Als bannelingen, vogelvrij in deze Heilige Halle’?
Als bannelingen,
vogelvrij in deze Heilige Halle’?
Lezing aan de hand van ’Shi Mian Mai Fu’ – Huis van Vliegende Dolken ook bekend als ‘House of Flying Daggers’ van de Chinese regisseur Zhang Yimou op muziek van Shigeru Umebayashi. Deze film speelt in China, Zhong Quo, het Rijk van het Midden waar de eens zo machtige Tang dynastie in verval is.
Muziek: House of Flying Daggers ‘? Shigeru Umebayashi
5. Battle in the Forest
Muziek: House of Flying Daggers ‘? Shigeru Umebayashi
8. Lovers (Flower garden)
Aarzelend hebben wij in ‘?De Liturgie van Orfeus’? onze woorden gewogen:
‘?Wanneer ik naar jou kijk, naar jou omkijk, om jou geef, je liefheb, dan zie ik je pupil, het meest wonderlijke deel van jouw ogen, niet alleen omdat daardoor bij jou het Licht binnentreedt en waardoor ook jij het Licht ziet, maar vooral omdat ik in jouw pupil de beeltenis zie van degene die kijkt!
Dà?t is het moment waarop mijn geweten zichzelf ziet in jouw ogen.
Zij zijn de spiegel van mijzelf.’?
Twijfelend hebben wij hieraan de Noodzaak toegevoegd:
‘?Laat ons ziende blind zijn !
Laat ons elkaar in de blinde ogen kijken,
zodat ieder van jullie ook zichzelf kan zien,
wanneer je de oogleden sluit,
een negatief beeld tegen een bloedige achtergrond,
van al wie voor ons kwam en al wie na ons zal zijn.’?
Al onze zieners zijn blind. Zij houden hun ogen gesloten voor het verblindende Licht van het hier en nu, opdat hun brein begrijpen kan, wat is geweest en wat komen zal.
Al wie het ‘Licht’ werd gegeven, kan hoogstens nog scherp gelijnde schaduwen vermoeden.
Zonovergoten woestijnen krijten onweerlegbare lijnen die verglijden in een fata morgana van het unieke Grote Gelijk.
Nevelen en schaduwen in de schemering van het woud zijn de basis van twijfel en onzekerheid, de echte kracht en kern van het Europese ongeloof, onze grootste kans op een minimum aan menselijkheid.
Komen goden immers niet naar Europa om er te sterven vroeg de filosoof Peter de Graeve zich af in een essay over Europa.
Van de Griek Diogenes, over de moslim Averroës, langs de Antwerpse Amsterdammer Frans van den Enden en de Nederlands-Portugeze Jood Spinoza, tot en met de Fransman Voltaire of de Duitser Nietzsche, telkens weer kreeg het ‘Verlichtingsdenken’ in Europa zijn beslag. Europa weet, uit haar eigen bloedige verleden, dat het geloof in één God of een heilige zaak géén eenheid brengt, zoals Amerikanen en moslims graag beweren. Geloof ‘? ook ‘Ander Geloof’ dat de publieke ruimte opeist – zaait verdeeldheid en verderf.
Om een beetje dichter bij de menselijkheid te komen, moet je afstand doen van het geloof ‘? zeker in die openbare ruimte. Allen die in Europa leven, ook mohammedanen, moeten dit ongeloof leren hanteren als de enige redelijke kans op slagen van menselijkheid.
Opdat mensen elkaar niet zouden afslachten moeten zij van elkaar kunnen accepteren dat er niet één waarheid is, maar dat er meerdere ‘waarheden’, meerdere leugens en misleidingen kunnen bestaan en moeten bestaan, eenieder de hare of de zijne.
Of zoals de Turkse Nobelprijswinnaar Literatuur, Orhan Pamuk, het in zijn prachtige roman Sneeuw heeft geformuleerd:
‘Je houdt jezelf voor de gek! Zelfs als je in God zou geloven, dan zou het zinloos zijn omdat als eenling te doen. Het gaat er juist om dat je gelooft zoals de armen geloven en dat je een van hen bent. Alleen als je eet wat zij eten, als je met hen samenleeft, als je lacht om de dingen waar zij om lachen en je kwaad maakt over de dingen waar zij zich kwaad om maken, kun je in hun God geloven. Je kunt niet in dezelfde God geloven terwijl je een totaal ander leven leidt. God is rechtvaardig genoeg om te weten dat het niet gaat om ratio en geloof, maar om het hele leven.’
Spelers en toeschouwers in een veilige en duurzame samenleving weten dat dit samenleven een spel is, dat het toneel is, maar zij accepteren dit spel als alternatief voor oorlog, voor een moordend en dodelijk handgemeen.
Wie niet bereid is de relativiteit, de misleiding, kortom de fictie als kern van onze waarneming te aanvaarden, te erkennen en te bespelen, zal gedreven worden tot geweld ‘? zelfs fysiek geweld ‘? als slachtoffer of als dader, wat binnen een bepaalde bevolkingsgroep, een cultuur of volkerenconglomeraat telkens weer bijzonder weinig duurzaam gebleken is.
Binnen de Hellenistisch – Ionische cultuur in Klein – Azië ontwikkelden de monumentale halfronden waar toneel gespeeld werd tot de negenproef van de democratie.
Het spel en de spelers confronteerden toeschouwers en toezichthouders binnen het theatrale halfrond met vermaak en lering, met bevrijding en beleid in woord en wederwoord op en neerlopend over de schouders van de burgers in het monumentale halfrond.
