. Het enige goede is dat je gemakkelijker wordt. Het moeilijkste zijn namelijk de gedachten, en die blijven steeds vaker weg. Veel lost zich helemaal vanzelf op. Eigenlijk alles. De herinneringen aan mijn kindertijd zijn bijna allemaal weg. Maar ik heb nog een paar herinneringen aan mijn herinneringen. En die zijn mooi. Ik krijg er in ieder geval geen slecht gevoel van.

188. Toen geloofde ik nog in de waarheid en ook dat je dingen ten goede kunt keren, als je verontwaardiging maar groot genoeg is. Later raakte ik dat een beetje kwijt. De wereld veranderde, de waarheid hinkte steeds achter de werkelijkheid aan en de verontwaardiging maakte plaats voor het helemaal niet onaangename gevoel van berusting.

Archief

Nino Haratischwili – Het achtste leven (voor Brilka). 

25 juli 2019

Nino Haratischwili – Het achtste leven (voor Brilka). 

Vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post. 

Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam 2017

‘Ik heb deze regels te danken aan een eeuw die iedereen heeft bedrogen en misleid, iedereen die hoop koesterde. […] Ik heb deze regels te danken aan mezelf, omdat ik mijn vaderland verliet om mezelf te vinden en mezelf toch meer en meer verloor, maar ik heb deze regels vooral te danken aan jou, Brilka. Ik heb ze te danken aan jou, omdat je het achtste leven verdient. Omdat ze zeggen dat het getal acht voor de eeuwigheid staat, voor de terugkerende rivier. […] Ik heb jouw hart geadopteerd. Ik heb het mijne weggeslingerd. Neem mijn acht aan. Jij bent het toverkind.’

Deze ferme turf in de grote Russische traditie is geen vluggertje en ook geen dameslectuur gebleken. Al begon ik bij het middelste derde toch te geloven dat het boek na een fors begin in die val zou eindigen wegens te voorspelbaar en een dip in historische overzichten en uitleggerige hoofdstukken. Maar in het laatste derde herpakt Nina Haratischwili zich met verve om in de grote traditie af te ronden met een open einde: het achtste hoofdstuk… aan Brilka om het zelf in te vullen. 
‘De mop was me weer te binnen geschoten, de mop die eigenlijk geen mop was en die Christine me vertelde op de dag dat ik haar, precies achttien jaar geleden, voor het laatst zag. Ik heb beloofd hem je te vertellen als het zover zou zijn. Nu is het zover. Dante loopt door het vagevuur. Misdadigers en brute geweldplegers branden ellendig in het helse vuur, sommigen van hen staan op het punt in een zee van bloed te verdrinken. In de verte ziet Dante een man die maar tot aan zijn knieën in het bloed staat. Hij komt dichterbij, herkent Lavrenti Beria en vraagt: ‘Waarom is het bij u zo ondiep, Beria?’ En Beria antwoordt met een valse grijns: ‘Ik sta op de schouders van Jozef Stalin, meneer!’ En ook al was die mop helemaal geen mop, Brilka, toch moest ik er op dat moment om lachen. Toen ik met één been in de school stond en Christine probeerde vast te houden, kon ik er niet om lachen. Maar nu wel.’

Voor mij zal ‘Het achtste leven’ blijven bovendrijven omdat de auteur erin geslaagd is haar protagonisten hun leven en lijden in de eindeloos lijkende ellende van de Unie der Socialistische Sovjet Republieken als soeverein boven de poel van miserie uit te blijven tillen. Zelfs in de dood. En dus ver te blijven van teren op compassie, als sneeuwvlokjes beschermd in de safe rooms van de zo vaak vervalste geschiedenis. 
Een constante factor in uw boek is een geheim chocolade recept, dat als een soort vloek functioneert. Zijn niet al uw personages vervloekt?

„Voor mijn boek heb ik met veel mensen gesproken. Telkens als we het over hun lotgevallen tijdens het communisme kregen, zeiden ze dat ze toen overgeleverd waren aan het lot. Ze konden niet anders dan het Sovjetsysteem accepteren. Verzet kwam niet in hen op, alsof ze hun leven niet in eigen hand hadden. Die overgave aan het lot heeft iets fatalistisch.

„In mijn boek stel ik als een soort rode draad voortdurend de vraag of dat gevoel van lotsbestemming er nog steeds toe doet. Juist omdat we in het Westen in de illusie leven dat we alles zelf kunnen bepalen en het lot niet bestaat. Ook wilde ik dat mijn lezers zich zouden afvragen in hoeverre dat echt zo is en in welke mate we overgeleverd zijn aan bijvoorbeeld het politieke systeem waarin we leven. Ik heb daar niet zo’n duidelijk antwoord op gevonden. Sommige van mijn personages geloven in die vloek en het lot, terwijl anderen het onzin vinden.” NRC Handelsblad, 17 januari 2017 Michel Krielaars ‘Het leven is niet zo zwart-wit als we vaak denken’


59. ‘Persoonlijk geloof ik niet dat revoluties een roep zijn van het volk, ik geloof eerder dat ze voortkomen uit het slechte geweten van de bevoorrechten,’ voegde hij er bijzonder bedachtzaam aan toe.

