Sjanghai, de Stad der Wonderen 2006
Sjanghai, de Stad der Wonderen
Na meer dan 26 jaar heb ik eindelijk de moed gehad om opnieuw te dwalen doorheen de Franse Concessie in Sjanghai. Het had iets melancholisch. Ik wist 26 jaar geleden reeds '? net zoals driekwart van onze delegatie van het populaire weekblad, zusterkrant van de Renmin Ribao '? dat er niet echt van socialisme sprake kon zijn in China. Het socialisme dat ons voor ogen stond en dat een soort kwadratuur van de maakbaarheid vormde, bestond uiteraard enkel in de theoretische bijbels die wij toen reeds jaren spelden op zoek naar de enige ware leidraad voor het mensenpark, waarbij ons geloof in die maakbaarheid rotsvast leek te zijn.
Sjanghai en wellicht heel die memorabele Chinareis in het voorjaar van 1980 had zeer veel scheuren en barsten veroorzaakt in die ideologische rots, waarin het sijpelen van de twijfel en de ijzige vorst het nodige erosieve werk zou doen. Die twijfel werd gelukkig fundamenteel.
Misschien hoopte ik hier in 2006 mijzelf tegen te komen, hoe ik 26 jaar geleden gelukkig in de knoei van mijn zekerheid en twijfels doorheen de straten met platanen wankelde en tegen de immense stroom Chinezen probeerde in te gaan. Ik kon me toen enkel redden door beschutting te zoeken achter een pui: in die jaren liep heel Sjanghai nog naar zijn of haar werk, wegens geen metro, een enkele bus en fietsen als luxe artikel.
Ik ben bij dit bezoek mijzelf niet tegengekomen, ik was toen al dissident en het zou er alleen maar beter op worden.
Deze reis naar Sjanghai heeft voor mij iets van het schrijven van de rekening, de boekhouding van de misleiding, van de leugenaars, de goedgelovigen en hun priesters van het grote gelijk dat steevast op massaslachtingen uitdraait wegens de cultus van de ideologische zuiverheid als enige behoeder tegen revisionisme en dwaalwegen in de juiste leer.
Toen waren we er reeds heel ver in meegegaan, maar hadden we gelukkig ook reeds de scheuren in het behang gezien en een blik kunnen werpen op de werkelijkheid achter de schijn van het politieke festijn, ook in het China van 1980!
Toen begrepen we nog niet de noodzaak van het veinzen, de reddende kunst van de leugen, laat staan de cultus van het theater van de macht.
Maar de confrontatie met Sjanghai en de megasteden van vandaag in een reusachtig land dat de pretentie van een derde wereldland te zijn stilaan heeft afgelegd, leidt tot het fundamentele besef van het einde van de maakbare samenleving.
Dit is een bewustwording die aan mij vreet als wroeging en mijn hart doet wenen om Sjanghai en iedere Chinees die nog lijkt te geloven in de glorierijke weg naar rijkdom voor de rijken waardoor betere levensvoorwaarden voor de armen, in de oproepen van de partij en de bestuurlijke overheden tot een harmonieuze weg naar het heil der mensen in het Rijk van het Midden
Enkele foto's op flickR:
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/
zaterdag 26 november 2006
Na een helse taxirit met een maffioze oplichter die ik kon dwingen te keren naar Pudong Airport wegens bij onderhandelingen op de snelweg 10 maal het normale tarief voor ogen, met de Maglev trein naar het eerste metrostation op enkele minuten aan 420 km per uur.
Magnetische levitatie, het zou de metafoor worden voor Sjanghai en China: het Rijk van het Midden trekt uit de hele wereld nachtvlinders aan die zich rücksichtslos in het vuur storten en tegelijk zweeft de uitstraling aan een razende snelheid over de hele aardkloot. Geen paar uur later probeert een klein meisje mijn rugzak open te prutsen en leeg te roven, wat haar door waarschuwend geroep van passanten net niet lukt!
De toon voor mijn entree in Sjanghai was gezet! Als 'langneus' in het Rijk van het Midden ben je een bron van verdoken misprijzen voor velen, een potentiële bron van geld voor enkelen en een bron van interesse voor de middenmoot die nog steeds gefascineerd is door het westen.
Als was het een houvast, een bezoek aan de Zweedse vuurtoren in geel en blauw de dag nadien deed mij, verdwaasde langneus, deugd. Het hielp me tot mijn zinnen te komen wanneer ik na een langzame worsteling tussen vele duizenden Chinezen – die keken en keurden en maten en met hun mobieltjes foto's maakten van de collectie in de wentelende gangen van Ikea Sjanghai – hele families frieten en vleesballetjes zag eten, met stokjes, en dan nog erg duur ook, zeker naar de doorsnee restaurantprijzen in deze onmetelijke Stad der Wonderen.
Onderweg naar het metrostation liepen we langs een oude boedistische tempel die achter de huizen stond te verkommeren. Binnenin werd er duidelijk op uitdijende schaal godsdienst bedreven: met monnik in juiste outfit van okergeel en ossenbloedrood aan de verkoopstand van boeken, plastiek beelden en dozen vol wierrook en tranen. Hier 's ochtends veel oude vrouwen die de wierrook stookten voor de achterbouw, een enorme oude fabriekshal met onder een afdak van smerige groene golfplaten een stel betere Passats van Volkswagen, de wagenvloot van de tempel! VW beheerst in Sjanghai reeds jaren het straatbeeld met een opgeblazen versie van de oude Santana die 90% van het taxipark uitmaakt.
Een paar honderd kussens om te knielen voor de vergulde boeda`s omringd met een zee van bloemen en snoepjes. Jonge mensen wippen even binnen voor het beter knie- en buigwerk alsmede een stichtende brochure.
De propagandawinkel aan de ingang heeft niet veel beloops. De parafernaliawinkel daarentegen biedt een volledige monnikenoutfit van schoenen tot stola met belletjes en monnikskappen, maar ook allerlei boedha beelden in de meest ongelooflijke kitscherige hoogglanskleuren in plastiek verpakt tegen het stof.
Een beetje verder ligt het enorme partijhoofdkwartier, schuin tegenover de kazerne van een elite eenheid van het Volksbevrijdingsleger waarvan iedere piot nu schouderstukken en van die Russische veel te grote petten draagt alsof ze generaal werden door geboorte.
Waar is de tijd van het onderscheid tussen soldaat en officier door borstzakjes waarin een opening voor een schrijfstok, wegens officieren geacht te kunnen schrijven?
Waar is de tijd dat we op dat partijhoofdkwartier met veel pompe en poeha ontvangen werden om het schandelijke falen en de vreselijke corrupte gedragingen van de pas afgezette leden van de Bende van Vier te aanhoren? 't Zal er de voorbije maanden al niet veel beter geweest zijn nu de burgemeester van Sjanghai en zijn kliek partijbonzen de nekslag kregen vanuit Beijing, waar ze Mao's adagium 'Houdt een oog op Sjanghai' indachtig bleven. Sjanghai is immers historisch de Chinese stad met de meeste kapsones: de Chinese Communistische Partij werd er gesticht en historisch is deze stad de poort naar buiten, het oog van China op de wereld. Dat zal ook zo blijven in het Rijk van het Midden '? er lopen en liepen hier teveel vreemdelingen rond, die Wang in de straat herinneren dat er buiten de eeuwigdurende en allesomvattende waarheid van de keizer geel of rood, nog andere zij het misschien bizarre varianten bestaan op de aardkloot. Dat die varianten van de menselijke soort soms raar uit de hoek komen, bleek wel bij de afgedwongen verdragen van Nanjing in 1848 waarbij Engeland haar economische penetratie van China begon, Fransen, Amerikanen, Belgen, Duitsers en wat al niet meer, nadien geil en schoorvoetend volgden.
Dolen doorheen verloren illusies.
Maar ook vandaag lonken de vrouwen en mannen in Sjanghai naar het westen en de westerse cultuur: een fors deel van de stichtende leden van de CCP studeerde ooit in Parijs en leerde daar het socialisme en het communisme kennen, maar ook de Franse cultuur, kunst, mode en filosofie.
In de oude Franse concessie van Sjanghai werden de laatste jaren zeer veel huizen, villa's, woonblokken, stadsgezichten geklasseerd. Sommigen worden nu minutieus gerestaureerd langsheen de prachtige schaduwrijke platanenlanen. Fantastische villa`s en nieuwe zakelijkheids-panden staan dan elders weer te verkommeren en lijden nog steeds onder de enorme overbevolking na de nationalisatie van de kapitale huizen door de Volksrepubliek om de dringende woningnood te lenigen: tientallen gezinnen gingen de villa's als wooneenheden te lijf, inclusief houtskoolvuurtjes op de mozaà?ekparket en kakputten in de exorbitante tuinen. Op de gevels vind je nu vaak ferme marmeren platen waarop in Chinees en Engels de naam van het pand, de architect, vaak de bouwheer en de reden van klassering. Die huizen waren voor mij ooit de reden dat ik in het voorjaar van 1980 Sjangai de enige stad van China vond waar ik ooit zou kunnen wonen.
Uiteraard ben ik vreselijk verloren gelopen in mijn herinneringen. Op mijn intuà?tie doolde ik door mijn verloren illusies in de Franse Concessie '? wegens geen enkele gedetailleerde kaart te krijgen – op zoek naar de residentie van Zhou En Lai. Ik versukkelde in een oude Li Long (hutong heten zo'n huizen rond een binnenplein of afgesloten straat in Beijing), waar werkelijk niemand een woord Engels kende, noch Latijnse letters kon lezen! Tot een man van middelbare leeftijd begreep waar ik naartoe wou en mij er met zijn foxterriër uit geloodst heeft. De wijkbewakers aan de straatzijde laten nu ook iedereen zonder vragen door, behalve als je allerlei troep of spullen bij je hebt, want ze volgen nog steeds alle komen en gaan, doch discreter. In deze wijk waren er verschillende marmerplaten opgehangen ter herdenking van de strijdsters van de vrouwenbeweging in Sjanghai die hier een enorme traditie leek te hebben, ook historisch. Naar verluidt dragen in Sjanghai de vrouwen niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk de broek! En daarom staan in heel China mannen uit Sjanghai bekend als watjes die thuis niets te vertellen hebben, zij doen hier zelfs huishoudelijk werk! Historisch zou dit een gevolg zijn van de economische situatie waarbij alleen vrouwen aan de slag konden – liggend of in de gewenste stand weliswaar en goed betaald waar ze dit inkomen zuinig en handig besteedden of belegden in de periode voor de tweede wereldoorlog.
De residentie van ' generaal' Zhou En Lai '? voor ons de eeuwige minister van Buitenlandse Zaken en tweede in de partijpikorde – was een echt communistisch museum.
Dus redelijk belachelijk: zijn reiskoffer voor 30 jaar, een hoed en een regenjas, zijn bed, het bed van de aide-de-camp, de bedden van de bewakers, de tafel en de stoelen waaraan vergaderd werd, enzovoort enzoverder.
Vandaar naar het huis van Dr. Sun Yat Sen de eerste president en stichter van de republiek waar tot in 1938 Soon Ching Ling zijn schatrijke vrouw was blijven wonen nadat hij in 1925 te Beijing was gestorven aan leverkanker(!). Het was een erg aandoenlijk en fors vervalst museum met foto`s van zijn schoonzuster die met Tsjang Kai Tsjek, de volgende KuoMinTang generalissimo was getrouwd. Ei zo na werd er gesuggereerd dat hij voorzitter Mao nog persoonlijk had gekend, wat pertinent onwaar is. Ik ken mijne Chinese geschiedenis nog redelijk goed.
Vandaar door een aanvallige en goed Engelssprekende jonge dame aan de receptie laten bellen naar het huis van voorzitter Mao in Sjanghai, maar dat sloot al om 16 uur.
Het diner was vandaag in Hunan style restaurant: veel look en behoorlijk pikant midden dure Chinese jongeren met veel geld en een gepaste outfit. De serveuses serveerden als pin-ups dure bieren van het merk dat hen op het lichaam stond geschreven. De drank werd dus bepaald door het meisje van dienst.
Bij het verlaten van het restaurant werden we aangeklampt door een stel mannen en vrouwen in een niet al te slonzige noch kouwelijke outfit die baby`s leken te verkopen in dekens gerold. Het bleken gewone bedelaars van het platteland.
De spanningen tussen arm en rijk zijn hier verschrikkelijk. Een appartement van enig niveau en 150 m2 kost hier makkelijk 2200 Euro per maand!
Gemiddeld verdient een arbeider in Sjanghai 300 tot 500 Yuan Renminbi '? RMB (1RMB = 0,10 Euro = 4 BEF) per maand. Op het platteland is dat vaak 50-60 Yuan per maand!
Er zitten hier ongelooflijk veel bouwvakkers (donkere huidskleur en vaak fysiek wat getormenteerd qua uiterlijk maar op de werven recht op een blauwe overall en een oranje helm inclusief een goed gevulde rijstkom 's middags op de werf zelf geserverd in gaarkeukens) naast nog donkerder bruine verzamelaars van oud papier, vodden, metalen, oude elektronica die met een driewieler en een geà?mproviseerde bel alle Li Long afdweilen op zoek naar verkoopbare prullaria, afval en alles wat geld kan opbrengen. Er zijn er ook die minder georganiseerd de vuilnisbakken onderste boven halen. Pelotons bereden opruimers breken tegels, vloeren, schrijnwerk en glas uit de huizen die gesloopt gaan worden om er nog een slaatje uit te kunnen slaan op de parallelle markt.
