knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

WTO Cancun 5de Minist.Conferentie, Mexico 7 '?16/9/2003

12 februari 2006

Cancun, Mexico 7 –16/9/2003

Octavio Paz: “Todo es presencia, todos los siglos son este Presente” – “ Alles is illusie, voorstelling, alle eeuwen zijn hier vertegenwoordigd”

Cees Zoon ‘De Lokroep van Mexico’ Nijgh&VanDitmar 1991

Anthony Pagden, Van Mensen en Wereldrijken, De Bezige Bij

Jeffrey Robinson, De Medicijnenmafia, geld, ego en macht binnen de farmaceutische industrie, Nederlandse vertaling van Prescription Games 2001 bij uitgeverij Elmar 2003

Gerard van Westerloo, ’ Niet met de bestuurder spreken’

 

Rechtstreekse vlucht Brussel Cancun met charter van British Airways, eerste keer in Business Class met alles erop een eraan in zetels die kruiselings naast elkaar stonden zodat praten makkelijker was, face to face en een scherm ertussen wanneer geen behoefte. Zelfde stand van stoelen bleek zeer populair op het marktplein van Valladolid, een stadje midden Yucatan schiereiland op weg naar Chichen Itza.
De vlucht was desondanks zeer vermoeiend, doch wat verlicht omdat ik het boekje van
Cees Zoon kon lezen ‘De Lokroep van Mexico’ Nijgh&VanDitmar 1991 wat me natuurlijk nog wat meer bevooroordeeld maakte. Hij haalde wel de belangrijke Mexicaanse en ander schrijvers aan en de evolutie in het land van de permanente revolutie die nooit tot iets geleid heeft. Octavio Pas, Carlos Fuentes, Juan Rulfo, we hebben er velen – grotendeels ongelezen nog – in de kast staan, en Chris vond bij de ochtendlijke zoektocht naar goeie onderweg – literatuur geen van hen terug. Maar Cees Zoon maakte het ruim goed, net als het boekje van Raymond die er een omstandige reis op zitten had : Insight Guide en later in Chichen Itza Knopf Guides ‘Route of the Maya’s’ gekocht wegens zo mooi en interessante stukken. Die Engelse Knopf is in het Frans bij Gallimard en werd ooit in het Nederlands opgezet, maar de reeks stierf een voortijdige dood wegens de onstuitbare opgang van de Capitoolgidsen. Naar verluidt zouden de Groene Michelins nog de beste zijn, althans volgens de Eurocraat naast mij in de bus naar voornoemd Maya Heiligdom, die met zijn Eurocratische overbuur uit Frankrijk die met een Spaanse was getrouwd en die samen over niets anders konden leuteren dan huizen in Brussel, Genève, de Provence en Spanje. Immobiliën – problemen zijn duidelijk niet onbelangrijk voor onze eurocraten.
Cees Zoons boek is wel van 1991, maar nog bijzonder herkenbaar, zij het dat in onzen hoofde niet veel van de politiecorruptie en dergelijke merkbaar is, maar we lopen dan natuurlijk ook de hele dag met een blauw lint – México 2003 , zoals ik me dat bij voetballers ed voorstel rond onze nek waaraan een rode badge waarop foto en ‘DelegateBelgium’.
Zoon vertelt ondermeer van de Mexicaanse bureaucratie die Sovjet-proporties heeft aangenomen en waarvan de organisatie volslagen ondoorgrondelijk is. In Mexcio heerst de wet van de omgekeerde redenering: niets kan, als je het probeert op de manier die bij ons gebruikelijk is. Een afspraak is niets meer dan een beleefdheidsfrase, waaraan geen enkele consequentie verbonden is. De Belgische consul in Cancun kon het allen maar bevestigen, de ellende om aan internetverbindingen te komen is enorm, bussen vastleggen naar het juiste hotel idem.
Overigens waren we in de luchthaven bijna zonder controle door de grens gepasseerd omdat we  beleefdheidshalve EU commissaris Pascale Lamy – een eivormig kaal hoofd met spitse opvallend grote oren in versleten jeans met een pseudo-goedkoop jasje lekker alternatief als voormalig PS’er nu door Raffarin gesteund, en de Japanse minister van Handel, een vrouw overigens, voor lieten gaan, waarna wijzelf als deel van hun gevolg werden beschouwd en door een of andere Mexicaanse minister werden ontvangen. De hofhouding van dit soort toppers is ook zeer de moeite: een heel apart soort mensen, de Japanners buigend en glimlachend als knipmessen tegen ongeveer iedereen boven hen, de Engelse en Fransen en de hele coterie rond Lamy, BCBG dat zijn smaak en gedrag aan de soberheid van hun baas heeft moeten aanpassen.
Op de luchthaven in Zaventem werd ik door Oxfam en Greenpeace met Lamy volgelingen gesommeerd de petitie van 25.000 handtekeningen tegen de privatisering van water te aanvaarden. Zij deden het met een mooi verhaal, ik mocht mee op de foto en op tv, zeker rtbf maar vermoedelijk ook vrt. En daar moeten we nu de volgende maanden frequent scoren, niet?
Overal op Yucatan steeds weer kleine bruine mannetjes, zwart haar, zeer geblokt en in de steden bijna allen in een soort zakkig uniform: beige voor de helpers, okerkleurig voor de echte Securidad – meestal zonder wapen, blauw is impressionant ondanks hun postuur en dus de federale politie, groen leger, wit en blauw diensten. Al wat iets of wat chef is – geen enkele Maya gezien, uitsluitend mestiesen – draagt met waardigheid vele versierselen, doorgaans goudblinkend, met veel laurierbladeren op de kepie. Nog kleiner zijn de vrouwen:  vroeg oud, maar door hun gestalte tot hun dertigste nog net kinderen: de Maya’s. We zitten in hun regio die verder tot de Stille Oceaan reikt, en Guatemala, Belize en een stuk van Salvador bestrijkt.
Octavio Pas heeft over de Mexicanen eens geschreven als: “Onze onverschilligheid jegens de dood is de keerzijde van onze onverschilligheid jegens het leven”
Porfirio Diaz, ‘revolutionair’ en gedurende tientallen jaren dictator van Mexico, wist het nog mooier te verwoorden “Arm land, zo ver van God en zo dicht bij de Verenigde Staten’.
Portillo in de jaren ’80 sprak van ‘Amerikanen weten niet wat het betekent te leven naast een olifant die zich voortdurend beweegt’.
Mexicanen houden van losers, ze verliezen graag en weten absoluut niet wat ze moeten vieren als ze winnen. Elke stad en elk dorp heeft straten en pleinen die genoemd worden naar vermoorde helden.
Een opmerking die mooi aansluit bij de uitleg van de gids Joshua in Chichén Itzà waar hij argumenteerde dat het balspel gevolgd werd door het onthoofden van de winnende kapitein in plaats van de verliezende. Het was een ‘eer’ om geofferd te worden, voor jezelf én voor de familie en omgeving, dat het jouw bloed was dat de zon opriep en de aarde vruchtbaar
maakte.
Azteken zouden mensenoffers enkel gekend hebben zonder marteling. De Spanjaarden van de inquisitie kenden de mensenoffers ook, maar pas na de nodige marteling op bevel van de inquisitie.
Een foute opvatting voor de Mexicaanse culturen, er zijn zeker voorbeelden, en zeker bij de Maya’s waar martelingen en het verdragen van vreselijke pijnen evenzeer een offer aan de god van dienst waren. Hoewel van de Maya’s, de kleine mannetjes, altijd verteld werd dat ze geen mensenoffers brachten, is dit intussen door deftige archeologen fors tegengesproken.
Octavio Paz heeft in zijn ‘Het labyrint van de eenzaamheid’ getracht het wezen van de Mexicaan te doorgronden. Hij verklaart de Mexicaan vanuit zijn geschiedenis, zijn Azteekse verleden, zijn koloniale verleden en zijn revolutionaire verleden.
Die drie facetten hebben de mentaliteit van de Mexicaan gemaakt tot wat zij is en zijn verantwoordelijk geweest voor de spreekwoordelijke ondoorgrondelijkheid van de Mexicaan, die niet alleen een ander probeert te negeren, maar ook zichzelf : hij draagt altijd een masker.
“De Mexicaan munt uit in het ontveinzen van zijn hartstochten en van zichzelf. Beducht voor andermans blik schrompelt hij ineen, maakt hij zichzelf kleiner, wordt een schaduw, een geest, een echo. Hij loopt niet, hij glijdt; hij stelt niet voor, hij suggereert; hij antwoordt niet, hij bromt; hij klaagt niet, hij glimlacht; zelfs wanneer hij zingt – als hij tenminste niet zijn rem verliest en zijn hart uitstort – gebeurt dat binnensmonds en neuriënd teneinde zijn zingen te ontveinzen.” Het sterkst geldt dat voor de Indiaan, die probeert te versmelten met het landschap, zich onzichtbaar wil maken, wil oplossen in de lucht.
Er is maar één gelegenheid waarbij de Mexicaan die ontkenning van de ander en van zichzelf vergeet: tijdens de fiesta. Daarom zijn er zoveel feesten in Mexico, die zijn een pure noodzaak, want tijdens de feesten communiceert de Mexicaan eindelijk, stelt Paz, dan klimt hij uit zijn eenzaamheid omhoog. En niemand kan beter feesten dan de Mexicaan, die zich op dergelijke momenten niet openstelt, maar zich openrijt, met als resultaat uitzinnigheid en geweld. Waar een fiesta is in Mexico, daar is de dood. Niet alleen lopen grote volksfeesten normaal uit op moord en doodslag, maar het allerbelangrijkste feest, Allerzielen, is geheel opgedragen aan de dood. De verheerlijking van de dood zegt alles over de wijze waarop de Mexicaan tegen het leven aankijkt.
“De onverschilligheid van de Mexicaan jegens de dood wordt gevoed door zijn onverschilligheid jegens het leven. Hij staat niet alleen de degradatie voor van de dood, maar ook die van het leven. Uit liedjes, spreekwoorden, feesten en het denken van ons volk blijkt ondubbelzinnig dat de dood ons geen schrik aanjaagt, want “het leven heeft ons van iedere angst genezen!” Sterven is natuurlijk en zelfs wenselijk; hoe eerder hoe beter. Onze onverschilligheid jegens de dood is de keerzijde van onze onverschilligheid jegens het leven. We doden omdat zowel ons eigen leven als dat van een ander geen waarde heeft. En dat is logisch: leven en dood zijn onscheidbaar en telkens wanneer de eerste aan betekenis inboet wordt de tweede minder transcendent. De Mexicaanse dood is de spiegel van het leven van de Mexicaan. Voor beide sluit hij zich af, beide worden door hem genegeerd.”

“Wij zijn een volk zonder mededogen en zonder tederheid”, aldus Juan Rulfo die in 1980 enige politieke kanttekeningen maakte bij het systeem dat hem inmiddels consacreerde als een held -  schrijver. Groot was de verontwaardiging toen hij op een symposium stelde dat Mexico de laatste decennia alleen ontkomen is aan staatsgrepen dank zij de corruptie en verrijking van de generaals: “De enige methode is alle generaals vermoorden en degenen die overblijven corrumperen en verrijken. Zo gaat het sinds de dagen van generaal Obregon, toen de onthoofding van het leger begon. Van hem is de fameuze uitspraak: er is geen generaal die een kanonskogel van 50.000 pesos weerstaat. Het is duidelijk dat het  tegenwoordig om miljoenen gaat; maar ze houden ze in bedwang met corruptie. Anders zouden in dit land de generaals zich blijven vermenigvuldigen, want na de revolutie bleken er meer generaals dan soldaten te zijn. Dus werden ze voor de keuze gesteld: macht of rijkdom. Wie beide wilde, werd vermoord, tot ze overtuigd waren dat het beter was rustig en rijk te leven dan met zware problemen van een regeerder te worden opgezadeld.”
Lawrence: “ De fysieke omgeving waarin de Mexicaan woont, draagt in alle opzichten het geweld in zich dat de mens hier karakteriseert. In Mexico was de wind een scherpe tocht, de regen was een sluis van water, die je moest vermijden, en de zon beukte op je met vijandigheid, afschrikwekkend en gewelddadig. Een stijf, droog, onwerkelijk land, waarop de zonnestralen sloegen als metaal. Of diepe duisternis en bliksem en het vernietigende geweld van de regen. Geen lieflijke versmelting, geen samengaan. Geen mooie vermenging van zon en mist, geen zachtheid in de lucht, nooit. Of ongemeen heet of ongemeen koud. Geen zachte, zoete geur van de aarde. De geur van Mexico, hoe subtiel ook, suggereerde geweld en dingen die chemisch in conflict waren.’
Zie de Mexicanen eten, en je weet genoeg. Met een blinde, snelle onverschilligheid, die heel Mexicaans lijkt te zijn. Ze lijken zelfs te eten met een soort van vijandige tegenzin en staan merkwaardig onverschillig tegenover wat of wanneer ze eten.”
En dan de aantrekkingskracht van de dood: ‘ Telkens wanneer een Mexicaan roept, komt het uiteindelijk neer op Muera! Hij bedoelt in werkelijkheid Dood aan de Een of de Ander! Ik denk aan alle Mexicaanse revoluties en ik zie een skelet dat voor een groot aantal mensen uitloopt en zwaait met een zwart spandoek waarop met grote witte letters geschreven is Viva la Muerte! Lang leve de dood! Niet Viva Cristo Rey!, maar Viva la Muerte Rey!. Niets is wat het lijkt.
Mexicanen noemen zichzelf ‘hijos de la chingada’, kinderen van de verkrachte moeder, waarmee ze willen aangeven dat Mexico het product is van een opgelegde mengcultuur.

