IFFRotterdam: Cultuurshift in China!
In TAKING FATHER HOME zien we de eerste tekenen van de culturele shift in China. Ook daar zullen de zonen hun vaders vermoorden om met hun moeders te slapen, om de macht te pakken te krijgen, wanneer de economische ontwikkelingen blijven doorrazen.
‘Shi Mian Mai Fu – Huis van Vliegende Dolken – House of Flying Daggers’ van Zhang Yimou is een revelatie van de Chinese film.
Op het Internationaal Film Festival te Rotterdam werden de winnaars van VPRO Tiger Awards Competitie bekendgemaakt: Han Jie met WALKING ON THE WILD SIDE, Manuel Nieto Zas met LA PERRERA en Kelly Reichardt met OLD JOY.
De jury vond WALKING ON THE WILD SIDE, over drie vrienden in een Chinese mijnplaats in de greep van de markteconomie ‘prachtig geacteerd en geregisseerd’. De film werd vooral geprezen omdat die ‘met verfijnde accuratesse de wanhoop van een jonge generatie portretteert, in een onvermoed China, vervuld van een explosie aan tegenstellingen.’ Daarmee is regisseur Han Jie meer dan geslaagd in zijn opzet, die eruit bestond de Chinsese jeugd een spiegel voor te houden.
WALKING ON THE WILD SIDE is een autobiografisch getinte film over het uitzichtloze bestaan in een Chinese mijnplaats, waar de oprukkende markteconomie leidt tot deprimerende wetteloosheid, die een zware wissel trekt op de gezworen vriendschap van drie jongens.
Regisseur Han Jie groeit op in de noordwestelijke Chinese provincie Shanxi. In 1992, als hij twaalf jaar oud is, komt ook deze omgeving in de ban van de markteconomie. Kleine kolenmijnen rijzen als paddestoelen uit de grond. De meeste van de mijnen zijn privé-ondernemingen zonder officiële licenties, die zich weinig gelegen laten liggen aan de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. De straten van het plaatsje waarin Han pubert, worden langzaam maar zeker grijzer door het stof dat de lucht verstikkend maakt. De wetteloosheid rondom de mijnen heerst ook op de middelbare school die hij bezoekt. Een jeugdbende met een zekere Xiaosi aan de leiding doet zijn dagelijkse ronde en de jonge Han Jie is een gewild slachtoffer. Hij durft het mes dat hij in zijn zak bewaart niet te gebruiken. Het is zijn neef Xiping die Xiaosi met zijn Bende van de Vier Sterren uiteindelijk een lesje leert, maar dan moet vluchten. De harde werkelijkheid die volgt, trekt een sterke wissel op de gezworen vriendschap. In zijn eerste lange en authentieke speelfilm verbeeldt Han deze persoonlijke ervaringen. Walking on the Wild Side gaat over de angst om volwassen te worden en verantwoordelijkheid te dragen. De drie jongens die elkaar in zijn film eeuwig trouw zweren en dromen van een betere toekomst, moeten zich uiteindelijk neerleggen bij een leven dat de misère van het bestaan van hun ouders niet ontstijgt.
(SdH op www.filmfestivalrotterdam.com)
Een andere boeiende film op het festival in de Maasstad was TALKING FATHER HOME van Ying Liang.
De zoektocht van een Chinese plattelandsjongen die naar de grote stad (Zigong in de provincie Shezuan) gaat om zijn vader te vinden, toont ongewild hoe in China een fundamentele culturele shift plaatsheeft. Het budget van debutant Ying Liang was zo klein dat alleen vrienden en kennissen meespelen en zelfs de camera moest worden geleend. Het resultaat is een opmerkelijk charmante, prille maar poëtische film die getuigt van visie en stijlvastheid. Wars van hedendaagse filmische conventies en verwachtingen verbeeldt debutant Ying Liang op consequente maar onnavolgbaar minimale wijze de zoektocht van een eenvoudige plattelandsjongen, die in de jungle van de grote stad zijn onschuld verliest. Het is niet de eerste film waarin een plattelandsjongen naar de stad gezogen wordt, maar zelden werd een volwassenwording zo fijn getekend. De zeventienjarige hoofdrolspeler vertrekt Zi Gong om zijn vader te zoeken, die zes jaar geleden vertrokken is en van wie hij sindsdien niets meer vernomen heeft. Dat zijn moeder nog wel geld van hem ontvangt, kan zijn boosheid niet temperen. Hij is bepaald niet uit op een warme hereniging; het is onverholen wraakzucht die hem drijft. Geheel verloren en verlaten dwaalt hij door de grote stad. Het gevlochten mandje met twee eenden op zijn rug blijft hem volgen als de herinnering aan zijn vadersdorp. Ying Liang laat de conflicten zien waar de ouderen in de bus en in een eettent baldadige jonge patsers proberen tot de orde te roepen. Een oudere politieman vindt in de jongen een vervangzoon want hij is in een echtscheiding zijn eigen kind kwijtgeraakt in een betere buurt Als hij zijn vader na veel omzwervingen – en vele gelukkige en minder gelukkige ontmoetingen – uiteindelijk vindt, blijkt deze als bankroet projectontwikkelaar op de vlucht voor zijn gewelddadige schuldeisers. De zoon verdrijft hen en slacht zijn vader. Hij keert terug naar zijn dorp met een bebloede haarlok in een biljet van 50 Yuan dat hij begraaft onder een boom temidden van infrastructuurwerken die intussen ook het ouderlijke dorp bereikt hebben. Het verhaal speelt zich af tegen de nakende overstromingen waardoor de miljoenenstad Zi Gong voor de zoveelste keer weer moet geëvacueerd worden. Op de achtergrond van de zoektocht en de vadermoord horen we de praatjes op de radio over het heldhaftig optreden van de overheid en de Communistische Partij, over de machtsgreep binnen de partij en zien we de beelden van de overstromingen die het gevolg zijn van een foute landbouw- en bospolitiek.
