Er kookt meer dan voetbal tussen Ruhr, Lippe en Rijn.
Die Erinnerung ist das einzige Paradis, aus dem wir nicht vertrieben werden Jean Paul
Al drijft de herinnering aan deze streek, ons eerder uit het hedendaagse paradijselijke denken, de Ruhr was de hele XXste eeuw de re?el geworden gruwel voor iedere rechtgeaarde toerist, mindere voetbalgod of Belgische militair, al dan niet beroeps.
Tijdens een ijselijk natte paasweek hebben we met de fiets de regio doorploegd en na een bezoek aan het Alvar Aalto theater in Essen waar een prachtige? Johannespassion werd uitgevoerd, zijn we overtuigd geraakt van de ongelooflijke boeiende kracht van deze fenix – regio.
De immense industri?le sites van de Ruhr lijken grotendeels gesaneerd.
http://www.route-industriekultur.de/routen/route.htm
Waar tienduizenden jaren geleden steenkool werd gevonden omdat het takkenvuurtje van een Neanderthaler kenmerken van de eeuwige vlam vertoonde wegens aangelegd op een dagzomende steenkoollaag ten zuiden van de Ruhrrivier, ontstond een van de grootste, meest vervuilende en meest productieve steenkool- en staalproducerende industriegebieden van de Oude Wereld.
Met als logisch gevolg messen, dolken, zwaarden, schietgeweren, tanks en kanonnen, alsmede de ruime kweek van het daartoe benodigde '?vlees.
Tussen Ruhr en Lippe werd Nord Rhein Westfalen de voorbije 20 jaar uit het moeras getrokken, soms met brio en allure, soms op het hufterige af, soms tragisch en beklijvend.
Op de Friedh?fe en Kriegsgr?ber spreidt de adelaar een blijvend verkrampte vleugelstand, alsof hij er nog een beetje toe doet, alsof hij nog betekenis heeft als aanbrenger van of vertrooster bij zoveel mensenleed in dienst van hogere idealen en vooral van veel hogere belangen.
De oude spoorbermen voor ertstreinen van de mijnen en de havens naar de Kokereien en Eisenh?tte werden schitterende panoramische fietspaden, de terrils werden getopt en voorzien van landschapskunstwerken of zelfs de grootste overdekte skipiste van Europa.
Het blijft er hoe dan ook groot, groter en grootst.
Mijnschachten werden gedempt, de bokken soms gerestaureerd als monumenten.
Ze getuigen als laatste giganten in een reuzenlandschap waar de natuur woekert over de halfgeslechte kolen-terrils en waar langs de rivieren en beekjes prachtige parken werden aangelegd, temidden van de vele woonwijken in vaak merkwaardig Engels aandoende tuinstedenstijlen. En toch werd niet iedere fabriek een museum, niet iedere mijn een pretpark. Er is nog steeds veel minder opvallende, minder vervuilende industrie en bedrijvigheid die veel verder gaat dan de obligate tweedehands autohandel van Turkse origine. Vaak zijn ze gelokaliseerd in de oude gerestaureerde sites met prachtige architectonische om- en aanbouw.
Het einde van de aangrijpende film Workingman’s Death speelt zich af op het Landschaftpark Duisburg Nord – http://www.janvanduppen.be/?p=156 waar de kinderen, klein- en achterkleinkinderen van de arbeiders – die meer dan 100 jaar lang in soms verschrikkelijke arbeidsomstandigheden hun bete broods probeerden te verdienen, zich vandaag te buiten gaan aan pretparken, licht- en klankvertoningen, popconcerten, duik- en klimparken. Thyl Gheyselinck zou er koude rillingen van krijgen, want van de plannen voor een Limburgs Fenix – equivalent is nooit wat in huis gekomen, behoudens corrupte spelletjes met 100 miljard Beffen overheids- en Europees geld waarvan ruim 2,5 miljard in de plooien van de tijd verdwenen is.
