knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Joseph Stiglitz, Eerlijke globalisering. Uitg. Spectrum

13 december 2006

Joseph Stiglitz, Eerlijke globalisering. Uitg. Spectrum

Met zijn vorig werk ‘Perverse globalisering’ – http://www.janvanduppen.be/?p=103 - filleerde Stiglitz de perverse mechanismen die onder de schubben van de globalisering woekeren.

In zijn ‘Eerlijke Globalisering’ is de intussen tot Nobelprijswinnaar geëerde economist niet veel verder gekomen dan het vaststellen van nog meer perverse mechanismen en het schrijven van een loflied op de goeie wil en de eerlijke wensen van brave mensen om die perverse mechanismen tot enige vorm van moreel besef te verlokken of te sturen.

Het lijkt alsof Stiglitz een zwaar gestoorde seksuele delinquent tot respectabel, waardig en voornaam gedrag wil verleiden. Zoals de meeste psychiaters en therapeuten weten, is dit een ijdele doelstelling. Zo ook waar het de perverse mechanismen van de wereldeconomie betreft.

In essentie blijkt vrijhandel van goedkope arbeidskrachten ervoor te zorgen dat armen als mobiele slaven andere slaven concurrentie aandoen elders in de wereld. Dat is intussen haarscherp duidelijk geworden in West Europa en Noord Amerika, maar ook in sommige gewezen ontwikkelingslanden die hun laag geschoolde arbeid razendsnel verliezen aan nog armere landen met nog lagere lonen en nog minder sociale bescherming.

Mensen worden in dit kader behandeld als vee dat in kampen bewaard wordt om op het juiste moment de arbeidsmarkt of het slachtveld te worden opgestuurd.

De naà?eve wensen van goede wil vanwege Stiglitz zijn soms aandoenlijk, soms pathetisch, vaak van een verbazende naà?eviteit. De macht – ook de economische – komt ten langen leste uit de loop van het geweer en niet uit de goodwill van economische experts, tot inkeer gekomen bedrijfsleiders of aanverwante ministers.

In het verleden trad alleen een reusachtige economische crisis met vaak grootschalig oorlogsgeweld als vroedvrouw op voor de eerlijke wensen van economen als Stiglitz. 

42. Er mag dan groei zijn, maar de meeste mensen zijn misschien slechter af. De economie van het ‘doordruppelen ’ die stelt dat als de economie als geheel groeit iedereen mee profiteert, blijkt steeds weer een misvatting te zijn

296. Voor een groot deel van de wereld ziet globalisering zoals die is bestuurd eruit als een pakt met de duivel. Een paar mensen in het land worden rijker; de bbp statistieken, voor wat ze waard zijn, zien er beter uit; maar de manier van leven en elementaire waarden worden bedreigd. Voor sommige delen van de wereld zijn de baten nog twijfelachtiger, en de kosten tastbaarder. Nauwere integratie in de wereldeconomie heeft geleid tot grotere volatiliteit en onzekerheid, en meer ongelijkheid. Zelfs fundamentele waarden worden bedreigd.
Dat is niet hoe het zou moeten zijn. We kunnen zorgen dat globalisering werkt, niet alleen voor wie rijk en machtig is maar voor iedereen, ook mensen in de armste landen. Het is een langdurige en zware taak. We wachten al te lang. Nu is het moment om een begin te maken.
24. De globalisering is voortgestuwd door economische factoren, in het bijzonder de verlaging van de kosten van communicatie en transport, naar de politiek heeft er vorm aangegeven. De spelregels zijn voornamelijk bepaald door de geavanceerde industrielanden – en in het bijzonder door belangengroeperingen in die landen – en het zal niemand verbazen dat zij de globalisering zodanig ingevuld hebben dat deze hun belangen dient. Zij hebben niet geprobeerd eerlijke regels op te stellen, laat staan regels die bevorderlijk zouden zijn voor het welzijn van de bewoners van de armste landen ter wereld.
42. Er mag dan groei zijn, maar de meeste mensen zijn misschien slechter af. De economie van het ‘doordruppelen ’ die stelt dat als de economie als geheel groeit iedereen mee profiteert, blijkt steeds weer een misvatting te zijn
46. Het debat over economische globalisering loopt dwars door dat van economische theorie en waarden heen. Een kwarteeuw geleden waren er drie grote scholen van economisch denken die met elkaar concurreerden: vrije markt kapitalisme, communisme en gegeleide markteconomie. Maar met de val van de Berlijnse muur in 1989 werd het drietal gereduceerd tot twee, en nu vindt de discussie voornamelijk plaats tussen degenen die de ideologie van de vrije markt propageren en diegenen die een belangrijke rol zien voor zowel de overheid als de private sector. Natuurlijk overlappen deze opvattingen elkaar. Zelfs voorstanders van de vrije markt erkennen dat een van de problemen in Afrika het gebrek aan overheid is. En zelfs critici van het onbelemmerde kapitalisme respecteren het belang van de markt.