‘Jij gelooft dus dat onze bevrijder tsaar Alexander II, toen hij destijds de lijfeigenschap bij wet afschafte, vanuit een dergelijk complex handelde, maar er niet aan dacht dat die stap economisch en vooral ideologisch op een catastrofe kon uitdraaien?’ vroeg een bijzonder geëngageerde leerling.

‘Ja, dat geloof ik. Want doordat hij de boeren de vrijheid schonk, werden de sociale verschillen in de maatschappij alleen nog maar scherper zichtbaar. En we mogen ook niet vergeten dat duizenden jonge mensen de afgelopen jaren uit de grote steden naar het platteland zijn getrokken om de boeren voor te lichten en daar alleen op desinteresse, berusting en onbegrip zijn gestuit.’

316. ‘Juist vermoedens zijn het waard verteld te worden, niet de zekerheden.’

597.’Het meest tragische van de ballingschap, zowel van de ruimtelijke als van de mentale, was misschien wel het feit dat je alles begon te doorzien en niets meer mooier kon maken, dat je jezelf moest accepteren zoals je was. Degene die je in het verleden was, noch de voorstelling van degene die je in de toekomst kon zijn, telde nog.’

Lees verder »

Archief

Peter Venmans, Discretie – Essay over een vergeten deugd

1 juli 2019

Peter Venmans Discretie – Essay over een vergeten deugd

Uitgeverij Atlas Contact 2019

Sinds zijn ‘Het derde deel van de ziel. Over thymos’ heeft Peter Venmans mij met ieder boek gegrepen door zijn origineel en helder betoog waarbij hij steevast vertrekt van een filosofische en sociale cultuur uit een ver verleden. Vaak gebruikt hij originele invalshoeken van oude meesters waardoor hij ons leert kijken naar fenomenen die vandaag van het grootste belang zijn en veel beter kunnen begrepen worden in het zeer oude licht van zijn heldere inzichten.

Zeker op Peter Venmans en zijn fascinerend filosofisch werk is het mooie citaat van Dante Alighieri uit de Divina Commedia van toepassing: 

  ‘... als één die in de nacht op weg is, met op zijn rug een lamp die hem niet baat, maar wel het inzicht schenkt aan wie hem volgen.’

Hij gaat grondig in op de kwestie van de parrèsia in vergelijking met de galanterie en de terughoudendheid in het vrank spreken. 

‘Discretie – Essay over een vergeten deugd’ is een prachtig handboek voor menselijke omgangsvormen, zeker op de internetscène van vandaag waar we met z’n allen vrijwel naakt onze dansjes doen voor een digitale arena van toeschouwers

184. ‘Als de redenering van Lasch klopt en wij zijn met zijn allen onder de druk van de tirannie van de intimiteit meer narcistisch geworden, ziet het er niet goed uit voor de discretie. Een narcist is niet meer in staat om zich discreet te gedragen. Hij ondervindt de dwang om altijd in het openbaar te verschijnen en bewonderd te worden. Dat is de paradox van de narcist: enerzijds waant hij zich almachtig en heeft hij het gevoel dat hij alles kan, omdat de wereld geen weerstand meer biedt; anderzijds is hij juist afhankelijk van de erkenning door anderen en kan hij niet zonder applaus leven. (Het is vrijwel onmogelijk om hierbij niet aan de persoonlijkheidsstructuur van Trump te denken.) Discretie veronderstelt dan weer dat men zich kan losmaken van de almachtsfantasie van het ik. Wie discreet is, laat de illusie van absolute soevereiniteit varen maar kiest wel autonoom voor zelfbeheersing, respect en geciviliseerde vormen van altruïsme.’

‘Het hart houdt zijn rijkdommen in leven door een constante strijd die zich in zijn verborgenheid, en bij gratie van die verborgenheid voltrekt.

– Hannah Arendt’

207. ‘De situatie is dus paradoxaal. Enerzijds moet je in de wereld verschijnen om een volwaardige mens te kunnen worden, anderzijds verlies je bij dat verschijnen juist je soevereiniteit en word je kwetsbaar. De wereld is voor de mens een noodzakelijke maar tevens onveilige plek. Je moet je vertonen maar dat vertoon is risicovol. Hoe nu om te gaan met deze paradox? Hoe kunnen we ons beschermen tegen de wereld maar ons ook weer niet zo hermetisch afschermen dat we daardoor onze menselijkheid verliezen? De meest voor de hand liggende oplossing is dat we ons regelmatig even terugtrekken in de privésfeer om daar rust en veiligheid te vinden. Onvoorwaardelijk engagement in de wereld noch een totale terugplooiing op het zelf is mogelijk of wenselijk. Daarom is er discretie nodig: omdat we niet geheel van de wereld en niet geheel van onszelf zijn. En omdat we dat van elkaar weten.’

212. ‘Vriendschap betekent dus niet dat we met elkaar versmelten, ook niet dat we grote, passionele gevoelens voor elkaar koesteren of dat we er dezelfde ideeën op na houden. We hoeven ook niet naar eensgezindheid te streven. Consensus is namelijk geen voorwaarde voor pluraliteit maar veeleer een bedreiging ervan: waar iedereen het met elkaar eens is, heeft het samenleven zijn vitaliteit verloren. Pluraliteit bestaat immers uit een veelheid aan meningen en perspectieven.’