In de Ruhr Pott zijn de oude industri?le sites veranderd, net als het oude geloof in de Keizer, het Rijk, de Partei (Ernst Busch: Die Partei, die Partei, die hat immer Recht! Und, Genossen, es bleibe dabei!) voor en na de F?hrer und das tausendj?hrigen Dritte Reich.
Vandaag is ook de ideologie van de Wederopbouw verzwonden en werd het fictionalisme ingevoerd, niet alleen in Duitsland: jongeren belijden graag een religie van het veinzen, het beleven van lust en leven op de plaatsen waar hun voorouders nog rotsvast dienden te geloven in wat er allemaal aan beters komen zou. Zij hadden vaak geen andere opium meer voorhanden om de fysieke en mentale beproevingen in hun tranendal te kunnen overleven.
Vandaag zijn die oude industri?le gruwelsites omgetoverd tot fenomenale musea, vaak als een theaterdecor voor kunstvoorwerpen of dito uitingen. Wat eens gebouwd werd als een imposante ode aan het geld door de kracht van vuur, staal, water, aarde, steen en hout en dat alles beheerst door uw machtige hand, gij arbeiders aller landen dient nu als decor voor ander geld en andere krachten. Toerisme en kunst zien en gezien worden – lijken vandaag de drijvende kracht van de regio.
Je kan met de fiets de Route der Industriekultur http://www.route-industriekultur.de/rad/index.htm – afpeddelen. Per boot vaar je langs de vele kanalen, scheepsliften, sluizen en oude havens die omgetoverd worden tot prestigieuze Marina; zoals te Duisburg en D?sseldorf. Met de trein, tram of historische buslijnen http://www.tour-de-ruhr.de kan je een geheel verzorgd bezoek brengen aan unieke locaties in het Revier, de Ruhr Pott die waarlijk weer begint te koken. Een eindeloze netwerk van mijnschachten, cokesbatterijen, hoogovens, chemiebedrijven, gas- en elektriciteitscentrales, arbeitersiedlungen, woonkazernes, verticale bunkers met wat nog rest van oude luchtafweerbatterijen.
Verrassend is dat kokende van de Ruhr Pott er is geen grotere concentratie aan kunstenfestivals, theateropvoeringen, muziekconcerten van pop tot klassiek, van opera tot film, denkbaar dan in deze regio. Vaak zijn de oude industriële sites het werkelijk waanzinnige decor en locatie van de opvoeringen. Waanzinnig want virtueel en toch intrigerend re?el. Zo kan je heerlijk tafelen in het Casino restaurant van de Zeche Zollverein XII waar eens de compressoren van de mijn druk opbouwden voor de ondergrondse energielevering. Gerard Mortier heeft er reeds verschillende klassieke concertprogramma opgezet. Deze door UNESCO als werelderfgoed erkende site gaat er prat op de mooiste mijn ter wereld te zijn. Ze speelt dan ook een grote rol in de Ruhr Triennale: http://www.ruhrtriennale.de
Van 2005 tot 2007 worden in de nazomer tal van toneel-, opera- en concertuitvoeringen opgezet in de sites van industri?le archeologie.
In 2010 is de Ruhr Pott met Essen de Europese Cultuurhoofdstad: http://www.kulturhauptstadt-europas.de/start.php.
De Ruhr heeft ook iets schrijnends, aandoenlijk voor wie goed kijkt en luistert naar de wind die fluistert. Sommige siedlings of arbeiderscit?s zijn smerig, slecht onderhouden, vuil op de geloverde lanen, veel Duitse driekleuren in de volkstuintjes aan de houten hokjes als blijk van zelfbewuste vrolijkheid of als identiteitsdragers voor wie de zijne of hare in vraag gesteld voelt, door de verderop verblekende Turkse rode vanen. Het heeft eenzelfde ondertoon als het fenomeen in de VSA. Daar tooit ook zowat iedere burger tot in de meest afgelegen hoeken van het land zichzelf, zijn huis of hof en de auto met immense star&stripes. Alsof er ook maar iemand zou kunnen twijfelen in welk land hij of zij is terecht gekomen. Ook in de volkstuintjes van Rotterdam merk je vaak oranje blanje bleu wapperen, en dit geheel los van ieder voetbalseizoen.