47. In de alternatieve opvattingen die ingehuldigde, speelt de overheid en meer actieve rol, door zowel ontwikkeling te stimuleren als de armen te beschermen. De economische theorie en historische ervaring bieden inzicht in wat overheden dienen te doen. Terwijl markten het middelpunt vormen van elke succesvolle economie, moet de overheid een klimaat scheppen waarin het bedrijfsleven kan gedijen en banen scheppen. Zij moet de fysieke en institutionele infrastructuur tot stand brengen, zoals wetten die zorgen voor een degelijk bankwezen en effectenmarkten waar beleggers op kunnen vertrouwen dat ze niet worden opgelicht.

67. De successen in Azië weerspiegelden die van de Verenigde Staten en andere landen in de geà?ndustrialiseerde wereld: voor de overheid is een grote rol weggelegd. De juiste combinatie van overheid en markten zal van land tot land en over de tijd variëren. In China bijvoorbeeld, waar er al meer dan genoeg overheid was, was de uitdaging de markt te ontwikkelen. Dat is wat er plaatsvond in de periode na de culturele revolutie, de jaren 80, toen de Chinese economie aan de verbazingwekkende 'take off' begon die tot op de huidige dag voortgaat. Waar het om gaat is natuurlijk niet alleen de omvang van de overheid maar wat de overheid doet. Een element dat in het middelpunt stond van de snelle Chinese groei, waren de lokale en dorpsbedrijven opgezet door lokale communes. De overheid stapte uit de landbouw en gaf gezinnen het recht het land naar eigen inzicht te gebruiken, en de productiviteit in de landbouw schoot omhoog. Tegelijkertijd schakelde de centrale overheid over van het tot in detail micro-managen van de economie op het management van het totaal economische kader, inclusief zorgen voor genoeg financieringen voor de ontwikkeling van infrastructuur. Naarmate de Chinese transitie voortschreed, besefte de overheid dat voortgaand succes strengere wetgeving inzake korte corporate governance vereiste. Ook besefte zij dat in de ijver om de markt te versterken, terreinen als onderwijs en gezondheidszorg op het platteland achterop waren geraakt. Het vijfjarenplan van 2006 is erop gericht die onevenwichtigheden recht te zetten.