Fiesta Americana Gran Coral is helemaal een gruwel aan een waanzinnig mooi strand met een rustige zee in alle mogelijke variaties van groen en blauw met nu en dan een gigantische wolkenschouw. In de Caraïben, waar ze nu allerlei orkanen zien opbouwen en langs Yucatan zien scheren, sommigen wat dichter, soms wat verder, is een toeristische industrie van de grond gekomen om u tegen te zeggen en Mexico heeft met Cancun en de Maya Riviera een topper uitgebouwd van in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Het schiereiland van Cancun is een ongelooflijk eindeloze en verschrikkelijke keten van meer dan honderd hotels, met aan de kant van het binnenmeer de restaurants en hotels die iets minder scoren;
Net zoals we bij ons binnenshuis blijven wegens het klimaat, doe je dat hier in deze periode beter ook zelf. Maar hier blijf je niet binnen voor de kou, maar wel voor de ongelooflijke hitte en de verschrikkelijke luchtvochtigheid, die zelfs een wandeling van een paar honderd meter tot een Turks bad maakt.
Het zweet loopt gewoon van je lijf.
Gezien maandag niet veel op de agenda was er een voorstel om met een deel van de delegatie naar de ruïnes van Chitchén Itzà te gaan, gelukkig ben ik niet naar het congres van linkse parlementen gegaan, want K L - de PS ster van de Kamer die op het laatste moment blijkbaar nog mee gemaneuvreerd was, zou daar reeds ruim actief zijn.
Wat zou ik daar nog kunnen bijdragen naast zo’n Franstalige orgie van standpunten? Het werd dus de Maya Ruines.
Een bijzonder lange trip in gelukkig goed gekoelde bus, waar drie kerels chauffeur, gids en logistieke Maya behoorlijk werk leverden. Eindeloze rechte tolsnelweg van twee rij vakken waarop bijzonder weinig verkeer en redelijk wat politie.
De weg leidde ongeveer recht naar Valladolid, doorheen een soort ondoordringbaar maquis, honderden kilometer in de omgeving. Nauwelijks hoge bomen of een enkele palmboom. De Maya’s die nog in hutten wonen, rechthoekig met een deur voor en achteraan in het midden van de lange zijde, met een dak van bladeren en muren van leem op houten takken, branden een stuk maquis plat en werken de houtskool als meststoffen (en om de vruchtbare grond beter te bewaren) in de relatief dunne humuslaag, die in heel Yucatan op een enorme kalksteenbodem ligt, waarin ongelooflijk talrijke watervijvertjes, in de kalk uitgesleten. Soms ook heel diepe natuurlijke putten die in verbinding staan met de waterlagen in de ondergrond.
Rond Cancun staat het maquis onder water, doch er zijn noch in de stad noch in de hotelzone veel muggen.
Valladolid was een Maya heiligdom dat zoals zovelen werd afgebroken en vervangen door een gigantische maar relatief sobere barokkerk, een groot plein met beelden fontein en Mexicaanse vlag, waaraan het stadhuis en in een renaissance paleis het hotel waar eens de stichter van deze Spaanse stad met haar rechte straten, hof hield.
In de randen van de stad nog hier en daar een wat betere versie van een Maya hut. Verder huizen doorgaans zonder verdieping met plat dak en soms heel verrassende kleurenindeling.
In de kerk een massa heiligen die in de Maya versie van christendom blijkbaar allemaal gelijk zijn aan de zoon van god zelf.
Soms fascinerende beelden, van een ongelooflijke naïeve kunst met soms een echte gruwel vertoning over lijden, martelingen en dood.
We passeren een Maya coöperatieve waar ze allerlei rommel in traditie verkopen en waar we moeten afdingen over de prijs, maar dat lukt niet overal even goed. Ik raak niet aan een panama hoed, ze vragen veel te veel voor een namaakhoed.
Het wordt wat met mijn hoeden, want ik heb er dus geen als ik de brandende zon in het heiligdom moet trotseren. Ik vergat mijn battle dress hoedje en verloor het ’s anderendaags in het hotel, waar de meid het al mee geritst had. Na een fooi kwam het hoedje terug voor de pinnen. In de bussen die hier airco en gratis voor het congres alle betrokken hotels in eindeloze files afrijden, nog eens verloren vandaag, dus nu definitief weg (?)
Chichén Itzà was werkelijk adembenemend. De centrale tempel kon beklommen worden, maar gezien de problemen van heel wat klimmers en vooral dalers (volgens de gids was de klim een fysieke inspanning, maar de afdaling vooral een psychische). Overigens werden heel wat bezoekers destijds boven gewoon geofferd aan de god Chack, die van de regen, want altijd te droog en geen rivieren, noch bergen, dus alleen maar regen in de vennen en vijvers.
De grote waterput werd in de jaren zeventig geëxploreerd en bleek vol met beenderen en heelder skeletten – zelfs van zwangere vrouwen -  te liggen en onnoemelijk veel offergaven.
De hoofdtempel is zoals op vele Maya en Aztekenplaatsen boven oudere pyramidetempels gebouwd. In Chichén Itzà kan je tussen beide tempels binnenin naar de top van de oudere klimmen via een bijzonder smalle 61 trappen hoge gang . Letterlijk adembenemend, benauwend, verschrikkelijk heet, vochtig en glad. En dan boven oog in oog met een turkooizen  Chackmool in zittende houding, klaar om een vers geofferd hart in de schotel op zijn schoot te ontvangen. Die Chackmool menselijke figuren liggen op hun rug en houden de offerschotel tussen hun opgetrokken knieën en hun handen. Ze kijken de toeschouwer en het offer aan met een afwezige blik, alsof het hem niet kan schelen wie of wat er geofferd werd. Achter dit gruwelijk beeld staat een troon in de vorm van een rood geschilderde jaguar waarin tal van jade stenen gelegd. De vochtige hitte en het zweten van de klim maakt het een gruwelijke plaats. Temeer daar je de trap maar een voor een op én af kan.
Het balspelterrein was ook behoorlijk indrukwekkend: en de verhalen van Joshua, overigens naar eigen zeggen een archeoloog buiten het toeristische seizoen, wist er heel wat over te vertellen: hoe ze met heupen, knieën en ellebogen een rubberbal van drie kg door ene ring moesten zien te krijgen waarbij de kapitein op een soort hoger niveau speelde met een slaghout om de zware bal door de ring te slaan. Dan was de opkomst van de zon gegarandeerd voor een hele tijd. Zijn hoofd werd dan volgens de gids afgesneden zodat zoals op het halfverheven beeldhouwwerk waarbij het bloed uit zijn hoofd de aarde bevruchte en de spuitende stralen uit zijn nek de zon tevreden stelden.
Niet moeilijk dat je als Mexicaan eerder voor de verliezerspositie zal kiezen, dan blijft je hoofd tenminste op je romp.
Merkwaardig ook hoe bij de Maya’s en Azteken offers uit het eigen volk en gevangen genomen vijanden zo rustig bleven aanschuiven om gedood te worden als offer voor de goden: het hart werd uit het levende lichaam gesneden met een mes van obsidiaan en daarmee was de god van dit of dat alweer tevreden.
Fascinerend bij de piramide van Chichén Itzà is de gevederde slang die langsheen de trap lijkt te glijden.
Bij lente- en herfstsolstitium komen er nu nog vele tienduizenden mensen kijken hoe – omdat de tempel in 15° buiten de noordzuid as staat – bij de opgaande zon de slang langs de trap uit de hemel lijkt neer te dalen en bij het herfstsolstitium weer naar de hemel lijkt te verdwijnen.
De Maya priesters en heersers moeten zeer goeie astronomen hebben gehad die zoiets perfect konden voorspellen.
Het komt me voor dat die Mayaheersers hun bijna neurotische en fascinerende kennis van de stand van de hemellichamen en hun verbijsterende tijdsberekeningen (kenden kalander van 365 dagen per jaar, verdeeld in 18 maanden van 20 dagen en een extramaand van 5 slechte dagen).
Net zoals er grote ‘beschavingen’ geweest zijn die via gigantische irrigatiewerken een heel volk onder de knoet hielden en bijgevolg maar ook daarom een despotisch regime voerden, heb je bij de Maya’s en Azteken een verbijsterend belang van de tijd, waarmee ze enerzijds de seizoenen konden voorspellen, en anderzijds allerlei cycli konden laten samenvallen, waardoor ze ongeveer om de 52 jaar aan een andere grote cyclus begonnen.
Telkens verlieten ze steden en heiligdommen die ze gebouwd hadden, voor een nieuwe locatie dan wel een nieuwe tempel boven de oudere.
Merkwaardig is bijvoorbeeld ook het verhaal van de Azteken die in Mexico hun stad vestigden omdat daar de adelaar bleef stilzitten op een cactusboom.
Het wapen van Mexico is een adelaar op een cactus die een slang in zijn klauwen houdt: de slang het symbool van de vruchtbaarheid en het leven, de adelaar dat van de goden.
Het lijkt Nietzsche met Zarathoustra wel.
Voor mij is het duidelijk dat de hele Mexicaanse Indianencultuur zowel van de Azteken als de Maya’s erin geslaagd was om een despotisch regime in stand te houden, door een verschrikkelijke terreur, generaties na elkaar op het gewone volk van boeren, ambachtslui en arbeiders, dat in grote hoeveelheden in oorlogen en offers werd uitgedund.
De cyclus van 52 jaar was natuurlijk mooi te voorspellen, en gaf tegelijk een antwoord op een uitgeputte aarde, waar onvoldoende eten  te vinden was. Door enorme werken aan de tempels, door onzekerheid en terreur aan te houden, door de onderdanen te manipuleren met toekomstvoorspellingen werden de heersers en hun priesters zelf god want zij konden de tijd manipuleren. Wanneer dan de Spanjaarden olv Cortez aan kwamen gevaren op zoek naar goud, in een cultuur die sowieso aan een vernieuwende cyclus toe was, en dan bovendien nog pasten in een mythisch verhaal over een god met baard en ros haar die van over de zee zou komen, en zeer goed kon inspelen op de verschrikkelijke haat van de onderworpen volkeren tegen de heersende stam van Maya’s en Azteken, was de overwinning afschrikwekkend, want volgens sommige bronnen stierven binnen enkele jaren 90% van de Indianen ten gevolge van pokken en virusaandoeningen die Cortez en zijn mannen invoerden.
Een dergelijke slachting, leidt niet alleen tot een nederlaag van formaat maar liquideert bovendien grondig een hele samenleving, of wat er nog van rest. En dat minstens gedurende heel vele generaties, zoniet voor eeuwig.
Sommige Indianen werkten al snel mee met de Spanjaarden en kozen voor de nieuwe heersers, die eigenlijk in niet zoveel verschilden van de vorige.
Lawrence schrijft in The Plument Serpent over de oude mythe van het vertrek van de god Quetzalcoatl na de landing van de christenen uit Europa. De oude god met het donkere gezicht ontmoet Jezus. Deze vertelt hem dat hij door zijn vader naar Mexico is gezonden, samen met zijn moeder die de Mexicanen troost zal brengen.
“ En wat ga je doen in Mexico, broeder met de naam Jezus?”
Jezus antwoordt: “Ik ga vrede brengen in Mexico. En ik zal de naakten kleden en de hongerigen voeden en vrede en liefde in hun harten brengen.”
Quetzalcoatl zegt:” Dat is heel goed. Ik ben oud. Ik heb niet veel kunnen uitrichten. Ik moet nu gaan. Vaarwel, volk van Mexico. Vaarwel vreemde broeder, genaamd Jezus. Vaarwel vrouw genaamd Maria. Het is tijd voor mij om te gaan.”
Quetzalcoatl kijkt naar zijn volk, hij omhelst Jezus en Maria en draait zich om.
Langzaam loopt hij weg, maar tot zijn oren dringt het geluid door van het neerhalen van zijn tempels in Mexico. Hij blijft echter doorlopen, langzaam, oud, en vermoeid van een lang leven. Hij beklimt de steile vulkaan, terwijl achter hem het geluid opstijgt van stervende mensen en de vlammen uit de brandende steden slaan.
Hij spreekt tot zichzelf: “Dat zijn vast huilende Mexicanen! Maar ik moet niet luisteren, want Jezus is naar het land gekomen en hij zal de tranen uit alle ogen wissen en zijn moeder zal hen allen gelukkig maken.” Hij zegt ook: “ Dat is beslist Mexico dat brandt. Maar ik moet niet kijken, want alle mensen zullen broeders zijn nu Jezus is gekomen naar dit land!”
Zo bereikt de oude god de top van de berg en kijkt in het blauwe huis van de hemel. En door een deur in de blauwe muur ziet hij een diepe duisternis, en achter die duisternis een grote ster, als een helder verlichte uitgang. Dan stijgt het vuur uit de vulkaan op en hult Quetzalcoatl in veren en vleugels, en op de vleugels van het vuur en de glitter van vonken vliegt Quetzalcoatl op en verdwijnt door de blauwe deur in de duisternis.”

Onvergetelijk is dan nu precies het feit dat de WTO ministerconferentie over vrijhandel hier in Cancun doorgaat. De gelijkenis tussen de metafoor van de Maya en Aztekencultuur die hun mensen in onzekerheid hielden zodat de investeerders – heersers of priesters van de mammon vandaag hun voorspellingen kunnen doen over de toekomst. Als het dan mis begint te lopen na enkele cycli vertrekken de priesters met het geld en de rijkdommen naar elders, een ander ontwikkelingsland dat haar nieuwe economische zone voor ongelimiteerde vrijhandel gewillig ter beschikking stelt voor een nieuwe despotische terreur over haar inwoners – slaven.

Het Chichén Itzà was ook van een flutmuseum voorzien en van een winkelcomplex waar je voor goed geld 22 USD een herinneringsdatum in de Maya kalender kon kopen op leer, katoen of schorspapier. Maar er waren ook heel veel kleine winkeltjes, coöperatieven, waar Maya’s onder het mom van vrijhandel ieder een eigen winkeltje runden. Ergens in het midden van het pak vond ik een kereltje die mooi zilver had met groene natuursteen in de armbanden en nog een en ander. Hij hield ervan af te bieden. En ik dreef hem in de hoek door zijpasjes: dingen bijnemen en een nieuwe prijs laten maken. Zo reed hij zich vast want hij gaf enerzijds zijn beste prijs en anderzijds kon ik dat met andere stukken combineren. Ik kan op mijn gezegende leeftijd blijkbaar nog altijd heel veel sneller hoofdrekenen dan die kerels met hun rekenmachientjes. Ongetwijfeld de blijvende vruchten van het commando – rekenen waarmee mijn vader ons terroriseerde als kind en knaap.
Wanneer ik als een volleerde bieder wegging en elders ging kijken, ging hij in tegenstelling tot de anderen als je zoiets doet niet mee om zijn laatste en beste prijs te komen fluisteren.
Hij wist blijkbaar dat zijn stukken echt nergens anders lagen. Ik moest dus terugkomen.
Enfin, we komen tot een akkoord voor 105 USD, die hij dan met veel zwier omrekent in pesos aan een koers die veel hoger ligt dan wat er aan de bankkassa wat verderop voor gegeven wordt: 1 USD staat daar 9,40 Pesos, Euro daarentegen 10,60 pesos. Hij rekent voor een USD 10,60 pesos. Als ik protesteer wil hij maar tot 10 Pesos terugkrabbelen. Het wordt dus 1050 Pesos. Ik tel er elf van 100 neer terwijl hij de stukken in zakjes steekt.
Hij hertelt en het zijn maar tien briefjes van 100. Zijn wraak voor mijn keihard bieden: 100 pesos in de vingervlugge zakken.
Het restaurant inclusief nadien in de buurt met de gidsen was redelijk mooi, lekker en typisch, met de obligate groep Maya dansers en zangers met schotels, flessen corona en glazen op dienborden op het hoofd rondtollend.
’s Avonds van pure miserie in de intussen bijna helemaal in gigantische kooien afgebouwde buurt van het congrescenter, toch een straat gevonden waar ze voor 5 USD per half uur internetaansluiting gaven. In het hotel is het dubbel zo duur.
Zeer matige sushi gegeten in een Japanse tent. Maya’s – want dat waren alle personeelsleden – lijken soms erg op een klein formaat Japanners.
De negerkoppen van de Olmeken en tal van andere indicaties lijken nu toch wel de theorie dat er geen enkel contact kan geweest zijn tussen Africa, Europa en Amerika op zeer losse schroeven te zetten. Dat de grote groepen Indianen vanuit Siberië over Alaska naar de Amerika’s getrokken zijn, is zeker aanvaardbaar. Dat er echter zelfs in heel vroege periodes zeevaarders geweest zijn die over de oceaan naar Amerika voeren, vele duizenden, zoniet tienduizend jaar voor Columbus en de Vikings, is steeds plausibeler geworden. Ik pieker er al maanden over hoe ze drinkwater maakten vanuit zeewater, want dat was ongetwijfeld het grote probleem bij weken en maanden varen. Moet zeker via een soort destillatie apparatuur geweest zijn van gebakken klei waar de zon het zoute water verhitte en de zoutvrije stoom neersloeg via een gekoelde leiding in een recipiënt voor drinkbaar water.

Dinsdagochtend, briefing in de Louis Michelachtige mastersuite met jacuzzi en kingsizebed naast de bescheidener versie waar ik zit. Niet veel nieuws te rapen.
Ik probeer via de Greenpeace vertegenwoordiging – Wendel Trio – aan een programma te geraken van de alternatieve en antiglobalitische top in het oude Cancun, maar ik hoor voortdurend dat de brug is afgesloten en dat je 50 km om moet rijden langs de weg naar het vliegveld. Anderzijds wist de zaakgelastigde te vertellen dat het in Seatle en Genua zo erg was dat je als delegatielid best niet buiten kwam want je werd opgesloten door de antiglobalisten omdat ze als ordewoord hadden om zoveel mogelijk delegées weg te houden van de conferentie.
Geert V VLD en K L zaten in de Inter Parlementaire Conferentie die een eindeloos gezever bleek en waar ik een goed gesprek had met Jan Dhaene, Agalev opvolger van Lucas Vanderthaelen in het Europees parlement. Leuke kerel, weet dat zijn dagen geteld zijn, gezien ze daar de voorkeur geven aan Bart Staes wegens binnengehaald van de VU.
K verliest zich graag in parlementaire belangwekkende initiatieven, ze lijkt niet echt de nodige streetcredibility te hebben.
Jan mocht niet mee naar de Convention Center wegens fout pasjes, als MEP die niet in een delegatie zit, mag hij de loopbruggen niet over van de kleine mannetjes.
Daarbinnen was het een gekte van jewelste want wat bleek, Lamy en Fischler waren net een fijne persconferentie aan het geven, waarbij ze duidelijk stelden – als een extra drukkingsmiddel – dat de EU bereid was om haar subsidies voor landbouwproducten export te stoppen voor die producten die de ontwikkelingslanden belangrijk achtten voor hun landbouw die ze dan konden exporteren.
Een ferme slag op de tafel, die bleef nazinderen.
Ter plekke waren ook heel wat computers waar je zelf op internet kon, nog eens een paar mails nagekeken.
Dan met de bus naar Fiesta Americana Condessa, een 5 km verder waar de conferentie van de Socialistische Internationale doorging en ik nog net verwittigd was door S T, verantwoordelijk voor de internationale contacten van de sp.a.
Chileense voorzitter, heel weinig volk, een derde Belgen van vakbond, PS en ik dus, met wat kabinetmedewerkers.
De voorzitter drukte de hoop uit dat er los van de regeringsstandpunten toch zinnige dingen zouden gezegd worden, van naïviteit gesproken!
Eerst een hele discussie over landbouw waar een Argentijn de Lamy vergelijking van olifanten voor EU en US bezigde. Ik heb dat even aangevuld met de pc waarin ik begrepen had dat hij sprak over een akkoord van de muizen over wat ze van die olifanten verwachten.
Opvallend was de matheid, de ongelooflijke sufheid die van die Internationale afstraalde, alsof ze zaten te wachten op een doodsteek.
Tot Harlem Désir die voor de Franse PS  in het EU parlement zit een uiteenzetting begon, goed onderbouwd en boeiend. Hij is overigens een erg goed spreker.
Zweden en ook Finland blijven tegen wringen, de Italianen leuteren nog wat. De enige Afrikaan is een blanke van het ANC die ook vlug weggaat.
Argentina komt met een vrouw goed tussen. Nicaraguaanse parlementaire ook redelijk voor de Sandinisten tegen de vrijhandel en het dumpen van landbouwproducten op hun markten waar ze de boeren iedere zin en ook mogelijkheid in productie ontnemen.
Ze ronden af als de Mexicanen binnenkomen, want die moeten zeker wat vertellen: iemand van de PRI, die zich als eeuwenoude ‘revolutionaire’ institutionele (!) partij van Mexicaans links() bij de Socialistische Internationale had aangesloten, wat een andere boerenpartij ook gedaan had en dus moesten ze allebei veel zeggen zonder veel inhoud. De tweede had schrik voor mogelijke rellen morgen bij de grote betoging.
Ik dacht aan Viva La Muerte!
Ze zouden over landbouw een communiqué lanceren waarin ze de hoop uitdrukten dat de WTO in landbouw vooruitgang zou maken.
Ik had het onwezenlijke gevoel onnozel te worden: socialistische internationale en geen zinnige verklaring.
Wanneer ze over de Singapore new issues begonnen ben ik dan tussengekomen en heb ik in mijn beste Frans en dat liep bijzonder goed, een vurig pleidooi gehouden om als socialisten aan de vele duizenden arme boeren in Cancun en de vele miljoenen in de  rest van de wereld een boodschap te brengen waarin duidelijk zou zijn wat voor ons het verschil is, waar wij voor staan : solidariteit eerder dan vrije markt, steun en samenwerking eerder dan een land, een volk over te leveren aan de regels van de investeerders om te vermijden dat mensen blijven sterven van de honger én van de dorst gezien de maneuvers over water. Lamy verzette zich met hand en tand tegen sociale voorwaarden aan productie in derde wereld landen.
Harlem Désir en zijn helper maakten de zaak verder degelijk af.
Mijn pied dans le plat was in ieder geval gezet.
Harlem bedankte me nadien uitvoerig voor mijn tussenkomst die de zaak deed doorslaan in het Frans Belgische voordeel. Argentina was erg blij. Zweden erg sip, daar zei de medewerkster van de minister zelfs dat ze van de 70 jaar 61 jaar aan de macht zijn en dat zij samen met alle andere partijen voor vrijhandel zijn over de hele wereld