Dit is de lakmoesproef voor samenlevingen waar dissidentie, andersdenkenden, kritiek op elkaar en de al dan niet verkozen elite aan bod konden komen.
In die theaters van de muurloze kuststeden van Klein Azië werd het gezamenlijk ‘kunnen’ ervaren: vervoeren, begeesteren, veinzen en misleiden.
Deze identiteitsbeleving liet haar deelnemers en toeschouwers proeven van de macht van de massa waaraan zij zelf deelachtig waren: met de waanzin van wijsheid, door kreupele kracht, in geschonden schoonheid.
Plato en andere maakbaarheidsideologen van links en rechts wentelen zich in hun met afschuw vervulde kritiek op de theatrocratie, de heerschappij van en door het theaterspel.
De netto effectiviteit van dit soort democratische culturen, van deze theatrocratieën heeft tot veel grotere, creatievere en uiteindelijk veiligere en dus duurzamere samenlevingen geleid dan mediagenieke, populistische huurlingen met hun beeldregiseurs en reclamedokters.
In de loop der geschiedenis is de democratische theatercultuur ook vele malen efficiënter gebleken dan de terreur van de angst in oligarchieën, theocratieën of schrikbeelden van SARS, vogelgriep, onnoemelijke virussen in de lucht en op het web, kanker, dementie en preventie, andere demonen of kwade geesten, moslimfundamentalisten en andere vieze tiesten.
De film ‘Shi Mian Mai Fu’ – Huis van Vliegende Dolken ook bekend als ‘House of Flying Daggers’ van de Chinese regisseur Zhang Yimou op muziek van Shigeru Umebayashi speelt in China, Zhong Quo, het Rijk van het Midden waar de eens zo machtige Tang dynastie in verval is. Het is 859, de corrupte regering verliest na een periode van stormachtige economische ontwikkelingen de controle over het rijk van de Gele Keizer. De verbrokkeling van de centrale macht gaat gepaard met toenemende onrust in het land. In deze sociale, economische en politieke chaos vormen zich tal van geheime genootschappen. Midden de burgeroorlog ontmoeten de ingewijden elkaar als vogelvrije ballingen om te bouwen aan de ondergrondse tempel van menselijkheid.
‘Shì Mià?n Mái Fú – Huis van Vliegende Dolken’ is een door vrouwen geleid genootschap van ingewijden, die wat ze stelen van de rijken, verdelen onder de armen. Ze winnen snel de steun van het volk en worden gevreesd door hun rivalen, de gewapende dienaren van de lokale machthebbers, beelden uit het China van toen én dat van morgen.
Beeldschoon is de blinde dochter van de leidster van het Huis. In het bordeel waar Mei is geà?nfiltreerd, wordt ze geconfronteerd met legerkapitein Leo die de opdracht heeft het ondergrondse genootschap uit te roeien.
Shì Mià?n Mái Fú – I. Het Echo Spel
Bij taferelen die de ondergang aankondigen van een Dynastie zoals die van de Tang keizers, van een Huis, van een Heerschappij, een Obediëntie of een Tijdperk, houdt iedereen zich aan zijn eigen verhaal, alsof er niets aan de hand is, ook al is eenieder zich bewust van wat hem of haar boven het hoofd hangt.
Maar terzijde staat altijd een onopvallende figuur die de hand naar de mond brengt. Niet alleen in oude Chinese tradities, maar ook in die van de Griekse oudheid zit op grafstèles terzijde een ineen gehurkte figuur die zijn hand naar zijn voorhoofd brengt. Op het 15de eeuwse fresco ‘De verrijzenis van Christus’ van Piero della Francesco in het stadhuis van Borgo San Sepolcro slapen de wachters bij het graf behalve één soldaat die de hand voor de ogen houdt.
Dat is diegene die ziet en niet kan handelen.
Ooit zal deze de tragische dichter zijn en die geschiedenissen vertellen.
Maar nu zwijgen zij.
Er is nà?g een merkwaardige gelijkenis tussen de cultuur van Zhong Quo, het Rijk van het Midden en de oorsprong van de Hellenistische tradities.
Slechts weinigen herinneren zich, volgens Roberto Calasso in zijn fenomenaal standaardwerk over de Griekse Mythologie, De Bruiloft van Cadmus en Harmonia, dat onder het bronzen deksel van de drievoet waar de Pythia van Delphi orakelde ooit de verminkte ledematen van Dionysus Zagreus kookten, dat Dionysus de eerste was die profeteerde vanaf de drievoet. En ook dat een slang om het onderstel van de drievoet lag gerold.
Er is één voorwerp dat een zeer hoge graad van beschaving aangeeft, waarbij andere ons bekende voorwerpen verbleken: de bronzen ketel.
In het China van de Shang-dynastie draaide het hele leven om dit cultusvoorwerp met gestileerde monsters samengesteld uit diverse dieren en karakters, van uil tot cicade, van luipaard tot slang.
De Chinese keizers verwerkten de dieremblemen van hun verslagen vijanden in het beeld van hun macht: de draak met het lijf van de slang.
In China drukte die keuze van vast omschreven vormen reeds in de Shang periode een stempel op de hele beschaving tot op vandaag de dag.
De bronzen voorwerpen met hun groene weerschijn raakten begraven in de gele aarde of in archeologische kunstverzamelingen uit de Shang-periode. Maar de Chinese vormen blijven van geslacht op geslacht door alle eeuwen heen de oervormen van het brons herhalen.