68. Zoals de nadruk op het bbp tot een te enge visie op ontwikkelingsstrategieën leidt, zo lijkt nadruk op het aantal jaren scholing op een te enge visie op onderwijsbeleid. Het aantal jaren scholing is een belangrijke indicator voor hoe goed een land het doet in het bevorderen van het onderwijs, maar even belangrijk is wat scholen te bieden hebben. Onderwijs moet in overeenstemming zijn met het werk dat mensen gaan doen als ze eenmaal van school zijn. In Ethiopië besefte de regering van Meles Zenawi dat zelfs als de meest ambitieuze ontwikkelingsprogramma’s zouden slagen, de meeste kinderen die nu op plattelandscholen zitten als ze opgroeien boer zullen worden, dus is ze doende bezig geweest o'm het lesprogramma zodanig aan te passen dat ze een betere boer zullen worden. Onderwijs werd gezien als een middel om weg te komen, een kans om een betere baan te krijgen in de stad. Nu wordt het ook gezien als een manier om vooruit te komen, om een hoger inkomen te verdienen, zelfs voor diegenen die op het platteland blijven. Het onderwijs kan evengoed worden gebruikt om de  gezondheid en het milieu ten goede te komen als om technische vaardigheden bij te brengen.

84. De wereld van Adam Smith en voorstanders van vrijhandel, waarin iedereen gebaat is bij vrijhandel, is niet alleen een mythische wereld van perfect werkende markten zonder werkloosheid; het is ook een wereld waarin risico er niet toe doen omdat er perfecte verzekeringsmarkten zijn waarop de risico’s kunnen worden gedekt, en waar altijd volledige concurrentie bestaat, zonder dominante spelers als Microsoft of Intel. In zo’n wereld maken werknemers zich zeker geen zorgen dat ze hun baan verliezen door handelsliberalisering; ze zouden naadloos overstappen op andere banen. Maar als er toch een kink in de kabel zou komen, zouden werknemers zich kunnen verzekeren tegen het risico van tijdelijke werkloosheid of tegen het risico dat de nieuwe baan slechter zou betalen dan de oude. Zelfs in de best lopende economieën is dit soort verzekering niet te koop; terwijl in de ontwikkelde landen de overheid enige werkloosheidsverzekering biedt, moeten werknemers in de meeste ontwikkelingslanden voor zichzelf zien te zorgen.

10 5. De asymmetrie in de liberalisering van het verkeer van kapitaal en arbeid leidt nog tot nog een ongelijkheid. Nu de kapitaalmarkten zijn geliberaliseerd, moeten landen vechten om kapitaal vast te houden door de belasting op concerns te verlagen. Omdat arbeid – vooral ongeschoolde arbeid – niet zo mobiel is, hoeven ze niet zoveel moeite te doen om die vast te houden. Vandaar dat de asymmetrische liberalisering ertoe leidt dat de belastingdruk verschuift richting werkende – wat neerkomt op minder progressie in het belastingstelsel. Hetzelfde gebeurt bij loononderhandelingen: werknemers krijgen te horen dat als ze geen lagere lonen en minder ontslagbescherming accepteren, het kapitaal (en daarmee de banen) zich naar het buitenland zal verplaatsen.

206. Bedrijven kunnen gezien worden als gemeenschappen van mensen die samenwerken met een gemeenschappelijk doel '? om een product te maken of een dienst te verlenen. En daar ze samenwerken, geven ze om elkaar, om de gemeenschappen waarin ze werken en om de bredere gemeenschap, de wereld waarin we allemaal leven. Dit betekent dat een bedrijf een werknemer die niet langer nodig is misschien niet meteen ontlaat, of dat het meer uitgeeft om vervuiling tegen te gaan dan de wet minimaal vereist. Deze bedrijven kunnen daarvan natuurlijk profiteren doordat ze de genoemde negatieve publiciteit vermijden, maar ook van het feit dat ze betere mensen kunnen aantrekken en dat het moreel verbetert: hun werknemers voelen zich beter als ze voor een bedrijf werken dat maatschappelijk verantwoordelijk is.
De  beweging voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen heeft ertoe bijgedragen dat zich bij veel ondernemingen en individuen die daar werken en mentaliteitsverandering heeft voltrokken. De beweging heeft er ook toe geleid dat er nieuwe instrumenten zijn ontwikkeld die ervoor zorgen dat bedrijven naar hun idealen leven: er worden kaders voor maatschappelijk boekhouden opgesteld die de bijdragen aan en invloed op de gemeenschap en het milieu bijhouden, en die dragen er op hun beurt weer toe bij dat bedrijven meer aandacht krijgen voor de volle consequenties van hun gedrag.
Helaas werken in de wereld van meedogenloze concurrentie prikkels vaak zelfs mensen met de beste intenties tegen. En mijnbedrijven dat bereid is te beknibbelen op veiligheid en milieu zal in staat zijn een even efficiënt bedrijf dat degelijke milieumaatregelen neemt te onderbieden.
 