Woensdag 10 september 2003

Vanochtend vroeg naar het Congrescentrum, waar dus geen echte onthaalfaciliteiten. Privatisering van openbare diensten betekent dus ook dat onthaal, drank en koffie allemaal door privé firma’s gedaan worden en dat er dus moet voor betaald worden, en geen klein beetje.
Vooraf was er een hoop gezever geweest over wie binnen zou mogen, wie een stoel zou hebben. Ik heb op mijn strepen gestaan en zat dus goed.
Intussen is de zaal volgelopen  en worden in laatste instantie fervente dassendragers op het podium ontdast, want de dresscode is zonder das en in hemd.
We zullen snel begrijpen waarom. De meeste Noordelijke delegaties zijn dus in hemd zonder das en zonder jas, zuiderse landen zoals Italië en Spanje presenteren nog ministers met alles erop en eraan: achter mij zit de Spaanse minister van buitenlandse handel in een pak te zweten met een blauw hemd en een roze das, waarbij een deerne naast hem voortdurend met een waaier haar chef en zichzelf enige koelte toewaait. Hij sluit voortdurend zijn ogen en slaapt wat, ongeveer mijn leeftijd en formaat. De dresscode is duidelijke een bijzonder boeiend fenomeen: de Afrikaanse landen hebben doorgaans een chef of aanverwante in traditionele klederdracht met lange kleren, kleurige stoffen en hoofddeksels, de rest van die delegaties zit er lekker stijf in een twee- of driedelig pak met aangepast hemd en sjieke das bij.  Zo’n beetje als in mijn jeugd: wanneer de intellectuelen de das en kostuum afzworen, bleken na verloop van tijd alleen nog de betere arbeiders en bedienden, de werkende mensen dus, in kostuum met das te lopen.
Het wachten werd dan tot slot beloond door de intrede als een soort deus ex machina van de Mexicaanse president Vincente Fox, groot, snor en in hemdsmouwen zonder das, die toelaat dat er enkele tientallen mensen van de NGO’s protesteren in de zaal, eerst stil met bordjes tegen het ondemocratische karakter van de WTO, dan luid scanderend, gedurende ruim een kwartier, waarna ze van puur miserie maar naar buiten gegaan zijn om daar een persconferentie te geven. Intussen gingen de diverse toespraken gewoon door.
Buiten mochten gisteren al een 500 antiglobalisten van bedenkelijk allooi en bizarre outfit wat lawaai maken aan het congrescentrum, inclusief een bestorming van de hekken en het ontbloten van weelderige borsten door enkele manifestanten
Ik heb het gevoel dat Fox – toch de oud chef van Coca Cola in Mexico – het bijzonder slim en goed speelt. Zijn toespraak was schitterend, na de vervanger van Koffi Annan. Hij was als een soort van hardwerkende president aangekomen en in die outfit regelde hij bij wijze van spreken het hele congres. Gaf iedereen die een toespraak hield uitgebreid handjes en schouderklopjes. Intussen kwam er regelmatig een verbindingsofficier berichten brengen – genre het gedrag van de koelies van de Noord Koreaanse president.
Als hij zelf zou gaan speachen, kwamen de kleine mannetjes snel toegelopen met het presidentieel rostrum, wat hij met een verveeld gebaar afwees, waarna de mannetjes de zaak op de kant achterlieten en verdwenen want Vincente ging zelf aan het normale spreekgestoelte staan en begon daar een speach om u tegen te zeggen, redelijk kritisch tegenover de voorzitter van WTO die kwam vertellen dat vrije handel alles zou oplossen en dat dit in essentie moest gekoppeld worden aan hulp voor de sukkelende en arme landen en dan zal alles prima verlopen. Alleen als er vertrouwen is in de wereldhandel komt er een echte injectie en dan zal alles weer fijn evolueren. De dresscode speelt sommige kopstukken op het podium parten: zeer dure maathemden, met grote manchetomslagen en dito knopen, hoogopgezette kragen die plots met twee knopen openmoeten liggen om te laten zien dat er gewerkt wordt. Al goed dat Koffi Anan zelf niet gekomen is, want die kan ik me helemaal niet voorstellen in een open hemd zonder das noch jas.
Zijn vervanger was schitterend: de technische onderwerpen en problemen zijn niet zo duidelijk voor iedereen als de slachtoffers van oorlogen, maar er vallen door die oneerlijke handel meer slachtoffer dan door geweld en oorlogen. Deze slachtoffers vallen bij de miljoenen. Hij pleitte actief tegen tol- en subsidiebarrières en voor het aanmoedigen van handel op eerlijke basis. Hij haalde als een mooi resultaat de TRIPS akkoorden aan en wees op de noodzaak om subsidies voor landbouw te stoppen in de rijke landen, omdat subsidies meestal dienen om zwakke economische onderdelen te ondersteunen, zeker een zwakke landbouw. Zo worden de belastingsbetalers van die landen twee keer opgelicht: een keer als belastingsbetaler voor de subsidies, een tweede keer als consumenten die teveel betalen.
Vrijhandel kan niet bij ontwikkelingslanden een soort vrijbrief worden waarmee hun economie wordt overgeleverd aan sterke interventies van externe investeerders. Zij behoeven zeker hulp om voorzichtige stappen te zetten die geen ravages mogen aanrichten in hun economie. Hij riep op om neen te zeggen aan een handel die hulp zou ondermijnen. ‘Let Cancun send a message of hope!
Dan volgt Vincente  Fox die een mooi pleidooi houdt voor de vrede en tegen conflicten in de wereld, een pleidooi voor het stimuleren van de handel die multilateraal moet gesteund worden. Hij is ook voor de Trips akkoorden, in Mexico is volgens hem jaarlijks een daling van 17% van extreme armoede. Hij pleitte voor vrijhandel als een drive tegen tarief en subsidiegrenzen. De mondialisering mag volgens hem niet gemaquilleerd worden. Hij eiste de rol van leider van de derde wereld landen op: eerste exporteur van Latijns Amerika, 8ste van de wereld, door dat er na zijn speach een goed onderhouden applaus ontstond met nadien zelfs een staande ovatie waarbij alleen het middengedeelte, nlk de USA bleef zitten. Europa zat uiterst links en stond grotendeels recht. Australië is hier ook zeer opvallend aanwezig en komt meer en meer naar voor als en supermacht van Zuidoost Azië.
Het is eigenlijk een raar gevoel op zo’n wereldconferentie: je bent er als Vlaming, Belg en eigenlijk lid van de Europese Unie, die duidelijk een hoofdrol speelt en die de rest van de wereld in de ogen kijkt, niet als een of ander onnozel landje aan de Noordzee, maar als de grootste economische macht van de hele wereld, en dat zonder pretentie, zonder haat, zonder leger dat de helft van de wereld terroriseert, en in lokalen die verbleken tegenover Australië en Frankrijk.
Nadien iets gegeten in het VIP restaurant, treffelijk en niet zo duur, maar wat VIP hier betekent is me niet echt duidelijk, want je ziet het als keten overal in Cancun zelf ook.
Dan eens gaan zwemmen in de Caraïbische zee: zeer warm en zeer zout water, bijzonder poederachtig fijn en wit zand. Meeuwen die komen bedelen om eten van mensen die lunchen aan het strand en tegen de achtergrond een patrouilleboot van de Mexicaanse marine.
Nog eerst een reactie op lamentabele opiniestuk van Leo Neels tegen mijn aanval op de wilde prijzenpolitiek van de farmaceutisch industrie doorgestuurd voor de Standaard en dan naar de bus voor Cancun centrum waar een betoging zou plaats hebben.
De bus reed tot ruim vier km voor de stad. In de gloeiende zon, nauwelijks schaduw ben ik zonder water en zonder hoed aan de mars begonnen, want geen bus of taxi reed verder, alleen politiewagens reden af en aan en geen van hen reageerde op mijn verzoek om mee te mogen rijden, meewarig , ze hadden er zelfs smul in: een onnozele gringo die zo naar Cancun wil. Fox intussen vervloekend als repressieve tolerantiepresident sukkelde ik verder: ze kunnen een beetje komen protesteren maar iedereen die ernaar toe wil wordt gedwongen 4 km door de hitte te stappen, het was afschrikwekkend en ik heb het – zij het in de laatste halve kilometer redelijk zwijmelend met kloppende slapen en zwellende handen – volbracht. Het laatste stuk nam het aantal politiewagens toe en op een groot plein onder de bomen stonden tientallen vrachtwagens, waterkanonnen, brandweerwagens en traangaswerpers. En dan zag ik de rand van de dwarsstraat met honderden donkerblauwe kleine mannetjes met helmen, kogelvrije vesten, schilden en stokken die achter een compleet overhoop gehaalde hekken constructie de wacht hielden. Een journalist wist te vertellen dat er net een zware slag geleverd was en dat een Koreaan zich zwaar gewond had bij het zeulen met een reuzendraak, symbolisch de WTO, die dan ook nog in brand sukkelde. Het was eigenlijk veel erger: het bleek op de tv beelden ’s avonds een Koreaanse recidivist van zelfmoordpogingen te zijn, hij had in 1993 al eens een poging ondernomen, maar toen was hij gered door zeer snel optreden van de hulpdiensten. Hij klom boven op het hekken en stak daar een scherp voorwerp of een mes in zijn eigen hart, om dan met veel misbaar naar beneden te rollen in de armen van zijn collega’s: hara kiri in Cancun. En dan zijn er nog die dat durven verdedigen met de uitleg dat het tot de Koreaanse cultuur behoort. Mooie cultuur, dan kan je toch geen blijken van medeleven verwachten. Als je hier dan je nikkel afdraait voor een cultuur waar mensen gerespecteerd worden, waar ook individuen kunnen leven wanneer ze protesteren zonder zelfmoord te plegen, en  wanneer dan zo iemand voor de zoveelste keer publiek zelfmoord pleegt, pure pathetiek, waar ze in Korea én in Latijns Amerika aan dood blijven gaan, van ellende weliswaar.
Er hing een geur van verbrande teer, traangas en uitlaatgassen.
Een cameraman van Fox die een foto van mij wou helpen nemen, gaf me een fles van een halve liter van hun reuze koelbox, nadat ik vergeefs in het benzinestation water gaan zoeken was: achteraan was een kraantje aan de muur waar de kleine mannetjes van dronken. Ook geprobeerd, het water was warm en smaakte niet lekker. De koele fles van de Amerikaan was een genot, ik mocht ze houden voor de rest. Ik ben daar het cordon gegaan, ze lieten me vlotjes door als delegado van het WTO en zag dan voor hun neus een jonge vrouw zeer verwijtend  op de grond zitten voor een met Mexicaanse maïs geschreven boodschap : NO OMC!
Ze had een groot en verwijtend, eerder zelfs bezwerend, zekerheidsgehalte.
Wat op afstand stonden drie Maya meisjes giechelend naar het schouwspel te kijken en waren dus niet op school – ook al is het onderwijs gratis, zij konden geen uniform en geen boeken kopen en vonden mijn vraag eerder raar. Ze verkochten liever kleurige riemen, ik had er twee aan elkaar nodig wegens te klein Ze wilden absoluut niet op de foto, alleen als ik ze 100 pesos gaf. Te voet naar het centrum van Cancun, de nieuwe stad van officieel 500.000 inwoners, de helft van de hele nieuwe deelstaat Quintana Roo. Officieus leven er echter meer dan 800.000 mensen in dit reusachtige dertig jaar oude en snel uitdijend centrum, gebouwd op een plaats waar werkelijk geen kip woonde behoudens een verloren visser uit de film over Caraïbische stranden en lagunes. Brede boulevards met leuke zijstraten waar veel restaurants en zeer veel trieste winkels. Een stuk achteraan gelegen terrein een groot volksfeestplein voor optredens met een vies tentenkamp waar ze dokters, journalisten en schilders vroegen. Dat was een deel van het revolutionaire antiglobalistenkamp. Ze noemen ze hier de globalofobistas. Dat er aan hun geestelijke vermogens iets mankeert is mij intussen duidelijk geworden.
Een deel van de militanten zat te zuipen en shit te smoren bij een kiosk waar ze eten en vooral veel bier verkochten. Anderen stelden tafeltjes op met de gebruikelijke prularia.
Bizarre spandoeken: « La Unica Solution es la Revolucion! »en dat soort van antieke onzin.
Gezien nergens iets te beleven iets gegeten op de Avenida Tulum: de vis is hier overal van bijzondere kwaliteit, zeer lekker en redelijk duur, een derde minder dan in de Hotelzone die in de vorm van een 7 aansluit om een lagune waar ongelooflijk veel Amerikaanse hotels huishouden en waar heel veel ‘all in’-formules opgeld maken te zien aan de armbandjes die nogal wat koppels die de bus nemen naar het uitgangscentrum om de pols hebben.
Daarna met bus R1 terug naar de Hotelzone via de weg naar het vliegveld, een omweg van makkelijk 45 km extra. Hij rekende me 26 pesos, wat ik bijzonder goedkoop vond. Later zou blijken dat hij me voor 20 pesos, 2 Euro opgelicht had: een busticket kost slechts 6 pesos!

Donderdag 11 september 2003

Vandaag is het dertig jaar geleden dat de Chileense generaal Pinochet een staatsgreep pleegde tegen de democratisch verkozen linkse regering van Salvador Allende, die voor een nationalistische koers tegen de uitverkoop van Chili aan de USA was.
Ik herinner me als de dag van gisteren hoe ik ’s avonds laat een telefoon kreeg van Ludo Martens – ik zat op het Rode Boek in de Tiensestraat – die mij een pamflet van twee of drie bladzijden dicteerde om te stencilen. Ik heb me toen uiteraard van mijn militante plicht gekweten en het hele verhaal in de gedicteerde volgorde uitgetikt op stencils en die op duizenden exemplaren afgedraaid, waarop de militanten van MLB deze ’s anderendaags ’s middags bedeelden aan de Alma’s waar nog studenten kwamen, wegens academiejaar in die tijd pas van start op 15 oktober. Ik had de titels van Ludo, waarvan de eerste aankloeg dat Allende een ellendeling was die als revisionist geen wapens aan het volk had willen geven en dus zelf verantwoordelijk was voor de staatsgreep.
Het woord van de chef was wet, toen toch. Nadien veel discussie en ambras over die volgorde van de titels, waar Martens niet van wou toegeven dat hij ze zo had gedicteerd: neen, het was mijn schuld dat die volgorde zo was en  niet anders, hij had die volgorde open gelaten.
Die staatsgreep in Chili en de verdere militarisering van de dictaturen in Latijns Amerika heeft eigenlijk onze hele jeugd en ons leven bepaald.
Bij hoevelen werd dit niet de roep om solidariteit te betuigen met de volkeren van Latijns Amerika, wie had Che niet boven zijn bed hangen, wie had zijn Boliviaans dagboek niet gelezen, de filmen niet gezien. Ik ben in 1974 in het voorjaar nog met Boudewijn Deckers naar Frankfurt geweest voor een congres van de Anti Imperialistische verenigingen – nu heten die de globalofobisten – waar Joshka Fischer sprak als lid van de Anti Imperialistische Bundniss of zoiets. We hebben daar nog vergaderd met leden van de Chileense MIR die geld voor wapens van ons wilden hebben om de gewapende strijd te kunnen voortzetten.
Ongetwijfeld waren het een stel hufters die in Europa schoon weer kwamen spelen met het solidariteitsgeld, maar toen was ik nog vol van de kameraden die de revolutie met het wapen in de hand hadden verdedigd.
Dertig jaar later, zit ik nu in Mexico, en zoek in Cancun het antiglobalisme en kom in de Casa de la Cultura waar niets te beleven is, behalve wat prietpraat voor Cuba op een affiche, een stinkend tentenkampje waar een soort zigeuners van hier vuil bijeenhalen, met veel mobiele toiletten om het plein, stomdronken of sufgepafte globalofobisten, Maya’s met hun hele winkel aan tapijten, beeldjes en bandjes die ze verkopen aan de solidariteitsmilitanten, die even weg zijn of hun roes uitslapen.
Ik had ’s morgens een uitgebreide discussie met een journalist van De Morgen en nadien met de man van Mo*, zeer boeiend en vermoedelijk goed voor een paar artikels op termijn.
Na de mails geprobeerd om de communiqués aan Stevaert te mailen doch op drie plaatsen niet haalbaar wegens overbelaste lijnen, zelfs in het hotel voor 5 USD per blad (!) lukte het niet. Di Ruppo heeft getekend, laten weten dat de PS het maar moet bezorgen, want hij de sp.a interesse is toch maar zeer matig als het buiten de Dorpsstraat gebeurt. Dat zou nadien nog maar eens blijken volgens De Morgen waarbij een vraag over Cancun niet tot zijn materie behoorde.
Met de bus naar Cancun en weer vast aan een roadblock, helemaal terug en vanaf de brug aan de lagune met een bus mee R2, die compleet Cancun doorrijdt naar god weet waar, al stond er Wall Market 28 op – heel Cancun lijkt ingedeeld in wijken rond een overdekte markt of supermarkt. De bus reed maar verder door hele wijken waar nog echte Maya hutten stonden, en verder lage huisjes met een plat dak, overal enorme verkeersdrempels die het verkeer echt afremmen. De weg werd alsmaar slechter, vol gaten en hier en daar waterplassen. Ik was veel te ver meegereden tot aan de rand van de boomtown . De chauffeur raadde me aan de bus terug te nemen in de ander richting.
Het was een vriendelijke buurt, een ijsje gegeten wegens vreselijke honger, gelukkig had ik nu water bij. Iets eten leek me daar riskant ook al waren de prijzen nog geen derde van in het centrum van Cancun, en geen tiende van de Hotelzone.
De dame van het ijshokje zei me van een taxi te nemen want ik zou nooit uit die wijk wegraken met die bussen.
Zeer dikke taxichauffeur die de hele tijd een soort vrucht met veel pitten in het vruchtvlees at onder het rijden en de pitten naar buiten spuwde, reed me naar de Casa de la Cultura: 15 pesos en vermits daar werkelijk geen nuchter mens te bekennen was, behoudens degene die de koer aan het kuisen was, een andere taxi dan naar Hotel Margaritas waar allerlei antiglobalisten congressen doorgingen. Eerst bijzonder goed gegeten in de buurtent met Mexicaans orkest: langoustinnen in spek gewikkeld en nadien kreeft voor 350 pesos met bier en de obligate tako hapjes. Nog nergens deftige wijn gezien in Mexico.
Dan de meetings: het drama was compleet.
Een grote lange zaal waarin een honderdtal mensen aan het luisteren waren naar een mooi meisje die een verklaring in het Spaans aan het voorlezen was waar iedereen van in het slaap viel over revolutie en solidariteit en verenigd en die intussen bejaarde fraseologie van dertig jaar geleden.
Ik werd er onpasselijk van. In de zaal en daarbuiten versufte jongeren, zeer zelfverzekerde Europese meisjes van om en bij de twintig met veel Maya prullaria behangen, de gekende soort en dan een speciale Noordamerikaanse variante van oudere dames die er dertig jaar geleden ook al bij waren, zij het jonger, mooier en levendiger.
Ik vond het vreselijk en ben er weggevlucht. Alles vol papieren en stencils en publicaties in heelder pakken, die niemand meenam een beetje zoals in het WTO perscentrum waar ze ook de hele dag bergen papier uitstallen over van alles en nog wat.
Ik ben naar een gigantisch warenhuis, een soort Wijnegem shoppingcenter gereden met een taxi in de hoop een hoed of panama te vinden: tientallen winkels afgelopen, gigantische supermarkten waar ze alles verkochten van autobanden over fietsen, winterkleding tot maandverband en voeding, maar nergens hoeden of panama’s, alleen van die debiele Amerikaanse basketballpetten. Zelfs bij Penney – waar buiten de vele verkopers en ikzelf nauwelijks volk te bekennen was – hadden ze niets.
Duidelijk uit het winkelbezoek was de mode – voorkeur die heel veel aansluit bij de Amerikaanse middenklasse: veel frul en bizarre pastelkleuren. Haargel wordt in potten van 5 liter verkocht, de Mexicanen houden blijkbaar van zeer felle kleuren.
Buiten was een gezondheidscentrum bij een apotheek die zoals hier op veel plaatsen goedkope generische geneesmiddelen aanbiedt, met veel reclame slogans.
Op CNN bleek uit een reportage dat in de VS nu ook de farmaceutische lobby in de problemen gaat komen: er zijn door een slimme kerel maar liefst 80 winkels opgericht waar je op doktersvoorschrift pillen kan kopen die een fractie kosten van de gebruikelijke apotheken. De man betrekt zijn pillen uit Canada waar de medicijnen voor hem soms nog maar 15 pct kosten van wat de patiënt in de VS moet betalen. De FDA gaat op klacht van de farmasector zijn R/ winkels sluiten. Gisteren toch nog, vandaag lijkt het er al minder op.
Het schrijnende verschil tussen het enorme shoppingscenter enerzijds – en zo zijn er verschillende, ik heb er zelfs een gigantische Carrefour gezien – die gebouwd zijn met het oog op een enorme groei van de stad en vooral de middenklasse van die stad – en de buitenwijken waar ik in versukkeld was, blijft me achtervolgen.
In de verkoopcentra blijven de mensen naast elkaar en zonder onderling contact door de vrij lege winkels lopen, inclusief vele bewakers en buiten veel politie.
In de buitenwijken een duidelijk wijkleven, waar ongeveer iedereen elkaar kent en in het oog kan houden en dus geen politie te zien.
De bus terug was een absolute cowboy die voor 6 pesos met een, zij het redelijk nieuwe lijnbus R1 met zijn eigen gettoblaster keihard aan een razend tempo naar het hotel reed.
De debriefing met minister Moerman stelde niets voor. Het is duidelijk dat iedereen bij ons zit te wachten op Louis Michel.
EU lijkt steeds duidelijker een progressief standpunt te verdedigen tegenover de USA en voor de intussen G24 landen.

