Nicholas A. Christakis & James H. Fowler, Connected! uitg. Balans 2009
Nicholas A. Christakis & James H. Fowler, Connected! uitg. Balans 2009
41.
Hoewel de observatie dat er zes stappen van verwijdering bestaan
tussen elke twee willekeurige mensen dus geldt voor de vraag hoe
verbonden we zijn, gaat de observatie dat er drie stappen van invloed
zijn op voor de vraag hoe besmettelijk we zijn. Deze eigenschappen,
verbinding en besmetting, vormen de structuur en de functie van
sociale netwerken. Ze zijn de anatomie en de fysiologie van het menselijk
superorganisme.
Mensen gedragen zich als een onderdeel van een superorganisme, ook al beschouwen ze zichzelf als een individu. Christakis & Fowler hebben met hun werk een wetenschappelijk onderzoek begrijpelijk gemaakt vanuit medische sociologie naar gedragswetenschappelijke aspecten.
De ondertitel ?Waarom geluk besmettelijk is en je vrienden je dik kunnen maken: hoe sociale netwerken bijna elk aspect van ons leven vormgeven? lijkt eerder als smaakmaker bedoeld voor het grotere publiek.
En op zich is dat niet eens zo negatief bedoeld.
Er was een tijd dat mensen alles uit de kast haalden om fenomenen te verklaren en te beheersen – toch minstens mentaal – die hen overkwamen zoals natuurverschijnselen, honger, dorst, verlangen en lust.
Naarmate een mensengemeenschap groter werd in aantal en ruimtelijke contacten met anderen, was er meer nodig om onduidelijke, herkenbare, vaak beangstigende gedragsfenomenen en invloeden die als vreemd werden beschouwd te vatten.
Daartoe werd een arsenaal van goden, engelen, geesten, duivels en demonen ontworpen evenals tal van ritualen om ermee om te gaan. Dieren- en mensenoffers, pijn en leed, spel en talismannen, litanie?n en gebeden, bezweringsformules en doktoren, vasten en plengen, pillen en spuiten werden tot een grote vorm van verfijning verheven om de rituele bezwering meer kracht en effect te geven.
Dat dit arsenaal blijvend een indringende betekenis behouden zou, blijkt uit de eeuwig durende menselijke kunstuitingen: van de oudste rekenbeentjes uit Midden Afrika, over rotsschilderingen, landscaping, beeldhouw- en schilderkunst, muziek, dans, lichaamsversiering tot de vele verhalen van hen die ooit zochten naar een stem om de angstschreeuw van de natuur te fatsoeneren in hun eigen oren.
Sinds de Verlichting is die techniek wat in onbruik geraakt, behoudens tijdens de wat minder verlichte periodes van ons leven vol intense emoties, dan wel bij mensen voor wie wetenschappelijk ontwikkelde technologie even angstaanjagend blijft als bliksem en donder. Maar ook bij het bezweren en manipuleren van groepsemoties – publiek en privaat – is dat oeroude arsenaal effectiever dan een beroep op rationeel en redelijk gedrag.
De gevolgen van de soms lachwekkende, soms beklijvende analyses van netwerkfenomenen zijn angstaanjagend voor wie zich graag spiegelt als een decent gedrag vertonend individu.
Zelfmoordgolven, stoppen met roken, alkoholge- en misbruik, bier- of wijnvoorkeuren, bubbels of sterk, koffie- of thee, Nespresso of Senseo, de verspreiding van syfilis binnen diepchristelijke Amerikaanse scholengemeenschappen, de obesitasepidemie, de grieppaniek, scheren van schaamhaar, toenemende tatoeages op het gezonde lijf, modegevoelige outfit, beschavingsziektes, het komen en gaan van ziektes en psychische aandoeningen zijn allemaal onderhevig aan groepsfenomenen.
De incidentie, prevalentie en verspreiding ervan is niet te vatten wanneer alleen het individuele gedrag en de voorkeuren van de directe omgeving onderzocht worden.