De Chinese fietser, motorfietsers, auto- én buschauffeurs rijden verschrikkelijk gevaarlijk, ook door rode verkeerslichten. Voorbijsteken op het andere baanvak gebeurt met veel lef en op hoop van zege. De pikorde in het verkeer daalt naar gelang de graad van motorisatie. Bovenaan de bussen en vrachtwagens, daaronder de personenwagens, bestelwagens met de taxi's voorop, bromfietsers, electrische fietsen, gewone fietsen, voetgangers en dompelaars. Aan ieder kruispunt waken minstens 4 trafic assistants op het wel en wee van de fietsers en voetgangers die gemaand worden voorzichtig te blijven bij het oversteken, zelfs bij groen licht. In de stad zie je overdag relatief weinig vrachtwagens, behoudens de oude modellen voor grootvervoer van afbraakproducten, dan wel aanvoer van zand, cement, stenen en kalk. Het klein vervoer lijkt grotendeels te gebeuren met driewielerfietsen waarop enorme hoeveelheden goederen worden gebonden, die dan met mankracht zonder versnellingsapparaat ter plekke worden gepeddeld. Er moet een zeer strikt en goed getimed en georganiseerd systeem van transport aanwezig zijn in dergelijke megasteden die voor de logistieke achtergrond zorgen.
Guanxi '? of leven als vissen in een net.
Ervaren expats schatten de Chinezen in als mensen die erg oppervlakkig zijn in hun contacten. Hun leven speelt zich af in drie of vier cirkels: je bent geen individu maar een onderdeel van een gezin, een familie, dan van de clan en tenslotte van je werkomgeving of je buurt. Daarbuiten zijn er geen hechte relaties. Iedereen claimt zoveel mogelijk van de ander om relaties uit te bouwen, hechte vriendschap lijkt in zo'n situatie die dan ook nog eens heel vluchtig is wegens wisselende herkomst, wankele en onzekere werksituatie haast onmogelijk.
René Boomkens, De Nieuwe Wanorde, Globalisering en het einde van de maakbare samenleving.
p. 245. Gianni Vattimo, De transparante Samenleving: de toename van de mogelijkheid van informatie over talloze aspecten van de werkelijkheid maakt het feitelijk steeds moeilijker zich een enkelvoudige werkelijkheid voor te stellen. Wellicht is het zo dat in de wereld van de massamedia een voorspelling van Nietzsche uitkomt: uiteindelijk wordt de werkelijke wereld een fabel. De werkelijkheid is voor ons het resultaat van intersectie en contaminatie van de door de media verspreide veelheid van beelden, interpretaties en reconstructies, die onderling strijdig zijn en zonder een ' centrale' coà?rdinatie.
246. Niet voor niets gebruikt hij het woord ' ontheemding' om het gevoel te beschrijven dat de nieuwe wanordelijke werkelijkheid van de massamedia in eerste instantie oproept. De nieuwe communicatiemedia van radio en televisie tot internet en e-mail vormen tezamen een nieuw niet ruimtelijk landschap van informatie- en beeldenstroom, die kriskras door de geografische ruimte trekken en van grote invloed zijn op de manier waarop wij ons door onze alledaagse ruimtelijke en materiële omgeving bewegen.
248. Moeten we tegenover deze wereld de nostalgie van een solide, enkelvoudige, stabiele en gezaghebbende werkelijkheid stellen?
In een poging de wereld van onze kindertijd te reconstrueren, een tijd waarin familiaal gezag zowel een bedreiging als een zekerheid vormde, staat een dergelijke nostalgie voortdurend bloot aan het gevaar om te slaan in neurose.(Vattimo)
Chinese relatienetwerken, de Guanxi , bepalen voor een groot deel de interacties tussen mensen onderling. Aan de RU Groningen promoveerde Huadong Yang in april 2006 op '?Kiezen in een conflict in China en Nederland'?:
Welke kant kies je als je wordt betrokken bij een conflict tussen twee personen? Kies je voor je collega of je baas? Voor een onbekende die volgens jou gelijk heeft of een goede vriend? Uit het onderzoek van Huadong Yang blijkt dat Nederlanders en Chinezen verschillend reageren op dit soort dilemma’s. Voor Nederlanders is de ratio doorslaggevend, voor Chinezen tellen relatie en de hiërarchische verhoudingen ook mee. Yang: '?Culturele verschillen blijken van grotere invloed te zijn op conflicten in organisaties dan tot nu toe werd gedacht.
Het onderzoek van Yang biedt inzicht in de culturele verschillen tussen China en Nederland. Yang laat zien hoe conflicten kunnen escaleren als een derde, aanvankelijk neutrale, persoon een van beide kanten moet kiezen. Dit inzicht moet volgens Yang leiden tot meer begrip voor elkaars culturele verschillen. '?Nu vinden Chinezen vaak dat Nederlanders niet te vertrouwen zijn omdat ze in een conflict zomaar de partij kunnen kiezen van iemand waarmee ze geen relatie hebben. Nederlanders wantrouwen Chinezen omdat zij in een conflict vaak de partij kiezen van een familielid of vriend boven iemand met goede argumenten.'?
Een belangrijke uitkomst van zijn onderzoek is dat Nederlanders eerder geneigd zijn om te kiezen voor de persoon die gelijk heeft dan Chinezen. Chinese werknemers laten factoren als sancties en persoonlijke relatie even zwaar meewegen in hun keuze als legitimiteit. Hij verklaart de Chinese manier van kiezen met het begrip guanxi. '?Als je in China met iemand wilt samenwerken of zakendoen, vraag je je eerst af of je met die persoon guanxi hebt. Guanxi bepaalt namelijk wat de onderlinge relatie is. Een familielid zul je altijd helpen zonder er iets voor terug te verwachten. Een vriend zul je ook helpen, maar daar verwacht je een wederdienst voor terug. Gebeurt dat niet, dan zul je de volgende keer niet weer helpen. In een conflict tussen een vriend en een vreemdeling, kies je de kant van je vriend, maar je verwacht dat hij dat voor jou ook zal doen. Met een onbekende heb je geen guanxi en je hoeft hem dus niet te helpen. Ook al heeft hij gelijk in een conflict, je zult niet snel zijn kant kiezen. Dat gaat ook op voor de zakenwereld. Als je zaken wilt doen in China, moet je eerst vrienden maken. Blijf je een vreemdeling, dan zijn er geen gezamenlijke belangen en hoeft niemand rekening met elkaar te houden. Ontstaat er een vriendschap, guanxi, dan kun je iets voor elkaar betekenen.'?
Misverstanden ontstaan al snel als gevolg van deze culturele verschillen, stelt Yang: '?Voor Chinezen is het heel vreemd om te zien dat Nederlanders in een conflict partij kunnen kiezen voor iemand die ze niet kennen boven hun vriend. Nederlanders associëren vriendendiensten al snel als belangenverstrengeling. Zo kan het gebeuren dat een Chinese zakenman geen zaken met een Nederlander wil doen omdat hij er niet op kan rekenen dat de Nederlander iets voor hem terug zal doen. En Nederlandse zakenlieden vertrouwen Chinezen niet omdat ze voorrang geven aan hun vrienden en familieleden. Met mijn proefschrift zou ik graag zien dat er meer begrip ontstaat voor deze culturele verschillen.'?
Van het Plein van het Volk '? naar een stad zonder pleinen
Zondag 27 november 2006
Met de metro naar Renmin Square, het Plein van het Volk! - geen Square maar een afgrijselijk onoverzichtelijke ruimte – met een stukje mooi park, winkelcentra, en aan de rand een Urban Planning Centre '? veel bezoekers die filmen en in groep de eigen stad willen aanschouwen '? op maquette weliswaar. Ook vijf vrouwen in rode turners outfit; veel foto's voor een goudgeschilderde compositie van de stedelijke hoogbouwtriomfen '? wat foto's van oude cités en villas, en dan een verdieping hoger de centrale reuze maquette over hoe het zal worden en nu al bijna is: hoogbouw tot 70 en meer verdiepingen, die je als nietige toeschouwer of bewoner overweldigen, beknellen en overal je gezichtsveld belagen
En dan is er de virtuele simulatie van de stad tegen de wereldtentoonstelling van 2010 '? na de Olympische Spelen in Beijing 2008. Je wordt in een soort moviebox geconfronteerd met een beeld van de stad waar je onder begeleiding van een wat wilde streetwise jongen op scates en een feeëriek meisje, aan een razende snelheid langsheen de spectaculaire snelwegen over de stad van de toekomst gestuurd. Er is duidelijk buiten de stad niets meer te zien van enige waarde. Enkel Sjanghai telt nog met ongelooflijk grote hoogbouw in een enorm verwarrend kluwen waartussen snelwegen, light rail, metro en spoorwegen. Behoudens een paar autobussen koersen enkel snelle racewagens over de stedelijke snelwegen: Sjanghai heeft overigens een spectaculair racecircuits voor snelheidsduivels dat de rest van de grand prix over de hele wereld naar de kroon steekt.
Dat is de toekomst die de jonge kinderen nu wordt voorgespiegeld.
Pure obsceniteit, want zo is of wordt hun stad onleefbaar.
Als Stad der Wonderen heeft Sjanghai iets van een geglobaliseerde megaversie van het Barcelona bij de vorige eeuwwisseling. Eduardo Mendoza heeft er een prachtboek over geschreven: Stad der Wonderen, waar de evolutie van deze Catalaanse haven- en industriestad met haar corruptie- en machtsnetwerken als een poëtische spiegeling kan gelezen worden voor de rauwe kracht van de wonderen aan de Huang Po. Zeker nu met de grootse plannen voor de wereldtentoonstelling in 2010 '? kort na de Olympische spelen van Beijing 2008.
Boomkens: 249. In een interessante studie naar de rol die de stedelijke elite van vooral havenbaronnen in Rotterdam in de Rotterdamse cultuur tussen 1860 en 1950 speelde, wees de geograaf Len de Klerk erop dat de vanzelfsprekende verbondenheid tussen economische elites en hun stad, die in het geval van Rotterdam van groot belang bleek te zijn geweest voor de culturele ontwikkeling van de stad, in de loop van de 20e eeuw steeds minder vanzelfsprekend werd. De elites worden steeds meer footloose, trekken zich terug uit de grote steden en bemoeien zich steeds minder met de alledaagse publieke cultuur.
Het is zondag en dus veel toeristen op stap '? overigens probeert de overheid de Chinezen zoveel mogelijk aan het reizen te krijgen, weliswaar vooral in et eigen land, om zo elders te consumeren en op die manier een beetje geld van de rijke kustregio's naar de arme westen te draineren.
De CCP heeft nu originele visies op economische fenomenen- origineel in vergelijking met de marxistische doctrine van vroeger: wanneer het vloed is gaan alle schepen mee omhoog! Dat staat voor verrijk jezelf, en hoe rijker je wordt hoe beter voor het land, want de armen profiteren dan mee. Een fascinerende benadering voor wie de marxistische economische theorieën heeft bestudeerd over waarde, kapitaalsaccumulatie, vervreemding'?
Veel jonge mensen spreken me aan om hun Engels te oefenen.
Een meisje uit Xian in Shaanxi wist niet waar haar stad van herkomst lag noch hoever het is in kilometers. Ze kon alleen vertellen dat ze 16 uur op de trein hadden gezeten.
Iedereen kent hier blijkbaar ' Belgium Belizje ' wegens chocolade na een campagne van Hà?agen Dasz met Belgische chocolade en sommigen ook bier, een enkele fried patatoes.
Het is een hele klus om de ingang te vinden van het Sjangai Museum: een reusachtig afschuwelijk gebouw met van heinde en verre didactische collecties bijeengebracht. Jade, porselein met schitterende rode en gele en groene stukken, munten en andere vormen van geld, meubels gesloten, kalligrafie en schilderijen, bronzen zeer de moeite
Het mediagedeelde is leeg en gesloten.
Het plein is weerzinwekkend. Vroeger nog erger wellicht zoals Tien An Men in Beijing opgevat als een immense ruimte voor de miljoenenmanifestaties van steun aan Mao tijdens de culturele revolutie tegenover het stadhuis. De vroegere renbaan midden in de stad voor de Fransen en de Engelsen is nu verdwenen en in de ondergrondse ruimten van het Jappenkamp dat er gevestigd was, werden de slachtoffers van de Japanners gefolterd en gedood.
Boomkens – 308. De markt individualiseert en rationaliseert ons gedrag, de politiek functionaliseert ons gedrag in termen van het streven naar consensus of machtsvorming. In onze stadsparken wordt gehandeld en er wordt zo nu en dan ook politiek bedreven, en zoals middeleeuwse kerken vaak ook marktplaatsen en plekken van heimelijke, conspiratieve ontmoetingen waren.(...)
Stadsparken zijn cruciale moderne plekken, omdat zij onderdeel zijn van de stedelijke drempelwereld tussen het private en het publieke.
Omdat zij op moderne, open wijze de individuele of private leefwereld verbinden met het publieke leven. En zonder dat de burgers de parken zelf onderhouden, beseffen ze toch voortdurend dat de parken van hen zijn en dat ze om die reden als vanzelfsprekend goed onderhouden worden door publieke organen waarvoor diezelfde burgers met plezier betalen. Het concept van het stadspark als een cruciale publieke ruimte (in contrast met private landgoederen of commerciële pretparken, die evenzeer een cruciale rol vervullen, maar minder evidente collectieve zorg vergen) laat zich zonder veel moeite uitbreiden en generaliseren tot een flexibel politiek model voor de nabije toekomst van globaliserende netwerksamenleving, ook overigens als model voor het Unheimliche dat parken omtovert in onherbergzame plekken waar de uitgesloten en marginalen, én het gevaar, zich verzamelen, waar pluraliteit en differentie gemakkelijk omslaan in chaos en angst.
Maar dat is als altijd het risico van de moderniteit, de stad en het park geweest. Zonder dat gevaar hadden wij als individuen niet kunnen bestaan. Dat maakt het vraagstuk van het gemeenschappelijk beheer en de zorg voor het park des te dringender.
Sjanghai heeft nauwelijks pleinen en parken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. De relationele contacten lijken zich hier af te spelen op het sms- en internetniveau bij de gegoede jongeren en de mobilofoondragers.