Vrijdag, 12 september 2003

Eerst condoléancetekst gaan schrijven in het boek voor de vermoorde Zweedse minister van buitenlandse zaken, Anna Lindh, een overigens erg mooie, met nog jonge kinderen, en naar verluidt bijzonder verstandige dame.
Omdat de grote bijeenkomst van de vakbonden in Teatro Cancun zou doorgaan vanaf 10 uur ben ik daar ontieglijk vroeg naartoe gereden met de bus, die eens te meer werd teruggestuurd aan de blokkades van de kortste weg en er dan ruim een uur over deed om bij dat fameus Teatro gebouw terecht te komen, waarbij dit in reconstructie bleek en iemand me wist te vertellen dat er nog een Teatro de Cancun was in de hotelzone. Ik was er dus vlakbij geweest en moest dus de bus terugnemen. Eerst een taxi tot aan de ‘demarcatiezone’ – bleek dat de taxi’s van Cancun, die van de 15 peso per rit, niet in de hotelzone mogen komen, anders ook niet!
Dan een overvolle bus die zich muurvast reed in een file van 10 km aan een eerste checkpoint en dit nog eens deed aan de brug langs de zuidkant van de lagune. Al die tijd, bijna 2 uur rechtgestaan in een gloeiend hete en bomvolle bus. Ik heb het dan maar als een soort van solidariteit proberen te ervaren.
Wanneer ik rond 11.30 uur aankwam in het Teatro in kwestie hoorde ik al van ver het applaus in golven.
Het was een redelijk mooi en groot wat traditioneel Maya gebouw met rieten dak dus, en boven een soort museum van volkskunst waar je 5 USD moest betalen voor wat naïeve flauwe kul die nog eens in de winkel als koopwaar werd aangeboden.
Ik moest mijn naam opgeven en voor welke vakbond ik er was, waarna de zaal al voor 2/3 vol bleek te zitten, de helft met een wit t shirt aan, Oxfam organiseerde het samen met de vakbonden die internationaal niet bij de organisatie waar het ABVV zit, zijn aangesloten.
Maar geen nood, er was geen verschil in theater: ze waren al een uur bezig met de lijst voor te lezen van alle aanwezigen met al hun titels en functies, waarna bruisend applaus, als het Cubanen waren, staande ovatie met scanderen van slogans “Cuba si, Cancun no!”
Regelmatig ook gezwaai met rode vlaggen en vooraan in de schijnwerpers een rij van 20 eminente vakbondsbonzen.
Ik heb dit soort publieke zelfbevrediging ruim een uur aanschouwd en ben naar buiten gelopen omdat ik misselijk dreigde te worden, niet van de redelijk goeie airco, wel van de waanzin.
Was dit vroeger in onze jeugd ook zo erg?
Vermoedelijk wel. Klaarkomen van zwaaiende vlaggen en slogans, terwijl de rest van de wereld er geen fluit rekening mee hield. Denken dat je iets kan realiseren in een soort van ons kent ons solidariteit tegen de boze wereld daarbuiten, doch niet willen of kunnen beseffen dat de wereld daarbuiten met een heel andere agenda bezig is.
Misschien was het toen nog niet zo erg als vandaag. Het was werkelijk pathetisch!
Daarna etentje van de aanwezige socialistische aanhorigen van de kabinetten ed. op kosten van de beide soc kabinetten. Redelijk eten, ik zat naast een diplomaat die vier jaar Rusland , een jaar NY achter de rug had en intussen al één keer gescheiden. Blijkt verschrikkelijk probleem voor de partners van diplomaten te zijn, die als ze meegaan naar de posten in het buitenland niets meer kunnen, of mogen doen buiten thuis zitten en onnozel worden.
De jonge macho kerels op de Franstalige kabinetten, hebben een hoog dédain gehalte: genre, wij hebben alles onder controle en wij doen de zaak draaien. Ik begrijp nu beter hoe de ellende met dat kabinet van Vanderbiest destijds is kunnen ontstaan, met dat soort volk is zoiets evident.
De interparlementaire bijeenkomst waar K L – onze PS députée in de Kamer voor Brussel -  haar karretje dicht bij Harlem Désir vastklinkt, was alweer een echte catastrofe. Na de vorige zitting waren er heel wat amendementen ingediend voor een tekst die moest komen, doch er was niet veel van terug te vinden in de slottekst, waarbij flink wat protest. Erika Mann (!) als voorzitter van de resolutiecommissie kon er niet mee lachen. Dan startte een eindeloze reeks verklaringen van ongeveer iedereen die zijn naam in de boekjes wil vereeuwigd zien die uren duurde en intussen knutselden ze wat aan de resolutie, die tenslotte alle heikele punten onder de mat moffelde.
K stelt intellectueel duidelijk niets voor, wordt voorgekauwde praatjes gevoerd en kan zelf nauwelijks met iets origineels of vernieuwend voor de dag komen, in tegenstelling met Harlem Désir van “Touche pas à mon pôte” van destijds. Intelligente en sympathieke kerel als EU parlementslid voor de PS.
Intussen naar de enorme ontmoeting met Eurocommissaris Lamy geweest die voor een paar honderd ngo – mensen – tegenwoordig dus ook vertegenwoordigers van alle mogelijke belangengroepen van de industrie en kapitaalsgroepen – vragen beantwoordde: hij lijkt echt op kapitein Spock, draagt nog steeds het zelfde jasje en dezelfde jeans van in het vliegtuig en de op de persconferenties die ik gezien heb van hem.
Ongelooflijk handige kerel, schitterende replieken. Duidelijk een heel ander kaliber dan de dames en heren ministers die ik hier al bezig gezien heb. Straks de Big Loulou, eens benieuwd wat die gaat vertellen. Hij begon ook met een persconferentie.
Lamy antwoordde dat de vraag naar sociale clausules voor import in Europa niet haalbaar waren gezien noch Australië, Nieuw Zeeland, noch Noorwegen en zeker US noch Canada eraan toe waren en dat daar dus een belangrijke taak ligt voor de ngo’s om in die landen beweging te krijgen.
Over de Singapore issues bleef hij vaag, dat is niet aan de orde en daar moet je niet bang voor zijn.
Lamy is – ook al ben ik niet echt akkoord met al zijn standpunten – een zeer groot politicus en een geslepen strateeg.

’s Avonds was le bon bonbon Napoléon initieel niet present en moesten we het in de debriefing zoals dat hier in het jargon heet, stellen met Fientje Moerman, die de kraag van haar jas of hemd hoog moet zetten om zichzelf enig volume te geven. Het staat haar schattig net als haar opgeföhned haar, maar volume ontbeert ze hoe dan ook, en geen klein beetje. Ambassadeur Liliane  Bloem, steeds even vriendelijk, houdt zich dan aan de algemene praatjes en dat was het dan, was het niet dat dan plots toch Louis Michel in hoogsteigen persoon binnengesukkeld kwam: hij stapt nu ook al heel slecht, roos hemd open, zonder das, maar wel pochetje in de correcte rode kleur op zijn plaats. Hij zei nauwelijks wat, en we mochten dus beschikken. Morgen grote betoging, maar gezien de flauwe kul van de voorbije dagen en de bloempotfunctie als Belgisch senator naar de toespraak van de grote chef.
Zondag misschien een alternatieve bezoekronde met iemand van de alternatieve Cancunronde, maar wat ik er tot op heden van heb kunnen zien en horen, eigenlijk geen zin.
Nadien gaan eten in een buurtrestaurantje met Lode Delputte van De Morgen en Jan Dhaene, EU parlementslid van Agalev, die Lodes reis betaalt heeft via zijn fractie, en in ruil dus een mooi interview in De Morgen kreeg. Wat hij van mij heeft opgenomen, heeft hij ietwat uit zijn verband gerukt en fors ingekort weergegeven. Het stuk over de legitimiteit leek me duidelijk en correct.
Lode is van Diksmuide en heeft Romaanse gedaan in Leuven en nadien in Portugal en nog op een paar plaatsen  gestudeerd, tot zelfs op kosten van De Morgen een licentie aan de ULB in staatsvorming in Columbia. Hij bevestigt ten overvloede mijn vermoeden over de Latijnsamerikaanse linkse beweging die vooral met zichzelf bezig is en liever rechtstaand wil sterven dan op de knieën verder kruipen, ook al levert dat veel meer op.
We hebben daar een Daqhieri of zoiets gedronken, de favoriete drank van Ernest Hemingway in Cuba: heel veel gemalen ijs, limoen, massa’s Habanna Club rum, fruitsap en een paar druppels langostino of een soort Worcestershiresaus. Bijzonder lekker, maar behoorlijk riskante coupe.

Zaterdag, 13 september 2003

Mexico’s nationale feestdag of zoiets en vanochtend Louis Michel in roos hemd met blauw pak en rode das en pochetje in actie gezien en gehoord in het Conventiecenrum waar hij Cancun, België en de wereld toesprak en een paar zeer opmerkenswaardige uitspraken deed, naar verluidt grotendeels zelf geschreven en schitterende geformuleerde speach.
Hij pleitte voor het primaat van de politiek, de stem van de burger , tegen het terrorisme dat het heiligste en mooiste in de mensheid doodt, de prachtige gevoelens die uit de intelligentie en het hart van de mens voortspruiten: verdraagzaamheid, recht op verscheidenheid, rechtvaardigheid, solidariteit en vrijheid: het goede.
Hij wees de WHO op zijn cruciale rol en verantwoordelijkheid om van de wereldhandel een instrument te maken voor herverdeling en draagbare menselijke ontwikkeling.
Hij had het over de jongeren zonder toekomst die trappen in demonische beloften over het paradijs in een andere wereld wanneer ze de hel op deze aarde scheppen.
Hij had het over de EU landbouwpolitiek die een belangrijke verandering doormaakt en zal bijdragen tot een voedselsoevereiniteit van het zuiden door hun eigen productie en hun uitvoer van landbouwproductie te bevorderen.
Zolang de onderhandelingen en conferenties enkel planetaire gesprekken zonder dag van morgen blijven, zal de politiek niet het primaat hebben en het algemeen belang verliezen.
Essentieel is de coherentie, waarbij de WHO synergieën en acties met andere internationale organisaties dient te ontwikkelen, de internationale bank, het IMF en de Internationale Organisatie van de Arbeid.
“Is het geen tijd geworden om de oprichting voor te stellen van een echte Economische en Sociale Wereldraad, waarvan de politieke macht zijn legitimiteit en zijn efficiëntie zoals de Veiligheidsraad van de VN in rechte komt, maar daarbij een representativiteitscriterium met regionale dimensie om meer transparantie te creëren. Referenties zijn daarvoor te vinden in verschillende landen, waaronder België: fundamentele normen voor arbeid zoals syndicale vrijheid, verbod op kinderarbeid, recht op kwaliteitswerk, essentiële milieuoverwegingen om het duurzame karakter van zo’n ontwikkelingen te verzekeren. Ik denk ook aan de noodzaak om publieke diensten van algemeen belang uit de sfeer van de handel te houden.
Het tweede element is de technische assistentie en de technologische kennisoverdracht om de integratie van de ontwikkelingslanden in het WHO systeem te bevorderen.

Michel was duidelijk gelukkig want hij had ruim gescoord, spijtig genoeg was de Belgische pers aan kilometro zero voor de grote betoging waar spektakel verwacht werd met de globalofobicos die de boeren en vakbonden weer eens in diskrediet gingen brengen.

Merkwaardig dat ik waarschijnlijk dertig jaar geleden eerder met die globalofobicos zou meegedaan hebben, en nu begrijp waar de problemen zitten met hun onmacht en show en met die van de WTO en andere mogelijkheden. Het feit dat hier ook vertegenwoordigers van bedrijven en kapitaalsgroepen actief zijn als NGO doet werkelijk de deur dicht.

’s Avonds in een belendend strandhotel in een soort van Caraïbische Hawaiaans interieur – zonder topless diensters, wat hier in de straat rond het congrescenter bijzonder populair blijkt te zijn, een kreeft gegeten op de wijze van het huis, heerlijk en niet duur.
Blijkbaar was dat de vaste stek van de Vlaamse gemeenschap binnen de delegatie, want naarmate de nacht vorderde kwamen ze allemaal afgezakt na de vergaderingen waar zij allerlei teksten moeten toetsen op stukken die de Vlaamse belangen niet aanstaan en dat dan doorgeven aan de onderhandelaars van de EU, of het comitee 133, via onze ambassadeur aldaar. Ik was met kabinetsmedewerkster van J – zwanger en vijf moto’s -  en  L uit Vilvoorde en Abos daar naartoe gewandeld om iets te eten en kreeg daar dan nog een hele reeks wilde verhalen over Abos vroeger, de rol, van de sp en de poging van Derycke om daar wat aan te doen. Maar ook over de arrogantie van Ijdelheid Byttebier die haar chauffeur van Agalev laat uitstappen om de deur voor haar open te doen, iets wat Vogels zelfs niet deed, en niet kan hebben dat een adviseur die dagelijks 40 km fietst in haar appartement douchet zoals hij van Vogels mocht, want ze moest zich kunnen terugtrekken om zich te concentreren en dat stoorde haar.
Ook de uitleg gekregen over Dehaene als burgemeester in Vilvoorde en het coalitievormen waarbij Courtois maar bleef vasthouden aan zijn burgemeesterszetel tegen Dehaene die als grootste partij en zelf de meeste stemmen Louis Tobback opbelde om Hans Bonte warm te maken. Courtois had er een hersenbloeding aan overgehouden.

