Open Doek filmfestival Turnhout: U-Carmen eKhayeltsha '? Beyond Freedom '? Workingman’s Death
Open Doek filmfestival Turnhout: http://www.opendoek.be/content.php
Voor de 14de keer organiseert de ploeg van Marc Boonen een schitterend programma voor Open Doek te Turnhout.
U-Carmen eKhayeltsha – Beyond Freedom – Workingsman Death.
Wij zagen de openingsfilm, de Belgische première van ‘U-Carmen eKhayeltsha’. Bizets beroemde opera op locatie in een Zuid-Afrikaanse township, vertaald in het Xhosa en geregisseerd door Mark Dornford-May.
"Deze vrolijk makende film was winnaar van de Gouden Beer 2005 in Berlijn. Het verhaal van Mérimée uit 1845 dankt zijn bekendheid aan de opera van Bizet en werd meer dan zeventig keer verfilmd. Dornford-May maakt er een wervelwind van, gedragen door een Carmen die zwoel en sensueel is, zonder uit de kleren te hoeven gaan."
Het was een merkwaardige variant op Bizets Carmen waarbij je als westerse toeschouwer je voortdurend zat af te vragen of het Parijse publiek destijds op dezelfde manier aankeek tegen de Sevillaanse sigarenrollende vrouwen van laag allooi uit de intussen wereldberoemde opera van Bizet. Voor de burgerij van het 19de eeuwse Frankrijk waren de hoofdrolspelers en het verhaal in Andaloesië minstens zo ver van huis als de zingende Xhosa sigarettenrollers in een Zuidafrikaanse township voor Europese toeschouwers.
Er werd knap gezongen, Xhosa klinkt prima in Bizets operaversie en dank zij de ondertiteling zijn de area’s ook voor ons te begrijpen.
Al bij al bleek ook hier de spanning tussen de hoofdrolspelers veel te statisch en uitgevlakt door het verhaal te lopen. Het leek bij wijlen een goedkope tearjerker, een karikatuur van zichzelf.
Dan blijft in mijn herinnering de filmversie van Carmen door Carlos Saura uit 1984 muzikaal én visueel hoog boven alle andere uittorenen, ook boven de Xhosa versie die oorspronkelijk groot succes kende als theatervoorstelling in de townships.
Erger was het met de innovatieve kortfilm ‘Beyond Freedom’ van Jacquie Trowell die als voorfilm werd gepresenteerd en die ook door een blanke Zuidafrikaanse minister-ambassadeur werd voorgesteld.
"Met het einde van de Apartheid kwam er vrede en democratie in Zuid-Afrika. Hoe kijken Zuid-Afrikanen tegen deze politieke veranderingen aan? Persoonlijke interviews worden verwerkt in een duizelingwekkende mix van animatietechnieken. "
Die animatietechnieken nog daaraan toe, maar de inhoud van de verhalen en de hele film waren echt adembenemend… liberaal.
Na de overwinning op de apartheid, ligt het lot in eigen handen.
Wie er niet in slaagt iets van zijn of haar leven te maken, draagt eigen schuld als een dikke bult. Verschillende zwarten geven hun visie en voorbeeld als illustratie: respect dwing je alleen maar af van de anderen, dat krijg je niet zomaar. En dan een blanke oudere jongere die destijds een leuk leven had; na de machtswissel raakt hij zijn voorbehouden beter betaalde job kwijt en sukkelt hij aan lager wal. En toch beweert de intussen nog oudere jongere gelukkig te wezen, door krantjes te verkopen op de stationsperrons. Althans zo verklaart hij geanimeerd in de camera.
Zelden een plattere propagandafilm gezien voor het liberale ‘eigen kracht eerst’ dan deze ‘Beyond Freedom’ van Trowell. Misschien daarom dat de blanke ambassadeur – minister van Zuid Afrika bereid werd gevonden om deze films aan te kondigen. De kloof tussen een hooggeschoolde witte beroepsdiplomaat en zijn zwarte landgenoten uit de townships die dansen en zingen om in hun uitzichtloze levenssituatie een beetje zin en vreugde te vinden, kan moeilijk groter zijn.