Daar op die geheiligde plek van de Renmin Square heb ik een lang gesprek gehad met een jonge kerel uit Hongkong die in parels handelde en een jong meisje uit de speciale economische zone van Shenzen, waar als eerste de kapitalistische investeringen voor een marktgerichte economie van start mochten gaan. Ze waren ongelooflijk optimistisch, het zou iedereen steeds beter gaan, als zij nog heel veel rijker werden, zouden ook de armen rijker worden '? hebben die ooit marxistische economie gehad?
Als ik hen erop wees dat de 25 procent armen in China alleen maar achteruit gegaan waren, kreeg ik te horen dat de boeren zonet een belastingsvrijstelling gekregen hadden, en daar zouden ze dus veel rijker van worden.
Price hikes should bring benefit to our farmers
By Liu Shinan (China Daily) 2006-12-13
The price of food has risen again. The team investigated 104 farmers and some grain traders in the city’s main grain-producing areas. They found that the gap between the production cost and the final market price was 0.811 yuan (10 US cents) per kilogram for wheat and 0.612 yuan (8 US cents) for corn. Of the gap, or profit, the farmer got 0.121 yuan (2 US cents), or 14.9 per cent of the profit, from each kilogram of wheat, and 0.192 yuan (2 US cents), or 31.4 per cent from each kilogram of corn. The grain trader’s share of the profit was 85.1 per cent (wheat) and 68.6 per cent (corn).
Als ik hen vertelde over het verschil met 25 jaar gelden waar ze graag veel over wensten te weten en de oplichterij van de taxichauffeur aan de luchthaven vermeldde, waren ze ontstemd dat zo'n slechte man een licentie als taxichauffeur zou gekregen hebben. Als ik het had over het meisje dat mijn rugzak probeerde leeg te pikken, kreeg ik te horen dat het zeker moslims geweest waren, die opereren in groepen om de mensen te bestelen, dat is altijd zo met moslims! (sic)
Als ik begon over haar ouders die van elders naar Shenzhen gekomen waren en ongetwijfeld de culturele revolutie hadden meegemaakt, kreeg ik te horen dat ondanks het feit dat zij heel veel geleden hebben ze er liever niet over praten omdat ze zien dat hun kind het nu goed heeft en het hen alsmaar beter gaat en dan zijn zij ook tevreden.
Allemaal tevreden? De arme boeren en illegale migranten van het platteland alvast zeker niet want die zijn er fel op achteruitgegaan.
Ze vroegen me mee naar het grote folklorefestival van het aanvoeren van de thee die met paarden drie maanden onderweg is eer Sjanghai bereikt wordt. Als ik opmerkte dat misschien daarom sommige theesoorten naar paardenzweet geurde, konden ze er niet om lachen. Humor is veel Chinezen vreemd, zeker ons soort humor die spot met het grote, het beroemde, het fameuze, de humor van de nar en de underdog.
Ik was compleet van mijn melk. Het waarlijk naà?eve geloof van mensen die denken hun verleden en dat van hun ouders zomaar uit te kunnen wissen, zo ook iedere vrees voor een herbeleving wegens steeds weer dezelfde patronen van aanscherpende tegenstellingen, ieder voor zich en dan de gruwelen van burgeroorlogen, grensconflicten en een slepende en sluipende machtstrijd.
Zelfs het beeld van hun stad, Sjanghai, doet pijn aan de ogen en doet een mensenhart uit de Oude Wereld bloeden. En dan weten dat Europa ooit in de ogen van China de Nieuwe Wereld was die het eeuwige Rijk van het Midden met kanonnen en oorlogsschepen binnendrong.
De ongelooflijke reuzentorens van de rode keizers staan vandaag in slagorde opgesteld tot de verste horizon waar ze de bewoners imponeren tot slaafse en nietige onderdanigheid en tot identificatie met die torens, vooral de allerhoogste torens in de stad van hun dromen.
Een stad van dromen en torens.
Net zoals Sloterdijk in Sferen het probleem van de muren rond steden analyseert en zelfs weet aan te halen hoe ooit een Chinese keizer een enorme stadsmuur heeft laten bouwen waarna de huizen binnenin pas later mochten opgetrokken worden, doch wegens toen een andere dynastie is er van zijn plan behoudens de torens en de muren niets in huis gekomen en staan die nog steeds als stomme getuigen van een poging om de stadsbewoners tot onderwerping in een keurslijf te dwingen:
Sloterdijk, Sferen:'?Dat de immunologisch de betekenis van de stadsbegrenzingen de puur militaire functies ver overtreft, kan ook veelvuldig worden geà?llustreerd aan de hand van de imperiale bouwwerken van buiten de Europese culturen. Met name in de Chinese geschiedenis hebben muren en wallen en niet te overschatten politieke betekenis gekregen; enkele van de meest pretentieuze complexen van het rijk, zoals dat van het Tataarse Peking of van de beoogde Ming hoofdstad Linhao ontstonden uit ware orgieën van zelf insluiting in een ingewikkeld systeem van muren, als behoorde het tot het wezen van het Chinese leven dat zich alleen in kabinetten en veelvuldig verzegelde en geà?soleerde binnenplaatsen kon verzekeren van de integriteit. Het geval Linhao is veelzeggend, omdat het een spookstad bleef waarvan alleen de buitenmuren werden opgetrokken, zonder dat de stad zelf ooit volgde.('?)
Wat de stad Linhao betreft: die werd nooit afgebouwd en nooit bewoond, zodat er niets van haar overbleef dan de loze lijnen van een keizerlijk besluit. Hun indrukwekkende aanwezigheid spreekt een duidelijke sferologische taal; ze geeft te kennen dat het latere binnenleven bij voorbaat louter als functie van zijn uiterlijk omkadering had moeten ontstaan. Omdat het leven weigerde te volgen, bleef van het keizerlijk ontwerp alleen de bekisting over – een monstrueuze immuuntechnische speculatieruà?ne.('?)
Zoals overal in de ethiek van de hoogculturen gaat het hier om de poging de transfer van solidariteit en sympathievoorraden vanuit de kleine maatschappelijke eenheden van de horden- en de stammende tijd naar extreem inclusieve imperiale structuren te rechtvaardigen. Dit kan alleen worden uitgedrukt door premature fantasieën over de vijandloze en omgevingloze universele commune – in beelden van een universele samenleving zonder niet-leden. (Sloterdijk, Sferen, p.613) (Linhao, vandaag Fengyang, werd als Zhongdu, Hoofdstad van het Midden gesticht door de opvolger van Zhu Yuanzhang de stichter van de Ming dynastie (1368-1644)
Waarom moeten die eindeloze rijen torens zo ongelooflijk hoog opgetrokken worden?
Waarom moeten de slaven en de mieren in rechtopstaande pakhuizen worden ondergebracht in plaats van lagere gebouwen waar ze veel meer contact met elkaar kunnen hebben: imponerend, moet dit de bewoners ook aanzetten tot erkenning als teken van de eigen identiteit.
Alle oorspronkelijke plannen voor de Pudong oever tegenover de Bund werden naar de prullenbak verwezen. Ondermeer van Norman Foster en vele anderen die probeerden een menselijke maat te hanteren bij de nieuwe stadsuitbreiding van de toekomst met 70% energiekost reductie, met een optimale mobiliteit, veel groen en parken en recreatiemogelijkheden met ontmoetingsplaatsen voor mensen die er wonen en bezoekers die er passeren, al deze plannen werden verticaal geklasseerd door corrupte bonzen die het enkel om de kruimels ging bij de vierkante meter opbrengsten voor immobiliën firma's uit Taiwan, Hongkong, Japan en de VS. Het is het verhaal van de urbanisatie en ontwikkeling van de Antwerpse linkeroever maar dan in de vierde macht, en vier blijft in heel China een ongeluksgetal. De ramp is bovendien dat de gebouwen die tien jaar geleden gezet werden, vandaag vaak aan afbraak toe zijn, dat het grondwaterpeil steeds verder zakt door het verkwistend drinkwater oppompen in een moerasdelta van de Huang Po, bijaldien kan de stabiliteit van de heipalen binnen een jaar of 10-20 wel eens ernstig in de problemen komen.
In de oudere stad zijn er tussen de vele torens toch nog de oude lilongs waar een normaal mierenleven met menselijke contacten tussen platanen en parkjes kon ontwikkelen tot zolang ook hier de projectontwikkelaars hun klauw laten neerkomen.
De stedenbouwkundige eigenaardigheden van Sjanghai zijn fascinerend. Enerzijds worden steeds meer, steeds grotere en steeds kolossalere torens opgetrokken die telkens in groepen aan de voet omringd worden door forse veiligheidshekken, waar dag en nacht een voltallige geüniformeerd peloton toezichthouders waakt, aan de toegangspoorten én in de toegangshallen van iedere blok. En toch wordt er vaak ingebroken. Gevelschilders '? het schilderen van de torengevels is goedkoper dan ze goed te onderhouden '? laten zich van de top aan een touw langsheen de gevels al schilderend afzakken '? en her en der kan een raampje niet goed gesloten zijn of bestaan er bijkomende mogelijkheden tot rijkdom verwerven.
Per torencomplex zijn er sport '?, zwem '?, fitness- en speelaccommodaties te over. Naast de oude stad is er zelfs een torencomplex dat prat gaat op een reeks pseudo-hellenistische beelden, die het gelijkgrondse park sieren. Het heet daar ”Dreamland and Sunnyland”
Rond die verzamelingen torens liggen nog restanten van de oorspronkelijke wijken, die nu systematisch met een hoge muur aan de blik van de toeschouwers en de passanten worden onttrokken. Gaten in de muur om de ratten vrij te laten op zoek naar werk of bevoorrading worden afgedekt met de geweven blauw-wit-rode plastiek zeilen. Wanneer de onteigeningen klaar zijn, wordt hier ook de bulldozer gehanteerd. Een enkele wijk wordt van de ondergang gered en gerestaureerd. Met de oorspronkelijke bewoners gaat men iets minder zachtzinnig om.
De oude woonkernen zijn enkel toegankelijk via een poort waarin de buurtwachter die het in en uit bestudeert en wat nering bedrijft voor de bewoners en passanten.
Dit is iets gesofistikeerder bij de nieuwe torencompounds.
Maar ook zij hebben soms een koperen plaat waarop de mededeling dat het hier om een modelunit gaat!
Met de metro lijn 1 naar het immense Shanghai Railwaystation, het noordelijke station, waar tienduizenden aanschuiven voor treinen naar het noorden en het westen, veel arme gezinnen in maopakjes, een outfit die ik overigens elders nog niet gezien had tenzij bij hoogbejaarden. Ook bedelaars, pakdragers en mensen in de klederdracht van minderheden en moslims. Velen zitten gewoontegetrouw op de grond tussen of op hun bagage.
Moganshanlu 50 is een begrip in Sjanghai en China: als ik het gewoon uitspreekt, verstaat de taxichauffeurs me niet, en niemand kan blijkbaar Latijnse letters lezen. Als ik het hard en gehakt roep, snappen ze me wel.
Het is een enorm complex van oude textielfabrieken, vijf verdiepingen hoog met veel bijgebouwen die gerenoveerd en omgebouwd werden voor kunstateliers, waar erg veel Chinezen in de donkere begane grondse ruimten kunst bedrijven en vooral proberen te slijten en waar op de lichte en luchtige verdiepingen de westerse galeriehouders sjieke moderne versies van Chinese kunst proberen te slijten, aan westerlingen voor westerse prijzen of daaromtrent. Het bezoekende publiek blijken uitsluitend expats uit Sjanghai of westerse kunstopkopers.
Ook enkele Nederlanders gehoord, dat valt luid en duidelijk op in de overigens mooie café in de buurt.
's Avonds diner bij Da Marco, een Italiaan op een paar straten uit de buurt: degelijk, lekker en behoorlijk duur in vergelijking met de betere Chinese horeca. De immigranten brengen hun culinaire gewoonten ook uit de rest van China naar de ‘parel boven de zee’ aan de Huang Po. De hele tent was voor drie diensten geboekt met omzeggens uitsluitend westerlingen met wat Chinese familie dan wel de lokale nannie erbij.
Italiaans op Chinese wijze: de hele tafel graait met stokjes in de spaghetti bolognese schotel die het midden siert.
Waar in 1921 de Chinese Communistische Partij werd gesticht,
wordt nu heerlijke cappuccino geschonken en is het rijkelijk winkelen
voor wie geld genoeg heeft.
Maandag, 28 november 2006
De oude jodenbuurt van Shanxi Beilu bezocht maar de synagoge van Ohel Rachel was niet te bezoeken. De meeste joden woonden echter in het noordoosten, ook nu nog. De rijkdom van Sjanghai en de heel vele villa's en hotels en bankgebouwen zijn vaak door joodse zakenlui gebouwd, o.a. de Sassoons en Kandooris.
Mao's optrekje als museum verbouwd bleek gesloten.
Vlak voor zijn deur een ongeval waarbij een duidelijk arme en dus getaande vrouw werd geschampt door een taxi die haar bagage bak erafreed, waarop een oeroude tv en dus heel veel misbaar. De man in de taxi stapte uit om te zien wat er aan de hand was en meteen reed de taxichauffeur door, want hij snapte de situatie duidelijk beter. De dame verklaarde dat haar tv nu stuk was en de andere beweerde dat die al stuk was wegens oud vuil. En toen had ze iets aan haar arm, enzovoort enzoverder. De politie kwam erbij en nog meer volk en toen ben ik maar verder gelopen wegens alles nu helemaal onduidelijk voor een buitenstaander die de taal niet machtig is.
Dan maar het obligate bezoek aan het lokaal waar de Chinese Communistische Partij haar stichtingscongres heeft gehouden in 1921 op de Huang Pi Nanlu 106.