Zondag 14 september 2003


Aan het strand gelezen:
Anthony Pagden, Van Mensen en Wereldrijken, De Bezige Bij, bijzonder beknopt en deftig helder boekje, echt iets voor de WHO.
Imperia zijn altijd een manier geweest om verschillende groepen die vaak maar weinig met elkaar op hadden, stabiliteit op te leggen. Hoe het begrip ook wordt gedefinieerd en waar ze ook voorkwamen, de meeste imperia boden hun onderdanen een combinatie van mogelijkheden en beperkingen. – 19
Volgens Aristoteles was er buiten de begrenzing van de stad geen ander leven mogelijk dan dat van ‘beesten en goden ‘ Eeuwenlang werden degenen die ervoor kozen hun geboortesteden te verlaten of daartoe werden gedwongen, beschouwd als potentieel gedegenereerd en potentieel gevaarlijk. Verbanning was in de antieke oudheid een straf vergelijkbaar met de dood, en in het renaissancistische Europa werd die, zeer terzake, vaak beschreven als een ‘burgerlijke dood’. – 21
Net zoals de meest in zichzelf gekeerde samenlevingen hun leden van tijd tot tijd ‘buiten de groep’ moeten laten trouwen om te kunnen overleven, zo moeten alle culturen in beweging blijven, teneinde vooruitgang te boeken, hoeveel zij wellicht ook hechten aan onveranderlijkheid. –22
“Een verovering door vreemden heeft bij qlle kwalijke aspecten één voordeel: zij vergroot de mentale horizon van het volk en noopt het uit zijn schulp te kruipen”, Nehroe – 28
Alexanders grootsheid is minder gelegen in hetgeen hij wilde bereiken, dan in hetgeen men geloofde dat hij had bereikt. Dat is de reden waarom de daaropvolgende generaties tegen hem,opkeken als de wereldveroveraar. – 42
Aan het gewone volk van Rome, de plebejers, werd het imperium van de Romeinse Republiek altijd gepresenteerd als hùn imperium, het ‘imperium van de senaat en het volk van Rome’.Het oproepen van het beeld van het grootse imperium had het vermogen de mensen de kleine vergrijpen van hun heersers te doen vergeten. – 47
Caesars dood leidde niet tot het herstel van de republiek zoals zijn moordenaars hadden gehoopt. In plaats daarvan werd de Romeinse wereld ondergedompeld in een burgeroorlog die bijna het einde betekende van het imperium, iets wat geen enkele Romein nadien ooit zou vergeten. – 49
Een man kon worden geprezen of bewonderd of aanbeden omdat hij een rechtvaardig en welwillend heerser was, maar glorie was een zaak van veel meer uiterlijk vertoon en per slot van rekening een veel dodelijkere aangelegenheid. De mensen zullen een sterke, opvliegende en triomfalistische heerser altijd prefereren boven een die wijs en bedachtzaam handelt, net zo goed als zij de voorkeur geven aan een woest kolkende stroom boven een kalme rivier – Giovani Botero – 52
Culturen met een grote sociale complexiteit leren dat het noodzakelijk is de scheiding tussen burgerlijke en militaire macht te garanderen en zorgen dat die laatste altijd ondergeschikt is aan de eerste. – 52
Zelfs moderne samenlevingen met alle machtsmiddelen die de staat ter beschikking staan, kunnen alleen met instemming van de leden ervan voor langere tijd worden bestuurd. ‘ Bestuur bestaat alleen bij de gratie van de publieke opinie’, David Hume – 53
‘De beste staat trekt nooit ten strijde, behalve om zijn woord te houden of wanneer zijn veiligheid in het geding is’ Cicero –57
De ‘ontdekking’ van Amerika betekende veel meer dan de toegang tot grote afzetmarkten en voorraden van edelmetalen. Dit was de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mens omdat hierdoor de volkeren vele malen mobieler waren geworden dan ze ooit geweest zijn. – 86
China daarentegen keerde zich af van een verdere uitbreiding van zijn rijk van overzeese handel en van elk verder contact met buitenstaanders omdat na de reizen van Zheng He volgens de generatie na hem dit van geen belang voor China achtte –87
Migraties die voor de bouw van oceaanwaardige zeilschepen, hoofdzakelijk over land, traag en onomkeerbaar waren geweest, werden nu snel en in aanleg omkeerbaar.-88
Adam Smith wees erop dat al Spanjes problemen konden worden toegeschreven aan het onvermogen te begrijpen dat de toename in de productie van onbewerkt goud en zilver alleen maar kon leiden tot de devaluatie ervan. Dezelfde passie die veel mensen het absurde idee over de steen der wijzen heeft ingegeven, heeft anderen het even absurde idee ingegeven van immense rijke goud- en zilvermijnen. Ze stonden er niet bij stil dat de waarde van die metalen altijd en overal voortkwam uit de schaarste ervan.- 106
De scheiding tussen het protestantse noorden en het voornamelijk katholieke zuiden was niet alleen een scheiding op religieuze basis, maar ook een culturele, politieke en economische scheiding. Nieuwe ideeën over kunsten en wetenschappen vonden hun weg in het noorden. De imperiale machten van het Iberisch schiereiland waren in de 17 ° eeuw reeds duidelijk in verval.-111
‘De toekomst was de handel, die ‘nieuwe gouden bal’ waar alle naties van de wereld om strijden’, S.A. Fletcher 1704 – 112
Alles in het universum is handel, want onder handel moet men alle natuurlijke en onmisbare relaties van de gehele soort verstaan, dat zijn – en zullen altijd blijven – die tussen de ene mens en een andere, tussen één familie, één samenleving, één natie en een andere. Mirabeau 1758
Velen waren er tevens van overtuigd dat de handel het enige middel was om een eind te maken aan internationale conflicten – 113
De Europese vraag naar slaven transformeerde dat wat een plaatselijk commercieel gebruik was geweest feitelijk in de grootste gedwongen migratie in de geschiedenis van de mensheid. De moderne slavernij – er gingen tussen 1492 en 1820 zes keer meer Afrikanen dan Europeanen naar Amerika – deed complete culturen binnen Afrika uiteenspatten en vormde nieuwe interraciale gemeenschappen aan de overzijde van de Atlantische oceaan. – 133
Net als het imperium dat Burke voor ogen had gestaan in India, zou De Brosses’ nieuwe verlichte Franse aanwezigheid in de Stille Oceaan handel combineren met onderwijs. Zij zou van de ‘wilden’ het hardhout en de parels kopen die de Europeanen nodig hadden en op termijn zouden de Polynesiërs, middels de welwillende invloed van de handel, ‘ de voordelen van de menselijke en sociale wetten ‘ gaan inzien. – 150
Voor heersers waren winstgevende avonturen buiten de grenzen van het moederland altijd een manier geweest om hun onderdanen ‘grote verwachtingen van zichzelf’ te geven, zoals Machiavelli het scherpzinnig noemde.  Een manier om hen, tenminste kortstondig, hun verdeeldheid en hun misère van het moment te doen vergeten. Alleen zolang Rome uitbreidde was het vrij geweest van corruptie. Toen de expansie ophield, begonnen de volkeren die ertoe behoorden onder elkaar te twisten en verloren zij meteen de krijgslustige geest die de staat bijeen had gehouden. – 161
Op langere termijn waren de gevolgen van de grensbepalende processen in koloniaal Afrika rampzalig: etnische verdeeldheid en etnische conflicten die nooit hadden kunnen bestaan voor de komst van de Europeanen, werden razendsnel het voornaamste kenmerk van het continent – en zijn dat nog altijd. – 192
Eens zwermden Europese kolonisten uit naar Amerika, Afrika en Azië, maar nu komen er steeds meer Aziaten, Afrikanen en Mensen uit de Caraïben naar Europa. Het gaat niet om geïsoleerde groepen immigranten, maar om complete migraties – volkeren in beweging -  zoals Europa niet meer heeft meegemaakt sinds de laatste dagen van het Romeinse rijk. Er zijn grote gemeenschappen tot wasdom gekomen die in sommige gevallen min of meer autonoom zijn – Bradford, Parijse wijken Chinatowns -  en zij houden krachtig vast aan hun eigen levenswijze, culturele gewoonten en overtuigingen, om maar niet te spreken van kleding, taal en voedsel uit hun oorspronkelijk vaderland. Maar zelfs binnen die enclaves kunnen de culturen niet voor lang allesomvattend blijven. De eerste generatie zal zich misschien zo veel mogelijk proberen af te schermen van de grotere vreemde wereld rondom. Maar de volgende generatie heeft in de regel meer ambities. Zij beschouwt zichzelf nog steeds als Pakistaans, Algerijns of Marokkaans, maar ziet zichzelf en misschien wel het duidelijkst, tevens als Brits, Frans of Spaans. In de meeste voormalige Europese hoofdsteden hebben contacten over en weer en gemengde huwelijken aldus veel bijgedragen tot de vorming van gemeenschappen die met recht multi-etnisch zijn te noemen. Het grensgebied en het moederland zijn niet langer zo duidelijk te onderscheiden als eens het geval was. En het is zeer waarschijnlijk dat de verschillen in de toekomst nog kleiner zullen worden.
Terwijl de herinneringen aan imperia vervagen of een andere vorm aannemen, is het idee van de natie, dat zoveel heeft bijgedragen, al was het maar een verlangen, aan de ondergang van de imperia, in elk geval binnen Europa nu zelf in gevaar. De laatste jaren wordt er veel gesproken van ‘globalisering’ en het einde van de natiestaat.  (…)
In de tijd van de verlichting waren de weldenkenden van heel Europa verenigt boven de natiegrenzen heen in ‘de republiek der letteren’, vandaag zijn dat de zakenlui die in Business – class vliegen, eerder dan de intellectuele kleinburgerij.
Over het algemeen is kosmopolitisme echter overal en altijd een luxe geweest die alleen aristocratieën, in welke vorm ook, zich konden veroorloven. – 197-198
Toch groeien er nieuwe generaties mensen  op die zichzelf niet alleen wensen te zien als Duitsers, Nederlanders of Portugezen maar ook als ‘Europeanen’. Derhalve blijft dan ook de hoop bestaan dat het nationalisme, als de expressie van solidariteit die voortkwam uit afkeer van onderscheid, langzaam maar zeker op zijn retour is.(…)
‘Globalisering’ is echter een angstaanjagend woord geworden, een woord dat volgens velen een nieuw imperium beschrijft dat vele malen groter is en veel bedreigender is dan welk voorgaand imperium ook. Imperia zijn verleden tijd, luidt het argument, maar de gewoonten en gebruiken die zo lang de ruggengraat vormden van  Europa moeten weer worden binnengesmokkeld. En de markten, de internationale financiële fondsen en goedbedoelende, maar veelal misleide non gouvernementele organisaties nemen daarbij de plaats in van de legers, de bestuurders en de priesters. – 199-200


En terwijl ik dit hier gelezen en genoteerd heb, zijn de onderhandelingen van de WHO in Cancun afgelopen en opgeblazen. De verenigde ontwikkelingslanden hebben gezegd dat voor hen niet de Singapore issues niet passeren indien ze zelf geen garantie krijgen voor subsidiestop op landbouw in VS en EU .
Een klap van jewelste. Eigenlijk schitterend en dan nog eens bijzonder goed voorspeld d in mijn opiniestuk, dat dit een essentieel verhaal van Cancun aan het worden was.

Het verrassende einde van de WHO conferentie.
 
Zelden had een bijeenkomst van de Wereld Handel Organisatie zo’n toepasselijke locatie gekozen als in de internationale hotelzone van Cancun, Mexico.
Cancun staat in de Maya taal van de streek voor ‘nest van de slang ‘of ‘pot vol goud ‘. Wie draagt zijn goud naar deze pot en wie maakt hem leeg? Het abrupt afbreken van de conferentie zonder enige akkoord leverde het verrassende antwoord.
 
De hofhouding en priesters van despotische Maya heersers kenden de astronomische kalender zodat ze bij iedere zonnewende het geïntimideerde volk konden voorspellen wanneer de goddelijke slang de aarde zou bevruchten en de zaaitijd aangebroken was. Om de 52 jaar werd het signaal gegeven om de stad te verlaten, tempels op te breken en een hele gemeenschap cyclisch tot migratie te dwingen.
Het WHO - mantra van ‘vrijhandel en deregulatie’ als drijfveer voor cyclische economische ontwikkeling behandelt mensen ook als vrij opeisbare en verplaatsbare economische eenheden. Indien niet meer bruikbaar, kunnen ze zonder meer geofferd of verlaten worden.
Mexico is daar zelf met 105 miljoen inwoners een schrijnend voorbeeld van: de voornaamste exporteur van Latijns Amerika. Maar “zo ver van god en zo dicht bij Amerika”, zoals een president het ooit zei, krijgt Mexico de functie van een moeras. Miljoenen Mexicanen scharrelen hun inkomen bijeen als illegale arbeidskrachten van de landbouwbedrijven in California tot in de horeca te New York. 
Indien er aan de Noordamerikaanse economie wat hapert worden deze rechtelozen gedumpt in het moeras ten zuiden van de Rio Grande of  de muur van de schande die de grens vormt tussen Noord en Zuid Amerika.
Deze ‘vrijhandel’ leidt evenmin tot een verbetering van de levensomstandigheden van tientallen miljoenen kleine boeren, voor wie het kweken van  maïs of groenten geen zin meer heeft wanneer Noordamerikaanse gesubsidieerde granen goedkoper op de Mexicaanse markt gedumpt worden.
Ook in West Europa heeft men in de negentiende eeuw de boeren massaal als goedkope arbeidskrachten naar de fabrieken en steden gedreven, met alle sociale gevolgen vandien.
Wilde, ongereglementeerde economische vrijheden steunen alleen het recht van de sterkste, de VS en de EU, of de ‘olifanten van de markteconomie’, zoals EU commissaris Lamy het zelf formuleerde tijdens zijn openingszet in Cancun.
Eens aangesloten bij de WHO, worden ontwikkelingslanden snel geconfronteerd met de desastreuze gevolgen van ‘vrijhandel’, die hén verhindert goedkope landbouwproducten, textiel en halffabrikaten op de Amerikaanse of Europese markt aan te bieden. Intussen worden hun boeren met schulden en honger tot wanhoop gedreven omdat de gesubsidieerde granen vanuit de ‘olifantlanden’ hun markt overhoop gooien.
Dit monopolie van de ‘olifanten’ is niet eerlijk, niet fair en wil zelfs investeringen in sectoren zoals openbare diensten, gezondheidszorg, onderwijs, watervoorzieningen en behandelingen overlaten aan de marktregels van de sterkste partners. Dat daardoor de gemeenschapsvoorzieningen als ruggengraat van een maatschappij gewillig wordt aangeboden aan initiatieven die louter en alleen door winstbejag gedreven worden, mag volgens de geïnteresseerde investeerders geen probleem zijn.
Containerbedrijven in ‘nieuwe economische zones’ van vrijhandel hebben enkel goedkope en rechteloze arbeidskrachten nodig. Als ‘duurzame’ bijdrage aan de lokale economie rest zo het afval  – industrieel en menselijk – dat achtergelaten wordt wanneer de cyclus is voltooid en de winsten elders groter lonken.
Hoelang zal de stijgende druk nog verdragen worden door de rest van de wereld?
Wat zal bijvoorbeeld de reactie zijn  van een miljard Chinese boeren die hun landbouwproducten niet langer kwijt kunnen aan redelijke prijzen?
Duurzame landbouw betekent immers ook soevereiniteit in voedsel
en watervoorziening, en dat is voor de meeste ontwikkelingslanden een essentiële opdracht voor de eigen landbouw
Wie dit niet inziet, vergeet dat op een bepaald moment voor miljarden mensen de maat vol zal zijn. Zij worden immers geconfronteerd met de gevolgen van akkoorden over vrijhandel die hen goedkoop voedsel en drinkwater ontnemen, de producten van hun arbeid waardeloos maken, scholing en gezondheidszorg voor hun kinderen en ouders onbetaalbaar maken en hun sociale structuur vernielen.
De WHO heeft met 148 lidstaten een cruciale rol en verantwoordelijkheid om van de wereldhandel een instrument te maken voor herverdeling en draagbare menselijke ontwikkeling. Maar de besluitvorming moet doorzichtiger en democratischer gebeuren in respect voor sociale, culturele en economische eigenheden en voorkeuren van landen en volkeren.
Zondag werd deze WHO - ronde abrupt afgebroken. Dat de ontwikkelingslanden zich verenigden tegen de ‘olifanten’ kwam de VS mooi uit want een katoenakkoord met Afrikaanse landen is voor de Bush administratie moeilijk te verkopen aan de eigen kiezers in de zuidelijke staten. De VS werkt liever met een imperiale strategie van ‘verdeel en heers’ in bilaterale akkoorden wat blokvorming van ontwikkelingslanden ondermijnt.  De kater voor velen onder hen zal er niet minder om zijn, temeer daar China, India en Brazilië als koplopers een agenda hebben die sterk verschilt van de overige ontwikkelingslanden.
WHO conferenties kunnen een ontmoetingsmoment zijn waar landen van de hele wereld met elkaar overleggen en belangenorganisaties de agenda kunnen beïnvloeden. Akkoorden tussen tal van vakorganisatie, het front van ontwikkelingslanden die samen als één blok willen onderhandelen, zijn stuk voor stuk tekenen van een positieve en meer zelfbewuste evolutie.
En ongetwijfeld zwijgen ook vandaag nog de meeste wapens wanneer er tenminste nog gepraat wordt, zoals op een WHO conferentie.
De Belgische minister van buitenlandse zaken pleitte in Cancun terecht voor het primaat van de politiek, de stem van de burger, de oprichting van een Wereld Economische en Sociale Raad, rekening houdend met een regionale vertegenwoordiging. Fundamentele normen voor kwaliteitsvolle arbeid zoals syndicale vrijheid, verbod op kinderarbeid, essentiële milieu – overwegingen staan dan borg voor een duurzame en eerlijke economische ontwikkeling. Openbare dienstverlening dient in deze benadering uit de sfeer van vrijhandel gehouden te worden, aldus Louis Michel.
De Europese Unie heeft historisch eerder een boodschap te bieden van duurzame menswaardige ontwikkeling dan die van de wilde vrijhandel, waar alleen het recht van de sterkste en de korte termijnwinsten heersen. Dat vooronderstelt tenminste ook dat alle betrokken ministers van de Belgische regering ditzelfde standpunt verdedigen, op de WHO en op Europees niveau. “Luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden”, is immers zeer nefast in internationale politiek.
Jan Van Duppen, gemeenschapssenator sp.a spirit