Na de vrijheid komt er dus het liberalisme, wat menig Zuidafrikaan zich ook wel ietwat anders moet hebben voorgesteld. ‘Jobs eisen van de overheid heeft geen zin, je moet zelf je eigen job maken’ is één van de letterlijke statements.
Alsof het ‘ieder-voor-zich-principe’ een oplossing kan bieden aan de economische situatie van Zuid Afrika.
Je zou toch minstens verwachten dat er in Azania een solidair groepsgevoel, een sociale economie als basis wordt gestimuleerd.
Maar neen, maak je geen zorgen. De grote mijnen en industrieën kunnen vrijelijk hun werkvee in functie van de eigen behoefte van de markt plukken en even vrolijk weer dumpen. De rest moet zelf maar een verhaaltje verzinnen als vrije ondernemer.
Tsja, wanneer je dan als vrije en creatieve ondernemer tal van minder legale mogelijkheden tot winstgevende bezigheden aan je neus ziet voorbijtrekken, wat let je dan nog.
Creativiteit en zelf de handen uit te mouwen steken, ook in de geldmaakhandel.
De ontnuchtering over het Zuid Afrika na Mandela is groot, zeker voor de Zuid Afrikanen, ook voor de witten die het elders in de wereld geprobeerd hebben, er niet aan de bak kwamen en het dus maar opnieuw aan de Kaap moeten proberen.
maar geen nood, de creatieve burgemeester van Antwerpen wist recent nog in de “Metropool editie” van de Gazet van Antwerpen te vertellen: “De breuk tussen kapitaal en arbeid vervaagt!”
Hij zou dan eens “Workingman’s Death” moeten zien ( http://www.workingmansdeath.com/ )
In Workingman’s Death portretteert Glawogger vijf levensgevaarlijke, vieze en fysiek uitputtende beroepen: mijnwerkers in Oekraïne- Helden, Indonesische zwavelontginners – Geesten, vleesverwerkers in Nigeria – Leeuwen , Pashtun-slopers van tankers op de stranden van Pakistan – Broeders en Chinese hoogovenarbeiders die dromen van een voorgekauwde toekomst, verstaan iets anders onder ‘arbeid’ dan de burgemeester van Antwerpen.
Michael Glawogger :”Arbeid kan vele vormen aannemen. Vaak is het nauwelijks zichtbaar, soms moeilijk te verklaren, in veel gevallen onmogelijk uit te beelden. Zware handenarbeid is zichtbaar, verklaarbaar en portreteerbaar. Daarom denk ik vaak dat dit de enige echte arbeid is.”
In vijf strak vormgegeven hoofdstukken (beginnend met beelden van de legendarische sovjetheld Stachanov, die in Stalinistische propaganda 102 ton kolen in één shift verzet zou hebben) komt de arbeider in beeld zoals wij hem definieerden ten tijde van de industriële revolutie. Het is hemeltergend dat de gesloten onrendabele steenkoolmijnen in de Donbas Oekraïne nu met dezelfde onrendabele en zeer gevaarlijke technieken als 150 jaar geleden uitgebaat worden door mijnwerkers en hun vrouwen in kinderen. Zij hakken antraciet uit smalle lagen die hun grootvaders omschreven als ‘muizenvallen’, een zak kolen per man per dag! Hun kinderen trouwen nog aan de voet van het bronzen heldenbeeld van de vleesgeworden leugen, Stachanov!
In Indonesië zeulen pezige jonge en oudere mannen grote brokken zwavel uit een vulkaangeiser waar de stank en zure rook te snijden is. In hun tocht naar de opkoper lopen ze langsheen eindeloze rijen toeristen die hun zwoegen pittoresk op de gevoelige plaat willen vastleggen.