Wie zich zo moet affirmeren, heeft een probleem met zijn eigen identiteit of voelt zich op een of andere manier in vaag gesteld of in de hoek gedreven. En dan komt natuurlijk een van de belangrijkste en diepste krachten van de menselijke natuur tevoorschijn: de rancune.
De Isra?lische filosoof Avishai Margalith heeft uitgebreid gepleit voor een beleid en een politiek waarbij mensen niet vernederd worden en met respect in hun waardigheid worden gelaten. Wie vernedering ervaart, kan in rancune nieuwe energie vinden voor het verdere leven.
Rancune als drive, jaloersheid, de reactie van wie zich tekort gedaan voelt, is een enorme en onuitputtelijke kracht die mensen individueel en in zeer grote massa's, wanneer ze elkaar daarin herkennen en erkennen, tot uitzichtloos ageren en reageren kan drijven.
Het Duitse interbellum, het r?cksichtslos op de Tweede Wereldoorlog afstevenen, werd gedreven door verontwaardiging en gevoelens van vernedering om het verdrag van Versailles. Aan de Duitse bevolking kon dit professioneel gesleten worden zodat velen bereid waren opnieuw te marcheren.
Rancune en jaloersheid, gevoelens van wraak omwille van een al dan niet ervaren vernedering zijn een machtig middel.
In heel Duitsland neemt de agressie tegen buitenlanders en kleurlingen toe, vooral in de vroegere oostelijke L?nder. NRW scoort nog laag in deze categorie. Die Zeit van 24 mei vraagt aandacht voor deze verdrongen realiteit. In 2005 waren er bijna 16.000 strafbare agressiefeiten geregistreerd, 2500 meer dan het jaar voordien. In sommige steden en streken zijn er intussen echte no-go-areas voor niet blanke Duitsers. http://www.zeit.de/2006/22/01_leit_2_22 en http://www.zeit.de/2006/22/Heye.
De Duitse politici hebben niet of nauwelijks maatregelen genomen om dit fenomeen te keren, eerder werd een actieve doofpotstrategie gevolgd.
Het enorme Deutsches Bergbaumuseum Bochum http://www.bergbaumuseum.de uiteraard het grootste ter wereld met pijlers en schachten als een staalkaart van de Duitse mijnmachinebouw van Salzgitter AG voor Chinezen en andere ge?nteresseerde bezoekers.
Er is oog voor het leed en de vroege dood van vele honderdduizenden kompels, door arbeidsongevallen, ontploffingen, stoflong, slijtage, oorlogen: Gl?ck Auf!
In deze oude mijnsites en industri?le complexen herken ik de zelfaangeprate trots waarmee de kompels en staalarbeiders hun slavenarbeid probeerden vol te houden, in de hoop op beter, of toch minstens beter voor hun kinderen. Of zoals een Limburgse kompel het bij de mijnsluitingen aldaar eens verwoordde: ‘t Is erg dat al die arbeidsplaatsen verdwijnen, maar het maakt me toch ook blij dat onze kinderen en kleinkinderen van dit soort werk gespaard zullen blijven;
Het hero?sche wroeten, hakken, kappen en boren in de duistere schoot van moeder aarde in een oorverdovend lawaai van machines, werktuigen, vallende steenkool en leisteenbrokken, stank van verhitte olie, rottend water en een adembenemende hitte had iets infernaals, alsof we als duivels de godheid tartten. Maar het was dit soort illusie die ons als vrijwillige politieke propagandisten onder de mijnwerkers op dreef hielden. Er was immers geen god, laat staan de heilige Barbara of een simpele mens die om ons gaf, die zich bekommerde om het lot en leven van mijnwerkers. In China sterven ze vandaag nog bij bosjes wanneer de steenkoolproductie maar genoeg geld genereert.