Maandag 15 september 2003

Vandaag is het hier de echte nationale feestdag – al wordt hier verteld dat het zaterdag 13/9 al begonnen was en volgens de gidsen is het op 16 september Onafhankelijkheidsdag omdat ze dan herinneren dat in 1810 de priester Miguel Hidalgo “El Grito” startte, met zijn oproep voor onafhankelijkheid van Spanje – hij werd kort daarop geëxecuteerd. Vier jaar later werd een tweede opstand geleid door alweer een priester José Maria Morelos, die evenzeer werd neergeslagen, tot het in 1821 lukt en Spanje de moed en de kracht niet meer had om te reageren. Ik heb me ingeschreven voor de feestelijke diner vanavond in het hotelrestaurant La Joya, dat nadien tot het beste van heel Cancun blijkt gerekend te worden. Prijs was zeer redelijk, geen 400 pesos, maar de drank is hier naar verluidt ietwat hallucinant duur, als het om wijn gaat.
De onderlegger in het ontbijtrestaurant was deze keer de voorpagina van El Financiero met een schitterende karikatuur onder de titel ‘Fracasà? la cumbre de Cancún’: tegen een veiligheidshekken met in de hoek een hooggehoede kapitalist die met een spuitbus het anarchistenteken op de muur aan het spuiten is worden de globalofobicos geconfronteerd met breed glimlachende Uncle Sam en een Europese kapitalist met dikke pens, strik en hoge hoed die hetzelfde bordje ‘NO OMC’ omhooghouden als de globalofobicos die verbijsterd grote ogen trekken.
Mails nagekeken in secretariaat dat er nu verlaten bijligt – behoorlijk sjieke suite, genre Louis Michel. Daar mocht ik van de secretaris van het consulaat die uitermate vriendelijk is vernemen dat in heel Cancun geen winkel is waar panamahoeden te krijgen zijn, alleen vermoedelijk in een van de twee grote shoppingcenters in de hotelzone. Vermits de bus weer in de verkeerde richting reed nog eens naar het oude stadscentrum meegereden tot aan de terminus, nog enkele wijken gezien waar ik nog niet geweest was: boeiende winkelcentra voor de autochtonen. Vandaar naar La Isla, een poepsjiek spel met uitsluitend grote Amerikaanse merkwinkels en wat franje uit Mexico, en wie zit daar aan een tafeltje op een terras bescheiden te zweten oog in oog met zijn woordvoerster in stemmig rood ensemble, de bijzonder mooi ogende prille dertigster van Marokkaanse komaf: onze Louis die mij direct gezien had en bijzonder breed glimlachend zijn handen terugtrok wanneer mijn oog op hem viel. Ik heb hem een breed glimlachende reply gegeven, venten onder elkaar! Wat moet je anders doen, erbij gaan zitten lag me niet want ik was op zoek naar een panama hoed en hij had zijn handen vol met haar.
De secretaris van de delegatie was vanmorgen lichtelijk opgestoomd want hij moest een bezigheid zoeken voor twee ministers die vandaag niets te doen hadden. Ze hebben geprobeerd Michel op de boot naar Islas Mujeres te slepen, maar hij is er dan blijkbaar toch aan ontsnapt.
Dit is hier werkelijk een verzameling walgelijke shit, zoals ik nog nooit in mijn leven ben tegengekomen;
Acapulco – het toeristisch centrum van de vorige decennia -  is helemaal verkommerd en na de aardbeving is de hele Mexicaanse toeristische industrie is naar Yucatan verhuisd: hier geen aardbevingen, alleen nu en dan in het juiste seizoen een orkaan, Isabel is net gepasseerd en stormt nu naar de Amerikaanse kusten.
In een winkel in de vlooienmarkt was er een oudere vrouw die me vertelde dat ze van Acapulca kwam en nu hier werkte. Ze spreken hier een heel simpel Spaans maar vreselijk binnensmonds, dikwijls moeilijk te verstaan, zeker als zij denken dat jij Spaans spreekt, wat uiteraard niet het geval is, ook al kan ik me hier in een gesprek redelijk behelpen.
Dan verder langs het gloednieuwe en enorme politie en brandweerstation tegenover de provincierechtbank – een soort annex van de omzeggens lege BMW toonzaal (!) – naar Kukulcan Plaza, een zo mogelijk nog groter winkelcentrum, met nog minder bezoekers en de bovenverdieping in vernieuwing om u nog beter te dienen (!). Een aanvallige schone die echt up to date was wegens identieke haarsnit en tandenrij van de intussen razend populaire minister van handel van Ecuador die hier voortdurend op tv was te zien met haar forse verklaringen over de armoede van haar land de persconferentie van het failliet van het WTO te Cancun, wees me tenslotte een winkeltje aan – Espanja 92 – waar ze hoeden hadden. De dame in kwestie aldaar was een duidelijke Maya vrouw die me wist te vertellen dat echte Panama’s enkel uit Ecuador nog kwamen, maar in Mexico niet binnen komen. De Panama’s die zij had waren in het dorpje Becal in de buurt van Merida gemaakt, maar van een type dat nu niet echt populair is bij Europeanen, eerder iets voor Amerikanen, waar trouwens heel Cancun van vergeven is. Van puur miserie een witte en café kleurige gekocht, ze waren spotgoedkoop: 300 pesos. De Mexicaanse mode is hier dit soort van hoeden in een bepaalde soort lijm of verharder gedompeld waardoor ze stijf staan en hun vorm houden, idem voor cowboyhoeden ed. De secretaris die ik ’s middags terugzag, beloofde de senator er een te laten bezorgen uit Ecuador, zoals het hoort, oprolbaar en van de fijnste vezel.
Toch één voordeel in dit stoombad.
Ik heb nooit begrepen waarom iemand alcohol begint te drinken in zo’n hitte. Ik vond Malcolm Lowry altijd al een grote zeveraar met zijn Under the Volcano en aanverwante schrijfsels. Zo’n klimaat leek me eerder iets om water te drinken, desnoods spuitwater, wat hier niet of nauwelijks te vinden is, of van dat koude en vooral fletse bier uit lange nek flesjes met limoen om er wat smaak aan te geven. Maar alcohol zoals Hemingway, ‘ron’ zoals rum hier heet of vodka, tequilla (en dat is dan om de liefde gods niet eens gekoeld), hoe komen ze erbij?
Wel na een week weet ik het ook.
Ik zou hier bij god ook aan de drank geraken. Je gaat hier drinken van ellende, om de ongelooflijke druk van die stomende hitte te vergeten, om je wat lichter te voelen “Als je te maken hebt met een stoomwals, kun je er beter opzitten dan eronder liggen”, aldus Jorge Ibargüengoitia. Je kan dat ook beter begrijpen als je weet dat de mescal en de tequilla en de rum je het gevoel geeft dat je op de stoomwals zit en niet eronder liggen zal, al komt dat gevoel ongetwijfeld nadien. En gezien alcohol receptoren gewenning geven, moet er altijd meer ingenomen worden en ben je vertrokken voor een leven van drank en zwetend vloeken.
Nu snap ik het zelf ook. Het heeft wel ruim een week geduurd.
Je ziet het ook aan de sukkels die hier op vakantie zijn: naast de Amerikaanse bejaarden die volgens mij hier gewoon sneller komen dood gaan wegens enorme belasting cardiovasculair, heb je ook de Engelse koppels, ros en rood verbrand met allemaal een felgekleurd bandje aan de pols dat ze verniet mogen vreten en zuipen in het eigen hotel. Na een week zijn die ook aan de gin, als ze daar al niet mee vertrokken waren, suf van de vochtige hitte die zeer onaangenaam en zeer zwaar te dragen is voor een gringo uit Europa
Mexico stad zou volgens de secretaris veel aangenamer geworden zijn, minder vervuiling en minder heet. Maar ook volgens hem is dit Caraïbische klimaat zwaar te dragen en daarom zijn de meeste toeristen hier een of twee weken, om dan murw huiswaarts gevlogen te worden.
Cancun is compleet op Amerikaanse leest geschoeid. De Belgen zitten hier doorgaans 30 km vandaan en wekelijks landen er hier een 800 in Playa del Carmen, waar het volgens hem wat minder ordinair is en meer naar Europese normen.
Anders is het met sommige Belgische onderdanen waar ze als ambassade mee in contact komen, naast de gebruikelijke diefstallen en overvallen, hadden ze recent een dame die als gevolg van pillen, alcohol en zwembad overleed waarbij haar vriend – niet de vader van haar kinderen – de repatriëring weigerde te regelen. Gelukkig hadden haar ouders een verzekering waarmee het lijk naar België kon gehaald worden. Begin dit jaar werden twee kinderen van 8 en 5 door Mexicanen afgeleverd op de ambassade. Ze hadden de kinderen helemaal alleen in de straat gevonden, vriend van de moeder had een Mexicaanse dame aan de haak geslagen en de moeder was vertrokken voor bijkomend werk in de prostitutie. De kinderen zijn momenteel bij grootouders.

De natuur is hier adembenemend, letterlijk, ongelooflijk mooie planten en bomen die bij ons hoogstens als kamerplant herkenbaar. Schitterende bloemen, prachtige vogels: een pelikaan zit iedere ochtend op een hek voor mijn raam en nu en dan schept hij iets uit de zee. De onderwater flora en fauna zijn volgens de beelden fenomenaal, maar ik heb geen zin i snorkelen, of duiken, of zelfs maar aan het strand liggen, het is zo ongelooflijk klef heet en dan vanmiddag een tropische regenbui: een kwartgier stortregenen. Ik zag het wolkenfront vanmorgen opbouwen achter Kukulcan Plaza in de verte, zag je de waterdamp uit de zee omhoog gezogen worden, twee uur nadien stortte het lekker warm over het land, de regengod Chac blijft voor zijn aanbidders zorgen. Ze hebben hier net nog een enorm massagraf gevonden van alle inwoners van het stadje – mannen, vrouwen en kinderen, die bij de Maya opstand van 1859 werden afgeslacht, waarna de stad tot 1901 verlaten achterbleef. Bij werken aan de kerk vonden ze de grafputten. De Maya’s waren het na 300 jaar nog eens kostbeu dat hun grond werd ingepikt, en dat ze steeds meer belastingen dienden te betalen. Na de executie van een paar leiders en het platbranden van enkele Maya dorpen huurden hun cheffen een buikspreker in die achter een houten kruis kwam vertellen dat God hen vroeg de mestiesen te vermoorden en een zuiver Maya land op te bouwen op Yucatan. Ze waren al wat gewoon van hun goden, dus de kleine maar dappere kerels vlogen er eens goed in en met de steun van de Engelsen die in Brits Honduras, nu Belize, de nodige wapens en militaire steun leverden, kwamen ze een heel eind. Ze moorden alles wat niet Maya uit en branden alle steden en dorpen waar afstammelingen van de Spanjaarden woonden plat. Om onverklaarbare redenen trokken ze niet door naar Merida, de toenmalige hoofdplaats wanneer die voor het grijpen lag. God  was blijkbaar van gedacht veranderd. Van 1847 tot 1901 bleven de Engelsen de opstand aansturen en fourageren en zijn er heel veel uitgemoord, aan beide kanten.

Nu is een half leger Maya soldaten bezig met de veiligheidshekken af te breken en weg te dragen naar enorme vrachtwagens die ze afvoeren naar elders. Ze hebben een olijfgroene broek en t shirt en allemaal dezelfde pet op, daar staan e insignes in het zwart genaaid.
De seguridades hebben hun uniform ingeruild en zijn  nu ineens in burgeroutfit – zij het met gekregen handschoenen en t-shirts – er waren er bij met een eigen shirt waarop Che Guevarra aanbeden werd – Che trouwde begin jaren vijftig in de kapel van het Dominicanerklooster van Tepoztlàn met Hilda Gadea.  Zijn dochter – pediater – hoort nog steeds bij de Castro hofhouding maar stelt volgens LD niets voor en dient enkel om goodwill los te weken in Europa of Latijns Amerika met haar achternaam.
Nadat het WTO debacle duidelijk was, werd aan een redelijk tempo van alles en nog wat afgebroken. De pers vertrok als eerste, de ministers nadien, en sommigen pas morgen zoals die van ons.

Op de munt van 20 pesos staat soms een beeld van een Azteekse of Maya krijger die het nieuwe vuur aanbrengt en soms een afbeelding van Octavio Paz, met handtekening en een fenomenale tekst, echt iets voor Mexico: “Todo es presencia, todos los siglos son este Presente” – “ Alles is illusie, voorstelling, alle eeuwen zijn hier vertegenwoordigd” – of zoiets volgens mij.
Op ABC tv loopt hier een trailer voor de concertenreeks van Simon & Garfunkel die vanaf 18 oktober gaan toeren in de VS. Ze zingen een paar liedjes samen en nadien laten ze wat foto’s zien van vroeger tot nu.
Ik kan niet verhullen dat me dit iets doet: het zijn nu twee oude, lelijke niet te vette venten met fors uitgedund haar tot kaal: Paul Simon ziet er eigenlijk nog het redelijkst uit. Art Garfunkel heeft zijn resterende grijze haren laten opspuiten als suikerspin, maar ze zingen allebei nog redelijk goed en zelfs akoestisch speelt Simon nog mooi.
Wat me vooral treft als ik die twee hoor zingen, is de herinnering, weinig liedjes troffen ons zozeer als die van hen wanneer we in onze puberteit zaten. Ik vergeet nooit de zondag dat we met de Chiro in uniform naar het lof stapten onder het zingen van de hymne ‘Als bruine vendels marcheren” en dat de kerelvendel leider – naar mij kwam en zei dat hij een fantastisch liedje gehoord had op Radio Caroline, die nacht: “Mrs Robinson”.
Enkel dagen later heb ik het ook voor het eerst gehoord en ik begreep meteen waarom hij – in mijn ogen een beetje intellectueel want hij kwam ook soms in de parochiale bibliotheek en vier jaar ouder – het zo mooi vond tussen het af- en aanzwellende geluid van Radio Caroline in het donker aan een transistorradiootje in je bed. Anders was het gewoon niet te ontvangen.
Die kerels hadden knap opgebouwde liedjes met een mooie melodie en voldoende mysterieus voor Maya sukkels als wij in dorpen als Gierle waar de kennis van het Engels ook niet je dat was, net als hier het Spaans.
Ze horen tot onze cultuur, ze zijn erin geramd en ik heb ooit nog met Roger L de foto op de achterkant van “Bridge over Troubled Water” nagespeeld, hij Paul en ik Art, omwille van  fysionomische evidenties.
Die liedjes dateren van een tijd dat wij niet konden weten wat we nu weten, noch mensen ontmoetten die in  begrijpelijke, vatbare taal konden vertellen wie wij waren en wat we deden.
Wie sprak, sloeg niet aan, slaagde er slechts zelden in zijn of haar kennis mee te delen aan een jonge generatie die massaal in opstand kwam.
Misschien is ons verhaal bevattelijker, duidelijker, en juister dan wat men ons destijds probeerde wijs te maken, al ben ik daar niet echt zeker van, maar laten we proberen om het verder te vertellen aan wie het horen wil. En dat is bijzonder pijnlijk als je sommige van de globalofobicos bezig hoort, maar ook als je sommige van de antiglobalisten bij ons bezig hoort.