Voor de auteurs van ?Connected!? zijn de nieuwste razendsnelle ontwikkelingen van virtuele netwerken daarom niets minder dan de toepassing van een volgens hen genetisch vastgelegd be?nvloedingsgedrag van mensen als een soort superorganisme.
Menselijk netwerkgedrag gaat volgens hen terug op de vroegste evolutionaire mechanismen. Wie opteerde voor eerder individueel gedrag kon niet of nauwelijks overleven of was alleszins veel minder succesvol in het doorgeven van het eigen genetisch materiaal. Dus selecteerde de evolutie door groepstuchtiging op kenmerken zoals netwerkvaardigheden.
Maar het eeuwig wentelende wiel van de geschiedenis weet door een dynamische spanning snelle flexibele aanpassingen aan wijzigende omgevingsfactoren te realiseren: einzelg?ngers vs. samenwerkers.
Beide mensentypes zijn onontbeerlijk gebleken, en precies dat fenomeen houdt de mensheid ondanks de gruwelijkste evolutionaire flessenhalzen in het verleden vrolijk en wraakzuchtig op de been.
327.
Met toepassing van enige schitterende wiskunde lieten Hauert en
zijn collega’s zien dat zich in een wereld vol einzelg?ngers toch gemakkelijk
samenwerking kan ontwikkelen omdat er geen mensen zijn die misbruik maken van de samenwerkers die er verschijnen. De einzelg?ngers redden zichzelf en de samenwerkers vormen netwerken met andere samenwerkers. Al gauw nemen de samenwerkers de populatie over omdat ze het samen altijd beter doen dan de eenzelvige einzelg?ngers. Maar zodra de wereld vol samenwerkers is, steken de profiteurs weer heel makkelijk de kop op en genieten de voordelen van samenwerking zonder eraan bij te dragen (als parasieten).
Worden de profiteurs het dominante type in de populatie, dan is er niemand meer over van wie ze misbruik kunnen maken; vervolgens nemen de einzelg?ngers het weer over – omdat ze zogezegd niets met die schoften te maken willen hebben. Kortom, samenwerking kan ontstaan omdat we meer samen kunnen doen dan we afzonderlijk zouden kunnen. Maar als gevolg van het profiteursprobleem is er geen garantie voor succes
De auteurs nuanceren ook eventjes de ?sociaal kapitaaltheorie? van Robert Putnam (Bowling alone). Netwerken – social binding & bridging – kunnen dermate gesloten zijn dat een in zichzelf circulerend cluster uitsterft bij gebrek aan externe uitwisseling. Een beetje zoals bij extreme vormen van inteelt.
207.
Deze bevindingen zijn in strijd met een aantal belangrijke aanbevelingen
van de politieke wetenschapper Robert Putnam en zijn collega’s, die het effect van ‘sociaal kapitaal’ op de gezondheid van onze democratie bestuderen. Putnam betoogt dat hooggeclusterde netwerkbanden de informatiestroom verbeteren en de wederkerigheid op samenlevingsniveau verhogen omdat iedereen iedereen in het oog houdt. Met andere woorden, hechtere verbindingen zijn beter voor de samenleving. Ons werk laat echter zien dat netwerken op een bepaald moment zo transitief kunnen worden dat normen en informatie nog slechts binnen groepen circuleren in plaats van tussen groepen. Net als Brian Uzzi’s groepen wetenschappers en musicalproducers die we in hoofdstuk 5 hebben besproken, functioneren
democratische burgers het best in ‘kleine werelden’ waarin sommigen
van onze vrienden elkaar kennen en andere niet.
Boeiend is ook de wederkerigheidsstudie van Robert Axelrod die weet te argumenteren waarom ?samenwerken tot wederzijds voordeel? zoals de Chinese Volksrepubliek beweert te beoefenen in haar internationale betrekkingen, veel beter werkt dan de veelgeprezen westers-christelijke solidariteitsideologie of de eigen belang eerst strategie.