In Griekenland werd het rituele brons voorzien van de griffioen met zijn machtige open snavel en flitsende tong, maar ook van de leeuw of de stier.
In het Dorische Griekenland nam dat vaatwerk één enkele overheersende vorm aan: de drievoet, die het oplichten van een nieuwe bloeiperiode aangeeft.
Maar daarna verdwijnt hij voorgoed, verdrongen door een andere vorm:
die van de menselijke gestalte!
Het gaat sindsdien alsmaar sneller.
Ruim 5 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste mensachtigen door zich aan te passen aan verschillende omgevingsfactoren. Van de eerste bewerkte steen tot de bronscultuur hadden onze voorouders 3 miljoen jaar nodig. Drieduizend jaar volstonden om van bronzen vaatwerk tot kernbommen en nucleaire centrales te komen.
In de geschiedenis van de mensheid zijn vele culturen verdwenen in de fuik van de vooruitgang wanneer ze hun eiwitrijke voedselbronnen met steeds groter succes bejoegen. Hun bevolkingsaantallen stegen voorspoedig en de natuurlijke voorraden in hun omgeving krompen. Slechts enkele culturen wisten zich te redden door het cultiveren van een handvol voedselgewassen. In de loop van de laatste paar duizend jaar zijn vele van deze beschavingen ‘? soms hoogontwikkeld en hiërarchisch georganiseerd in reusachtige steden met heersers en priesters – verdwenen in bloedige slachtpartijen om de heerschappij over de laatste voedselbronnen. Vandaag moeten 6 miljard afstammelingen leven van diezelfde landbouwcultuur van nauwelijks tien gecultiveerde planten.
Ronald Wright definieert in zijn ‘Kleine geschiedenis van de vooruitgang’ het begrip cultuur als ‘?een omvangrijke complexe samenleving gebaseerd op het temmen van planten, dieren en mensen’?, al zou ik de volgorde liever omkeren.
De mensheid in het algemeen laat zich in de loop van haar geschiedenis steeds meer lokken door de 3 fenomenale ‘G’-s: God, Geld en Gat, waarvan ook hier de volgorde niet duidelijk is.
Jared Diamond analyseert in ‘Zwaarden, Paarden en Ziektekiemen’ en meer nog in ‘Ondergang’ de teloorgang van ooit roemrijke beschavingen die in vaak penibele omstandigheden honderden soms duizenden jaren overleefden en dan plots ten onder gingen wanneer de handelsrelaties met andere culturen verdwenen of wanneer hun habitat uitgeput raakte en onderlinge slachtpartijen om de schaarse bronnen tot de vernietiging van de hele cultuur leidden.
De Paaseilanders, Polynesische boeren ‘? zeevaarders die zich rond 900 definitief en in steeds grotere groepen op het bosrijke en zeer afgelegen eiland Rapa Nui ‘? Grote Rots vestigden, gingen ten onder aan de religieuze obsessie van hun leiders om ter grootste Moai – beelden te laten houwen. Dezen werden naar enorme stenen terrassen langsheen de kustlijn gesleept waar ze landinwaarts ten aanschouwen van nazaten en onderdanen de ogen op de hemel gericht hielden, Mata ki te rani.
Tussen het bezoek in 1722 van de Nederlander Roggeveen ‘? die al merkte dat geen boom op het eiland nog hoger dan 3 meter was ‘? en dat van Francis Cook slechts 52 jaar later waren talrijke Moai omvergetrokken en de nek gebroken.
Wanneer door erosie na het kappen van bomen voor het transport en oprichten van de enorme beelden het hele landbouwsysteem van het Paaseiland ontwricht werd en geen kano’s meer konden worden gebouwd om hun geluk elders te proberen, restte de bewoners enkel nog elkaar. Stamhoofden en priesters die door hun verwantschap aan de goden voorspoed en overvloedige oogsten konden beloven, hadden gefaald. De ogen die op de hemel waren gericht, werden uitgestoken en de keel werd – als bij meinedigen – overgesneden.
De hele goed georganiseerde samenleving op het Paaseiland ging ten onder in een gruwelijke burgeroorlog en kannibalisme.
Zoals vele beschavingen ging die van de Paaseilanders ten onder kort nadat ze qua omvang van bevolking, qua beeldencultuur en qua invloed op het milieu haar hoogtepunt beleefd had.
Met het vellen van de eerste bomen, begint onze cultuur.
Met het vellen van de laatste, eindigt onze cultuur.
De culturen van de tropische eilanden Pitcairn en Henderson gingen na 700 jaar aan het einde van de 15de eeuw ten onder wanneer hun handelslijnen met andere Polynesische eilanden verbroken werden omdat het kruispunteiland Mangareve zelf door erosie onvoldoende voedsel kon produceren voor haar bevolking. Chronische gevechten om resterende landbouwgronden en kannibalisme om aan eiwitrijk voedsel te raken deden de rest.
De Anasazi beschaving die zich ruim 600 jaar kon ontwikkelen in de streek tussen de Colorado en Rio Grande rivieren in New Mexico ging ten onder aan het succes van de korte termijnoplossingen die ze ontwikkeld hadden in een beperkt omschreven ecologische niche. Hun oplossingen faalden bij milieuveranderingen als gevolg van menselijk ingrijpen en/of externe klimatologische factoren en dit 250 jaar và?à?r de ‘ontdekking’ van Amerika door Colombus.