Archief

Joseph Roth, Charleston op de vulkaan. Reportages uit Albanië en Italië.

28 juni 2019

Joseph Roth – Charleston op de vulkaan. Reportages uit Albanië en Italië.

Uit het Duits vertaald en van een nawoord voorzien door Els Snick. Met voorwoord van Piet de Moor en illustraties van Koenraad Tinel. Bas Lubberhuizen, Amsterdam.

‘Het licht mag dan uit het Oosten komen, daglicht vind je alleen in het Westen.’ (Joseph Roth, Spoken in Moskou. Reportages en brieven uit Rusland)

‘Als je consequent sceptisch denkt, kom je tot de overtuiging dat goede politie beter is dan gastvrijheid.’


149. ‘Fascisten marcheren met muziek door de straten. Een hoop in burger geklede mensen loopt aan de kant van de stoet en erachteraan mee. Dat zijn nou de typische vrijwillige manschappen die in alle landen marcherende troepen begeleiden. Dat is de welbekende, vrijwillig bevleugelde pas van de ‘meelopers’, die geen overtuiging maar een soort muzikaliteit in de benen hebben. Maar omdat op hun gezicht niets anders te lezen is dan een zekere ontroering, die ontstaat door de combinatie van starre en lege blikken met ritmisch schuddende wangen en doet denken aan massageestdrift, kan de filmreporter die daar op een ton staat te draaien een prachtige, voor het Messter-journaal* geschikte opname maken die onder de titel ‘Triomftocht van het Fascisme’ in alle bioscopen van kredietverstrekker Amerika te zien is.’

166. ‘Hoezo een slechte journalist?’ – ‘Omdat iemand die een gecensureerde krant verdedigt, geen goede journalist kan zijn.’ – ‘Maar censuur was toch noodzakelijk en ethisch?’ – Onmogelijk om tegen een zo jeugdig alalà-optimisme op te tornen. – Als ze ethisch is, heb je de krant toch niet nodig! zei ik – Nee, vond hij, censuur en krant vullen elkaar aan. – Dat is wellicht hoe de nieuwe generatie Italiaanse journalisten er ongeveer zal uitzien. Het schijnt dat de Italiaanse perswet wel goedgelovige schrijvers kan voortbrengen. Maar we hebben vroeger ervaren: hoe volgzamer de journalist, hoe kritischer de lezer. En zolang niet alleen het schrijven, maar ook het lezen niet onafhankelijk gemaakt wordt van lidmaatschap van een fascistische lezersvakbond, kan de fascistische pers de ware openbare mening niet representeren.’

.

Archief

Manon Uphoff, ‘Vallen is als vliegen’

28 juni 2019

Manon Uphoff, ‘Vallen is als vliegen’ uitg. Querido 2019

Een indrukwekkende roman over het incestverleden en hoe de auteur er zich aan weet te ontworstelen.

 

’Terreur is een geruisloos ding dat op schuifelvoeten komt. Het vraagt niets, verbergt niets. Is volledig in overeenstemming met zichzelf.

Het mythologische wezen de minotaurus heeft de kop van een stier en het lichaam van een man. Zijn moeder voedt hem met mensenvlees en als hij te gevaarlijk is geworden wordt hij opgesloten in een labyrint. Af en toe wordt er een kind het labyrint in gedreven om zijn honger te stillen. In Vallen is als vliegenkiest Manon Uphoff een literaire benadering om het autobiografische gegeven van seksueel misbruik binnen het gezin te beschrijven.

Ook verscheen nu Karin Bloemen ‘Mijn ware verhaal’ over dezelfde ellende.

 

Archief

Ode aan een huiskat, Miro 2004 – juni 2019

28 juni 2019

Ode aan een huiskat, Miro 2004 – juni 2019

Archief

Tristan und Isolde, Handlung in drei Aufzügen – Richard Wagner – mei 2019 De Munt Brussel 

20 mei 2019

Tristan und Isolde, Handlung in drei Aufzügen – Richard Wagner – mei 2019 De Munt Brussel 

Voor mij een beklijvende belevenis door de fenomenale regie, decor en belichting van een dramatisch erg statische ‘handeling’ waardoor ik zelfs de muziek leek te begrijpen. 

Ralf Pleger slaagde erin niet alleen de duetten maar ook de monologen ruim vier uur lang spannend te houden dank zij een indrukwekkend beeldtheater. En een schitterende uitvoering onder leiding van Alain Altinoglu.

 

‘Sinds we hebben ontdekt dat de aarde bol is en als een wilde tol ronddraait

hebben we begrepen dat de werkelijkheid niet is zoals ze ons toeschijnt.’