De regisseur verklaarde na de voorstelling dat de film teruggaat op en gelijkaardige ervaring die hij als kind meemaakte wanneer zijn vader 3 jaar gedwongen werd uit te wijken en dat ook in China iedere jongen opkijkt naar zijn vader, net zoals elders in de wereld.
Merkwaardig was bij het vraaggesprek na de voorstelling de confrontatie van de regisseur met de beelden uit zijn film die het dagelijkse leven en de culturele veranderingen in zijn land toonden als een normale waarneming, waar de restanten van de oude Chinese cultuur, het respect voor de ouderen nog hier en daar nog als relieken overeind blijven tot ze letterlijk worden doodgeslagen door baldadige hooligans op motorfietsen.
Ooit omschreef de Chinese dichter DuoDuo de kern van het verschil tussen het oosten en het westen in NRC Handelsblad: "In het oosten eten de vaders hun zonen op om de macht te kunnen behouden, in het westen doden de zonen hun vaders om met hun moeder te slapen."
In TAKING FATHER HOME zien we de eerste tekenen van de culturele shift in China. Ook daar zullen de zonen hun vaders vermoorden om met hun moeders te slapen, om de macht te pakken te krijgen, wanneer de economische ontwikkelingen blijven doorrazen.
Houd elkander bij de hand in de ochtendschemer van 2006.
‘Zhang Yimou, House of Flying Daggers – een revelatie!’, ‘geschreven op 2004-11-28 ‘
‘Shi Mian Mai Fu – Huis van Vliegende Dolken – House of Flying Daggers’ van Zhang Yimou is een revelatie van de Chinese film.
Niet omwille van de fantastische beelden, niet omwille van de schitterende kleuren, het ballet van het leven, de strijd en de dood, niet omwille van de indringende muziek en de gelijkenis met het schitterende dans- en muziektheater Blush van Wim Vandekeybus, maar vooral om de ongelooflijke politieke betekenis van deze gestileerde film over passie en opstand.
Zhang Yimou in een interview met Steven De Foer in De Standaard van 24/11/2005:
,, Ik wilde nog zo’n wuxia (martiale) film, maar dan anders: voor mij is House of the flying daggers in de eerste plaats een tragisch liefdesverhaal. Een Chinees spreekwoord zegt dat liefde, haat, passie en wraak de meest vluchtige emoties zijn. Daarover gaat deze film, veel meer dan over een reeks gevechten.’‘
Deze discussie is volgens mij de kern van het verschil tussen het oosten en het westen, zoals de Chinese dichter Duoduo het ooit heeft geformuleerd in NRC Handelsblad: "In het oosten eten de vaders hun zonen op om de macht te kunnen behouden, in het westen doden de zonen hun vaders om met hun moeder te slapen."
Duoduo is het pseudoniem van Li Shizeng (°Beying 1951) die na 4 juni 1989, de Lente van Beijing, op Poetry International in Rotterdam optrad, nadien ‘writer in residence’ werd te Leiden en columnist voor NRC Handelsblad is geworden in Leiden
‘In feit gaat deze discussie over de vraag hoe het oude door het nieuwe vervangen wordt. In het westerse denken is daarbij de passie, de emotie essentieel. Volgens de westerse cultuurvisie is het verschil tussen mensen en goden dat deze laatste geen emoties, geen passies kunnen beleven en dat alleen passies, intense emoties veranderingen, metamorfoses kunnen brengen. Ovidius heeft er een schitterende reeks verzen over geschreven die bij Octavianus in het verkeerde keelgat schoten want zijn oude vriend had zichzelf pas tot goddelijke Augustus benoemd. De publicatie van deze godslasterlijke Metamorfosen kostte Ovidius zijn maatschappelijke kop en hij werd in ballingschap gestuurd naar Tomi aan de Zwarte Zee.