Ook de Maya cultuur met enorme steden van vele honderdduizenden inwoners ging in minstens 3 perioden over bijna 1500 jaar ten onder omdat de succesvolle groei van de bevolking steeds weer leidde tot een te grote druk op het ecosysteem waarna de hele staatsvorm overhoop werd gehaald en nog slechts een fractie van de oorspronkelijke Maya’s kon overleven.
De Vikingen als oudste Europese buitenposten op IJsland, en vooral op Groenland en Vinland ‘? New Foundland, konden noch wilden zich aanpassen aan het veranderende klimaat en de verminderde interesse voor handelsproducten ‘? ivoor en bont - vanuit de Skandinavische landen.
Ze trokken zich terug uit de Amerikaanse nederzettingen waar ze hun houtvoorraden insloegen en in conflict lagen met de Indiaanse bewoners.
Op Groenland eindigden hun eens zo bloeiende nederzettingen in een moordpartij van hongerige boeren die naar de hoofdkolonie afzakten omdat de buitenposten niet langer voldoende voedsel konden opbrengen en de machtige Noormannen hun neus ophaalden voor de overlevingstechnieken van de na hen aangekomen Inuit die wél zeehonden en vissen aten.
Vikingen beschouwden zich toen als de christelijke voorposten van Europa en aten volgens hun culturele gewoonten bijgevolg runderen en schapen, ook al konden deze niet gevoed worden door de steeds kleinere hooioogsten.
Op IJsland wisten ze zich nauwelijks te handhaven tot er nieuwe interesse vanuit Skandinavië kwam.
Er zijn in het verleden ook boeiende voorbeelden van een verstandig en duurzaam ecologisch beleid waar menselijke beschavingen eeuwen-, zoniet millennialang, in een vruchtbare symbiose leefden met de natuurlijke omgeving. Op Nieuw Guinea heeft een intensieve akkerbouw in de hooggelegen binnenlanden de tand des tijds overleefd en miljoenen mensen van voedsel voorzien. Japan kent reeds sinds het Shoguntijdperk wetten en maatregelen om de bosbouw te stimuleren waardoor bomen benaderd werden als langzaam groeiende landbouwgewassen die in een eeuwenlange stabiele politieke periode bevatbare afmetingen kregen voor boeren die de rijkdom van hun bossen voor hun kinderen, klein- en achterkleinkinderen onderhielden. Korte termijn denken is aan dit soort ecologisch beheer uiteraard niet besteed. Japan heeft vandaag 80 procent van zijn oppervlakte bedekt met goed onderhouden bossen. De hele Japanse archipel telt 400 mensen per vierkante kilometer. De reële bevolkingsdichtheid op bebouwbaar land bedraagt bovendien 2000 mensen op één vierkante kilometer boerenland.
Duurzaam en behoedzaam omgaan met onze arme moeder Aarde is de enige uitweg die ons rest. Zelfs Al Gore, voormalig Amerikaanse vice-president, die de democraten hoopt te kunnen behoeden voor Hillary Clinton, reist nu de wereld rond met zijn ‘global warming show’ in de documentaire film ‘An Inconvenient Truth’. Hij zou nogal wat foute argumenten presenteren om de opwarming van de aarde en de tocht doorheen de Openbaring van Johannes te verklaren. Maar niettemin duidt hij ‘? een gewezen en komende Amerikaanse presidentskandidaat waardig – het apocalyptische Breken van de Zeven Zegels in de recordhittegolven, smeltende poolkappen en gletsjers, verdrinkende ijsberen, extreme droogte, tyfoons en tornado’s zoals Katrina.
Erger is het vandaag in China gesteld waar anderhalf miljard mensen een vijfde van de hele wereldbevolking uitmaken met de grootste milieuproblemen, energietekorten en een schrijnend gebrek aan drinkbaar water. Iedere Chinees heeft slechts een kwart van de zoetwaterhoeveelheid ter beschikking vergeleken met het gemiddelde van de hele wereld. De situatie in Noord China is nog vele malen erger. Ontbossing die reeds drieduizend jaar bezig is en landbouwmethoden met foute irrigatiesystemen die de bodem al te zeer belasten leiden tot verwoestijning en verzilting van het grondwater. De dagenlange stofstormen die van 300 tot 1950 in Noord China ongeveer om de dertig jaar huishielden, zijn intussen een jaarlijks weerkerend lentefenomeen geworden. Per hoofd van de Chinese bevolking is nog slechts één hectare landbouwgrond beschikbaar, de helft van het wereldgemiddelde en even weinig als in 1994 in Ruanda wanneer de etnische miljoenenslachting onder de enorme bevolkingsdruk op dreef kwam.
China’s problemen worden door de enorme omvang automatisch de problemen van de hele aarde. Wanneer iedere Chinese burger dezelfde levensstandaard als die in de Eerste Wereld bereiken zal, is het totale gebruik van alle natuurlijke hulpbronnen én de invloed op het milieu van onze hele planeet verdubbeld. De Rode Keizers hebben lang verkondigd dat de Chinese Nieuwe Mens de natuur de baas kan en zal blijven, dat milieuproblemen een typisch kapitalistisch fenomeen zijn, maar net zoals de Gele Keizers worden zij geconfronteerd met een unieke, oude geografische en politieke eenheid eigen aan een land met een bijna gladde kustlijn en parallelle stromen van west naar oost.