Er is oog voor het potsierlijke van de hoogwaardigheidsbekleders bij het rouwbezoek van de Keizer aller Duitsers, voor de sportverenigingen ‘Tot Heil Onzer Ribbenkast’ waarvan vandaag nog heel wat voetbalclubs de toon aangeven in de Duitse competitie van zwendelaars, steeds meer in het daglicht met het lopende Weltmeisterschaft. Ook de tragedie van de mijnsluitingen, en de geleidelijke afbouw van alle zware industri?le activiteiten in de regio komt aan bod.
Mijn zoon heeft van Vic VM een blok antraciet gekregen met daarop in gele messing een gekruiste hamer en houweel, het symbool van de Duitse mijnwerkers. Alleen in het sprookje van Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen gingen de kabouters fluitend naar hun werk in de mijn.
Hoe is het dan mogelijk dat Walloni?; van Luik over Charleroi tot Bergen er tot op vandaag nooit? in geslaagd is een vergelijkbare revival van een vergelijkbare regio te realiseren ondanks nog meer mogelijkheid ook Europese financi?le - en een betere geografische ligging?
Zeche Zollverein XII - http://www.zollverein.de is naast de Jugendstillmijn Zeche Zollern II-IV in Dortmund de mooiste site maar ook het meest afschrikwekkende mijntoneel. Nergens zie je zo duidelijk het verband tussen het modernisme en de totalitaire machtsuitoefening. De mijn oogt als een immense kazerne met de voornaamste gevels langs een paradeterrein, van waaruit het bezoek oorspronkelijk een overzicht had over de hele site. De dagelijkse sleur van de zware arbeid en de daverende machines werd aan het oog onttrokken door modernistische en minimalistische gevelpartijen als gordijnen van rode baksteen in ijzeren sponningen met immense ondoorzichtige glaspartijen waarachter schaduwen een vermoeden van menselijke aanwezigheid kon suggereren. Deze orgie van Nieuwe Zakelijkheid uit de jaren 20 van de XX ste Eeuw was ge?nspireerd door de Bauhaus opvattingen en sloot naadloos aan bij sommige nationaal socialistische idee?n in het daarop volgende decennium. Het heeft een hoog gehalte, Georges Orwell en Fritz Lang zouden de ware toedracht achter de prachtige gevelgordijnen onmiddellijk herkennen. De arbeiders betraden de mijn overigens langs een minder proza?sche achterpoort zodat het hoge herenbezoek vooral niet zou geconfronteerd worden met het leven en lijden onder de grond. De Kokerei is een prachtige? site geworden en een nieuwe hogeschool voor Designkunsten wordt op de rand van het terrein gebouwd in een XXI ste eeuwse versie van deze gesloten fa?adenarchitectuur.
Zollverein XII is een beklijvende ervaring, verbijsterend, imponerend met alle truken van de architectenfoor: verlaagde lantaarns langs de doorgangswegen om het theatrale decor nog meer te accentueren, de combinatie tussen bruinrode baksteenpartijen gevat in roestkleurige stalen kaders die als strenge lijnen de blik leiden en dwingen naar de bedoelde einder.
Op deze immense site zijn tal van ontwikkelingen aan de gang. Het lijkt een wereldwonder hoe uit zo’n combinatie van industrie en architectuur intens nieuw leven ontstaat.
Herne – http://www.lwl.org/LWL/Kultur/WMfA_Herne – heeft een schitterend archeologisch museum van Westfalen. Zelden geziene en kunstzinnig gepresenteerd overzicht van de menselijke activiteiten door de millennia heen in Westfalen. Het legt zelfs de vinger op de flinke nazi-wonde: waarom Hitler en zijn entourage dweepten met Wedekind, de leider van de Westfalen tegen het eenheidsstreven van Karel de Grote.