Zhang Yimou is in zijn meesterwerk “House of Flying Dagger” veel dubbelzinniger dan het interview met De Standaard laat vermoeden. Volgens de officiële Chinese cultuur zijn liefde, haat, passie en wraak spreekwoordelijk de meest vluchtige emoties. Dat de Chinese cultuur zo makkelijk het marxisme als staatsgodsdienst aan wist te nemen houdt zeker verband met de marxistische stelling dat het denken bepaald wordt door het maatschappelijk zijn, de plaats in het productieproces. Het staatsbelang, het collectieve belang heerst over de individuen die enkel kunnen bestaan binnen hun sociale situatie.
In de westerse cultuur zijn die emoties echter essentieel in het onderscheid tussen mensen en goden én als drive van het menselijk handelen.
Krasser nog is de politieke dubbelzinnigheid van Zhangs schitterende film.
Het antwoord van Zhang Yimou op de vraag van Steven De Foer spreekt boekdelen:
“In het verleden hebben uw films u in aanvaring gebracht met het Chinese regime, maar de jongste jaren ligt u in de bovenste lade. Hoe vrij voelt u zich nu als cineast? – Dat valt mee. Uiteraard heb ik geen totale artistieke vrijheid. Je moet je voortdurend realiseren dat je woont en werkt in een land met een traditie van censuur. Ik heb gemerkt dat bruuskeren niet veel zin heeft, dus doe ik ook wat aan zelfcensuur. Maar het gaat de goede weg op, het regime is losser dan vroeger.“
Het verhaal van ‘House of Flying Daggers’ is immers potentieel uiterst gevaarlijk voor het nieuwe China, waar naar goed keizerlijke traditie historische gebeurtenissen gebruikt worden om actuele maatschappelijke problemen kritisch te benaderen.
Het verhaal gaat over de historische periode aan het einde van de verlichte Tang dynastie, wanneer het centrale rijk uit elkaar dreigt te vallen omwille van een zichzelf overlevende keizerlijke regentenkliek. Verschillende krijgsheren proberen het machtsvacuum in te vullen. Temidden van de politieke en economische chaos eigen aan dergelijke transitieperiodes ontstaan boerenopstanden waarbij Robin Hood verhalen over opstandelingen – in dit geval vrouwen – die van de rijken roven om de armen te steunen groot succes kennen.
Vandaag verkeert China in een nieuwe transitieperiode. De tegenwoordige ‘verlichte’ Tangdynastie en zijn regenten loopt op zijn laatste benen. De technocratische krijgsheer-managers en durfkapitalisten proberen met de illusie van nakende rijkdom miljoenen arbeiders in lamentabele fabrieken slavenarbeid te laten verrichten, al dan niet in nieuwe economische zones.
Steeds meer arme boeren verlaten het platteland en hopen op meer succes in de stedelijke economie. De arbeidsomstandigheden, niet alleen in de mijnindustrie waar jaarlijks tienduizenden doden vallen omdat dure investeringen in veiligheid sneuvelen in de jacht op snelle winst, zijn mensonwaardig en levensgevaarlijk.
Het wilde kapitalisme in de Chinese volksrepubliek wordt steeds vaker geconfronteerd met een enorm energietekort, dat er niet op betert wanneer de Verenigde Staten van Amerika het Midden Oosten als voornaamste oliebronnen voor Azië blijven destabiliseren. De VS van Bush sluit intussen een na een militaire samenwerkingsakkoorden af met alle landen die China omringen.
Roofbouw op de eigen steenkoolmijnen kan dit wurgende energietekort voor China niet compenseren.
Kroonprins Filips en zijn gecoutuurde gade hebben in 2005 gevolgd door vruchtbare kamerdelegaties van VLD en PS onder leiding van Hendrik Daems getracht de handelsbetrekkingen met China te verbeteren.
Belgische bedrijven hopen op een deeltje van de reuzenmarkt die de Chinese Volksrepubliek lijkt te worden. Outsourcing of het verplaatsen van productie afdelingen naar China waar het socialisme als een tanende godsdienstbeleving dé mensen alsnog braaf en gedwee moet houden met de belofte dat iedereen rijk zal worden, doet de concurrentiestrijd – ook wereldwijd – toenemen.
En zoals de Grote Rode Keizer het ooit zo mooi geformuleerd heeft:
“De macht komt uit de loop van het geweer!” en meer nog: “Une étincelle peut mettre le feu dans toute la plaine " (janvier 1930, Mao Tse Toung tot zijn toen nog ‘proche compagnon d’armes’ Lin Piao die twijfels had over de kansen van hun revolutie in het toenmalige China, in ‘Œuvres choisies tome 1’)
In China dreigen vele ‘’Huizen van Vliegende Dolken’’ de kop op te steken wanneer de molen van het internationaal risicokapitaal ook daar miljoenen mensen vermalen zal.
Zhang Yimou, “Shi Mian Mai Fu – Het huis van de Vliegende Dolken – The House of the Flying Daggers” met Zhang Ziyi, Takeshi Kaneshiro, Andy Lau, Song Dandan. 119 minuten