China is historisch gedurende millennia een enorm uitgestrekt en één gemaakt rijk gebleven. De beslissingen van de Chinese heersers hebben altijd reusachtige gevolgen gehad.
Lang voor de Europese naties in de renaissance aan een verovering van de rest van de wereld begonnen, hadden Ming Keizers reeds vloten met schepen van 100 meter en meer de wereld rondgestuurd.
De politiek van het Rijk van het Midden is altijd zwalkend geweest, precies door die enorme eenheid.
Zij ontdekten het buskruit en behielden het als speelgoed voor vuurwerk.
Zij ontwikkelden de drukkunst en gaven de voorkeur aan de kaligrafie.
Zij voerden als eerste een industriële revolutie door en weer af.
En telkens grepen de veel kleinere Europese staten hun kans om de wereld te veroveren, de industriële ontwikkeling op grote schaal door te drijven.
Ook de Rode Keizer zette een ideologie van maakbaarheid en labo-experimenten met mens en maatschappij verder. Hij kon per decreet een éénkindbeleid opleggen aan alle Chinezen. Alle vogels in landbouwgebieden werden bij decreet gedood omdat ze teveel van de graanoogst verslonden, waarna jarenlang honger werd geleden door insectenplagen.
Deze enorme eenheid van beleid leidde ook tot een nauwelijks vatbare chaos wanneer de Grote Sprong Voorwaarts in 1958 ieder Chinees gezin verplichtte staaloventjes te bouwen en alle mogelijke metaal te smelten tot minderwaardig staal met de schaarse houtskool die daartoe geconfisqueerd werd.
De Culturele Revolutie legde het onderwijs voor vele jaren stil. Ook vandaag besteedt China met een vijfde van de wereldbevolking slechts 1% van alle werelduitgaven voor onderwijs aan de opleiding van haar jongeren.
De Grote proletarische Culturele Revolutie van voorzitter Mao ligt wellicht ten grondslag aan de meest fundamentele omslag in de geesten van het Nieuwe China: ouderen zijn niet langer respectabel omwille van wijsheid, kracht en schoonheid. Vaders eten niet langer zoals Chronos hun zonen op om aan de macht te blijven, maar zonen doden vandaag minstens in hun denken hun vaders om de moeder en de macht te grijpen zoals Oedipous aan de basis van de westerse cultuur.
De gevolgen van dit soort omslagen binnen een vijfde van de hele wereldbevolking zijn enorm. Zelfs met de verplichte geboortebeperking groeiden de grootste Chinese steden van 1953 tot 2001 met een factor 7 tot meer dan een half miljard mensen.
De verwachte daling van de gezinsgrootte tegen 2017 tot 2,7 personen zal binnen 10 jaar toch nog een aangroei geven met 126 miljoen nieuwe huishoudens, meer dan de hele Verenigde Staten van Amerika vandaag telt!
De klassieke gele en rode keizerlijke besluitvorming van boven naar beneden, kan mits goede en doordachte voorzichtige maatregelen het gigantische Chinese beleid bijsturen. De huidige machthebbers zijn zich blijkbaar zeer bewust van de mogelijke gevolgen voor hun belangen. Zij voeren vandaag een omzichtige politiek van kolonisatie van grondstoffen en energiebronnen in heel de wereld, te beginnen met Afrika waar ze omzichtig en onstuitbaar de leeggekomen plaatsen van de oude Europese koloniale mogendheden bezetten, waarbij Afrikaanse satrapen vandaag een geloof belijden in de compassie vanwege de Chinese investeerders: ‘?Het voelt als solidariteit. China was pasgeleden zelf nog arm, het kan daarom een meer menselijke kijk op Afrika hebben’?, aldus een financieel topadviseur uit Senegal in een NRC reportage van 16 februari ll.
Maar even omzichtig houden ze de officiële groeicijfers laag om de wereldeconomie niet te snel te verhitten.
Nog omzichtiger verhogen ze met maar liefst 15% de bewapening en slagkracht van hun in soldaten onuitputtelijke Rode strijdkrachten te Land, ter Zee en in de Ruimte.
De buitenlandse schuld van de Verenigde Staten is voor een kwart reeds in handen van Chinees kapitaal, al probeert de Bush-administratie amechtig de olievoorraden van het Midden Oosten ontoegankelijk te houden voor de Chinese economie door de hele regio Irak ‘? Iran en de Perzische Golf te destabiliseren en te controleren.
De gevolgen op de Europese markt zijn niet minder indrukwekkend.
Textiel- en schoenenimport werd aan quota onderworpen om al te snelle schokken voor de Europese bedrijven te temperen. Tegelijk worden in Athene enorme hoeveelheden van deze producten als halffabrikaten gelost en weer verpakt om uit te voeren naar Afrikaanse en andere laageisende markten, al dan niet met EU- exportsubsidies.
Europa was, is en blijft altijd een lappendeken.
Europa is vooral door zijn geografische vorm van aanhangsels en uitsteeksels, van grote natuurlijke binnen grenzen een bron van vele culturen, talen en volkeren die door handel en uitwisseling vele varianten van menselijke samenlevingen konden ontwikkelen.
Europese besluitvorming gaat daarom ook steeds voorzichtiger en blijft ook flexibeler en veerkrachtiger dan in een monolithisch machtsapparaat als dat van de Chinese imperiale mandarijnen, vroeger en nu, zolang zij hun onderdanen de wortel van ‘morgen wordt alles steeds weer beter’ kunnen voorhouden.