216. Toen ontdekt werd dat het bankgeheim was gebruikt om de terroristen die bij de aanvallen van 11 september waren betrokken te financieren, veranderden de Verenigde Staten van standpunt – maar alleen omdat de strijd tegen het terrorisme in het geding was. Andere vormen van bankgeheim, hoe ondermijnend ze ook zijn voor ontwikkeling voor landen over de hele wereld, hoe slecht ze ook zijn voor ontwikkeling, zijn blijkbaar nog steeds toelaatbaar; uiteindelijk is het bankgeheim ook een manier waarop grote bedrijven hun winst na belastingen verhogen die de eigenaren genieten. De internationale gemeenschap moet regels tegen bankgeheim snel uitbreiden tot andere gebieden dan terrorisme. De G-8 zou dit tot stand kunnen brengen, gewoon door te verbieden dat enkele van hun banken zakendoen met de banken van enige jurisdictie die regels niet naleeft. De Verenigde Staten hebben laten zien dat collectieve actie kan werken: ze hebben met succes het gebruik van de banken voor de financiering van terrorisme gestopt. Diezelfde vastberadenheid moet worden getoond als het om corruptie, wapenhandel, drugs en belastingontduiking gaat.

217. Dit is de realiteit, en die zal niet makkelijk veranderen: we moeten grote concerns niet als boosdoeners zien waarvoor ze vaak worden uitgemaakt, maar ook niet als gulle weldoeners van ontwikkelingslanden. Beperkte aansprakelijkheid heeft bijgedragen tot de groei van het kapitalisme, maar door de globalisering is het misbruik van beperkte aansprakelijkheid mondiaal van schaal geworden; zonder de hier voorgestelde hervormingen kan het nog veel erger worden. Zoals ook hier weer geldt: prikkels werken, en overheden en internationale gemeenschap moeten er hard aan werken om te zorgen dat prikkels waar grote concerns mee te maken hebben meer in de lijn liggen van de mensen die er de effecten van ondervinden, vooral de minder machtigen in de ontwikkelingslanden.

252. Lang geleden werd goud als 'geld' gebruikt – als ruilmiddel waarmee mensen handel dreven. Mensen kochten en verkochten voedsel en kleding in ruil voor gougstukken. Vervolgens werd ontdekt dat 'bankwissels' – stukjes papier die konden worden omgeruild tegen geld – veel gemakkelijker waren, en overheden en centrale banken gingen papiergeld uitgeven. Eerst werd gedacht dat dit volledig gedekt moest zijn – dat de overheid of de centrale bank voor elke uitgegeven dollar in papiergeld goud ter waarde van $ 1,00 moest aanhouden. Toen werd ontdekt dat die niet noodzakelijk was; het enige wat nodig was, was vertrouwen in de valuta. Vertrouwen betekenen dat andere individuen bereid waren het geld tegen te accepteren als betaling, en vertrouwen kan worden bereikt met slechts gedeeltelijk dekking. Eerst werd gedacht dat vertrouwen alleen bereikt kon worden door goud als dekking te gebruiken; vervolgens besefte men dat ook valuta – of schuldbewijzen – van sterke economieën – aanvankelijk het Britse pond sterling, en sinds de Tweede Wereldoorlog vooral Amerikaanse dollar – daarvoor konden worden gebruikt.