In 1980 hadden we daar met de delegatie van de PvdA ook onze opwachting gemaakt. Toen was het een gammel huis met een kamertje waarin een lange tafel met veel krukjes en affiches aan de muur in een grote gezellige buurt vol gelijkaardige huisjes. Daar rest nu niets meer van. In een perimeter van zowat 10 huizen eromheen is alles gerestaureerd en voorzien van schitterende Italiaanse restaurants en bars voor de betere passanten. De rest heeft plaatsgemaakt voor nieuwe hoogbouwurbanisatie. Het betrokken stichtingsgebouw is wel vijf keer groter gemaakt door het annexeren van de omliggende panden waarin veel marmer en goud en een merkwaardige fototentoonstelling waaruit bleek dat driekwart van de stichtende leden enkele jaren later de partij verlieten, trotskist werden of verrader en vluchtten dan wel geëxecuteerd werden, soms ook door de vijand. Een enkeling, buiten Mao uiteraard, heeft het tot de dood door ziekte volgehouden.
Ik heb daar een doosje authentieke parafernalia gekocht met exclusieve pen, waarbij ik gratis en voor niks een vulling extra kreeg. Het partijwinkeltje had een hoog missie-naaikring gehalte. Het was duidelijk dat hier de zon maar een paar keer per jaar schijnt op de hoogtepunten van het obligate bezoek van scholen en delegaties.
Op de oude Dong Tai Lu markt evenzeer een massa Me-Mao-rabilia tot en met in grote oplagen nagemaakte verroeste geëmailleerde platen met ongesauste kop van de grote leider met pet.
De markt speelt hier wel heel snel in op de interesse van de potentiële consument, in casu de westerse toerist en nostalgische Chinezen, inclusief facsimile van het Rode Boekje maar dan op duurder papier wegens de oorspronkelijke uitgave op krantenpapier niet eens meer te krijgen is.
Op de meest onverwachte plaatsen worden dan weer krantendrukken verkocht met alle maarschalken van het Rode Leger in paradeuniform, ook Lin Biao '? ooit Mao's kroonprins of proche compagnon d'armes zoals dat dan heette die later op zijn vlucht naar de Russische renegaten werd neergeschoten – die nooit zo'n uniform kan gedragen hebben wegens pas lang na diens dood ingevoerd…
De sjacheraars kunnen het niet nalaten om je voor iedere geà?nteresseerde blik af te straffen met een heel onbegrijpelijk verhaal en nog veel meer ondingen die ze als gegarandeerd antiek in hun hokken hebben liggen. De combinatie van een legertas waarop Che Guevarra en een andere met de kop van Mao en zijn kalligrafische naam scoren duidelijk erg hoog bij passanten die niet weten hoe de Grote Voorzitter tekeer is gegaan tegen alle Focistische, Castristische en Guevaristische theorieën die nefast bleken voor de revolutie en de proleten over de hele wereld. Enkel de leer van voorzitter Mao zou blijvend soelaas kunnen brengen, zo beweerden wij toen en zij uiteraard ook.
Zelfs debiele krantenfoto's en oude prenten uit tijdschriften of verweerde huwelijksfoto's en beelden van gevangenen met ketenen en een bord om hun kop gaan vlotjes van de hand..
Doorheen de Fangbang Whonglu ben ik in een geur van verval en verrotting de oude stad binnengegaan. De muren waren al geslecht tot een ringweg omheen het oude Chinese getto, met ook vandaag nog ongelooflijk veel winkeltjes van allerlei al dan niet levensnoodzakelijke prullaria, een nonnenklooster met plastieken Boedabeelden en Hare Krisjna gezeur waar ik voor mijn entrée geld van 10 RMB = 1 Euro ! van de non aan de poort en het obligate winkeltje zuinigjes drie wierookstokjes meekreeg die ik binnen dan maar opgestookt heb. Er waren slechts weinig nonnen te zien, waaronder één die de dienstwagen van het klooster, een forse Passat voor de poort aan het wassen was. Een monnik taterde de hele tijd in zijn mobieltje. De tijden zijn veranderd, ook in de boedistische kloosters.
De buurt is erg arm, ligt grotendeels in puin te wachten op de slopers met hun bulldozers en de bouwvakkers die ook hier weer gigantische torens zullen opbouwen, met uitzicht op de fenomenale Yu Yuan Tuinen.
Vanaf de Henanstraat wordt de hele buurt een reusachtig Chinees Disneyland
Met eindeloze winkels, afzetters, leurders met Rolexen, Montblanc vulpennen, tassen van Louis Vuiton en erger. De Mc Donalds is vrijwel leeg, maar de buren met hun enorm fastfood restaurant in zelfbediening met wel honderd verschillende Chinese gerechten doen goeie zaken ondanks de ijzige kou binnen en de ongelooflijk kitscherige kleuren van pastelgroen over paars tot geel en fuchsia met goud, vooral bladgoud overal. De Chinese keuken heeft iets van een continue soort fast food: van 's ochtends vroeg slurpen ze hun mie soepen, in de voormiddag worden er reeds kommen groentesoepen met balletjes, of dimsum gerechten verorberd; 's middags rijst met groenten; 's namiddags vlees aan spiesen, of een pittabroodje of pannenkoek met ei en kruiden van de halalkraampjes die de Oeiguren uitbaten. Eten is in Sjanghai een belangrijke en continue aangelegenheid geworden. Je ziet het aan de fysionomie van de Chinezen die vroeger zelfs qua lengte en omvang in de pas liepen en nu in alle richtingen uitdijen: groot, lang en vet. Er is duidelijk genoeg eten, de variatie is enorm en de prijzen variëren ook enorm: van een paar yuan voor een hele maaltijd aan een straatkraampje in een achterbuurt tot 1000 yuan RMB voor een exclusieve maaltijd in de sjiekste restaurants.
Geloof in de markt en de stadsgod.
De tempel van de stadsgod is een belevenis: bidden voor 10 Yuan RMB. Reusachtige hoeveelheden wierrook worden aan de lopende band door jonge mensen naar de vier windrichtingen gebrand en gebogen, voor iedere altaar knielende en diepbuigende mensen met de handen voor zich uit geopend, minstens drie keer na mekaar, maar wel op handige kniebanken met kussens, dus iets minder veeleisend dan de moslims.
De beelden van de goden zijn gigantisch hoog en spuuglelijk in kitscherige kleuren van suikerspin en zuurstokken die allemaal sinaasappels en appels geofferd kregen. Op de achterkant van het hoofdschrijn staat de website voor geà?nteresseerden in het taoà?sme en die van de sponsorende firma's vermeld.
Een novice zit ijverig te sms-en onder het gebed, een andere luistert naar oorverdovende karaoke-popmuziek en een derde speelt op een bamboefluit wat mij alleszins een illusie van authenticiteit gaf. De rest gaat zoals steeds alleen maar over geld, en nog eens geld en de truuk om de simpele Chinees ervan te verlossen met allerlei beloften van grote goden in verre hemelen.
De godsdienstervaring lijkt hier erg veel verband met het marktmechanisme, waar religie en geluk evenzeer een grote rol spelen.
Boomkens: 39. Scepsis is altijd een vorm van ongeloof – en tast als zodanig de universele geldigheid van elke vorm van geloof aan, iets wat haaks lijkt te staan op de gangbare manier waarop wij tegen religie aankijken. Religie lijkt geen bestaansrecht te hebben in het universum van de scepticus.(...)
Geloof doet het niet alleen erg goed op de markt, andersom is geloof in de magische kracht van de markt de laatste decennia uitgegroeid tot meer dan een simpele religie: het is een nieuwe kerk geworden, met cruciale instituties als de beurs, het IMF, de wereldbank en de regelmatige ontmoetingen van de leiders van de belangrijkste ‘industriële naties’ ( een vreemde aanduiding, aangezien de industrie zich intussen juist heeft verplaatst naar de mondiale periferie). De nieuwe kerk van de markt heeft zo haar antecedenten, haar metaforiek (tucht van de markt, soberheid, downsizing, efficiency) ruikt naar het calvinisme dat volgens Max Weber de grote gangmaker van het kapitalisme was, en ook de beeldspraak van de allereerste filosoof van het marktdenken, Adam Smith, verwijst naar de religieuze wortels van het marktdenken: zoals bekend sprak Smith over marktwerking als de ingreep van een onzichtbare hand, die ervoor zorgde dat de op zich chaotisch economische handelingen van de massa van individuen op de markt toch zouden leiden tot iets wat je maatschappelijke orde zou kunnen noemen.(...)
Globalisering ondermijnt in menig opzicht de belangrijkste westerse zekerheden: de ratio, de natie, de individuele autonomie, ja zelfs de democratie.
De YuYuan tuinen ben ik langs de uitgang binnengegaan. Een heel ander dan gebruikelijk beeld, maar daarom niet minder spectaculair. Het is een schitterende oase van stilte en zangvogels zelfs aan het einde van de herfst als het koud en snel donker is. Een fantastisch complex van duizenden tonnen prachtige natuurstenen landschappen met vijvers en vissen en struiken en theehuizen en toch nog veel toeristen, vooral Chinese. Prachtige geschenken in jade en een binnenin geschilderd driehoekig flesje waarin een taoà?stisch landschap met filosoof die de vissen verzorgt wegens verbannen naar afgelegen gebieden waar het water van de bergen valt en de toppen zich hullen in de mist, waar het meisje van dienst mijn naam in karakters heeft gepenseeld met een haar van een paardenstaart. Ze was uit de buurt van Beijing en werkte al twee jaar in Sjanghai waar ze moest slapen bij haar bazin in de kamer. Zo gaat het leven onder de socialistische markteconomie.
De harmonie tussen water, rotsen, muren, planten en vissen is ongelooflijk met heerlijke gebouwen in getemperd tralielicht waar het goed mediteren is in de zomer als er geen toeristen zouden zijn in de luwte voor de middaghitte.
Jardin Clos
Deze Yu Yuan tuinen en meer van die prachtige 'beloken hofkes' al zijn ze vaak van een grotere oppervlakte dan die in de Middeleeuwse Vlaamse steden – jardin clos '? passen perfect in de visie dat mensen met die tuinen op symbolisch niveau de buitenwereld of toch alvast de natuur binnenhalen, bemeesteren en tot een behapbare omgeving te herleiden.
Boomkens: 56. De moderne, stedelijke en industriële samenleving en de kapitalistische economie bevorderen een geheel nieuwe beleving (waarneming noemt Walter Benjamin het) van tijd en ruimte, waarin het toeval, het vluchtige en het nieuwe een hoofdrol spelen. De moderne stedelingen is een personage dat voortdurend alert dient te zijn, voorbereid op het onbekende, en dat is een haast bovenmenselijke opgave. Daar waar de traditionele ervaring was gebaseerd op het integreren van nieuwe gebeurtenissen in een reeks van eerdere, reeds ’ verwerkte’ belevenissen in een geleidelijk proces van gewenning en trainingen, verhindert de radicale nieuwheid en de onvoorspelbaarheid van de gebeurtenissen in de grootschalige, stedelijke samenleving dat zijn in een dergelijke vertrouwenwekkende betekenissamenhang worden opgenomen. De shock verstoort juist elke samenhang en duurzaamheid, de shockafweer zorgt er vervolgens voor dat de gebeurtenis geà?soleerd wordt – als iets eenmalig wat onmiddellijk door het bewustzijn wordt verwerkt.
Een Oosteuropese dame springt plots zogezegd per ongeluk in het water en wordt door twee passerende Chinese vrouwen op het paadje tussen de vijvers getrokken: de vissen geschrokken! Wij niet, ze deed al erg raar van bij het binnenkomen.
De zigzaggende brug ziet ondanks de duisternis die om half vijf reeds inzet, nog zwart van het volk op de roze marmer. Een laatste groep Chinezen met een voorbeeldig rode werkbrigadevlag voorop, dwaalt nog dooreen de tuinen.
Wegens potentieel veel toeristen is de hele buurt vergeven van sjacheraars die je om het even wat aan proberen te smeren. Ook heel veel jonge meisjes moeten je lokken voor een geheel vrijblijvende en met een theeceremonie verzorgd bezoek aan een uitzonderlijke tentoonstelling van een gerenommeerd artiest, bij voorkeur uit het noorden, die hoogst uitzonderlijk aanwezig is.
Ik warm me aan een beker koffie bij Starbucks die hier op veel plaatsen toeristen en Chinezen lokt. De laatsten schijnen dit soort etablissementen vooral te gebruiken om te daten, al dan niet blind of op de wilde vaart. Er zaten alleszins enkele niet onaardige dames wachtend om zich heen te kijken.
Wanneer het regent in Sjanghai kan je nauwelijks een vrije taxi vinden en als je er een op het oog hebt, springt er plots vlak voor je neus een flukse Chinees aan boord en ben jij eraan voor de moeite.
Het was dus een dik uur zoeken en dan bleek de brave man het adres nog niet echt te kennen en dus nog ruim een half uur extra rond te toeren. Ik was verdorie in slaap gesukkeld in zijn Santana met katoenen hoezen over de plastiek zetels en de reclame voor borstopvullende kledingsstukken, voor vrouwen wel te verstaan.
's Avonds had onze gastvrouw heerlijk gekookt, Europees, met Chinese groenten die ze in de buurt weet te versieren, ondanks het feit dat de wilde markt met veel goeie producten door de politie enkele weken geleden met veel machtsvertoon werd opgedoekt en blijkbaar niet meer boven water komt.
Suburbia
Dinsdag 29 november 2006
Vanochtend met onze gastvrouw mee naar de schilderles in de Dazhong universiteit waar ze een paar uren per week met 6 andere expat dames schilderonderricht krijgt van een bevlogen en bekwame Franà?aise die gevraagd en ongevraagd advies geeft, zoals de noodzaak om schaduwen te maken met de tegengestelde kleuren in plaats van met grijs, waardoor er meer beweging en continuà?teit door het menselijke oog geregistreerd wordt. Mijn gastvrouw is zeker niet de minst getalenteerde. De Universiteit zelf lijkt eerder een uit de kluiten gewassen middelbare school, dan wel een soort fabrieksgebouw waar de ingenieurs van de ziel worden opgeleid. Vermits te ver van het mausoleum van Soong Qing Ling '? de weduwe van Sun Yat Sen die volgens de ondertitteling in hun villa niet zoals haar oudere zus voor de macht koos en Tsjang Kai Tsjek trouwde en ook niet zoals haar jongere zus voor het geld door te trouwen met de bankier Kung, een nazaat van Confucius. Soong Qing Ling was nochtans wel getrouwd met China's eerste president en hing haar karretje van democratische vrouwenorganisatie aan dat van de CCP en Mao Zedong.