Shì Mià?n Mái Fú – II. Schaduwen in het bamboebos
Mei: -Jij zei dat de wind niet kon stoppen.
Jin: -Een speelse wind stopt als hij wil.
Mei: -Je had niet moeten terugkomen.
Jin: -Ik ben voor jou ‘? teruggekomen.
En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend.
Vluchten kan niet meer.
Houd elkander
bij de hand
in de ochtendschemer ‘?
De globalisering die vandaag om zich heen grijpt, is als de grote Leviathan van Thomas Hobbes, de staat van relaties, die de hele aarde omspant met een world wide web van menselijk denken en handelen naar drijfveren die eigen zijn aan ons mens zijn, maar daarom niet minder bloedig, roofzuchtig of gemeen. Globalisering betekent ook een snelle communicatie van beelden, verhalen en mensen niet alleen van de Eerste Wereld naar de rest van de planeet, maar evenzeer van de Derde naar de Eerste Wereld! Globalisering betekent ook een snelle verspreiding van problemen, tekorten, spanningen en oorlogen. En het kan snel gaan wanneer een cultuur haar hoogtepunt bereikt heeft. Enkele decennia na een maximale bevolkingsomvang, welvaart en macht gepaard aan een maximale invloed op het milieu en de hulpbronnen gaan vele culturen ten onder. De Maya’s, de Anasazi’s, de Paaseilanders vroeger en de inwoners van de Sovjetunie hebben het recent meegemaakt.
Historisch was er een tijd dat menselijk handelen gedreven werd door honger, dorst en verlangen. Later verrichtten mensen arbeid onder de knoet van angst voor straf en pijn, tijdens het aardse leven dan wel voor eeuwig na onze dood.
Nog later onder druk van de hypothecaire leningen.
Vandaag zijn de creatieve vrije ondernemers en populistische politici erin geslaagd om op grote schaal de illusie van de onmiddellijke consumptie in de hoofden te planten, als de dwingende nood aan de directe bevrediging van al dan niet aangeprate behoeften.
Zijn wij niet met z’n allen vee dat onder het nieuwe consumentendom in de stallen van natiestaten klaar gehouden wordt om bewonnen te worden?
Worden wij niet vaardig door de varkensdrijvers naar de slachtbank geleid met een plank voor onze kop om de illusie te creëren dat er geen uitweg meer is in een wereld waar iedereen als vee ten dienste staat van het geglobaliseerde kapitaal dat heen en weer flitst naar stallen met nog grotere winstmarges.
En dan zijn er vandaag huurlingen die als socialistisch ideoloog en burgemeester durven beweren dat de breuk tussen kapitaal en arbeid vervaagt!
Om zijn doel te bereiken gebruikt de intussen geglobaliseerde Leviathan alle middelen: intelligentie en kennis – zeker van de geschiedenis - worden gebannen in een ondermaats onderwijs. In de plaats ervan komt de corruptie en het spektakel, geen interactief theater meer, maar arena’s en tv zenders waar gladiatoren brood en spelen presenteren als een eindeloos orgasme.
Etienne de la Boétie omschreef reeds in de XVI de eeuw de ‘ideologie’ als een vorm van zelfbedrog in zijn ‘?Discours over de vrijwillige slavernij’?.
‘?En toch is er geen reden om de heerser te vrezen, want ook hij is maar een mens: Vanwaar heeft hij al die ogen waarmee hij u bespiedt, tenzij jullie ze hem hebben geleend? Waar haalt hij al die handen om u te slaan vandaan, als hij ze niet bij u haalt? Al die voeten waarmee hij uw steden vertrappelt, van wie anders dan van u heeft hij die? Hoe komt het dat hij macht over u heeft, tenzij dankzij u?’?
Het einde van de Paaseilanders zullen wij niet achterna gaan, de hele aarde is te groot en de uitwijkmogelijkheden zijn te talrijk om met z’n allen ten onder te gaan. Maar mensen zullen wel weer op grote schaal gedwongen worden elkaar naar de keel te vliegen in het gevecht om de noodzakelijke energie en voedselbronnen, zeker wanneer klimaatveranderingen en een steeds grotere ecologische voetafdruk ons milieu zal terroriseren.
Bush, Blair, Berlusconi en aanverwanten hebben de toon gezet.
Het internationaal terrorisme bedreigt hun belangen en voetbalpopulisten als de Iraanse president Mahmoed Ahmadinejad reikt Bush vaardig de hand om het Iraanse vee kopschuw te maken. Tenslotte dienen de slepende manoeuvres om het Midden Oosten te destabiliseren enkel om de toegang van China tot de petroleumvoorraden te bemoeilijken.
Na de val van de Muur is vooral in het Westen een periode aangebroken van antipolitiek sentiment. Het spel van de democratie werd vervalst tot een verhaal van marktwerking, winstgerichtheid, deregulering, efficiëntie. Het gevecht om de macht waarbij de troon van die macht leeg moet blijven, ontaardde en de burger keerde zich af van vals verkiezingsspel om toch maar te kunnen blijven deelnemen aan de macht ‘? zoals recent in Italië Berlusconi nog eens treffend demonstreerde. Spindoctors en reclamegoeroes werden ter hulp geroepen om de politiek dichter bij de mensen te brengen in een populistisch mediageniek amalgaam. Politiek verwordt tot management- en communicatietechnieken.