‘Hier, aan de rand van wat we weten, in contact met de oceaan van het het onbekende,

schitteren het geheim en de schoonheid van de wereld. En het is adembenemend. ‘

Carlo Rovelli, Zeven korte beschouwingen over natuurkunde (2014)

 


Wagners ware ‘Opus Metaphysicum’ -  Hans-Joachim Hinrichsen

Van het begin af aan dwingt de partituur van Tristan und Isolde bewondering af; het werk geldt  nog steeds als de grondslag van het muzikale modernisme. De harmonisch onstabiele chromatische polyfonie ervan is zelfs vaak beschouwd als de opmaat voor het uiteindelijke pr?sgeven van de tonaliteit, al is dat zeker niet het geval. Zonder een tonale basis, die echter constant en razendsnel fluctueert,  zou het stuk niet werken. Want het beroemde ‘Tristan-akkoord’, dat slechts volledig tot zijn recht komt binnen de tonaliteit‚ is juist een cruciaal moment waarin de essentie van het stuk duidelijk wordt: deze ongemeen karakteristieke en telkens weer meteen herkenbare leidmotivische dissonantie — die meteen ook het allereerste akkoord in de partituur vormt — wordt nergens in het drama in echte consonantie opgelost, totdat pas helemaal aan het einde de oplossing plaatsvindt in het overweldigend mooie slotakkoord – dat Richard Strauss ooit het mooist geïnstrumenteerde B-groot-akkoord van de hele muziekgeschiedenís noemde. Hier kan alleen de muziek de boodschap geven (namelijk de zekerheid van de voltrokken transfiguratie) die de woorden of de handeling alleen niet kunnen uitdrukken. Aan het slot, bij het vallen van doek, zijn op het toneel immers nog slechts de ontzielde lichamen van de protagonisten aanwezig – en doden z?n nu eenmaal niet meer in staat tot het uitdrukken van grote emoties… 

Is Tristan und Isolde daarom, zoals vaak wordt beweerd, daadwerkelijk de apotheose van de compromisloze liefde, die aan elke druk weerstand bied? Een liefde, die aan elke externe druk weerstand biedt? Een liefde die weliswaar in het leven stukloopt, maar die dan toch in een romantische liefdesdood prachtig in vervulling gaat? Een liefde die door haar vervulling de mens noodzakelijk boven zichzelf doet uitstijgen en de transcendentie doet bereiken? Laten we niet uit het oog verliezen dat het lezen van Schopenhauer De wereld als wil en voorstelling niet alleen Wagners muziekesthetiek heeft verdiept, maar ook zijn kijk op de wereld en de mens heeft veranderd. Het is tot op vandaag nog omstreden of dit van invloed was op het compositieproces van Der Ring des Nibelungen, dat Wagner onderbrak voor het schrijven van Tristan und Isolde. In elk geval lijkt het Tristan-drama werkelijk een sleutelwerk te zijn. De metafysica die Schopenhauer in zijn magnum opus ontwerpt, deelt de wereld op in de sfeer van zichtbare fenomenen (de ‘voorstellingen’, waar we in ons dagelijks leven mee te maken hebben) en die van de onzichtbare, niet rechtstreeks te ervaren eenheidsgrond (de ‘wil’), waartegenover elke individualiteit en alle vermeende werkelijkheid niets dan pijn, lijden en eenzaamheid betekent, en waarnaar, aldus Schopenhauer elk individu onbewust hunkert, omdat alleen daar de bevrijding van zijn dagelijkse kwellingen te vinden is. Volgens Schopenhauer kan men deze verlossing deels vinden in grote kunst, maar kan de volledige verlossing pas bereikt worden in het ideaal van een ascetisch, van de wereld afgekeurd bestaan. Voor Wagner, die sterk bepaald was door de invloed van Feuerbach maar toch ook erg onder de indruk was van Schopenhauers zienswijze, lage de verborgen eenheidsgrond in de Eros – en dus in de liefde, waarin de minnaars hun individualiteit opgeven en totaal in de ander opgaan.  Waar liefdeverlangen en seksualiteit voor Schopenhauer een zoveelste bron van dagelijks lijden zijn, beschouwt Wagner ze als het belangrijkste middel om dit lijden juist te overwinnen: door letterlijk elke individualiteit, elk gezond vertand, elk greintje persoonlijkheid los te laten. “Maak me van de wereld los” zingen Tristan en Isolde tijdens de liefdenacht in het tweede bedrijf. Dit idee, dat eigenlijk juist het tegengestelde van ascese inhield, schetste Wagner in een brief aan Schopenhauer, die hij echter nooit verstuurde. Wat zou Schopenhauer daar trouwens op geantwoord hebben?

Dit is de achtergrond van de ‘handeling’ van Tristan und Isolde, die uitmondt in een merkwaardige synthese van liefde, nacht en dood. Deze metafysische opdeling van de wereld vinden we ook hier terug, maar in plaats van ‘voorstelling’ en ‘wil’ noemt Wagner die ‘dag’ en ‘nacht’. Bij hun weerzien ervaren de twee hoofdpersonages hun overrompelende liefde niet alleen als iets onhaalbaar, maar in het heldere daglicht van de vijandige realiteit ook als een kwelling. Pas door – meteen al in het eerste bedrijf – samen de vermeende gifdrank te drinken, worden ze vrij om helemaal op te gaan in een ‘gezamenlijke versmelting’ die alleen in het metafysische rijk van de ‘nacht’ – dus van de dood – te vinden is. 

‘To see a World in a Grain of Sand

And a Heaven in a Wild Flower

Hold Infinity in the palm of your hand

And Eternity in an hour.’

 William Blake, Auguries of Innocence. 

‘Als niets ons redt van de dood, moge de liefde ons dan tenminste redden van het leven.’   Pablo Neruda

Archief

Ahmet Altan, Ik zal de wereld nooit meer zien. Aantekeningen uit de gevangenis.