259. De groeiende schuld ondermijnt het vertrouwen dat vereist is om de dollar als reserve valuta te handhaven. Natuurlijk is Amerika in staat zijn schulden terug te betalen. Maar naarmate de schuldenlast toeneemt, groeit ook het risico van een afname van de reële waarde van de schuld, door de inflatie. Zelfs een geringe toename van de inflatie kan grote effecten hebben in termen van een afnemende reële waarde van schuld. Nu het vertrouwen in de dollar kwetsbaar is, wordt waarde van de dollar grilliger.

278. Hoewel de globalisering winnaars oplevert, zijn er talrijke verliezer. Globalisering is natuurlijk maar één van de krachten die van invloed zijn op onze samenlevingen en economieën. Ook zonder globalisering zou de ongelijkheid toenemen. ('?)
Ik geloof niet dat je kunnen blijven volhouden dat alles in orde komt als we de markten maar hun gang laten gaan. Of dat je werknemers kunt vragen erop te vertrouwen dat als ze maar geduld oefenen, globalisering ze allemaal ten goede zal komen, ook al moeten ze nu genoegen nemen met lagere lonen en minder bestaanszekerheid. Zelfs als ze bereid zijn de stelling accepteren dat globalisering tot snellere bbp groei zou leiden, hebben ze geen reden aan te nemen dat ook hún inkomens sneller zullen stijgen of hún welzijn in het algemeen zal toenemen. Terwijl politici misschien proberen hun kiezers gerust te stellen met vage verwijzingen naar de lessen van de economie, is zowel de gangbare economische theorie als een overdaad aan gegevens consistent met de eigen intuà?tie van werknemers: zonder krachtig herverdelingsbeleid door de overheid zijn laaggeschoolde werknemers waarschijnlijk slechter af.

279. Terwijl het met de mond vrijhandel zou blijven belijden, zouden de Verenigde Staten zich moeten afschermen tegen de toestroom van buitenlandse producten en tegen outsourcing, om tegelijk alles in het werk te stellen om toegang te krijgen tot de buitenlandse markten. De kennelijke onbeschaamdheid waarmee Amerika zijn landbouwsubsidies verdubbelde en op hetzelfde moment vrijhandel predikte is een voorbeeld hiervan. Als doekje voor het bloeden voor wie aandringt op eerlijkheid wordt een beetje moeite gedaan legale wegen te vinden voor die subsidies, zoals door concepten te bedenken als 'niet-handelsstorende subsidies', andere landen ertoe over te halen toe te geven dat dergelijke subsidies toegestaan zijn en vervolgens te beweren dat de eigen subsidies tot die categorie behoren. De kennelijke veronderstelling is dat omdat iets legaal is, het ook moreel juist is.

294. Het debat over veiligheid en globalisering richt dan ook de aandacht op een tweede thema van dit boek: dat de economische globalisering vooruit is gelopen op de politieke globalisering. We zijn sneller economisch van elkaar afhankelijk geworden dan dat we geleerd hebben in vrede samen te leven.

296. Voor een groot deel van de wereld ziet globalisering zoals die is bestuurd eruit als een pakt met de duivel. Een paar mensen in het land worden rijker; de bbp statistieken, voor wat ze waard zijn, zien er beter uit; maar de manier van leven en elementaire waarden worden bedreigd. Voor sommige delen van de wereld zijn de baten nog twijfelachtiger, en de kosten tastbaarder. Nauwere integratie in de wereldeconomie heeft geleid tot grotere volatiliteit en onzekerheid, en meer ongelijkheid. Zelfs fundamentele waarden worden bedreigd.
Dat is niet hoe het zou moeten zijn. We kunnen zorgen dat globalisering werkt, niet alleen voor wie rijk en machtig is maar voor iedereen, ook mensen in de armste landen. Het is een langdurige en zware taak. We wachten al te lang. Nu is het moment om een begin te maken.

 

 

Reacties graag naar mailadres.