Light Rail Line 3 aan Station Hongqiao was veel te ver en toen ik eindelijk door weer en wind tot bij station Yishen gesukkeld was bleek niemand ooit van dat mausoleum gehoord te hebben, tot een brave jonge man die wel Engels kende me uit mijn kaartproblemen hielp.
Onderweg voerde de light rail door een enorme wijk hoogbouw torens, wel honderd die in eindeloze rijen in slagorde gesteld waren. Beneden aan de straatzijde allerlei kleine neringdoeners, aan de ingang van zo'n moderne Li Long een bewaker en stalletjes met groenten, fruit en vaak ook eten, een moderne en propere versie van de li longs in de oude stad. Met die lijn 3 naar de Longhua Temple waar ook de enorme hypermoderne en al aan het verslijten site van de martelaren voor de revolutie is opgezet, waar vroeger een Jappen concentratiekamp was en voorheen de Kuomintang vele duizenden Chinese communisten had laten afslachten. Het is een voorbeeld van postmoderne revolutionaire kitsch met gigantische beelden van bovenmenselijke mannen en vrouwen die lijden onder het geweld en snevend weerstand bieden. Binnenin veel lawaai van een kerel die in een mobieltje stond te krijsen over iets met lampen in een vals plafond waar ze herstellingswerken deden. Verder de obligate dames in blauw die blijven poetsen aan een eeuwigdurende traagheid en veel slapend personeel, hoofd op het loket, de schouder van de buurman of zomaar snurkend op een stoel. Het was een matige fototentoonstelling van voorbeeldmartelaren die allen een epitheton als kwalificatie meedragen: bourgeois democraat, bourgeois revolutionair, proletarische democraat en als summum van de revolutionaire pikorde: proletarische revolutionair! Het belang van die precieze omschrijvingen luistert zeer nauw. Toen de vader van Jung Chang '? Wilde Zwanen '? gestorven was, hing het al dan niet weduwepensioen krijgen van haar moeder en de scholingsmogelijkheden van de kinderen af van de kwalificatie die de partij haar oude als revisionist vervallen verklaarde partijsecretaris voor Szechuan zou toebedelen in de rouwtoespraak waar dus de hele familie in spanning naar uitkeek.
Het mausoleum voor alle martelaren was gesloten wegens werken, hoewel splinternieuw bleek de toegangsweg en het bordes al aan vervanging toe. Hoe gigantisch ook opgevat, het hele revolutionaire heiligdom dreigt in het niets te verzinken tegenover de onstuitbaar oprukkende appartementsblokken er omheen, waarvan sommigen op hoge poten behoorlijk wat kitsch etaleren.
André Malraux, La Condition Humaine: « O prison, lieu oà? s’arrête le temps – qui continue ailleurs'? Non ! C’était dans ce préau séparé de tous par les mitrailleuses, que la Révolution, quel que fût son sort, quel que fût le lieu de sa résurrection, aurait reà?u le coup de grà?ce ; partout oà? les hommes travaillent dans la peine, dans l’absurdité, dans l’humiliation, on pensait à? des condamnés semblables à? ceux-là? comme les croyants prient ; et, dans la ville, on commenà?ait à? aimer ces mourants comme s’ils eussent été déjà? des morts'? Entre tout ce que cette dernière nuit couvrait de la terre, ce lieu de rà?les était sans doute le plus lourd d’amour viril. Gémir avec cette foule couchée, rejoindre jusque dans son murmure de plaintes cette souffrance sacrifiée'? ['?] Il aurait combattu pour ce qui, de son temps, aurait été chargé du sens le plus fort et du plus grand espoir ; il mourait, comme chacun de ces hommes couchés, pour avoir donné un sens à? sa vie. Qu’eût valu une vie pour laquelle il n’eût pas accepté de mourir ? Il est facile de mourir quand on ne meurt pas seul. Mort saturée de ce chevrotement fraternel, assemblée de vaincus oà? des multitudes reconnaà?traient leurs martyrs, légende sanglante dont se font les légendes dorées ! Comment, déjà? regardé par la mort, ne pas entendre ce murmure de sacrifice humain qui lui criait que le cœur viril des hommes est un refuge à? morts qui vaut bien l’esprit ? » (p.246-247)
De lijst van martelaren blijft overigens open voor aanvulling: politieagent verongelukt bij de achtervolging met zijn moto van een gangsterbende, revolutionair wetenschapper die zijn leven heeft gegeven voor een ontdekking, jongetje dat sneuvelde in het verkeer bij het helpen van zijn vriendje.
Maar het blijft duidelijk dat hier niet veel meer te halen is. De revolutie en zeker haar ronkende idealen heeft helemaal afgedaan, wie zijn leven gegeven heeft is eraan voor de moeite, want kan niet langer een voorbeeld zijn voor de jeugd van vandaag en morgen die andere zorgen, modes en voorbeelden koestert. Deng Xiao Ping heeft immers zijn bijdrage geleverd aan het Chinese socialisme: verrijk uzelf, dat is uw bijdrage aan het socialisme, hoe meer rijken hoe beter de armen en de zwakkeren mee kunnen liften naar beter tijden. Het lijkt wel of de beroemde staatssecretaris van overbodige zaken, voormalig senator Q, bekend van kafka.be, zelf een Dengadept is geworden. Na zijn bezoek aan Hongkong oreerde hij gelijkaardige nonsens als de oude partijsecretaris die onsterfelijk werd met de stelling 'Of een kat wit of zwart is, maakt niet uit, als ze maar muizen vangt!' De resultaten zie je bij de bedelaars, de dragers, de voddenrapers en vooral de gigantische massa boeren die niet meer aan de bak komen op het platteland en dus als goedkope slaven naar de steden trekken. Als het aan de rijken had gelegen, dan was het in Sjanghai van 1880 tot 1948 al een paradijs voor de arme Wang met de pet geweest, nergens in China waren er toen zoveel rijken en kapitaalkrachtigen die voor prachtige villa's, een schitterende stadsontwikkeling, inclusief de li long arbeiderswijken zorgden. Nochtans herkende de revolutie en het communisme hier hun wortels in China.
Onderweg waren er heel wat eetstalletjes waaronder een Oeiguurse die zich met Arabische muziek presenteerden als de enige, echte kebabzaak uit de buurt met halalvlees en gouden maansikkels op groene vlaggen. De buren boden mie en varkensvlees in alle mogelijke maten en smaken.
In het toeristische hoogseizoen voor kamp en pagode '? die ook in de Spielbergfilm Empire of the Sun voorkomt over het concentratiekamp '? zijn er enorme parkeerplaatsen voor bussen en zijn eindeloze rijen winkeltjes met allerhande parafernalia geopend. http://en.wikipedia.org/wiki/Empire_of_the_Sun
Langsheen nog meer glasplaatjes, bandenplakkers, schoenennaaiers, voetmassagesalons, kapsalons met echte kappers '? de bordelen hier ogen ook als een kapsalon, alleen hebben de kapsters het binnen erg warm en zijn ze wat minder met de schaar in de weer.
Een enorme bovengrondse voetgangersbrug over het kruispunt, ijselijke wind, gordijnen van stof, uitlaatgassen en stank en midden van de passerende meute vrouwen en kinderen op de grond met allerlei prullaria voor straatverkoop van ringen over horloges tot DVD's en handtassen op grote zakken uitgestald om meteen te kunnen vluchten als de illegale handel door de politie zou gedetecteerd worden.
Bij een lokale fast food zaak binnengeroepen door de overijverige dienstertjes die mijn verkleumde inwendige willen versterken met een wontonsoep waarin enkele druppels van een opwarmertje die me uren later nog laat zweten. Zo heeft iedereen hier zijn specialiteit. Net zoals 25 jaar geleden zweren ouderen maar ook nog jongeren bij een eigen thee-kruidenbrouwsel waar ze de hele dag mee in bokalen rondzeulen, nu en dan zuinig nippend, als van een hoestfles met alcohol.
De trip met de light rail leverde opnieuw eindeloze tot verstomming drijvende horizonten van honderden buildings van 30 verdiepingen en meer in slagorde zo ver het oog reiken kan met langs het treintraject nog oudere en kleinere buildings die veel smeriger zijn en tussen enorme fabriekshallen staan die duidelijk enkel nog voor goederenopslag gebruikt worden. Sommige modelcompounds hebben een fabriek op het eigen terrein, inclusief kinderkribbe en restaurant. De gebouwen lijken goed onderhouden en behoorlijk nieuw, dus in deze betere buitenwijken zeker geen probleem van rondslingerend afval, vuil, hondenpoep en afbladderende verf.
Op de metro liep naast de obligate reclamerunner die iedereen visitekaartjes met telefoonnummers op het lijf gooit, een moeder met kind van een jaar of drie in de armen dat een bedelbeker voor ieders neus hield, terwijl zij een mantra afstak waarbij iedere Chinees in het ongewisse bleef kijken. Intussen speelde achter haar op het tv reclamescherm een spotje af van een popgroep met een stel tapdansers in military look, inclusief medailles voor de heldendaden.
't Is hier ver gekomen met de faam van het Rode Leger!
Boomkens: 90. Norberg-Schulz onderscheidt 4 woonmodaliteiten: het natuurlijk wonen (de wijze waarop de nederzetting zich inbedt in het landschap), het collectieve wonen (belichaamd in de stedelijke ruimte), het openbare wonen (terug te vinden in publieke gebouwen en instellingen) en ten slotte het private wonen (het wonen in een huis). Deze verschillende woonwijzen zijn met elkaar verbonden door een spel van ruimtelijke relaties (centrum, pad, domein). Opmerkelijk is dat deze gedachtegang volledig beantwoordt aan de humanistische conceptie die het wonen ziet als een omringd zijn door concentrische cirkels die steeds verder uitdijen (het huis, de straat, het dorp, de streek, de natie). Dit idee verwijst naar het leven in de warme beslotenheid van de traditionele gemeenschap, maar is veel minder toepasselijk op de functionele, netwerkachtige relaties die het samenleven in een moderne samenleving bepalen. (Hilde Heynen)
99. Heideggers visie op de moderniteit is dus niet tragisch maar sentimenteel. Maar juist dat verleent zijn denken momenteel zo’n kracht: het is de sentimentaliteit van de suburbia, die bestaat als een combinatie van een koestering van het eigene (het oorspronkelijke, dat wat de taal ons aanzegt) en een omheining of verschansing tegen het vreemde (het gevaar, de stad, de ander, et cetera). Die verschansing ontwaarde Hilde Heynen terecht ook bij de radicaal-kritische theoretici en architecten die op Heidegger terugvallen, en niet alleen een nostalgische afwijzing van de moderniteit bij theoretici als Norberg-Schulz. Die houding is vooral sentimenteel, beter: quasi gevoelig, omdat zij de fundamentele en constitutieve relatie tussen stad en suburbia verhult of ontkent, beter: opheft in een gelaten en onverschillig ondergaan van de dominantie van het ‘wonen’ door een complexe, stedelijke, grootschalige en bureaucratische werkelijkheid.
Mijn gastheer heeft hier een pijnlijk onderwerp aangeroerd in de Chinese gespecialiseerde pers, dat de merken beter ophouden met reclame op TV wegens niemand er nog naar wil kijken doch de massa TV kanalen zijn in handen van de nationale televisie CCTV die veilig onder de hoede blijft van de partijbonzen die er net als de doorverkopers van de reclamezendtijd een ferme stuiver voor vangen en dat ook graag zo willen ouden, en dus niet moeten weten van gerichte reclame via internet of mobilofoon waar ongeveer een half miljard Chinezen mee speelt!
Overigens tikken ze hier nu op hun PC's laptops, palmtops en mobilofoons op een latijns klavier waarbij ze in pinyin het woord dat ze willen fonetisch schrijven en een softwareprogramma voor het juiste of een uit te zoeken reeks varianten van het desbetreffende karakter zorgt! Ongelooflijk grappig om zien, en sommigen zijn er heel handig mee. Waar is de tijd van de klavieren met stukken van Chinese karakters die je dan moest samenvoegen en wat alleen hooggespecialiseerde zetters klaar konden krijgen. De secretaresse van mijn gastheer had zelfs nog nooit zo'n Chinees klavier gezien.
Wij wel, in de zetterij en op de redactie van de Renmin Ribao in Beijing, 26 jaar geleden.
In het Museum van Mao's woonhuis in Shanghai weer een orgie van heiligheid en harmonie '? overigens heden ten dage ook het sleutelwoord voor de hele Chinese partijtaal. Mao als wassenbeeld aan tafel grote dingen verzinnend en vooruitziend en zijn eerste vrouw beaat op bed met de twee nog kleine zoontjes.
Zij zou een jaar of 6 later geliquideerd worden door de Kuomintang en zijn kinderen in een internaat geplaatst tot ze naar de Sovjetunie konden gestuurd worden voor hun opleiding.
Ik heb tot verbijstering van de begeleidende en overigens redelijk aanvallige gidse alle onderschriften gelezen en alle vertalingen van zijn belangrijke originele brieven die hij toen nog op klassieke wijze calligrafiëerde van boven naar beneden en van rechts naar links.