De bezoeker draait en keert doorheen een woud van citaten de ondergrond van de geschiedenis: Met de eerste boom die geveld werd, begint de cultuur. Met de laatste die geveld wordt, eindigt ze. De mens is het dier dat naar zijn herkomst vraagt. ( Sloterdijk).
D?sseldorf, Landeshauptstadt van Nord Rhein Westfalen lag voor driekwart plat aan het einde van de tweede wereldoorlog. Van het einde van XIX de eeuw was deze stad van Heine en Schuman het boekhoudkantoor van de Ruhr. Na de eerste wereldoorlog onder controle van de Engelse en Belgische troepen, na de tweede wereldoorlog alweer onder Engelse en Belgische militaire bezetting. Een stad om je thuis te voelen, bijaldien.
Maar een merkwaardige stad, met allures en donkere randjes.
Fenomenale gebouwen waarin weinig woningen boorden de oude Handels- en Zollhafen, vandaag Medienhafen, een architectuurcollectie, ondermeer van Frank Gehry, die aangenaam oogt, menselijke vormen langsheen het water biedt en zoals veel moderne architectuur lelijk zal verouderen.
Architectuur van vandaag lijkt zeker?niet voor de eeuwigheid bedoeld, zelfs niet voor de bezoekers van de volgende eeuw. Doorgaans is het materiaal dat in deze hippe en theatrale constructies gebruikt wordt erg gevoelig voor klimatologische invloeden en is het zo geconstrueerd dat een gedeeltelijke restauratie haast onmogelijk zal blijken. Vanuit de Rheinturm heb je een prachtig uitzicht over de stad en het Landtaggebouw van NRW. Hier hoef je niet langsheen de ringwegen te rijden om de obscene etalage van de stad te aanschouwen, hier kan je tenminste van op een hoge toren overzicht houden, onder het nuttigen van een redelijke maaltijd, zij het zoals overal in Duitsland met veel te veel zout toebereid.
In Berlijn heb je de Fernsehenturm, in Rotterdam heb je de Euromast en vind je hetzelfde fenomeen. Iedere stad die zichzelf ook maar enigszins serieus wil nemen,? MOET zo’n spiegeltoren bouwen. Alleen daarmee kan je het eigen volk en de bezoekers vertrouwd maken met het stedelijke fenomeen waarvan zij deel uit (willen) maken.
In plaats van ‘t Stad is van “A” kan er beter voor een nieuwe en veel hogere boerentoren gezorgd worden, liefst op linkeroever of aan de nieuw te bouwen Wapperbrug. Dan pas kunnen de bewoners zich herkennen als behorende tot al dan niet in het dialect van de onderbuik die de andere uitsluit omwille van de klank in zijn stem, de kleur van haar huid, de geur van zijn lijf en leden.
De musea van Düsseldorf zijn zelfs als gebouw zeer de moeite waard, en vaak is ook de collectie of de tentoonstelling ook nog eens schitterend.
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/252381958/
K20 is prachtig met een boeiende klassiek-moderne collectie en een schitterende tentoonstelling Museen im 21.jahrhundert waar een tiental plannen, projecten en realisaties in de museumwereld worden gepresenteerd.
Vandaag gaan mensen – wij dus ook – naar een museum om te kijken naar het museum, naar andere musea elders, oo die van morgen of overmorgen. We bezinnen ons over onszelf en onze cultuur die nu van productie naar reproductie, van verbeelding naar beeld en vorm is ge?volueerd.