11 mei 2019

Ahmet Altan, Ik zal de wereld nooit meer zien. Aantekeningen uit de gevangenis.

Uitg. De Bezige Bij, 2019

Toen op een vroege ochtend in de zomer van 2016 werd aangebeld bij de Turkse journalist en schrijver Ahmet Altan wist hij meteen dat de politie voor de deur stond. Hij en zijn broer Mehmet werden gearresteerd in de nasleep van de mislukte staatsgreep in Turkije. De verdenking: verspreiding van verborgen boodschappen ter aanmoediging van de coupplegers. Begin 2018 werd Altan veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De rest van zijn leven zal hij drieëntwintig uur per dag doorbrengen in eenzame opsluiting. 

In Ik zal de wereld nooit meer zien beschrijft Altan op urgente wijze de politieke situatie in Turkije en zijn leven in de gevangenis. Hij overstijgt daarmee zijn eigen tragedie en schrijft indrukwekkend over universele thema’s als vrijheid en het verloop van de tijd, die in een ander licht komen te staan als je weet dat je voor altijd opgesloten zit. Vanuit zijn cel kan Altan nog maar één ding doen: een verhaal vertellen dat zijn lezers niet meer loslaat. Ik zal de wereld nooit meer zien is een oprecht en belangrijk verhaal voor iedereen die gelooft in de kracht van het woord.


Deze ‘Aantekeningen uit de gevangenis’ van Ahmet Altan zullen de lezer mooier, langer en sterker bijblijven dan ‘Aantekeningen uit het ondergrondse‘ van F.M. Dostojevski. Omwille van de korte gestileerde stukjes want ieder hoofdstuk diende uit Erdogans gevangenissen gesmokkeld te worden, omwille van de minutieus belichte kracht van het bevrijdend schrijven, omwille van ontroerende scènes zoals het leven in de cel tussen vaderlandslievende kolonels en magistraten op weg naar psychiatrische begeleiding, omwille van het samen bidden van de ongelovige schrijver met de islamleraar wiens dochter van twintig – met het aangezicht van Rafaels Sixtijnse Madonna – dan toch werd vrijgelaten, omwille van de lectuur van Augustinus en Thomas van Aquino, omwille van ontbrekende spiegels, een rechtgelovige radiologe met hoofddoek die zich zonder aangezicht robotiseert in het ziekenhuis, psychiaters die hun patiënten met knellende handboeien behandelen, magistraten en rechters die in de gevangenis zichzelf reddeloos bevragen….

De gelijkenis met de slachtoffers van Stalins zuiveringen is groot wegens in Erdogans inquisitie-kerkers veel mensen die dachten in de traditie van hun ouders en grootouders in dienst van de seculiere Turkse staat te hebben geleefd en gewerkt. Maar dat bleek dan een generatielange illusie.

Maar het verbluffendste en tegelijk het meest serene van Altans ‘Aantekeningen uit de gevangenis’ behandelt de kracht van het schrijven, het bevrijdende woord, de intuïtie van de romankunst.

‘Ik zal de wereld nooit meer zien. Aantekeningen uit de gevangenis’ is een ode aan de ongebreidelde kracht van de verbeelding als wezenlijk voor menselijke waardigheid die dwars door muren gaat, ook door de muren van de tijd.

Lees verder »

Archief

Jan Brokken, De rechtvaardigen, Hoe een Nederlandse consul duizenden joden redde.

9 mei 2019

Jan Brokken, De rechtvaardigen, Hoe een Nederlandse consul duizenden joden redde.

uitg. Atlas-Contact 2018

Een indringend onderzoek van Jan Brokken naar de geschiedenis van dappere diplomaten en de duizenden Joden die zij naar Azië lieten vluchten via Litouwen.

Paul van der Steen schreef in Trouw op



Uitbrander





Wrang is het gebrek aan waardering waarmee de doorslaggevende diplomaten na de oorlog te maken krijgen. Naar een Nederlandse onderscheiding kon hij na de oorlog fluiten. In plaats daarvan kreeg hij een berisping, omdat hij niet volgens de regels had gehandeld. Dochter Edith: “Die onderscheiding kon hem niks schelen. Maar dat hij een uitbrander kreeg, vond hij vervelend.” Of zoals hij het zelf tijdens een naoorlogs verhoor verwoordde: “Als je niets doet, maak je ook geen fouten.”


Yad Vashem wees een aanvraag voor een Israëlische onderscheiding als Rechtvaardige onder de Volkeren tot twee keer toe af, één keer voor en één keer na Zwartendijks dood. In 1997 kwam de erkenning alsnog. Tijdens de bijbehorende ceremonie in de Amsterdamse Beurs van Berlage liet geen bewindsman of hoge ambtenaar van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken zich zien.


Wat ook aan Zwartendijk knaagde, was dat geen van de overlevenden zich na de oorlog bij hem meldde. Ze worstelden met hun eigen verleden en waren druk met het opnieuw oppakken van hun levens. Na twintig jaar kreeg de consul een beetje duidelijkheid, toen hij hoorde van drie overlevenden. Aanvankelijk reageerde Zwartendijk verheugd, maar toen sloeg de stemming om. Dat duizenden niets van zich lieten horen, moest wel betekenen dat zij het niet hadden gered. Een in september 1976 vervaardigd verslag van een rabbijn in Japan maakte duidelijk dat het anders was: 95 procent van de Joden aan wie Zwartendijk een visum verschafte, overleefde de oorlog. De oud-diplomaat heeft het niet meer geweten. Hij overleed een week voor het bericht Nederland bereikte.