Het was een mengelmoes van beate aanbidding voor het genie van de XXste eeuw zoals hij daar omschreven werd. Over zijn latere vrouwen en zeker de zelfbenoemde actrice Tsjang Tsjing uit Sjanghai geen woord en geen foto te zien, ook al is hij wel 50 keer nadien terug geweest in alle grote bedrijven en bij alle grote gebeurtenissen in Sjanghai. Hij wist verdomd goed wat deze stad voor China betekende: '?Houdt altijd een oog op Sjanghai!'?
Ondanks het behoorlijk mooi gerestaureerde gebouwencomplex zat de dood duidelijk in de pot. Er is geen interesse meer voor de heiligenverhaaltjes over de grote voorzitter. En als er interesse is op café of op de rommelmarkt dan is het als kitsch en camp, om mee te lachen.
Ik heb bij Mao overigens op de pot gezeten, een ruime nieuwe pot, met plastiek gammel kamertje eromheen en geen papier bij de hand. Dat viel me toch wel tegen van de gidsen. Ze kunnen toch niet verwachten dat we als buitenlandse bezoeker de Chinese boerenmethode voor het gevoeg beoefenen.
Nadien met de metro ( waar ze op lijn 1 zowat alle stations van anti duw schermen naast de treinen voorzien) naar de Franse concessie waar ik in een taxi ons partijhotel uit 1980 meende te herkennen doch het niet meer terug heb kunnen vinden. De hele buurt is er behoorlijk op vooruitgegaan. Nog wel een paar toplocaties voor hoge piefen van de partij en het leger, doch verder veel sjieke restaurants, bars en nachtclubs voor de expats. Koffie genomen met overigens triest oud gebak bij de Paulaner Bayerische café geserveerd door mollige Chinese meisjes in dirndl outfit, om je te bescheuren.
Op kantoor bij i-merge '? niet ver van het fameuze Poesjkin monument – in de rode zetels mogen wachten tot de ceo klaar was met skypen, temidden van zijn leger jonge dames die allemaal ijverig zitten te tikken op sjieke Apple laptops. Daarna een snelle maar bijzonder lekkere hap in de Thai van Ruijin Guest House waar in de FACE bar de beperkte meute buitenlandcorrespondenten kwam luisteren naar de Engelse Guardian journalist Gittings die reeds sinds 1960 op China zat, leuk, badinerend doch niets fundamenteels en vermoedelijk zelfs wat onzin als conclusie: China gaat het nooit kunnen waarmaken om zich als leider op de wereldmerkenmarkt op te werpen. In de buurt was de fameuze party geweest waar Leterme als Vlaams minister president zich onsterfelijk liet passeren door Fientje Moereman die haar Chinese gastheren om haar vinger zou gewonden hebben terwijl den Yves maar Nederlands bleef spreken en zijn gastheren behoorlijk verveelde.
Harmonie en orde dank zij opium van het volk.
Woensdag 29 november 2006
's Ochtends voor het eerst een streepje zon tussen de reusachtige blokken door, al lijkt de mistige smog zich niet zomaar te laten verdrijven.
Op weg naar de Jing'An Tempel en de metro doorheen het kinderziekenhuis waar ik zondagochtend al de eindeloze stoet taxi's die het domein doorkruisten, kon aanschouwen: de onwezenlijke haast van talloos veel ouders en grootouders met hun enige kind en kleinkind doorgaans op de arm gedragen of voor zich uit gestoken als een vadsig mormel dreinend en om speelgoed zeurend. Wat vaak bleek te worden ingewilligd. Mijn klinische blik leerde dat geen enkel van de dertig kindjes die werden aangevoerd, leed aan een dringend te behandelen ernstige aandoening. In het rijk van de kleine keizers of de heerlijke prinsesjes zoals de enig geboren kroost hier pleegt te heten, zullen onnoemelijk veel kuchjes of boertjes of windjes of geurtjes tot angstaanjagende gissingen aanleiding geven, met dito gevolgen voor de kinderen die dit gamma van lijdensvormen ongetwijfeld met grote vaardigheid leren bespelen.
Wat een ellende voor dokters die met zo'n situaties geconfronteerd worden.
Ook vandaag bleef de stroom zieke kinderen gestaag doorgaan, een fijne inkomstenbron voor taxi's die hier starten met 11 yuan '? 1,1 Euro en een extra yuan renminbi per kilometer na de eerste 2,5 km. Nog meer extra's voor de talloos veel speelgoed en prullariakraampjes op het ziekenhuisterrein tussen de afbraakwerken, de opbouwwerken en de renovatiearbeid alom. Uiteraard ontbreken de eetkraampjes niet in al hun vormen en hoedanigheden.
Gezondheidszorg op de agenda, Medisch Contact, Nr. 47 – 24 november 2006:
Bron van problemen
'Nu zijn het de technische mensen op het ministerie die met goede plannen moeten komen, zodat de toegang tot gezondheidszorg voor de bevolking kan verbeteren, met name voor de armen. Er moet een duidelijke keus worden gemaakt over de rol van de regering in de gezondheidszorg', aldus de Nederlandse epidemioloog Henk Bekedam, hofd van de WHO in Beijing. 'China realiseert zich nog onvoldoende dat je sommige zaken, zoals gezondheidszorg, niet compleet aan de markt kunt overlaten. Dat is de bron van bijna alle huidige problemen.'
De Chinese overheid financiert slechts 17 procent van de totale zorgkosten in het land. In 1980 was die bijdrage nog 40 procent. De bevolking betaalt het leeuwendeel: 54 procent vergeleken met 20 procent in 1980. In EU-landen is de bijdrage uit eigen zak gemiddeld lager dan 23 procent. Verder is de Chinese bevolking nog nauwelijks medisch verzekerd: in de steden heeft zo'n 55 procent een zorgverzekering, op het platteland zo'n 21 procent.
'De toegankelijkheid tot de gezondheidszorg is in de laatste 20 tot 25 jaar verloren gegaan', aldus Bekedam. 'De gezondheidszorg is veel te duur en ziekenhuizen zijn nu onbereikbaar voor zo'n 50 procent van de bevolking. Dat is China's grootste probleem. Het is goed dat nu ook de president erkent dat het van de zotte is dat mensen geen toegang tot zorg hebben omdat ze het niet kunnen betalen.'
Het weinige geld dat de regering in de gezondheidszorg steekt, komt voornamelijk ten goede aan de steden, waar eenderde van de bevolking woont. Maar zelfs daar vrezen de meeste inwoners een gang naar het ziekenhuis. Bij gebrek aan huisartsen, moeten de Chinezen daar ook naartoe voor kleine kwaaltjes. Vooral vanwege de geringe overheidsbijdrage, moeten ziekenhuizen en artsen hun inkomsten uit patiënten halen. Dat resulteert in het onnodig veel voorschrijven van (dure) medicijnen en behandelingen en dus enorme kosten voor de patiënt. Bijna 50 procent van de totale kosten in de zorg wordt besteed aan medicijnen, bijna drie keer meer dan in Europa (15%). De geringe overheidsbijdrage komt het hardst aan op het arme platteland, waar de lokale overheid onvoldoende geld heeft om een publieke gezondheidszorg op te bouwen.
'De overheid moet duidelijk meer investeren in de gezondheidszorg en in sociale vangnetten. En het geld moet daar terechtkomen waar de diensten worden geleverd', zegt Bekedam. Hij erkent dat China te groot en divers is voor één enkel, allesomvattend beleid. 'Dat past zeker niet. Zo is Shanghai – waar de inwoners een hogere levensverwachting hebben dan in Nederland – niet te vergelijken met de situatie in het arme, achtergestelde westen van het land. Voor Singapore zou je een ander beleid en andere adviezen kiezen dan voor Cambodja. Maar in China heb je in feite die twee landen in één. Alle uitersten zijn er te vinden.'
Toegang tot zorg
'Toch is er altijd een minimum wat een regering aan diensten en zorg moet verlenen aan de bevolking', vervolgt hij. 'De uitdaging in China zal zijn om dit pakket van zorg en diensten beschikbaar te maken voor de gehele bevolking en te garanderen dat de kwaliteit goed zal zijn'
Hoe? Dat zijn volgens Bekedam 'details' die nu moeten worden uitgezocht. De WHO adviseert onder meer over een duidelijke rol van de overheid en het verbeteren en verder opbouwen van een systeem van zorgverzekeringen. De organisatie maakt zich ook hard voor het verscherpen van wetten en maatregelen om kosten te beheersen en kwaliteit en veiligheid in de zorgsector te verbeteren. En ook het opstellen van een beleid om verantwoord gebruik en verkoop van medicijnen te garanderen, verdient aandacht. Bekedam pleit daarnaast voor een betere, vaste salariëring van artsen – al dan niet in de vorm van een basisbedrag per ingeschreven patiënt – om bijverdienen te voorkomen. Verder moet opleiding en plaatsing van medisch personeel beter worden geregeld: het platteland kampt met te veel en onvoldoende geschoold personeel.
Op weg naar de tempel een hele Li Long met islamitische voedselkraampjes, alles gegarandeerd halal en weer met passende muziek op de achtergrond. Kantoorpersoneel liet zich een flinterdunne reuzenpannenkoek bakken met daaroverheen een paar uitgesmeerde eieren en een strooisel van diverse pittige en minder pittige groenten waarna het betere vouwwerk en een bruinig smeersel als plakmiddel de boel reduceerde tot een dubbel mooi pakje in een plastiekzakje en dat alles voor 5 Yuan, 20 oude franken.
De fameuze Jing'An tempel is nu een halte van metrolijn 2. Op die plaats klapte reeds in 1216 een bestaand tempelcomplex in elkaar . In 1990 werd de laatste versie compleet afgebroken. Nu echter de socialistische heilstaat weer recht in de marxistische leer is gekomen, herinneren de leiders van het land zich de stelling van Karl Marx dat godsdienst opium is voor het volk en naarstig werd de godsdienstbeleving weer toegelaten en geactualiseerd in de publieke ruimte. Zo is bij deze metrohalte een enorm en zelfs architecturaal mooi winkelcomplex gebouwd met zeer dure westerse merkwinkels zoals Mont Blanc, parfums, kledingszaken met valet enz. De toegangen tot het eigenlijke metrostation zijn nauwelijks nog te vinden tussen alle verkoop- en reclamegeweld. De metro-toegang wordt letterlijk verdrukt tot een achteraf hoekje, nauwelijks te vinden tussen alle majestueuze gevels van winkels en banken. Dit is geen alleenstaand feit. Volgens Beijing Review van eind november ll. verkoopt de overheid van Wuhan de namen van straten en pleinen aan de meest biedende, ergo commerciële firma's 'in het belang van de mensen want dan is er meer geld voor gemeenschapsvoorzieningen beschikbaar' (sic!).
De overheidsgebouwen die vroeger de meest prominente plaats innamen in het straat- en stadsbeeld zijn in Sjanghai ook verdrongen tot een kluitje onbeduidend in het aanschijn van de commerciële godheid die de plaats heeft ingenomen van de aloude taoà?stische stadsgod en zijn kompanen. Merkwaardig genoeg is deze nieuwe god niet in staat om de harten van alle mensen te voldoen, want het succes van de erkende religies is enorm. Katholieken en protestanten mogen hun ding doen, zij het niet op voordracht van de Roomse paus of de Anglikaanse aartsbisschop. Joden niet, al hebben die Sjanghai de felste commerciële duw gegeven in het recente verleden. Zij krijgen een enkele keer per jaar een synagoge ter beschikking en de rest is omgebouwd tot museum. Moslims aanbidden één god en die is voor alle moslims gelijk, dus geen gezeur over soeni of sjiah. Boeda en verder nog het taoà?sme en daarmee is de hele regeling duidelijk voor iedereen. Wie daar nog niet bij terecht kan, mag het thuis ook nog zelf wat proberen, maar dat is dan strikt voor eigen rekening. En Falung Gong of ander fraais dat de positie van de partij aan het firmament denkt te moeten in vraag stellen, wordt meteen koud gezet. God hoog in de hemel en de communistische partij is de vertegenwoordiger op aarde van de hemelse vrede en harmonie waartoe de grote dazibao's met grote regelmaat blijven oproepen. Zo weet iedereen waaraan zich te houden, voor de vooruitgang van de mensheid, en meer nog van de Chinese mensheid.
In de boedistische of taoà?stische tempels geldt een standaardtoegangsprijs van 10 Yuan. Bezoekers kunnen zich te buiten gaan aan de hele commerciële winkel van zelfgezegende en gewijde producten van het huis, de nonnen en de monniken incluis. Er wordt door de vrome bezoekers formidabel veel geld gespendeerd aan wierrook dat vaak in pakken rokend ligt te laaien na de obligate vier windstreken gymnastiek. Maar ook het buigen en bidden met de armen vooruit, handpalmen opwaarts geopend in aanvaarding, levert forse inkomsten gezien telkens een biljet met wijlen voorzitter Mao erop in de daartoe bestemde ruim bemeten gleuf wordt gedeponeerd.
De Jing' An tempel is gloednieuw en helemaal uit beton opgetrokken voor de eeuwigheid. De voor- en zijvleugel is reeds bekleed met roze graniet en witter marmer met lotus en swastikamotieven. Verder duur en mooi vol hout over de hele tempel en alle daken. De onderste zijvleugels aan de buitenkant zijn allemaal winkels, waaronder een departement van de fameuze Sjanghai Friendship Stores waar in 1980 de vreemdelingen voor de speciale monopolybriefjes aankopen konden doen van antiek, zijde, edelstenen en alle folkloristische fraais uit het hele land. Ik heb toen op die van de Bund een vaas en schotel uit de Qingdynastie gekocht om mijn reis mee te bekostigen, want de Belgische vrienden van China moesten zelf voor de reis zorgen, het verblijf in het Rijk van het Midden was voor rekening van de zusterpartij en we kregen de eerste dag zelfs een ferme envelop zakgeld. Op voorstel van onze leider dienden we dat enthousiast in te leveren als bijdrage aan de ontwikkelingen van het socialisme in China en ik had verdorie geen nagel om mijn spreekwoordelijk gat te krabben, wegens student geneeskunde.