Alexis de Toqueville waarschuwde in de 19 de eeuw reeds ‘?voor de verwording van een democratische soevereiniteit die niet tiranniseert maar verhindert, verdrukt, ontkracht, uitblust, verdooft en ieder volk tenslotte reduceert tot niets meer dan een kudde schuchtere en ijverige dieren, waarvan de regering de herder is.’?
Vandaag is het zover. In de internationale strijd tegen het terrorisme zijn mensen niet langer burgers met rechten en plichten. De afwezigheid van iedere vorm van recht in de zogenaamde terroristen gevangenissen, de nieuwste wetgeving in de VS, Engeland en Nederland, die burgerrechten drastisch inkrimpt en iedere burger ten allen tijde bloot stelt aan camera’s, archivering en onderzoek van internetverkeer, koop- , kijk- en leesgedrag zijn de eerste voorbeelden van de verwording van de democratische rechten.
In een democratie hebben burgers hebben recht op privacy, op het spel van veinzen, leugen en theater in de openbare ruimte.
De scheiding tussen het private en publieke vervaagt steeds verder. Niet alleen bij BV’s en politici, ook naamloze burgers worden in de publieke ruimte betast, bekeken, gewikt en gewogen.
Mensen leiden vandaag steeds universeler een naakt leven, wij zijn homines sacri geworden, zonder enig recht, straffeloos te doden, waarbij niet eens als offer noch als slachtoffer een zin aan ons leven kan gegeven worden.
Wij zijn tot de status van vee gebannen, inclusief oormerken die als biomedische gegevens gestockeerd worden in chips op identiteitskaarten en binnenkort onder onze huid.
Als er vandaag de dag geen duidelijke figuur van de homo sacer meer bestaat, komt dit waarschijnlijk doordat wij allen virtueel homines sacri zijn.
De grote metafoor van de Leviathan, waarvan het lichaam is samengesteld uit de lichamen van alle individuen, moet volgens de Italiaanse filosoof Giogrio Agamben in dit licht gelezen worden.
Thomas Hobbes was fout wanneer hij midden de Engelse burgeroorlogen een contract of een verdrag als oplossing zag om de woeste natuurtoestand van een oorlog van allen tegen allen naar een geregelde staat te leiden. De burgers zouden afzien van hun recht op geweld tegen de andere in ruil voor rechtszekerheid en ordehandhaving.
Volgens Agamben is de ban de oorspronkelijke rechtspolitieke situatie, die het naakte leven en de soevereine macht samenbindt. Hobbes mythologeem van verdrag in plaats van ban heeft de democratie telkens tot machteloosheid veroordeeld als het er om ging het probleem van de soevereine macht aan te pakken. Verbanning is namelijk geen straf, maar een toevluchthaven tegen straf. De ban is de aantrekkings- én afstotingskracht die de twee polen van de soevereine uitzondering verbindt: het naakte leven en de macht, de homo sacer en de soeverein. Deze structuur van de ban moeten we leren herkennen in de politieke relaties en de publieke ruimtes waarin wij nog leven.
De lichamen van alle onderdanen die zonder meer gedood kunnen worden, vormen het nieuwe politieke lichaam van het westen. Het democratische-kapitalistisch project dat via ontwikkeling de arme klassen uit de wereld wil helpen, brengt niet alleen in zichzelf opnieuw het volk der verstotelingen voort, maar transformeert ook alle volken uit de Derde Wereld in naakt leven, niet alleen wanneer ze als illegalen en vluchtelingen het westen bereiken.
Wat is de ergste kwelling van de ballingschap?
En heel zwaarwegende is volgens Oedipus’zoon, Polyneikes:
‘Geen recht te hebben op vrije meningsuiting, de parrèsia, het alles durven zeggen, de vrijmoedigheid’.
Zijn moeder Iocaste voegde eraan toe:
‘Niet zeggen wat men denkt is slaafs gedrag’.
Vrijmoedigheid, het voornaamste kenmerk van aristocratische ethiek wordt door het democratiseringsproces gemeengoed in de vrijheid van meningsuiting. Odysseus onttrok zich zowel aan het een als het ander.
Hij zag af van de eerlijkheid van de krijger toen hij op Ithaca waanzin voorwendde om zich niet te hoeven inschepen voor Troje.
De Griekse legeraanvoerders hadden elkaar bijstand gezworen en dus kwamen ze hem en zijn leger opvorderen om in het trotse Ilion de eer van Menelaos te wreken. Paris had deze immers geschonden door het schaken van de beeldschone Helena.
Helemaal geen zin om te gaan vechten zover van huis veinsde Odysseus de waanzin van de wijsheid en ploegde hij met een schort voorgebonden het strand en hij strooide met geschoeide handen zout in de voren.
Een van de veldheren, Palamedes rukte plots Telemachus uit de armen van Penelope en legde de zuigeling voor de ploeg van zijn vader.
Onmiddellijk stond Odysseus stil. Hij was verslagen door de schranderheid van Palamedes die hem dwong de grenzen van de schijn te erkennen. Deze had het bestaan van de waarheid achter de schijn aan het licht gebracht, de waarheid die zich telkens verbergt achter het veinzen.
Odysseus nam in het Griekse legerkamp wraak door over Palamedes valse vermoedens van verraad af te roepen. Voor hij gestenigd werd, sprak Palamedes dat hij alleen rouwde om de waarheid die và?à?r hem was omgebracht.
Odysseus was tevreden met het bedrog, hij had aangetoond dat volmaakte harmonie tussen wereld en geest door en door vals kon zijn. Alle Griekse vorsten hadden Palamedes veroordeeld, oprecht en verontwaardigd. Het bedrog was immers aannemelijker dan de waarheid.