 

765. Op 29 oktober 1997 verstuurde de directie de brief met erkenning. 

‘Het doet ons werkelijk genoegen dat we deze zaak tot een goed einde hebben kunnen brengen,’ schreef dr. Mordecai Paldiel aan de kinderen Zwartendijk. Maar hij was de enige die echt tevreden en gelukkig was over de wijze waarop dat was gegaan. 

Geen Nederlandse minister of staatssecretaris was aanwezig bij de uitreiking van de medaille, het getuigschrift en de oorkonde van Yad Vashem in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Ook de secretarisgeneraal van het ministerie van Buitenlandse Zaken liet verstek gaan. 

Bij nader inzien bleek de werkelijke eer — tenminste, dat wat je je voorstelt bij eer en erkenning — een jaar eerder te zijn gekomen, in een brief uit het Witte Huis in Washington. Geschreven en ondertekend door de president Van de Verenigde Staten. Ter gelegenheid van een door Ronnie Gray georganiseerde charity dinner schreef Bill Clinton: 

At a time in human history when too many people turned their heads and looked away‚ Jan Zwartendijk showed the world the power of compassion in the face of injustice. The courage he demonstrated as Dutch Consul in Kovno‚ Lithuania‚ during World War II serves as an example of moral integrity and selflessness that continues to inspire all of us today. He filled desperate lives with hope during a period of great darkness‚ and his actions will remain a beacon of At a time in human history when too many people turned their heads and looked away, Jan Zwartendijk showed the world the power of compassion in the face of injustice. The courage he demonstrated as Dutch Consul in Kovno‚ Lithuania‚ during World War II serves as an example of moral integrity and selfiessness that continues to inspire all of us today. He filled desperate lives with hope during a period of great darkness‚ and his actions will remain a beacon of decency and righteousness for generations to come. I join you in paying tribute to the memory of this great man. 

Ik vond de brief in een boek dat Jan Zwartendijk aan Rob had gestuurd. Het zat mooi in een plastic mapje. Een simpel briefhoofd in blauwe letters: The Whìte House. 

De toevoeging van hun vader aan de erelijst op de muur der Rechtvaardigen onder de Volkeren gaf de kinderen Zwartendijk voldoening. Alle drie reisden ze in 1998 naar Jeruzalem (ook al kostte het Jan door de trombose veel pijn en moeite), alle drie waren ze onder de indruk van de ceremonie, ook al zouden ze nooit vergeten dat de eerbewijzen voor hun vader eenentwintig jaar te laat waren gekomen en voor hun moeder zeventien jaar te laat. 

De erkenning in Litouwen ging ook moeizaam.

Archief

Jan Brokken, De kozakkentuin.

9 mei 2019

Jan Brokken, De kozakkentuin.

Uitg. Atlas-Contact 2015

29. ‘Onder jongelui heerste in die jaren veertig een radicale weerzin tegen de bestaande orde. Volgens ons was die gedoemd te verdwijnen. We lieten ons meeslepen door de utopische dromen die in West-Europa de boventoon voerden en verbeeldden ons dat we geroepen waren het hele maatschappelijke leven te herscheppen. 

Twintig jaar later, toen we onze wilde haren kwijt waren en een bedaagde baard hadden laten groeien, konden we ons bijna niet meer voorstellen dat we in die ideeën hadden geloofd en zwoeren we bij de heerschappij van de tsaar. Dat was toen trouwens een duizendmaal schappelijker monarch dan de bullebak door wie Dostojevski voor het vuurpeloton was gesleept. 

Van mijn ooms hoorde ik dat een spion dertien maanden lang aantekeningen had gemaakt van alles wat er in de groep van Petrasjevski was gezegd. Alles, woord voor woord, opgetekend in vuistdikke verslagen; ook de stompzinnigste scholierengrappen en het onbeduidende gestoei met ondoorzichtige ideeën; echt alles. Maar compleet onschuldig was de beweging niet. 

Tussen de dromers en idealisten liepen een paar koelbloedige rebellen rond die onder leiding van Nikolaj Spesjnev bereid waren tot daden over te gaan. Juist tot die Spesjnevgetrouwen behoorde Dostojevski. Later gaf hij in bedekte termen toe dat de arrestatie van alle vierendertig leden van de Petrasjevski-groep de door Spesjnev beoogde samenzwering had doen mislukken. 

De ironie wilde dat de onderzoekers weinig tot niets te weten kwamen over de groep rond Spesjnev en over hun conspiratie, die volgens mij toch niet veel meer voorstelde dan een fraaie zeepbel, geblazen met een zilveren ring’.