De Friendship store is echter een toonbeeld van inefficiënt management, met aftandse kasten waarin prachtige stukken liggen te verstoffen, met suffige en oubollig geklede verkoopsters en de helft van de winkel ingeruild voor een hypercommerciële stand van Motorola mobieltjes die veel beter lopen dan schilderijen, waaiers, vazen, jade of houtsnijwerk en olifantentanden uit verre tijden.
Hier wordt vandaag geleefd op het ritme van morgen, en daartoe moet er geoefend worden, veel geoefend, van jongs af.
In de zijvleugels van de tempel wordt gezongen en muziek gemaakt door een peloton jonge monniken onder vaardige leiding van een ouderling, waarbij erg veel mensen deelnemen aan het ritueel. In een uithoek van het betonnen complex wordt het eten overlezen op rituele wijze en met de nonnen in het zwart aan de voeten van de vrolijke meesters in geel en rood met een kaal hoofd en een beate glimlach als ze de mantra zingen en de trommels, stokken en klokken ritmisch beroeren.
De grote centrale tempel is nog niet af. Dat lijkt tegen eind 2007 rond te moeten zijn volgens de borden alom in rood met gele karakters zoals de muurkranten van de partij ook steeds in rood met gele letters de boodschappen kond deden aan de massa's.. Intussen wordt er onder het enorme betonnen platform met op de achtergrond reclame voor Kenzo en Follie Follies al flink gebeden voor de Bodisatva met een zwarte swastika op de borst. In een zijtempel staat één mooi groot houten beeld van de Boeda als een boeiende en bloeiende figuur die oprijst in een mantel van liefde en tranen. De rest is allemaal de gebruikelijke vergulde plastiekkitsch.
Het niet gewijde personeel heeft als werkoutfit een rode blouson waarop in goud het swastika logo in de vlammende driehoek is geborduurd.
Het eigenlijke klooster lijkt een oubollig appartementsgebouw aan de achterkant.
Op de verdiepingen zijn eindeloze voorouderschrijnen aangebracht, houten plaatjes versierd en met een gekalligrafeerde wijsheid met daarboven soms zeer aandoenlijke foto's van de ouders en grootouders waarvoor een wierrookstokje en een enkele bloem en mandarijntjes.
Dit treft mij zeer. 50 jaar bevrijding van hun ketenen belet de Chinese Wang met de pet helemaal niet om de truken van de foor en het platte geldbejag van de monniken weer volmondig te omarmen. Wat hebben die mensen in hun leven doorstaan, wat hebben ze anderen aangedaan als ze als laboranten in het grote proefdierenexperiment van de maakbaarheidideologen elkaar te lijf moesten om te overleven tot in hun kinderen en kleinkinderen, de boven- en benedenburen en de werkmakkers toe. En dat allemaal in het belang van de partij, het volk, de natie en de revolutie!
En daar kijken ze dan vaak in een zakkig Maopakje met een eenvormigheidskapsel en vaak collectieve brilmonturen de lens in naar wie na hen komen zal en er nu in een boedistische tempel wierrook voor brandt en een mandarijntje neerlegt en fors financieel offert aan de bedienaren van de godsdienst die een vette roeping gevonden hebben.
Opium blijft een verslavend en verleidelijk effect te hebben, ook godsdienstig opium.
Erger nog, in navolging van de US gewoontes van sponsoring en charity zijn de Chinese bonzen van partij en vaderland ook aan een grote inhaalslag voor charity begonnen: geeft gul en met de hand op het hart voor de arme medeburgers en de sukkelaars elders in China, aftrekbaar van de belastingen in bepaalde gevallen, als het maar veel is, nietwaar, dan kunnen ze er veel zwakken, zieken en misselijken mee helpen en dan kleurt ook het aureool van de gulle gever schitterend.
Vandaag is het ledenaantal van de communistische partij van China gestegen van 30 naar 70 miljoen. Voornamelijk zakenlui en mensen die vooruit willen komen in het leven en daartoe hun netwerk wat willen uitbreiden met guanxi en ander fraais.
Wat is er van de oude principes van solidariteit en de strijd tegen de zelfverrijking geworden?
Zolang ze hun onderdanen kunnen doen geilen op morgen meer en beter loopt het nog wel los, maar eens komt de kering en dan zou het spannend kunnen worden om te weten aan wiens kant ze zullen staan. Natuurlijk is dat nu reeds duidelijk, aan de kant van het geld. Soms vraag je je af of China zich al die moeite van een revolutie en burgeroorlog wel had moeten getroosten. Wellicht waren ze er zo ook wel gekomen, misschien zelfs met minder leed, minder doden en meer harmonie waar ze nu zo krampachtig naar op zoek zijn. Maar ja, het geweld is de vroedvrouw van de geschiedenis en elke dynastiewissel eist een zee van bloedige offers om de machtswissel, de breuk met het voorbije te bezegelen, in het aanschijn van de mensen en de door hen verzonnen goden.
Bij het buitenkomen van de tempel krijg ik van een mij toebuigende en biddende oudere vrouw een verguld kalendertje van de Boeddha van de Jing'An '? de tempel van de Hemelse Rust '? midden het razende stadsverkeer met veel lawaai en gegrom op de achtergrond van machines op de belendende bouwwerven. Ik geef het haar terug wegens niet van de club. Ze slaat mijn hand weg en bidt nog meer. Ik steek het in mijn zak en loop onder gelach van haar kompanen verder, maar dan flitst ze mij voor met haar portefeuille open om me te laten zien dat het 20 Yuan kost om een gewijd prentje te mogen dragen, en toch wil ze het niet terug zodat ik haar gewijde ex voto maar in haar overvolle portefeuille gooi tussen de Maobriefjes van 20 Yuan Renminbi.
Charity'?is better than Solidarity…
Merkwaardig is ook de afwezigheid van gehandicapten in het straatbeeld. Mentaal gestoorden zie ik helemaal niet, mensen met problemen aan de onderste ledematen snorren de stad door op een gemotoriseerde driewieler en voor de blinden is er op ongeveer alle trottoirs van grote straten een ribbelstrook aangebracht waarop het vervelend lopen is.
Een enkele affiche van de paralympics die in Sjanghai doorgingen de voorbije zomer herinnert de passant eraan dat deze mensen 'het ook kunnen!'. Wat ze ook kunnen blijft in het midden. In de periode van de gedwongen één kind politiek '? vanaf 1980 - werden op grote schaal gezonde meisjes gedood wegens de noodzaak van een zoon als enige mogelijke nazaat. Vandaar het enorme onevenwicht tussen de meisjes en jongens in het China van vandaag. Wat zou men dan malen om het leven van een gehandicapt kind?
Ondanks de ruimhartige oproepen tot charity en mecenaat en fondsenwervingsdiners lopen er massa's bedelaars rond in Sjanghai. Sommigen behoorlijk agressief, vooral op de Bund die een halve kilometer biddend en zeurend blijven meelopen tot je zin krijgt om ze weg te slaan. Ik verwijs ze altijd naar de Chinese landgenoten maar die doen steeds weer of hun neus bloedt en of ze een andere taal spreken dan de nochtans zeer Han Chinese bedelaars. Er lopen ook blinden te zeuren met potjes om gevuld te worden, die bij de aanblik van een westerling plots met groot misbaar in mijn richting komen gelopen om duidelijk te maken dat zij het licht uit hun ogen kwijt zijn en dat dit toch enige ondersteuning behoeft. Zij ruiken waarschijnlijk de westerling in aantocht.
En dan is er de categorie professionele kinderverleiders. Die sturen hun kleintjes van 3 '? 4 jaar als ratten achter je aan, die huppelen om je heen om geld onderwijl allerlei verwensingen roepend en in een paar trekken proberen in je zakken te komen.
Geschonden leden van het glorieuze vaderland zitten met gekorte armen en benen halfnaakt hun lijden te showen in de metrogangen. Op de trap een nog jonge vrouw met de linker gezichtshelft zwaar vervormd door littekens van ernstige brandwonden, oogleden, neus en linker oor weg, een rechter hand af en een bekorte linker arm. Ze werd gevoerd door haar pooier die regelmatig het centenbakje kwam ledigen. Op de Bundpromenade liep er zelfs een kerel rond zonder armen die een doorzichtig plastiek capuchon omhad om zijn lijden beter te etaleren. En dan zijn er nog de pickpockets, maar deze keer had ik er een te stekken die het op mijn fototoestel gemunt had doch mijn nagels in zijn pols voelde boren en het dan op een lopen zette. Nauwelijks iemand keek er naar om. Ik weet niet eens of hij alleen was of in groep opereerde.
De overheid laat de vrije markt dus vrijelijk spelen, maar begint nu toch een beetje te reguleren. Zo krijg je meer geboortepremie en vooral gratis onderwijs voor een meisje dat je na de geboorte laat leven. Bij gebrek aan oorlogen lost het grote overschot aan mannen maar niet op, wegens ook vandaag nog veel meisjes verdronken of gewurgd of zogenaamd doodgeboren.
Sex and the city'?
Er is niet alleen een schrijnend meisjestekort, er is ook een enorm datingprobleem. Mijn gastvrouw trof enkele weken geleden een massa oudere koppels met foto's en schriftelijke toelichtingen aan op Renmin Square. Ze gingen erg formeel met ander koppels om, op afstand en zeker niet solidair. Het was dus geen manifestatie genre gekke moeders op de Plaza de Mayo. Het bleek dat deze ouders inspanningen leverden om hun kinderen te koppelen aan een goeie huwelijkskandidaat. Zelf hadden ze geen tijd wegens studeren en nog eens studeren om toch maar een goed diploma te halen aan een erg dure universiteit. Zoon- of dochterlief mag nadien eventueel ook de aangegane leningen op hele lange termijn terug betalen. Het leven kan hard zijn als je niet snel genoeg onder dak bent als prille twintiger. Je bent zo 30 en volop aan je carrière bezig en dan maar best geen kinderen meer. Overigens scheiden de kleine keizers heel erg vaak van hun prinsesjes en vice versa als ze ermee aan de slag zijn geweest.
Er is ook iets aan de hand met sex in Sjanghai. Alle meisjes en vrouwen dragen een lange broek met laarzen. Sjanghai ligt op dezelfde breedtegraad als Noord Marokko, al merk ik daar vandaag met regen, wind en mistige kou niet veel van.
Veel van hen stralen een mannelijke robuuste zelfzekerheid uit die hier bij de doorsnee man eerder ontbreekt. Vaak moet je twee keer kijken, aan de voorkant, of het nu om een jongen of een meisje gaat.
Er wordt nu wel publiek gekust en vaak vurig, ook op banken wordt het betere handwerk niet vermeden, een beetje zoals op de tekeningen van 'Lust' bij Peter Van Straten.
Henan Lu metrostation blijkt van naam veranderd naar New Yorkse traditie: met het oog op de Wereldtentoonstelling van 2010 wordt dit nu East Nanjing Lu.
Ik word aangeklampt door een wat merkwaardige man, behoorlijk vlezig die Belgium-Belisji goed kent: Bruges, Brussels , Antwerp, Malines.: met choclats, bier en frieten. Hij kende ook Mr. Abert, your king of Belgium, en wou zo graag met mij koffie gaan drinken to meet a friend en zo. Ik heb de man moeten ontgoochelen wegens zijn geaardheid.
's Avonds was het weer prijs op East Nanjing Lu een dame van dik 30 jaar kwam me in de regen tegemoet om te vragen waar ik vandaan kwam en of ik het niet koud had en of ze met mij geen koffie kon drinken. Zij kon ook zorgen voor een goeie massage en als ik daar niet enthousiast over werd, fluisterde ze me in het oor dat ze voor zeer jonge meisjes kon zorgen
Geen honderd meter verder lag mijn zelfbeeld helemaal aan diggelen wanneer een stel van die jonge meisjes hun diensten kwam aanbieden om koffie te drinken, want mijn paraplu was veel te klein in de regen en ik had het ongetwijfeld erg koud. Als ik hen zei geen koffie te drinken, was thee voor hen ook goed en de jongste hield van een zachte buik wist ze te vertellen terwijl ze de mijne op straat bevoelde. Het socialisme overwint, speelde door mijn hoofd, en dat op Nanjing Road waar de revolutie omzeggens begonnen was en waar de martelaren van Sjanghai onder het vuur van de smerige imperialisten waren gevallen.
De Friendshipstore aan de Bund was een verzameling aftandse zijden en kasjmieren stoffenvoorraad tegen een achtergrond van staatsiefoto's met allerlei vrouwen van presidenten, eerste ministers en burgemeesters tot en met de prins de Nederlanden, Claus, die in deze fijne winkel hun opwachting hadden gemaakt toen China zelf nog niet beter leek te weten.
In het Peace Hotel van Victor Sassoon meteen naar de schitterende boekhandel met veel nostalgische fotoboeken over China en Sjanghai, dan naar zijn dakappartementen met fantastisch uitzicht over de Huang Po en de Pudongoever maar steeds meer reuzenbuildings verdwenen in de mist. De buurtgebouwen waren nog getooid met de rode vlag met de vijf gele sterren. Op de rivier een zeer dichte scheepvaart waarbij de aftandse rijnaken zich vrolijk naast elkaar manoeuvreerden terwijl Koreaanse zeeschepen de rivier probeerden af te varen zonder al te veel scha en schande.
De hele Europese architectuur van voor de laatste wereldoorlog aan de Bund is opgetrokken met graniet uit Japan en marmer uit Carara, zo ook die voor de toiletten van Victor Sassoon, waar ik vredig heb genoten van een rustig moment, terwijl mijn buurman zijn krant luidop spelde.
De Youth Hostal Captains bar op de 6 de verdieping heeft een nog mooier uitzicht van op de tweede rij wegens niet aan de Bund zelf gelegen.