Jeffrey Robinson, De Medicijnenmafia, geld, ego en macht binnen de farmaceutische industrie, Nederlandse vertaling van Prescription Games 2001 bij uitgeverij Elmar 2003

Credo van Big Farma: We moeten een berg geld verdienen om het onderzoek te betalen voor het volgende blockbustermedicijn, waar een hele boel mensen heel veel baat bij zullen hebben. Wall Street fluit opgewekt in dit deuntje met Big Farma mee. Maar ‘een hele boel mensen ‘ betekent niet per definitie patiënten en ‘heel veel baat’ hebben betekent niet automatisch een betere gezondheid. In de meeste gevallen zijn die ‘mensen ‘ de aandeelhouders, en wordt met ‘baat’ geldelijk gewin bedoeld. – 10
Ergens een octrooi op hebben is nog geen vrijbrief voor afzetterij. Maar niet in de farmaceutische industrie. Hier zijn de producten op consumentenniveau niet onderling verwisselbaar, tenzij het gaat om exact hetzelfde medicijn, met dezelfde werkzame bestanddelen en dezelfde moleculen. Bovendien is degene die het product betaalt niet degene die het product kiest. Wij consulteren een arts en die schrijft een recept uit. Iemand anders bepaalt dus welk medicijn wij gebruiken. Evenmin wordt de prijs van een geneesmiddel besproken. Het product wordt betaald door onszelf, de overheid of een ziekteverzekering. Toch denken we bijna nooit na over de kosten wanneer we kiezen voor een bepaald geneesmiddel.
De geneesmiddelenindustrie neemt een unieke positie in. Gedeeltelijk omdat niemand buiten voorgeschreven geneesmiddelen kan (of denkt te kunnen). Het komt zelfs voor dat iemands leven ervan afhangt, en dat is nooit bij een jeans of een auto of tv, of een bepaald soort voeding .
In die zin kan je argumenteren dat geneesmiddelen evengoed ‘publieke goederen’ zijn als de overigen voor iedereen beschikbare voorzieningen of dat toch zouden behoren te zijn. (Stephenn Schondelmeyer, farmacoloog en directeur van het Prime Institute van het College of Pharmacy – Minnesota University) – 13
Geneesmiddelen zijn bepoerkt voorradig. Daarom verlenen wij als samenleving octrooi aan bedrijven die nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen. Op die manier proberen we het innovatieproces te stimuleren en te bevorderen. Tot op zekere hoogte lukt dat ook. Maar als ik een slopende ziekte heb, die mijn levensduur fors zal verkorten, heb ik een geneesmiddel nodig. Als dit medicijn beperkt voorradig is omdat een bedrijf er een octrooi op heeft betekent dit dat niemand anders het kan produceren en dat het bedrijf in kwestie vrijelijk een prijs kan vaststellen omdat er geen concurrentie is en ik het dus niet kan betalen.
Daarom moeten geneesmiddelen voldoen aan de criteria die gelden voor publieke goederen. De vraag is ‘onbeperkt’ (en aangezwengeld), ze zijn beperkt voorradig en slechts beperkt toegankelijk en sommigen zijn van essentieel belang voor de bevolking.
Voor Big Farma zijn medicijnen gewoon handelswaar en dit is amoreel, temeer daar ze het grote publiek kunnen wijsmaken dat de farmaceutische industrie het algemeen welzijn dient. – 14
Van de 4 tot 7000 moleculen die worden onderzocht eindigt er slechts één op de schappen van de apotheken, in feite kan het om honderden moleculen gaan, maar slechts één wordt beschouwd als een mogelijke blockbuster.
De WGO stelt zich al jaren op het standpunt dat er een ‘in herent belangenconflict woedt tussen de legitieme zakelijke doelen van de geneesmiddelenindustrie en de sociale, medische en economische behoeften van de voorschrijvers, de detailhandel en het publiek om goede geneesmiddelen te kunnen kiezen en gebruiken..
Big Farma ziet het anders met de strijdkreet: Innovatie heeft haar prijs: maar wat is de reële prijs en wat krijgen we ervoor? – 15
Als alle medicijnen echt zoveel zouden besparen als BF beweert, zouden de kosten voor de gezondheidszorg veel lager zijn dan nu. In Canada zijn de geneesmiddelenkosten hoger dan de kosten voor alle artsen samen. In VS zijn er vandaag 5 miljoen bejaarden die kunnen kiezen tussen eten of medicijnen die ze nodig hebben. Er loopt momenteel een forse rel tussen FDA en RX apotheken die op bestelling generische middelen invoert uit Canada en dat nu niet meer zou mogen.
De spin doctors van de farmaceutische bedrijven proberen het grote publiek ook wijs te maken dat de geneesmiddelenprijzen de afspiegeling zijn van de concurrentie op wetenschappelijk gebied. Nieuwe revolutionaire geneesmiddelen krijgen zogezegd al gauw concurrentie en daarom moeten ze erg veel winsten opleveren. Doch veel bedrijven weigeren verder R&D te financieren wanneer ze zelf een blockbuster op de markt hebben. De potentiële  marktgrootte bepaalt of ze met een nieuw medicijn komen: vb. Celebrex als COX 2 inhibitor van Searle, bleek een forse misrekening want Merck kwam met Vioxx en verkleinde het potentieel marktaandeel waarvan intussen gebleken is dat het een fors opgeklopte markt was.
Als BF zeurt over concurrentie in een nieuwe markt door anderen, doen ze dit wel elkaar aan. Of willen ze spelen  met het geld van anderen en de sociale zekerheid – zoals een voetbalploeg die alleen op het veld komt en wint omdat er geen tegenpartij is. – 18
Prozac van Eli Lilly is het succesvolste medicijn aller tijden, alleen voorbijgestoken of geëvenaard door aspirine en penicilline met een jaaromzet van 2,5 miljard dollar in 1999 waarom Lilly kost wat kost probeert het octrooi exclusief vast te houden.  Tegen het verloop ervan wordt een eens per week versie gelanceerd en blijft de kassa rinkelen.
De concurrentie van merkloze geneesmiddelen brengt dus mee dat de patenthouder alle konijnen uit zijn hoed tovert om die concurrentie tegen te houden, tot zelfs verbod op onderzoek en productievoorbereiding van generische vormen. Die kosten en de zelfontwikkelde vergelijkbare vormen worden mee in de ontwikkelingskosten gerekend – naar verluidt 80% van het budget van R&D!
De BF opereren in een uniek gefragmenteerde markt, niet één bedrijf heeft een veel groter aandeel dan een ander, Gloxo Smith kline haalt 7%, Pfizer met Warner Lambert 6,9%, Merck en Astrra Zenica 4,4%, Bristol Myer Squibb 4 %, Johnson&Johnson , Aventis, Novartis, American Home Products en Pharmacie&Upjohn elk 3 %
Toch beconcurreren deze firma’s elkaar helemaal niet op alle terreinen: ze kiezen terreinen uit en bakenen die af, alleen daar is de markt gefragmenteerd. Dit heet ziektemanagement.
Ziekte is een handel en ziektemanagement is zowel een marketingtechniek om die handel winstgevend te maken als een filosofie om die marketingtechniek op handel te doen lijken
19
BF beschouwt gezondheidszorg dus per ziekte, de onderling verbonden elementen kunnen ze onderzoeken en voor iedere ziekte een kostenplaatje samenstellen en er dan een medicijn voor ontwikkelen dat het bedrijf in kwestie een van het begin tot einde markt oplevert. Hun R&D wordt dan niet op de behoefte van de patiënt toegespitst maar wel op terreinen die ze afbakenen en vervolgens voor zichzelf exclusief proberen op te eisen. (vb. overgewicht, eetlustremmers, vetverlagers)
Wanneer een bepaald groot bedrijf  een overheersend aandeel in het aanbod van medicijnen heeft voor een bepaalde aandoening, deinst de concurrentie terug voor de kosten die een inbraak op die exclusieve zone te doen. – 19 Vb. Glaxo Smith kline heet 7% van de totale markt maar 46% van de migrainemiddelenmarkt. Warner Lambert beheerst de helft van de vetverlagers. Schering Plough, helemaal niet in de toptien heeft 40% van de antiallergica.
Gezien eenmaal per kwartaal de bedrijfsresultaten bekend gemaakt moeten worden die effect hebben op de beurskoersen en de kapitaalsevolutie van het bedrijf wordt er intensief gewerkt om de beursbeurt op dreef te houden eerder dan wetenschappelijk onderzoek, tenzij om allerlei verhalen over de pijplijn te vertellen en verspreiden.
Om te vermijden dat ze worden overgenomen door de concurrentie zetten de toplui van de BF eerder in op marketing dan op wetenschap. Daarom heeft het overleven van de farmaceutische industrie NIETS van doen met het genezen van het ongeneeslijke – als het toch gebeurt isd at eerder mooi meegenomen – maar alles met blockbustermedicijnen. In 1990 moesten die een jaaromzet hebben van 500 miljoen USD, in 2000 was het reeds het dubbele en waren er 23 als blockbuster geboekstaafd. In 2005 schat men 2,5 miljard USD omzet nodig met 50 medicijnen die eraan zullen voldoen. Nu zijn dat vetverlager ZOCOR van Merck 3,6 miljard pond, Losec (Astra Zeneca), Prozac, Norvasc (calciumblokker Pfizer) en Lipitor van Warner Lambert.
Blockbusters bestaan dank zij chronische ziektes, het grote geld is alleen te verdienen met medicijnen die jarenlang dagelijks dienen genomen te worden door een zeer grote populatie chronisch zieken of althans die denken dat ze chronisch zie zijn en die pillen kunnen betalen.
Wonderpillen waarmee ineens de klacht verdwijnt brengen niet genoeg op.
Bijgevolg worden dit medicijnen tegen kanker, hoge bloeddruk, psychische stoornissen, osteoporose, reumatische aandoeningen en thrombose.  Daarnaast pijnstillers en vetverlagers.
Daarnaast zijne r nog de lifestyle medicijnen, zoals vermageringspillen, Viagra en haargroeimiddelen.
Vier vijfde van de R&D budgetten van BF gaat naar het aanleveren van dergelijke medicijnen aan een vijfde van de wereldbevolking. Bijgevolg is onderzoek naar minder winstgevende aandoeningen niet haalbaar.-21
De kwartaalresultaten eisen medicijnen op de markt die steeds sterker zijn als blockbuster, dus moet iemand in die race beslissingen nemen over de minimale omzet die een bepaald product kan opleveren, eens daaronder wordt er niet meer mee verder gewerkt en wordt het zeker niet ontwikkeld. Het zou in de wandelgangen gaan om 200 miljoen USD tot 500 miljoen USD als minimum te verwachten omzet alvorens het ‘go’ gegeven wordt.
De commerciële prioriteiten hebben altijd voorrang op de wetenschappelijke. Zij werken nlk voor hun shareholders, het kapitaal dat in hun firma zit en moet opbrengen.-22
Dit wordt op termijn een steeds gevaarlijke situatie: de prijzen stijgen, de uitgaven van ziekteverzekering stijgt sneller en sneller, steeds minder wordt geïnvesteerd in behandelingen voor ernstige aandoeningen die veel mensen bedreigen, die niet teveel centen hebben.
In jan 2000 stelde CIA een rapport op The Global Infectious Disease Threat and its Implications for the US: 20 bekende ziektes blijken epidemische proporties aan te nemen, zich uit te breiden naar nieuwe verspreidingsgebieden en dodelijker geworden dan ooit: malaria, tbc, cholera, dengue. In 1998 kostten HIV-aids, TBC, malaria, Hep B en C, infecties van de onderste ademhalingswegen, diarrhea en mazelen het meeste doden. En niemand doet er iets tegen. Alle fondsen voor R&D (O&O) die door overheden van ontwikkelde landen en farmaceutische bedrijven worden gereserveerd zijn hoofdzakelijk bestemd voor het ontwikkelen van therapieën en geneesmiddelen die relevant zijn voor ziektes die veel voorkomen in ontwikkelingslanden. Behandelingen voor ziektes die zeer relevant zijn in ontwikkelingslanden gaan dikwijls de mogelijkheden en het budget aldaar te boven.
Slaapziekte dat weer opflakkert en jaarlijks 150.000 mensen het leven kost, kan alleen behandeld worden met een medicijn dat 70 jaar geleden werd ontwikkeld op basis van melarsenoxide en propyleenglycol (antivries waardoor 5% van wie ingespoten wordt sterft). Overigens is de ziekte resistent aan het worden en wordt er niet aan een alternatief gewerkt.
Er waren alternatieve middelen van Aventis en Baeyer maar ze weigeren beiden deze opnieuw in productie te nemen. – 23
80% van de medicijnenmarkt zit in Noord Amerika, West Europa en Japan. Africa haalt 1%
Volgens de farmaceutische industrie wordt jaarlijks 27 miljard USD aan R&D besteed, uitsluitend in die producten die beloven heel veel geld op te brengen: bijgevolg bepaald door de markt waar de meeste winst te verwachten is. Zelfs als zouden ze 1% van hun R&D besteden aan ontwikkelingen voor Afrikaanse ziekten, dan halen ze nog maar 270 miljoen USD ongeveer de helft van wat ze nodig zeggen te hebben om een medicijn te ontwikkelen.
Als het een rendabele ziekte is, dan vinden ze altijd een medicijn. In geval van een onrendabele ziekte dan is er geen economische prikkel te verzinnen om ze toch in actie te krijgen.
Een mooi voorbeeld is de malariamedicatie. Het enige product dat in 40 jaar door een privé bedrijf werd ontwikkeld is Malarone van Glaxo(de rest was ontwikkeld door overheidslabo’s) en dat product is in eerste instantie gemaakt als preventief middel  voor een publiek van 7 miljoen zakenlui en militairen die in Malariazones moeten werken.- 24
Een ander voorbeeld is bacteriële meningitis wat met chloramfenicol in olie van Roussel Uclaf behandeld kon worden, doch dat na de fusie met Hoechst tot HMR in 1995 stopte met de productie. Niemand produceert dit nu nog.
Voor Leishmaniase is er waarschijnlijk een product gevonden doch iedereen on tkent het en het komt niet op de markt.
AZG wijst erop dat om de tien seconden iemand aan tbc overlijdt maar dat van de 1200 moleculen die tussen 1975 en 1997 – 22 jaar – 13 producten op de markt werden gebracht door BF waarvan er 9 niet ontdekt waren door henzelf. 5 ervan waren ontdekt in onderzoek naar veterinaire middelen -  een zeer winstgevende branche. De overige vier werden ontdekt door onderzoek van het Amerikaans leger tijdens de oorlog in Vietnam.
Heb je erectiestoornissen dan staat BF klaar met Viagra, lijd je in Afrika aan malaria, diarrhea of mazelen is de kans groot dat je zonder medicijnen sterft.-27
Tot 1928 was de belangrijkste verbetering voor de volksgezondheid riolen en drinkbaar water waardoor de levensverwachting fors werd verlengd. In 1928 penicilline. Tot einde WOII forse investeringen door Amerikaanse leger. Dan verschuiving van chemisch naar biofarmaceutisch onderzoek vanaf de jaren ’60.  Grote fusiegolf in BF begin stilaan begin jaren ’80, sneller vanaf ’95 met de top rond de millenniumwissel, een duidelijk beeld van de onmacht van de sector om zelf een eigen organische groei te realiseren. Wanner de octrooibescherming van een blockbuster dreigt te verstrijken is fusie een middel om de gaten en de pijplijn te dichten.
Bij die fusies verdienen de investeringsbanken fortuinen aan de operaties waarbij de bestuursleden die niet meer nodig zijn royale afvloeiingspremies aangeboden krijgen als zwijggeld. Nochtans was er in geen enkele fusie een realisatie van de beloofde lange termijngroei, noch een duidelijke productiviteitstoename. In feite leidde elke fusie vanaf 1970 tot verlies van marktaandeel en komen deze fusies tot stand om geen kapitaalsinvestering te hoeven doen. Een ander voordeel is de marktafbakening die ingrijpender wordt: in 1995 wordt de helft van de geneesmiddelenmarkt in de hele wereld beheerst door 25 bedrijven. In 2000 is 53 % van de markt in handen van 15 bedrijven, de vier grootste halen 20% van de hele wereldmarkt. – 35
Officieel wordt verteld dat in de VS het zakenklimaat beterr is dan in Europa, maar de ware reden is dat de prijzen daar heel veel hoger zijn dan in Europa, gemiddeld het dubbele van de prijzen in de UK. Daarom is de VS markt de sleutel tot de wereldmarkt.-45
Als je een BMW vergelijkt met een farmaceutisch bedrijf, zie je goed dat de investering bij een geneesmiddelenbedrijf het octrooi is. Het eindproduct van BMW is moeilijk te kopiëren, dat van een BF zeer gemakkelijk. Dus is hét concurrentie voordeel voor een BF de marketingscapaciteit en het octrooi. –50
Jonas Salk weigerde aanvankelijk een octrooi te nemen op zijn poliovaccin in het begin van de jaren ’50 omdat ‘Je toch geen octrooi kan nemen op de zon!’ – 53
De kolonisatie van het genoom is vergelijkbaar met wat de Europeanen deden die enkele eeuwen geleden in de Nieuwe Wereld arriveerden en alle grond waarop ze voet zetten onder elkaar verdeelden waarbij ze hun rechten afbakenden met vlagen die ze erop plantten. Farmaceutische bedrijven menen nu het recht te hebben om planten te octrooieren die inheems zijn in landen waar ze dikwijls niet eens zaken doen. Dikwijls in Aziatische landen die niet eens over technologie beschikken om gensequenties van planten te bepalen en bijgevolg die planten en het gebruik ervan niet eens tot hun eigendom kunnen verklaren.
Officieel vraagt BF octrooien aan op gensequenties om ooit medicijnen te kunnen ontwikkelen in het belang van de mensheid, maar in feit alleen omdat ze er ooit winsten mee denken te kunnen maken – 55
Bush senior hielp mee voor Lilly om de patentverlenging door te drukken.
Tests te velde op patiënten om langdurig gebruik en mogelijke neveneffecten op te sporen worden vermomd als handige marketinginstrumenten om artsen in het product te interesseren. – 59
Trade Related Aspects of Intellectual Property TRIPS probeert ook octrooien op medicijnen afdwingbaar te houden in andere landen (behalve dan op floxacilline van Bayer als de VS in de anthrax fobie was).
TRIPS Plus is dan de truc van BF waarmee ze overheden en ministeries wijs maken dat het producenten van merkloze geneesmiddelen verboden is in een land geneesmiddelen te ontwikkelen als in enig ander land  nog een geldig octrooi van kracht is – wat alleen volgens de Engelse wetgeving opgaat -  dat het illegaal is bedrijven te verplichten een licentie  op een octrooi te verlenen ( wat ze overheden in ontwikkelingslanden wijsmaken), en dat het de nationale gezondheidsdiensten niet is toegestaan alleen merkloze producten te gebruiken als er ook een merkgeneesmiddel op de markt is (wat evenmin waar is!) – 67
Washington kan dan zelf beslissen op voorstel van BF om invoertaxen te heffen op andere producten van die landen.
De supervisie op nevenwerkingen, op gevaren wordt zeer vaak onder de mat gehouden om de marketing niet te benadelen. Tal van voorbeelden met Rezulin (gewichtsreductor en hartproblemen) van Warner Lambert en Prepulsid van J&J in dezelfde periode stilletjes van de markt –89
Technisch gezien zouden de geneesmiddelenbedrijven geen belastingsaftrek mogen krijgen voor producten die niets meer waard zijn – Richard Walden, Operation USA
Zij zeggen: “Het draait allemaal om onderzoek en ontwikkeling. Iedereen is het erover eens dat het innovatieve werk van onze wetenschappers buitengewoon veel vrucht heeft afgeworpen. Onze toegewijde wetenschappers zijn dol op hun werk en willen nieuwe medicijnen blijven ontwikkelen tegen Alzheimer, kankers, hartziekte, Parkinson en vele andere ziekten. We staan meer dan ooit op het punt nieuwe medicijnen te ontdekken waarvan sommige de ziekte misschien zelfs definitief kunnen genezen, en we willen zo snel mogelijk vorderingen maken. “ Ze bedoelen eigenlijk: wees dankbaar voor de prachtige dingen die wij voor jullie doen en heb het lef niet te vragen  waarom wij er zoveel voor in rekening brengen.-92 Neem dus onze pillen, betaal er fors voor en wees blij dat wij met dat geld nieuwe pillen aan kunnen maken die duurder zijn en die je ook kan nemen als ze op de markt komen, wees ons daarvoor  dankbaar!
Geneesmiddelen op recept zijn zelden concurrerend geprijsd, omdat het niet nodig is. Voor de meeste patiënten is beter worden prioriteit nummer één. De prijs van een geneesmiddel begint voor de patiënt pas een rol te spelen als het zo duur is dat hij of zij het zich niet kunnen veroorloven – of als gezondheidsdiensten weigeren ervoor te betalen – en behandeling daardoor onmogelijk is.
Prijsverlaging vindt alleen plaats wanneer een farmaceutisch bedrijf zijn producten op het formularium van een ziekenhuis wil krijgen. Ziekenhuizen die als zelfstandige ondernemingen moeten opdraaien voor de medicatiekost worden door lage prijzen over de brug gehaald, en de patiënt die ermee behandeld werd, blijft hetzelfde medicijn na ontslag bij voorkeur thuis verder nemen.
De prijs van merkgeneesmiddelen heeft niets van doen met vraag en aanbod, tenminste niet met het aanbod. De aanbodskosten bestaan uit investeringen in onderzoek, een kostendekkingsbedrag voor als R&D er niet in slaagt om de zaak te ontwikkelen, de kosten om te voldoen aan regelgeving en de kosten om het via de markt bij artsen, ziekenhuizen en patiënten te krijgen. Sinds 1985 zijn volgens BF de ontwikkelingskosten meer dan verdubbeld tot 500 miljoen USD, doch het blijkt dat dit hoogstens kan gelden voor 60% van de medicatie in de VS want 40% zijn licenties die elders veel goedkoper dikwijls op punt gesteld zijn;