Het aangrijpendste was voor ons het project van Anamorphosis Architects met hun Museum f?r hellenische Geschichte;in Athene dat zal gerealiseerd worden in een Park van de Helleense Kosmos. Het zou het eerste museum zijn dat enkel wordt opgebouwd uit niet originele vormen en ruimten om op die manier een combinatie te presenteren van het theater, het ontmoetingshalfrond dat ontstaan is in en door de Hellenistische culturen in klein Azi? – http://www.janvanduppen.be/?p=57 de ronde koepels van de basilieken, zuilen, rotsen, stenen, hout. Wie hier doorheen zal lopen (het zou tegen 2011 af moeten zijn) zal dezelfde ruimtelijke ervaringen beleven als wie in de loop der geschiedenis de referentieruimten betreden heeft.
http://www.anamorphosis-architects.com/
In de Kunsthalle aan de Grabbeplatz liep Das letzte Wort der Kunst http://www.kunsthalle-duesseldorf.de nav de 150 ste verjaardag van de dood van Heinrich Heine en Robert Schumann, een karige verzameling originele handschriften, met een boeiend gescheurd behang en een prachtige audiobegeleiding met muziek van Schumann en gedichten van Heine. Schumann’s Requiem Opus 148 was een revelatie. Alleen vonden we niets over D?sseldorfs houding in de XXste eeuw tegenover zijn beroemde doden. Dat zou later nog even opflakkeren, op een wel heel onverwachte plaats.
In de loop van 2006 wordt in het kader van de Quadriennale 06 nog heel wat geprogrammeerd: http://www.duesseldorf.de/quadriennale/index.shtml
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/252381957/
De K21 collectie in het oude St?ndehaus aan de zuidkant van het stadscentrum is minder sterk en ruimt veel plaats in voor videokunst, maar heeft enkele onvergetelijke toppers met de Broodthaerszaal, mannen en muizen van Katharine Fritsch, het merkwaardig beklijvende Plaza van Juan Mu?os waar een grote groep lachende oosterlingen met hun voeten in de grond van het lachen een middel maken om iedere ontmoeting te vermijden, met elkaar en met de ander.
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/252381961/
In het Museum Kunst palast was de Zero tentoonstelling de publiekstrekker over de avantgarde in de jaren 50-60, met een niet onbelangrijke plaats voor Vlaamse artiesten in Antwerpen. In het najaar komt Caravaggio maar die Sammlung uit de eigen verzameling is zeer de moeite, een dialoog tussen oud en nieuw, tussen Europa und die Fremde, tussen Hof und B?rgertum, tussen Tradition und Erneuerung, tussen Expressionismus und Mittelalter. Een van de knapste voorstellingen van de eigen collectie ooit gezien.
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/252381960/
Fascinerend was ook de manier waarop moderne artiesten de vormen van exotische kunst gebruiken, waarbij de betekenis van de vormsymboliek en de materialen verdwenen is, niet door de kunstenaar kunnen gelezen worden, laat staan door de toeschouwer. Het is als allochtone verzorgenden in een rusthuis met Westerse hoogbejaarden die rapporten schrijven in doktershandschrift dat zij niet kunnen lezen en dat in hun perceptie overeenkomt met het kribbelkrabbel dat zij neerpoten in de verslagboeken: Michael Buthes Le Roi est Mort uit 1974-1977 is er een mooi voorbeeld van. Een lege troon met symbolen van hoornen en verentapijt, touwen en een gouden bol. Het gaat hier niet meer om de inhoud, maar enkel nog om de vorm, ook al kan niemand de betekenis nog begrijpen, zeker de exotische kunstenaar of ambachtsman niet die een dergelijke creatie heeft opgezet die door de leden van zijn of haar stam wel kan gelezen en ge?nterpreteerd worden.
Zo is alles vorm geworden, waarin we ons recht houden met fictionalisme. We geloven niet in de re?le inhoud van het verhaal, het beeld, de schilderij, het project, de performance, we doen alsof we die vorm herkennen en interpreteren, maar we volgen daarbij een eigen ervarings- en gedachtewereld, los van wat de kunstenaar mag hebben bedoeld, laat staan geweten heeft van de symbolen die hij of zij gebruiken uit andere talen, andere culturen.