Troje werd niet veroverd maar ingenomen door een list van Odysseus.
Toen de Grieken daarna het trotse Ilion plunderden, weende Odysseus om het leed en de vernieling van zoveel schoonheid. ‘Schoonheid zal nooit regeren over de kracht’ sprak hij, ‘de vernieling is altijd soeverein.’
De Ilias van Homeros is het boek van de helden die door de goden bewogen werden. Nooit zouden zij de aanzet tot hun ondernemingen aan zichzelf toeschrijven.
In de Ilias wordt ook het mechanisme van de inwisseling op gang gebracht, waardoor iedereen en alles vervangbaar wordt. Wanneer de mens inruilbaar wordt, herhaalbaar en vervangbaar dan komt het proces van verdierlijking op gang, waarbij het meest individuele verdwijnt en wat overblijft is het naakte leven dat samen gedrumd kan worden in de naamloze collectieve kooien, de kampen van de twintigste en de eenentwintigste eeuw.
Odysseus is de laatste held. Hij sluit de cyclus.
Na tien lange jaren van vele omzwervingen was de held opnieuw ‘mens’ wanneer hij alleen met een vlot op zijn geliefde Ithaca aankwam. Op zijn door verwarring zuiverende reizen had hij zich ontdaan van al wat hem onvrij maakte. Hij had de goden uitgesloten en zichzelf gevonden als de eerste moderne mens!
Odysseus zag af van zijn recht op vrije meningsuiting toen hij de rol op zich nam van de rondtrekkende bedelaar ‘? banneling - die door iedere willekeurige slaaf kon worden verjaagd en tot zwijgen gebracht.
Odysseus gaf voor het eerst voorrang aan het indirecte boven het directe, aan sluwheid boven aanwezigheid, aan behoedzaamheid boven een rechtlijnige aanpak.
Lang voor al deze eigenschappen in de loop der eeuwen werden toegeschreven aan kooplieden, vreemdelingen, joden en komedianten, had Odysseus zichzelf ermee bestempeld.
De held gaf een voorproefje van de leefwijze waarin noch aristocratische openheid, noch democratische vrijheid van meningsuiting zouden volstaan. Drieduizend jaar later lijkt die leefwijze levensreddend maar ten tijde van Odysseus gaf het blijk van een vooruitziende blik die was voorbehouden aan degenen die hemel en aarde had doorkruist.
Terwijl aristocratische helden als Achilles en Agamemnon zich in ons geheugen griffen als overblijfselen van een voorbije wereld, opgeslokt door een catastrofe, blijft Odysseus ons vertrouwd als een onzichtbare metgezel.
Zijn afstand doen van openlijke aanwezigheid wordt gecompenseerd door zijn voortbestaan in de herinnering en in de geschiedenis.
Achilles en Agamemnon moeten worden opgeroepen.
Odysseus staat al naast ons, hij is in ons, altijd en overal.
Wanneer Odysseus zijn ogen neerslaat, is het hem vooral te doen om zich af te zonderen en zich te concentreren op wat essentieel is, op wat te doen valt.
Hij moet dan nieuwe ???????, nieuwe werktuigen, nieuwe gedachten en listen verzinnen om wie zijn einddoel belaagt, te verslaan.
Alleen aan diegenen die hun ogen durven neerslaan en zich durven afzonderen van het onmiddellijk zichtbare, openbaart zich het geheim van deze ???????, deze werktuigen, die alleen door ingewijden kunnen gebruikt worden.
Inwijden is immers het afleggen van heldenbeelden, het loslaten van aloude premissen die ons een plank voor de kop houden wanneer we als vee naar het slachthuis geleid worden.
Inwijden is het leren kennen van het veinzen, het herkennen van de leugen, het oefenen van het bedrieglijke spel om te beseffen wie wij zijn en wat de plannen zijn van de Grote Leviathan met ons en onze medemensen.
Ons rest alleen de schoonheid van de scherven, de onvolmaakte spiegeling in een broederlijke handreiking wanneer we overgeleverd worden aan de grote slachter.
Hand’? in hand, voet tegen voet, knie tegen knie, schouder aan schouder in een omarming die ieder van ons als naakte bannelingen uit de dood doet opstaan.
Naar buiten schrijden wij onder de mensen die vandaag massaal als vee behandeld worden, slachtvee of kiesvee waaronder wij ons begeven als Odysseus, mens onder mensen, als Kinderen van de Weduwe, kinderen van een mindere god.
Mei: - Je had niet terug moeten komen’?
Jin: - Ik kwam terug voor jou, mijn liefste’?
‘n Zeldzame schoonheid uit ‘t noorden.
is de mooiste vrouw ter wereld.
Aan één oogopslag van haar gaat een stad ten onder,
Eén aanraking ruà?neert het hele land.
Liever dan de rede van het weten
Proeven wij de vernietigende passie
van een schoonheid als deze..
Shi Mian Mai Fu – III. Bloed aan onze handen
Muziek: House of Flying Daggers ‘? Shigeru Umebayashi
6. Taking Her Hand
Muziek: House of Flying Daggers ‘? Shigeru Umebayashi
9. No Way Out
Muziek: House of Flying Daggers ‘? Shigeru Umebayashi
11. Farewell No.I
Muziek: House of Flying Daggers ‘? Shigeru Umebayashi
19. Untill the End