238.
In een ingenieuze en beroemde studie, opgezet naar wederkerigheid, liet de politieke wetenschapper Robert Axelrod zien dat een samenwerkingsstrategie van ‘met gelijke munt betalen’ het vaak beter doet dan een strategie om altijd samen te werken of altijd ego?stisch te zijn.’ Bij ‘gelijke munt’ werk je de eerste keer dat je iemand ontmoet samen, en daarna kopieer je gewoon wat die persoon de laatste keer deed dat je iets met hem te maken had. Deze gedragslijn is in wezen het omgekeerde van de gouden regel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Als je opponent samenwerkt, behandel hem dan de volgende keer hetzelfde. Werkt je opponent niet samen, dan straf je hem de volgende keer door niet samen te werken. Simpel maar effectief.
Het mag intussen duidelijk zijn dat de nieuwste bevindingen in dit door netwerken be?nvloed menselijk gedrag oneindig veel mogelijkheden biedt, voor be?nvloeding in alle mogelijke richtingen. Dat is angstaanjagend want meestal niet onder controle te krijgen door het individu die gedrags- of opiniewijzigingen merkt bij zichzelf onder invloed van vrienden van de eigen vrienden. Het mag duidelijk zijn dat mensen, firma?s, bedrijven, overheden, politieke partijen, opiniemakers – kortom eenieder die macht hoopt uit te kunnen oefenen op een mensengemeenschap – met dit soort bevindingen plots heel nieuwe perspectieven ziet oplichten. Temeer daar de virtuele netwerken steeds grotere omvang en steeds meer verbindingen vertonen over de hele wereld.
Met de hele mensheid staan we helemaal naakt te dansen want al onze gedragingen, fysieke en financi?le bewegingen, geheimste verlangens, tactische en strategische plannen, angsten zijn door ?data mining? nauwkeurig te traceren en bloot te leggen. ?Privacy? is intussen een virtueel verlangen of een gekoesterde illusie.
We bewegen met z?n allen naakt op het schouwtoneel.
Sommigen hopen te ontkomen aan de glurende blikken door ons in het donker van de coulissen te nestelen ver van de schijnwerpers, waar we onbeweeglijk wachten en observeren tot een ander passeert die ook eerder de luwte zoekt. Een door eigen temperament en omgevingsfactoren ingegeven keuze die betekenisvol en verstandig kan zijn.
Big Brother blijft echter waakzaam nabij.
Anderen betreden al dan niet enthousiast de dansvloer en laten zich verleiden tot een dans die ze leuk of zinvol vinden: traag of snel, wervelend of slepend verdriet waarop je kan dansen.
Stilstaan in de hoop te kunnen ontkomen heeft wellicht weinig zin of biedt in de huidige context minder bescherming en mogelijkheden.
Het heeft eens te meer iets van over drijvende bomen lopen.
Zoals houtvesters hun enorme stammen over rivieren naar de zagerijen aan de kust moesten loodsen, kunnen we geen moment blijven stilstaan. We glijden onontkoombaar tussen de machtig rollende stammen in het kolkende water.
Het zal dansend springen en altijd bewegen worden op de wankele dansvloer boven de kolkende rivier.
Tenminste voor wie de illusie wil koesteren deel uit te maken van het gigantische netwerk om niet aan wanhoop ten onder te gaan.
Angst lijkt daarbij een slechte leidsman, angst kan verlammen.
We worden allemaal gedreven tot een keuze tussen de alleroudste reflexen en dierlijk gedrag: Fight & flight of duck & cover. Onze reactievoorkeur wordt bepaald door onnoemelijk veel factoren, ook vanuit ons verre netwerk en ons hele verleden.
Wanneer we blijven kiezen voor de mooiste kunnen we proberen er zelf wat van te maken, gehuld in onze illusie van menselijke individuele soevereiniteit.