De vraagzijde is echter veel minder gecompliceerd: zolang de marketingafdeling de artsen er maar van kan overtuigen dat een bepaald geneesmiddel het beste in die categorie is en dat het ook nog veilig is, dan schrijven de artsen het voor zonder verder bij de kosten stil te staan. – 94
De beste indicator van de reële kostprijs van een medicijn is de prijs die ontstaat wanneer merkloze concurrenten op de markt komen, dat kan gaan tot 25-30% van de merkprijs. Rekening houdend met een redelijke winstmarge is het dus een 25-30% en daar moet je dan nog de reclame en marketingkosten bij optellen die variëren van 25 tot 40%.
Daar moet dan R&D bijgeteld worden, maar dat blijkt lang niet fundamenteel te zijn want bedrijven met lage r&d kost brengen dikwijls veel meer medicijnen op de markt dan anderen. Toch zijn bedrijven die een hoge r&d uitgave post hebben en weinig nieuwe producten op de markt brengen, goed af want ze kunnen toch de prijs zetten die ze willen.- 95
De belastingsbetaler betaalt altijd dubbel: eerst wanneer zijn belastingen naar regeringslabo’s, universitaire labo’s ed gaan om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen, de tweede keer wanneer hij dat medicijn zelf koopt. Vb . levamisol van J&J voor ontwormen van schapen 6ct per pil, wanner het bleek te helpen tegen coloncarcinoom werd het 6 dollar per pil.
De geneesmiddelenprijs wordt bijgevolg bepaald door de koopkracht van de patiëntepopulatie!
Hoe is het anders te verklaren dat in de computer hardware markt de producten om de zoveel maanden verdubbelen in sterkte, zwaarder worden en de prijs steeds lager wordt, in tegenstelling tot die van de medicijnen.
Het vervangingstempo van medicijnen is daarentegen erg traag want de octrooien houden lang aan en zolang een medicijn goed verkoopt wordt het in de markt gehouden en worden er geen nieuwe producten ontwikkeld. In andere bedrijfstakken zijn octrooien een sta in de weg voor nieuwe ontwikkelingen  en productverbetering, en bij medicijnen krijg je dus het omgekeerde effect, waarbij de patiënt moet nemen wat de arts voorschrijft doorgaans los van de kosten van het product.  –97
Tamoxifen kostte in de VS 100 pond, in Canada 7,74 pond en in UK 6,69 pond!
Voorstel van wet van congreslid Brown in 1999: een firma die een medicijn wil maken moet gewoon een vergoeding betalen aan de octrooihouder en dan zal de markt wel meer spelen. –99
In UK kreeg te NHS te horen dat als het gezeur over de hoge prijzen aanhield en er maatregelen dreigden, en zich met de geneesmiddelenmarkten bleven bemoeien, BF zou vertrekken naar groenere weiden.- 102
In Afrika blijven onnoemelijk veel mensen verstoken van medicatie die ze werkelijk nodig hebben, want daar de prijs laten dalen is erg moeilijk voor de BF want dan merken ze in de VS dat ze heel vele malen teveel betalen. –104
Het Trips akkoord was zeer moeilijk omwille van de mogelijke parallelimport vanuit de ontwikkelingslanden die wel goedkoop voor eigen markt mogen produceren. – 106
Een andere oplossing die ze bedachten was donatie van medicijnen, ze gebruiken daarvoor bijna vervallen partijen – die veel kosten om milieuverantwoord te vernietigen – die ze aan de volle prijs van de belastingen aftrekken als schenkingen. De houdbaarheidsdatum blijft nog altijd redelijk kort, vermoedelijk willen ze die niet verlengen om zo een betere controle te houden. –108 Dikwijls worden enorme hoeveelheden oude, vervallen, onbruikbare medicijnen nar Afrika verscheept waar niemand iets aan heeft, alleen is de vervuiling weg.
De donnaties helpen echter niemand verder want dikwijls bijsluiters en handleidingen in talen die niemand daar begrijpt.
In de VS bestaat er een Cooperative Research and Devedlopment Agreement CRADA dat ideeën  ontwikkelt op kosten van de belastingsbetaler voor nieuwe medicijnen, wat eruit komt wordt door de overheid overgedragen aan BF om er goeie medicijnen mee te maken en het op de markt te brengen zodat het puibliek ervan kan profiteren. In de praktijk blijkt er van de clausule redelijk prijs niet veel in huis te komen.  Er werd niet voorzien dat het publiek recht had op een deel van de opbrengst van dit medicijn dat met haar geld was ontwikkeld.
Publiek vraagt: wat dragen jullie bij aan het algemeen welzijn? Jullie maken niet alleen gebruik van onderzoek gefinancierd met algemene middelen maar ook van allerlei regeringssubsidies, en wat krijgen we daarvoor terug?
Zij antwoorden: daar krijgen jullie een heel dur medicijn voor terug. Zo werkt het kapitalisme: particulier risico genereert particuliere winsten of verliezen, publieke risico’s genereren particuliere winsten of verliezen.  In dit geval is het risico echter betaald en gedekt door overheidsgelden.- 128
Het is verbazend hoeveel artsen niet in staat zijn een oordeel te vellen over een artikel over medicijnen dat goed gebracht en duur gepresenteerd wordt. –143
Een andere en nieuwere manier om de verkoop te beïnvloeden is de direct marketing naar de potentiële patiënten toe die dat dan aan hun arts voorleggen als het enkel op voorschrift verkrijgbaar is. Hiertegen is door artsen zeer moeilijk in te gaan. – 144
Patiënten gaan ervan uit dat je als arts beslissingen neemt in het voordeel van de patiënt. Zij weten niet dat een arts deelneemt aan een wetenschappelijk of commercieel onderzoek, klinische tests en daar zelfs geld voor ontvangt wanneer hij de patiënt er in betrekt. – 151
De vermenging tussen de financiële belangen van Universitaire faculteiten en ziekenhuizen enerzijds en onderzoeksresultaten en inzet anderzijds kan tot ernstige problemen leiden, wanneer de belangen van de geldschieters, zijnde dikwijls farmaceutisch firma’s nadeel kunnen ondervinden van de onderzoeksresultaten van diezelfde academici die fundamenteel en toegepast onderzoek doen. – 187
De overheid danst naar het pijpen van BF. Ze trapt in het verhaaltje dat je BF met fluwelen handschoenen moet aanpakken omdat BF graag heeft dat de overheid gelooft dat indien minder goeie voorwaarden ze naar elders uitwijken. Het is dikwijls bluf en je ziet pas het resultaat wanneer iemand voet bij stuk houdt tegen BF in. – 191
De octrooiwet is er om de bedrijven die risico’s nemen een prikkel te geven om vernieuwend onderzoek te doen, maar het werkt eigenlijk omgekeerd, het bezorgt hen een gouden zetel waar ze zo lang mogelijk in blijven zitten. Als BF geld investeert om risico’s te nemen die producten kunnen opleveren die de samenleving vooruithelpen, dan krijgen ze van de samenleving het octrooi om dit 20 jaar dit in een monopoliepositie op te strijken, doch in die periode hoeven ze zich niet druk te maken over mogelijke concurrenten voor dat monopolie zodat ze tal van nieuwe en andere medicijnen kunnen ontwikkelen. Doch dat doen ze niet, ze zijn er alleen op uit om dat monopolie te verlengen, zo lang mogelijk, want dat levert hun aandeelhouders veel winsten op. – 192
Mooi voorbeeld is omeprazole: Astra Zeneca probeerde de melkkoe te behouden door de capsules te wijzigen in tabletten met als argument de prionziekte die via de gelatine van de capsule zou kunnen overgedragen worden! De ware bedoeling was ervoor te zorgen dat er geen vergelijking meer mogelijk zou zijn tussen de capsules en die van de witte producten, terwijl de merkloze bedrijven de tabletten niet mogen maken wegens een apart patent op de tabletten. De EU wetgeving stelt dat merkloze medicatie aantoonbare en essentiële gelijkenis moet hebben met een product dat op de markt is in de EU. Wanner een octrooihouder zijn licentie op het oude product intrekt en een andere aanvraagt voor een nieuwe vorm kan in principe het nieuwe merkloze product niet meer op de markt gebracht worden. – 194
In de VS was voor de Waxman Hatch wet – die toelaat dat bij biochemische identieke producten de registratie zeer snel verloopt  – slechts 19% van de op recept verkochte medicatie uit merkloze producten, tegen 2000 was dat al 50%. – 200
De kolossale markt voor legale geneesmiddelen creëert bij dure medicatie tegelijk een enorme markt illegale geneesmiddelen, waarvan er heel wat in sommige landen zelfs placebo’s zijn of proefverpakkingen!- 212
Vandaag is China de grootste producent van medicijnen die niet aan de normen voldoen en deze uitvoert naar andere derde wereldlanden. In India is het niet veel beter. Amerikanen steken bij de honderdduizenden de grens over om in Tijuana goedkopere importmedicijnen te kopen die vanuit China in Mexico ingevoerd worden. – 213
 De arts hoeft niet altijd meer voor god te spelen. Gezien de BF de patiënten rechtstreeks benaderen met reclameboodschappen. Tagamet en Zantac brachten het aantal maagzweeroperaties zo goed als tot nul. Protonblokkers hebben de kosten van de behandeling van maagzweren weer formidabel doen stijgen. Daarom proberen de BF patiënten direct te bereiken opdat zij hun verzekering en artsen direct onder druk zetten om de PPI’s voor te schrijven. – 234 DTCA direct to consumer advertising
De reclame uitgaven van de BF stegen van 100 miljoen USD per maand tot 500 miljoen USD per jaar in drie jaar
DTCA beïnvloedt de pten mbt zeven gezondheidsproblemen: cholesterol, roken, osteoporose, haaruitval, maagzweren, menopauze en depressiviteit. Tgv daarvan consulteerden 22% meer pten hun arts en vroegen steeds vaker medicijnen waarvan hun arts vond dat ze deze niet nodig hadden. –237
Vooral de gezonde piekeraars brengen door DTCA meer bezoeken aan de artsen. Dat is de ideale doelgroep voor DTCA want die brengen veel geld op.  – 238
DTCA blijkt ook twijfels te zaaien over oudere medicaties om de duurdere nieuwe te promoten. –239
DTCA leidt in geen enkel geval tot een betere gezondheid van de patiënt, zelfs als de reclame verkleed is als opvoeding en informatie van de potentiële patiënten.
Hét argument is dan nog dat DTCA mensen zelf het recht en de macht geeft over hun gezondheid en dat artsen die zich ertegen verzetten paternalistisch zijn. De pt speelt de rol van voetvolk in de strijd die BF voert om de artsen te dwingen hun nieuwe en dure medicijnen veel meer voor te schrijven. – 241
Voorbeeld van statistische leugen: Pravachol tegen hoge cholesterol: placebo hadden een verhoogd risico van 7,9 % op een hartaanval. Met Pravachol werd het 5,5 %. Het verschil was dus 2,4% en toch verklaarde Bristol Myers dat het risico 33 % verlaagd werd, nlk met 2,4% tov 7,9%!
Fosamax 25 jaar lang te nemen vanaf 50 jaar en als een vrouw stopt met dit product verdwijnt het effect.  – 247
Zelf BMJ British Medical Journal mag nu op zijn website medische reclame maken.
Artsenbeïnvloeding
Strategie om de verkoop te verhogen:
1. betere accountants dan de overheid zich kan veroorloven levert hogere winsten op
2. als de prijzen in VS dalen door druk van de publieke opinie op politici voor parallelimport uit Canada gaan ze die winstmarges elders proberen te verhogen
3. er gaat een grote campagne komen van DTCA in UK maar ook elders in Europa om de zaak op te jagen – 294


Vanavond was er in heel Mexico, viering van de nationale feestdag het begin van de onafhankelijkheidsstrijd 193 jaar geleden. Ik ben het speciale menu gaan eten in het hotel restaurant La Joya, met een groot Mexicaans orkest, nadien een stel meisjes in de nationale kleuren en een stel met panamahoeden met een reuzenharp.
Er was niet veel volk, geheel onterecht want het was een schitterend restaurant met een ongelooflijk goeie keuken olv Franse sterrenchef. Menu was fantastisch en niet eens duur: geen 400 pesos.
Op TV verslag van alle vieringen in alle staatshoofdsteden, want het heet hier eigenlijk Verenigde Mexicaanse Staten, met op Zocalo in de federale hoofdstad een paar miljoen mensen, vooral kinderen en gezinnen, op en om het plein met dan een ceremonie van de vlag, waarbij de president met vrouw en lint onder zijn vest de vlag groette en dan zelf met die vlag op het balkon ging staan zwaaien en de klok luidde onder het roepen van een hele reeks slogans die telkens door de massa’s werden meegebruld: Mexiconas, Mexicanos:Viva Mexico! De kreet, El Grito de Hidalgo. Hij vernoemde ook een Viva Allende! Maar blijkens de geschiedenis lahier was dat een medestander van Hidalgo, en ging het dus niet over Salvador Allende Gossens van Chili.
Hij stond dan ook wat met die vlag te zwaaien en nadien zijn hele familie mee op het balkon inclusief het kleinkindje. Het lijkt hier wel de Britse koninklijke familie. In de provinciehoofdsteden werd  het dan nog eens dunnetjes overgedaan door de respectievelijke gouverneurs en hun vrouwen die ook vlaggenzwaaien deden en de klok luidden.
Het vuurwerk was naar de beurs van de stad of de provincie.

De terugreis was zwaar en zwetend tot in het vliegtuig, dat anderhalf uur te laat vertrok wegens allerlei pesterijen: alle valiezen open en leeggehaald bij alle passagiers (wegens geen scan) Gingen ze het nadien nog eens met de handbagage doen.
Toevalligerwijs was ik de eerste waarbij de valiezen niet moest geopend worden.
Ik zal er dermate bedreigend hebben uitgezien dat het kereltje in kwestie aanvoelde of rook dat er behoorlijke hommeles van zou gekomen zijn, als hij zijn horde geuniformeerde kiekens in mijn spullen zou laten scharrelen. Mijn lichaamstaal sprak dus boekdelen.

Op weg naar huis nog het schitterende boek van Gerard van Westerloo, ’ Niet met de bestuurder spreken’ van de Bezige Bij gelezen.
Hij was de auteur van M Magazine van NRC voor drie jaar over de PvdA fractie die ik als kopie aan de Vlaamse fractie heb laten bedelen. Het hele boek zou moeten doorgenomen worden door onze fracties. Maar vermoedelijk alleen haalbaar als ik het ze zelf bezorg.
Schitterende analyse van de sociaal democratie in Nederland, over de laatste 20 jaar.
Enkele knappe staaltjes van journalistiek onderzoekswerk, een paar interessante punten over het fenomeen Fortuyn, waardoor de vergelijking met Stevaert nog duidelijker wordt.
Alleen te weinig voorstellen tot ombouw.  Hij ziet de oplossing in het afbreken, opbreken van de door en door genestelde ambtenarencultuur in de politiek aldaar.
In Vlaanderen vertaald is dit Stevaerts klasseloos verhaal over alles wat goed is voor de mensen, alsof alle mensen gelijk zijn zonder onderscheid naar klasse noch rang.

En dan nog boven de Amerikaanse oostkust wegens een boog omheen de Orkaan Isabel begonnen aan ‘De Theorie van Alles’ over supersnaren ed. Eerste paar hoofdstukken liepen nog vlotjes binnen, mijn liefde voor de fysica is duidelijk nog niet verdampt. Maar wel in slaap gevallen en dus wachten tot een nieuwe dag van tijdverlies waarop ik dit kan afmaken. Behoorlijk dik en groot, maar veelbelovend.
Tenslotte zoek ik me al jaren suf naar de theorie van alles, niet alleen in de fysica.

Leave a Comment

Please note: Uw reactie wordt bekeken voor publicatie, dit kan even duren.