Maar is dat zo slecht?
Net zoals prehistorische culturen prachtige vuist- en hakbijlen polijstten, die nooit werden gebruikt en alleen dienden als symbolen van macht, tot en met bronzen voorwerpen die een enorme investering aan kennis energie en materiaal eisen, louter kultvoorwerpen , zo maken moderne artiesten evenzeer totaal nutteloze voorwerpen die als symbolen moeten worden gelezen
Moderne kunst en het hele kunstengebeuren, tentoonstellingen, bezoeken, toeristische industrie is een vorm van sociale economie en tewerkstelling geworden of altijd geweest die ook de potentiële kunstenaars de kans geeft om uit een psychiatrische instelling te blijven
Zij zijn immers de signaaldragers van wat er mis loopt in een maatschappij. Laten we ze koesteren. Maar verstandig.
De collectie bevat ook het bijzondere schilderijtje van Sebastian Vrancx over de Plundering van Wommelgem in 1589 door troepen uit Bergen-op-Zoom volgens de website van de gemeente Wommelgem? bij Antwerpen omdat de belastingen niet tijdig betaald werden.
Merkwaardig aan dit schilderij is de manier waarop tientallen bewoners werden afgeslacht, de huizen en de kerk werden platgebrand: de huurlingen slachten op een mechanische wijze zonder passie, zonder mededogen, emotieloos. Vrancx merkte dit blijkbaar erg goed als de kern van dit soort brandschattingen, waarbij burgers als vee behandeld werden. De klaroendrager blaast het sein om te vertrekken, het handwerk had lang genoeg geduurd, een en ander diende verzameld voor het vertrek van de plunderende soldeniersbende.
Op de Heinrich Heine Allee staan deze zomer Melinas van Manolo Valdes geplaatst zijn interpretatie van Velazques schilderij Las Melinas waar ook Picasso een reeks varianten op geschilderd heeft.
Het siert de stad D?sseldorf die zoveel investeert in haar functie als Landeshauptstadt NRW, ook in de noodzakelijke kunstuitingen die haar allure dienen te vergroten.
Echter, het ontbreken van iets wordt een merkwaardige ervaring wanneer je het schitterende Stadtmuseum - http://www.duesseldorf.de/stadtmuseum/ – bezoekt. Hier wordt de hele geschiedenis van de stad op een didactische manier haarfijn uit de doeken gedaan, met voor iedere periode een vergelijking met de grote cultuursteden die door de provincialistische adel en burgerij van D?sseldorf in de loop der geschiedenis als voorbeeld werd genomen, van Florence, over Athene en Rome tot Parijs. Uit de nazi – tijd worden de jodenvervolgingen aan de kaak gesteld, er is een hele zaal gewijd aan Josef Beuys, een andere beroemde zoon van het dorp aan de D?ssel waar ze een dialect spreken dat een beetje op plat Nederlands lijkt. Maar er is een halve zaal gewijd aan het verzet tegen de Engelse bezetter na de eerste wereldoorlog, een eerbetoon aan de opkomende nazibeweging. De modepositie van de stad en de architectuur van de wederopbouw maken het mooie plaatje af.
Wat we niet in het Stadtmuseum vinden blijkt in de Mahn- und Gedenkst?tte waar een boeiende doch didactisch overladen tentoonstelling loopt over het verzet tegen de nazi’s die ook in de stad op een mum van tijd grote groepen van de Katholieke partij en nadien de socialisten en communistische aanhangers wisten te verenigen in de strijd tegen het verderf van joden, zigeuners, zwarten en ander besmettelijk gebroed.
In het Stadtmuseum vinden we niets over de schrijver van het wereldberoemde lied Das Lied der Moorsoldaten van Johann Esser en Wolfgang Langhoff die in D?sseldorf de koosnaam ‘der rote Hund’ droeg.