Als we de consequenties van onze keuze enthousiast weten te dragen – zoals Sisyphus zijn rotsblok – tarten we de goden en bereiken we ?dansend op toevalsvoeten? (Nietzsche) de enige uitweg die ons levend rest.
Desondanks let niets ons te blijven eisen dat de praktische, juridische, economische gevolgen van ons naakt dansen op het schouwtoneel van de wereld niet nagedragen worden.
Al zullen we veel wijsheid dienen te koesteren om hiermee weg te komen in een verloren anonimiteit, verdwenen onschuld en universele betrokkenheid.
We kunnen gokken op het onafzienbare van de datamassa die ?gemined? kan worden door intelligente camera?s en patroondetecterende computerprogramma?s, waarbij individuen door de mazen kunnen glippen. Maar waar evenzeer analysevergissingen een leven lang het slachtoffer achterna gedragen worden, financieel, politioneel, professioneel, medisch, enz.
Kafka?s Proces was immers profetisch: ?Jemand mu?te Josef K. verleumdet haben, denn ohne da? er etwas B?ses getan h?tte, wurde er eines Morgens verhaftet.?
296.
Internet maakt nieuwe sociale vormen mogelijk die op vier manieren
radicaal afwijken van bestaande vormen van interacties in sociale
netwerken:
1 In immense grootte: een enorme toename in de schaal van onze
netwerken en de aantallen mensen die bereikt kunnen worden om
zich erbij aan te sluiten;
2 In gemeenschappelijkheid: een verbreding van de schaal waarop we
informatie kunnen delen en bijdragen aan collectieve inspanningen;
3 In specificiteit: een indrukwekkende toename in de specifieke aard
van de banden die we kunnen vormen;
4 In virtualiteit: het vermogen om virtuele identiteiten aan te nemen.
De gulden regels van het sociaal netwerk:
?1) Soort zoekt soort. Een sociaal netwerk wordt je niet opgedrongen van buitenaf, maar dat vorm je zelf, en wel op basis van de mensen met wie je over belangrijke onderwerpen praat. En dat zijn er niet veel, gemiddeld zelfs maar vier, waarbij 12% zegt zijn geheimen met niemand te delen en 5% over acht intieme vrienden beschikt.
?2) Wij worden gevormd door ons sociaal netwerk, waarbij het belangrijk is of je in dat netwerk centraal staat of perifeer. Een kind van gescheiden ouders zal bijvoorbeeld anders functioneren binnen zijn netwerk, veel zelfstandiger en in de rol van de boodschapper tussen de twee ouders, dan een waarvan moeder en vader nog samen zijn. En het zal daardoor ook een centralere plaats innemen
?3) De leden van ons sociaal netwerk hebben en duidelijke invloed op ons. Zij zijn immers degenen waarmee we het vaakst in contact komen en die we vertrouwen. Dat dit ook onbewust werkt bewijst het feit dat wie met een grote eter aan tafel zit, automatisch zelf ook meer eet. ?
4) Ook de vrienden van onze vrienden hebben een invloed op ons. Stel dat Amber aan boulimia lijdt en dag na dag dikker wordt. Haar vriendin Beatrijs zal daarom nog niet metten ook een dikkertje worden, maar haar mentaliteit zal er wel lichtjes door veranderen, waardoor ze minder kritisch zal staan tegenover de steeds meer etende Carine. Amber heeft dus onrechtstreeks invloed op de eetgewoonten van Carine en het resultaat is een Amerikaanse vetzuchtepidemie. ?
5) Een sociaal netwerk leidt een eigen leven. Wie focust op een lid van het netwerk snapt diens acties niet. Het is pas in een grotere context dat ze betekenis krijgen. Het is als kijken naar een man die zit te stomen achter het stuur van zijn auto. Om werkelijk te beseffen wat er met hem loos is moet je uitzoomen op de kolossale file waarin hij al een paar uur vast zit.