Archief

Ivan Wolffers, Overleven. Een persoonlijke kijk op een gedeelde toekomst 

9 mei 2019

Ivan Wolffers, Overleven. Een persoonlijke kijk op een gedeelde toekomst 

uitgeverij De Geus 2019

‘Net als het leven, dat heel leuk kan zijn als je jong bent maar waarbij je naarmate je dichter bij het einde komt steeds meer moet loslaten van wat je dierbaar is, zo is ook het voltooien van een boek dat je af wilt krijgen voor je er niet meer bent soms iets moeilijker dan je denkt.’

Dit is een mooi en begrijpelijk overzicht – ook voor leken – van gezondheidszorg en geneeskunde met de ervaring van ruim 40 jaar als kritisch arts en medisch antropoloog, met daar bovenop nog 16 jaar ervaring als een overlever met prostaatkanker.

Lees verder »

Archief

MOOOV Turnhout 2019 – mijn oogst en oordeel: 1. PÁJAROS DE VERANO –  Ciro Guerra, Cristina Gallego

8 mei 2019

MOOOV Turnhout 2019:

voor de eerste keer tijd en mogelijkheden om 20 van de aangeboden films te zien – een zeer ruim aanbod, deze keer gepresenteerd in een bouwwerf van de UGC te Turnhout met alle ongemakken vandien. Maar toch een paar hele mooie films gezien (1-8) met een extra waardering voor 11 The Proposal. 17 -20 was voor mij niet de moeite van het kijken waard. Ik laat me nog te vaak leiden door de praatjes in de brochure en op de website, ook maar afgeschreven van de promoteksten der filmmaatschappijen zelf en soms vraag je je af of de auteur ervan de film zelf wel gezien heeft. Niet dus.

MOOOV blijft ook doorheen de rest van het jaar vaak interessante films presenteren, nu zowat over het hele land. Met Canvas blijkt er een samenwerking te bestaan waardoor op tv sommige films worden uitgezonden. Ik vraag me af of ook een Netflix of ander forum voor dit soort films geen zinvolle piste kan zijn.

De goeddoeners bubbel omheen het hele gebeuren hoef je er dan niet langer bij te nemen. Laat staan het verbluffende niveau van de heerlijk herhaalde reclame voor Bufo bieren

 

1. PÁJAROS DE VERANO -  Ciro Guerra, Cristina Gallego

knappe film over het belang van eigen volk eerst en de ellende voor wie daar denkt te moeten uitbreken…  Een van de betere films op Mooov 2019: knap opgebouwd, indrukwekkend verhaal, mooie beelden en indringende cultureel antropologische evaluatie: open gesloten, individu clan, gezin familie…

2. Fatwa – Mahmoud Ben Mahmoud

Indrukwekkend, beklemmend, scherp en diep snijdend… over de ongelooflijke moed van vrouwen en mannen die zich verzetten tegen de supersolidaire aanhangers van de zuivere leer van de Ene en de Ware!

‘Ce sont surtout les jeunes qui demandent que les choses soient claires, que la séparation soit franche entre les justes et les réprouvés, leurs expériences du monde étant pauvres, la jeunesse n’aime pas l’ambiguité. ‘ Primo Levi, Les Naufragés et les Rescapés, II La zone grise, 37 ‘La jeunesse est angélique et manichéenne.’

Hun systeem werkt zoals de manifestanten met de valse beschuldigingen van seksueel misbruik in de Blokkendoos op het Kiel en nu in Schaarbeek. Stelselmatig worden mensen onder druk gezet om cafés te sluiten en ook winkels waar alcohol wordt verkocht, en alles wat niet halal is zoals bioscopen en boekhandels die niet IS literatuur verkopen. Sluipend worden hele wijken ingenomen waar dan via de moskeeën met imams die recht in de leer zijn, naarstig rechtgelovigen worden gerecruteerd voor de verdediging van de Ene en Ware godsdienst tegen ‘de scholen der kruisvaarders’. Huiveringwekkend hoe jongeren in het Ware Geloof worden geleid en misbruikt.

3. Tel Aviv on Fire – Sameh Zoabi 

Hilarisch scherp, onderhoudend met vele doorkijkjes en knipogen naar het ware leven tussen Israelis en Palestijnen

4. Sibel – Çagla Zencirci and Guillaume Giovanetti

Knappe film , niet alleen naar landschap en horizon, laat staan de jacht op de grote Kurt… maar vooral door het relatiespel en het optreden van de hoofdrolspeelster.

Lees verder »

Archief

Varujan Vosganian, Het boek der fluisteringen.

6 mei 2019

Varujan Vosganian, Het boek der fluisteringen.

uitg. Pegasus Amsterdam 2016

Met dit boek heeft de liberale Roemeens politicus van Armeens afkomst, Varujan Vosganian, een meesterwerk geschreven dat helpt om de geschiedenis van de Armeniërs en de gruwelen van de Armeense genocide beter te begrijpen. 

Precies omdat hij het zo afstandelijk als in een gefluisterde spiegel weet te formuleren en onrechtstreeks te benaderen door de gefluisterde herinneringen van wie voor hem kwamen, is het lezen van dit boek dragelijker en dus ook beter te vatten. 

‘Wie heeft geleden kan het verhaal niet vertellen zoals het geweest is, maar alleen zijn eigen verhaal. Wie heeft geleden kan het niet begrijpen. En wie vijandige gevoelens koestert, kan het ook niet begrijpen.’ Mijn grootvaders maakten deel uit van die categorie gidsen die voor je uit gaan, maar niet hun hoofd omdraaien om te zien of je hen volgt.