Gelukkig dat de imam in staat is honderden geiten en runderen ritueel de keel over te snijden in een inferno van krijsende dieren in doodsangst, bloed en vuur. En dat alles voor een handvol papiergeld onder het prevelen van de naam van de allerhoogste. Er zou anders niet eens ‘halal’ – vlees verkrijgbaar zijn op de markt in Port Harcourt Nigeria. De slachters zijn in hun gruwelijk werk compleet ontmenselijkt midden de talloze gekeelde runderen en geiten die minutenlang stikken in het ingeademde bloed nadat de prevelende imam gepasseerd is met zijn bebloede mes.
Pashtuni’s slopen gedurende 11 maanden per jaar de immense gas- en olietankers die men eens afgeschreven vast laat lopen op het strand van Gaddani in Pakistan. Dagen, weken, maanden snijbranden aan gigantische schepen op een zilverkleurig strand met blauwe golven, in een eindeloos lawaai van staal en gasbranders.
Alleen de Chinese staalarbeiders van Liaoning hadden nog enig geloof in de vooruitgang van hun leven en dat van hun kinderen, al beseffen ze dat die wellicht hun leven niet meer zullen slijten in de gensterregen van de hoogovens. Zij leken nog goed gebrieft door de partij die hen wist te vertellen dat één zich zal verdelen in twee, dat niets blijft wat het is. Hun kinderen vonden de trieste heroïek van modelarbeiders en soldaten aan de voet van een reusachtig beeld van de grote Roerganger intussen “cool en erg avant garde”.
Als epiloog toont Glawogger de “cool”van het Landschaftspark Duisburg Nord: http://www.landschaftspark.de/de/home/index.php .
Industriekultur Ruhr – Nord Rhein Westfalen - Duitsland
Een van de grootste steenkoolmijn-cokesfabriek-hoogovencomplex van Europa is vandaag omgebouwd tot een adembenemend landschapspark voor industriële archeologie waar de klein- en achterkleinkinderen van de mijnwerkers, cokes- en staalarbeiders vol verbazing verstoppertje spelen en aan elkaar snuffelen met uitzicht op de mijnbokken, de cokesbatterijen en de hoogovens, ’s avonds het toneel van een spectaculair klank- en lichtspel.
Wij kennen geen ander voorbeeld van zo’n immense vervuilde en uitzichtloze industriezone als dat van de Ruhr, waar schitterende fietstrajecten ( http://www.route-industriekultur.de ) over de oude erstspoorbermen leiden, langsheen gerestaureerde kolenmijnen – Zeche Zollern als mijncomplex met Jugendstil elementen, Zollverein XII als de absolute top van een verbijsterende toepassing van het modernisme van Bauhaus in een gigantisch theaterdecor van de mijn- en cokesfabrieken. Ik ken geen andere oude industriële regio die zich zo goed heeft opgericht na meer dan 100 jaar geleden te hebben onder de smerigste en zwaarste industrie die Europa ooit gekend heeft. Wallonië met of zonder Marshall plan reikt nog niet aan de knieën van de heropstanding van de Ruhr, ook industrieel. Al blijft het slikken als je de grootste overdekte alpineskibaan op mijnterrils de leute ziet leveren op bergen die met bloed, zweet en tranen werden opgericht van de afval uit de steenkolenmijnen.
De breuk tussen kapitaal en arbeid is echter helemaal niet vervaagd, integendeel. Die breuk die fundamenteel is voor het kapitaal, is intussen over de hele wereld geglobaliseerd tot nog grotere en meer gruwelijke proporties.
Vervaagd is alleen het verstand van de zogenaamde ideologen, de leiders van de socialistische partijen die nu al zover zijn versukkeld in hun amechtig zoeken naar aanhang dat ze zich in Nederland alweer uitspreken voor het aanboren van de godsdienstbeleving – deze keer islamitische – als nieuwe bron van kiezers.
De sociale emancipatie van de proleten ging historisch gepaard met het beleven van religieuze overtuigingen in de privé – sfeer en niet in de publieke ruimte. Daarom, en alleen daarom kon een socialistisch verhaal mensen van allerlei gezindten en religieuze overtuigingen verenigen op basis van hun klassepositie.