Over pelotoncollega’s en ploegdokters – ex-wielerenner Christophe Bassons, de man die Armstrong niet wilde volgen in HUMO interview
Ex-wielerenner Christophe Bassons, de man die Armstrong niet wilde volgen – Humo 23102012 – interview Joost Vandensande:
?Humo: je zegt dat je er nooit voor gekozen hebt om een witte ridder te zijn.
Bassons: Nu ja bij Festina had ik altijd bewust alle doping geweigerd, de andere renners hebben dat later ook bevestigd. Ik was een relatief onbekende renner naar wie nooit werd geluisterd, maar met mijn column tijdens de Tour van ?99 veranderde dat plotsklaps. Van de ene op de andere dag wilde het h?le peloton verhinderen dat ik nog met de media praatte, en dat pikte ik niet. Ik koos voor de confrontatie, en vanaf toen was het oorlog.
H: Een oorlog die je je wielercarri?re heeft gekost.
B: Dat wist ik zodra die column verschenen was. Dat vond ik eigenlijk niet eens erg. Waar ik wel spijt van heb, is dat ik eigenlijk het slechte voorbeeld heb gegeven: door te praten en eerlijk te zijn, heb ik laten zien dat je daarmee je carri?re op de helling zet.
H: Kreeg je uit geen enkele hoek steun?
B: Nee, van niemand. Als je in het peloton in de problemen komt, sta je alleen. Je bent een wielrenner, geen mens: je mag niet iemand met hoogtes en laagtes zijn. Nee, je moet koersen, want dat wordt namelijk van jou gevraagd.
(...)
Dertig pillen per dag
B: Weet je waar ik me nu vooral grote zorgen over maak?De nabije toekomst: er staat ons weer hetzelfde scenario te wachten als na de affaire Festina. Die bleek uiteindelijk niets veranderd te hebben: net alsof iedereen even vaart minderde voor een flitspaal, om daarna weer vol gas te geven. Wie denkt dat alle problemen opgelost zijn omdat Armstrong en US Postal niet meer actief zijn, heeft het compleet verkeerd: het gaat helemaal NIET beter met het wielrennen. De ploegdokters bijvoorbeeld, zijn er niet om te waken over de gezondheid van de renners, maar om de prestaties te verbeteren. Ik ben zes jaar prof geweest en ik heb nooit beroep gedaan op de ploegdokter. Mijn huisdokter volgde me op, en als ik echt ziek was, kon ik nog de koersdokter raadplegen.
De ploegdokters schrijven de renners medicamenten voor – tot dertig verschillende pillen per dag – en daar zitten soms ook producten bij die niet zijn toegelaten. En iedereen probeert ook altijd de grens op te zoeken, daarom blijft doping een taboe. Als ze morgen epo toelaten, zouden alle renners het gebruiken.