25. Grootvader had beide oorlogen doorstaan. Hij had niet gevochten, maar hij had ze bekeken. Degenen die wel gevochten hadden begrepen er minder van. Daarom vertelde opa Garabet erover. In zijn verhalen waren de overwinnaars niet altijd dezelfde die ik uit de boeken kende. ‘Haast je niet,’ zei hij. ‘Zelden is degene die lijkt te hebben gewonnen de ware overwinnaar. En de geschiedenis wordt geschreven door de overwonnenen, niet door de overwinnaars. Overwinnen is, in zekere zin, een manier om uit de geschiedenis te treden.’ Hij nam het grote boek ter hand. ‘Dit is Vardan Mamikonian. En dit is de veldslag tussen de Armeniërs en de Perzen in 451, op de vlakte van Avarayr. Ons leger werd tot de laatste soldaat in de pan gehakt. Tevreden met de uitkomst zeiden de Perzen dat het genoeg was voor die dag en ze vertrokken met het voornemen later terug te komen om het hele koninkrijk van de Armeniërs te veroveren. En wat gebeurde er uiteindelijk? De Perzen zijn niet meer teruggekomen. Ze werden gedwongen hun geloof op te geven en in plaats van dat ze de zon bleven aanbidden, Zijn ze overgestapt op de islam. Wij zijn daarentegen tot op de dag van vandaag christenen gebleven. Dus in feite hebben Vardan Mamikonian en zijn afgeslachte schare gezegevierd.’

37. ‘Schrijven is bevrijdend. Ik heb ze opgeschreven, nu kan ik ze vergeten. Lezen, aan de andere kant, is belastend. Laten anderen ze maar lezen, zodat ze niet vergeten worden. Ik heb ze lang genoeg onthouden.’ 

Ik denk dat wat hij zei niet helemaal waar was. Vergeten kon hij toch niet. Vooral niet omdat hem, als laatste overlevende, de taak toeviel ook de herinneringen van de anderen mee te dragen. Herinneringen sterven later dan mensen. Zoals grootvader Garabet zei: geen mens sterft ineens, maar stukje bij beetje, geleidelijk. Eerst het lichaam, dan zijn naam, vervolgens de herinneringen van anderen aan hem en, als allerlaatste, zijn herinneringen aan anderen. 

Ik speelde onder de tafel in de tuin terwijl de ouderen op een fluistertoon zaten te kletsen of mooie liederen met droevige ondertonen neurieden‚ die zij, op hun beurt, in hun jonge jaren op de hoogvlakten van Anatolië hadden gehoord. ‘Stuur dat kind hier weg,’ zei dan een van de gezette vrouwen die naar eau de cologne roken, tante Parantem of tante Armenuhi. ‘Laat hem maar,’ zei grootvader. ‘Er blijft altijd iemand over om te vertellen. Je zult zomaar zien dat hij de verteller zal blijken te zijn.’ Van kindsbeen af heb ik de pen in de hand gedrukt gekregen en ben ik omringd door witte vellen papier, zoals andere kinderen worden omringd door snoep of speelgoed. Zo ben ik de verteller van mijn grootvader Garabets getrapte leven geworden.

Archief

Almudena Grandes, De patiënten van dokter García.

3 april 2019

 

Almudena Grandes, De patiënten van dokter García.

Uitg’ Signatuur / Bruna 2018

 

Een indrukwekkende roman over het einde van de Spaanse Republiek en de decennia van stille samenwerking tussen de oude nazi-solidariteit en de ontsnappingsroutes naar Argentinië, tot wederzijds voordeel van de Franquisten, het Vaticaan en de Spaanse katholieke kerk. 

Waalse, Brusselse en Vlaamse nazi-adepten komen ook aan bod. 

Een gelaagd verhaal over decennia van angst, moed, hoop en wanhoop door de houding van de grote westerse democratieën die in hun strijd tegen het Sovjet socialisme tot veel samenwerking  bereid waren met de Franco aanhangers. 

Een uitgebreide toelichting bij de pakkende documentaire ‘The Silence Of Others’

Lees verder »

Archief

Koen Peeters, Romeins Dagboek.

10 maart 2019

Koen Peeters, Romeins Dagboek. Frans Kellendonklezing 2019

uitg. Vantilt

3. Dit wilde ik onderzoeken: hoe gaan wij om met datgene wat wij kunnen benoemen of begrijpen? Ik bedoel dan ons leven en onze sterfelijkheid‚ toeval en noodlot, het kwaad en alle gevoelens en stemmingen die ons daaromtrent beheksen. Wat mij vooral intrigeerde was die ene menselijke soort, dat bijzondere slag van mensen dat zich bezighoudt met die delicate kwesties van leven en dood, Zij voelen zich geroepen en uitverkoren. Zij hebben uit zichzelf het talent en de juiste gevoeligheid om over het onzegbare te praten, mensen te helpen en de gemeenschap samen te brengen.

Ik heb het over priesters, sjamanen, kunstenaars.

Ik weet nog altijd niet goed hoe ik hen moet omschrijven: bemiddelaars,

boodschappers, zieners‚ voorgangers?

Lees verder »

« Volgende berichten Vorige berichten »