Een lange rij reclameboten met enorme schermen van 25 op 10 meter varen op en neer langs de kade met reclamefilmpjes voor de passanten die zich vergapen aan de obscene gebouwenpracht aan de overkant en de dure wagens en dito levensnoodzakelijke prullaria die op de schermen aangeprezen worden. Vaak zijn het Chinese toeristen van den buiten aan hun kleren en huidskleur te zien en ook omwille van het enthousiasme waarmee ze de reclameboodschappen bejubelen. Doch ondanks de enorme promenade '? die van 1993 dateert en ondanks vele andere aanplantingen, zal dit nooit echt iets worden wegens de ongelooflijke razende snelweg voor de deur van deze eindeloze dure rede van Sjanghai.
Als ze die niet overbruggen, zal het met die Bund nooit echt wat worden. Het contact met het waterfront is virtueel onmogelijk, wegens ook nog eens flink opgehoogd tegen mogelijke wateroverlast.
Voor het parkje staat nu maarschalk Chen Yi te genieten van zijn overwinning op de Kuomintang, waarna hij nog burgemeester is geworden, en aan het einde is een splinternieuw museum van de revolutionaire helden uit de opstanden in Sjanghai. Ik word binnengevraagd door een goed Engels pratende kerel die wat uitleg geeft over de enkele grote foto's van de Bund en dan plots vaststelt dat het museum nog steeds gesloten is na de wateroverlast door de riolen van de stad. Intussen zijn we een dik jaar verder en heeft hij met zijn zogenaamde vrienden de galerij ingepikt voor een collectie kunstuitingen van zondagsschilders en toeristenprullaria. – En waarom hij na zijn studie niet terug naar Binnen Mongolië gaat om les te geven aan de jongeren daar en misschien wel directeur te worden van een school, ondernemend als hij is! – Neen, daar had hij geen zin meer in de steppe en de schapen; Sjanghai is leuker, spannender en verdient veel meer, zelfs in zijn bedelbranche.
Van ellende in een Italiaanse gelateria op de Bund met mooi uitzicht op Pudong gedoken waar ze tot op heden de allerbeste koffie ( 9 soorten) serveerden in een schitterende cappuccino en een ijshorentje monteerden tot een prachtige lotusbloem.
Morgen Pudong en wellicht de Confuciustempel, om het af te leren.
Obsceniteiten in de hoogte en langs het water.
Donderdag 30 november 2006
Omdat de Time Out gids van Sjanghai uit 2005 een heel goeie tip had voor de sightseeing hop on hop off bustoer die vertrekt aan het Okura Garden Hotel tegenover het beroemde JingJang hotel '? wegens daar ongeveer alle verdragen afgesloten tot en met die van de pingpongdiplomatie met de VS '? teende ik daar vroeg naartoe, edoch vergeefs.
Niemand wist van een sightseeing ' hop on hop off ', alleen een oude manager herinnerde zich finaal dat die toer in 2001 afgelast was.
Handig.
De metro dan maar meteen naar de rechter oever op Pudong voor de orgie van fallisch geweld.
En ja hoor, uit de metro bovenkomen midden tientallen torens van ruim 400 meter hoogte, is even slikken, temeer daar er busladingen provinciale Chinezen worden gedumpt. Om hen voor te zijn '? wegens eindeloze fotosessies voor de Oriental Pearl Tower met zijn 468 meter de derde hoogste in de wereld, voorlopig nog '? voor 100 Yuan RMB snel omhoog voor de toevloed. Adembenemend vergezicht dat vergleed in de smog. Ik zat in de lift met een groepje van de hofhouding van een rijke Chinese tycoon aan de outfit te zien, en meer nog aan zijn houding '? weidse gebaren en heldere uiteenzettingen zoals de grote voorzitter en ook Kim Il Sung en zijn zoontje dat doen '? waarbij de hovelingen beaat toekijken en instemmend knikken bij de vondsten van de leider. Hij draagt ook een bril als de vorige president Zhang Jemin, die blijkt nog steeds populair '? het gouden montuur met de hele grote glazen dan wel '? onder de oudere bonzen. De oude en lelijke secretaresse lacht niet meer, voor haar hoeft dat niet echt meer. De jonge del die er ook bij hoort is helemaal vol van zijn uiteenzetting. Zo vol dat de andere omhoog likkers haar het voordeel van de vulling laten, wegens rivaliteit op dat niveau voor hen te riskant.
Op de lagere bol '? overigens is de hoofdkleur van de drie bollen op de Pearl Tower iets tussen roze en fuchsia in '? zijn de maquettes van de verschillende Chinese raketten en ruimtetuigen populair speelgoed. De Chinese toeristen laten zich graag fotograferen op de plaats waar tegen het glas de afstand en de richting van hun streek van herkomst vermeld wordt. Een overigens bijzonder mooie dame liet zich gaan voor het opschrift 'North' 1.850 km Heilonghian Haerbin. Zou het dan toch waar zijn van 'girl from the north ' uit Zhang Yimous House of Flying Daggers?
Het draaiend restaurant is alleen voor VIPs en extra betalende, dus daar scheid ik van de hofhouding van onze tycoon om met de zijlift naar het openluchtniveau op 90 meter te gaan. Alle grote torens van de wereld worden op postzegels afgebeeld. Rotterdam is met de Euromast de kleinste 180 meter of zo. Sjanghai is nu de derde voor zolang het nog duurt, want de race naar de grootste en de dikste is quasi zonder einde.
In de kelder van de toren is een erg uitgebreide expositie over Sjanghai vroeger en gisteren. Boeiend, met goeie radiogids voor de kinderen. Een eindeloze reeks van in scène gezette Bokrijktoestanden van bij het begin in de 13 de eeuw tot en met vandaag.
Over de paardenwedstrijden wordt in een filmpje verteld dat dit niet toegelaten was voor Chinezen maar dat na een paar jaar deze toch ook aan bod kwamen wegens meer zaad in het bakje '? zeker gezien de populariteit van het gokken bij de Chinezen. Maar winnen deden ze nooit. Enkel de eigenaar won een derde van de inzet voor zijn kosten en manipuleerde ook nog eens de uitslag tegen een mogelijke winst voor de rijke Chinezen.
In heel dit museum wordt met geen woord gerept over de CCP, de massa's en de revolutionaire stormen die Sjanghai finaal hebben gered en nu voortstuwen in de vaart der volkeren.
Bijzonder merkwaardig dat de communistische partij zich steeds meer lijkt terug te trekken uit de publieke ruimte, waarbij ze wel alle macht blijft beheren en alle touwtjes manipuleert achter de schermen.
Boomkens: 125. De stad verleent aan zijn bewoners en gebruikers een nieuwe identiteit, juist door hen van een eerdere identiteit te beroven. Een stad is geen machine, maar werkt pas dan goed wanneer haar samenstellende delen zich bijna of quasi machinaal gedragen. Een foto is op vergelijkbare wijze bijna machinaal, niet veel meer dan het resultaat van een druk op een knop, en toch is het concrete resultaat de vastlegging van één in al zijn reproduceerbaarheid volkomen uniek en opzichzelfstaand moment.(...)
De stedeling laat dat alles van zich afgeleiden, hij laat zich niet verleiden door misplaatste tekens van identiteit of bijzonderheid. Identiteit en uniciteit zijn onder stedelijke condities zelf het product van standaardisering en van een gelijksoortigheid. Zij gehoorzamen aan de stilzwijgende wet van de inwisselbaarheid en bevestigen zo dat het universum van moderne stad dat van een marktplaats is.
De eerste moderne stedelingen waren marktverkenners. De prototypische vroegmoderne stedelingen, de Parijse flaneur, was geen onschuldige wandelaar, maar een doorgaans berooide kunstenaar op zoek naar een nieuw publiek en een nieuwe houding, die hem het leven in de metropool zou kunnen vergemakkelijken. Hij betreedt de markt, begeeft zich onder de massa’s, om er zich een beeld van te vormen, maar tevens om zelf op te vallen, gezien te worden. De blik van de flaneur was quasi-afwezig, zoals die van de verzamelaar, gefocust op oneindig, in werkelijkheid voortduren kortstondig scherpstellend op de blikken van de anderen. Kijken en bekeken worden, kijken om bekeken te worden, dat is het stedelijke spel bij uitstek geworden, op pleinen en boulevards, in cafés en disco’s, op de terrassen en passages. Het is de blik van de voyeur die tegelijkertijd de geà?nternaliseerde blik van de stedelijke massa’s zelf is.
Dit voyeurisme is het cement van de stedelijke cultuur en wordt het meest uitgesproken etaleert in de moderne stadsfotografie.
Vandaar de metro in naar East Baoxing Lu voor een bezoek aan het mausoleum en het museum van Lu Xhun, dé grote Chinese schrijver uit het begin van de XX ste eeuw.
Maar eerst een Hot Pot tegen de kou van de Binnen Mongoolse keuken, waarbij ik me af begin te vragen wat die in de zomer serveren want heet en pikant ook al was de soep voor mij als heel zacht omschreven: een kuip kokend water op een elektrische kookplaat, waarin prei, paddestoelen, kruiden, koriander en allerlei rare noten en hele tenen look. Daarin diende ik de opgerolde flinterdunne lamsneetjes te laten koken en die dan met de chopsticks opvissen, wat geen sinecure was. Als saus werd er zoete looksaus bij geserveerd, dat bleek een hele bol look die gekookt leek in een suikeroplossing.
De buren gooiden hele schapengewrichten in de soep en pulkten dan het vlees los van de beenderen.
Van het Lu Xhun museum hadden er blijkbaar niet teveel gehoord, dus maar een taxi gezocht en gevonden. Midden een bijzonder leuk en groot park lag het redelijk ingetogen en mooi museum met toch nogal wat spontaan bezoekende jongeren. Foto's van de in scène gezette wassenbeelden – gespreksgroepen met de grote meester waren echter nog steeds uit den boze wegens de zwaar geüniformeerde wachter dit als een aanslag op de wassenpoppen van de meester en zijn volgelingen beschouwde.
De museumwinkel was weer van een ongelooflijke lulligheid zo kenmerkend voor het partij management en de friendshipstore entourage van lamzakken, lapzwansen en uren-kloppers.
In de Sischuan buurt op zoek naar het Doland Modern Art Museum dat helemaal niemand leek te kennen. Dit is het eerste en wellicht een van de weinige musea die door de Chinese overheid is opgezet voor moderne kunst. Maar de straat Duolun Lu kende wel iemand. Het is een buurt die helemaal gerestaureerd is, autovrij, met om de haverklap een bronzen kitchbeeld van een groot progressief of links schrijver die ooit in die kunstenaarswijk zou gewoond hebben. Veel cafés en kraampjes waar ik een ossenhoornen kam met brede tanden heb gekocht wegens heel goed voor je haar en je hoofdhuid, althans naar Chinese begrippen. En dan bij een oud vrouwtje dat in versleten Mao pakje zat te breien zegelstempels laten snijden en het hele proces kunnen volgen en fotograferen. Het had iets ontzettend tragisch wegens een ongelooflijk hoop rommel in haar kleine inox kruipwinkeltje, met zelfs doosjes in een plastiek zak van een Hollandse Warme Bakker! Zij moest haar bril ophouden met touw maar sneed snel en vaardig in spiegelbeeld het gevraagde. Op haar lampje hing haar legitimatiebewijs als snijdster met een zwart-wit foto van 30 jaar terug met twee vlechtjes aan het einde van de grote proletarische culturele revolutie wanneer zij reeds zulke frivole dingen mocht doen, ook voor verderfelijke westerlingen.
De straatjes liepen vol Chinese bezoekers en het had een heel gezellige atmosfeer. Aan het Old Film café werd een echte film gedraaid uit de periode van rond de vorige eeuwwisseling met westerlingen in gepaste outfit als acteurs en chinezen nog als dienaars van de Qing dynastie.
Het enorme Doland Modern Art Museum was echter gesloten. Een jeugdige dame die gelukkig een mondvol Engels kende, vertelde me dat morgen de tentoonstelling van de beroemde Spaanse kunstenares Alicia Framis open zou gaan. Een permanente collectie was er niet en volgens haar was er geen enkele permanente collectie moderne kunst in Sjanghai publiek te bezoeken! En Framis was erg beroemd. Ze is overigens in Gent te zien geweest op het SMAK met reuzenfiguren 'Over the Edges'.
Dan maar de burengalerijen afgelopen wegens daar ook moderne kunst, doch niets van dat, alleen kitscherige flauwe kul.
Om de hoek wou een Chinese patser zijn enorme Porsche Cayenne turbo voor de deur van een hotel parkeren, maar dat zagen de portiers niet zitten. Er diende flink onderhandeld te worden, met of zonder. Bij Barbela's Kitchen een cappuccino genomen die overvol in een grote kuip werd geschonken en door de nerveuze dienster werd gemorst. Er was maar één iemand die wat Engels verstond en dat was de nog jonge vrouwelijke manager. In feite is Barbela’s Kitchen een all round restaurant waar alleen westers bestek wordt gehanteerd waardoor menig chinees in verlegenheid zoals ik wel vaker met de eetstokjes. Veel jonge koppeltjes bleken zich hier met elkaar te komen vermeien.
Buiten een taxi naar de Bund doch die begreep dat niet tot ik doorhad dat hij alleen de Chinese benaming Zhongshan Dongyilu zou verstaan en dat bleek gelukkig te kloppen, meer nog hij zette me perfect op de hoek van de Guangdong Lu af, waar M en 3 on the Bund al gesloten waren. Dan maar op de Shanghai Shipping Service Cruise nr 3 ingeschreven voor maar liefst 68 Yuan RMB, want op dit vlaggenschip was destijds Kameraad Deng Xiao Ping een inspectie van de haven van Sjanghai komen uitvoeren. 'Kameraad' is nu het slangwoord voor Homo!
Naar verluidt heeft een derde van de Sjanghainese dames en heren hun lijf laten bijwerken met zuig- en snijdtechnieken. Vergroten van de oogleden tot meer westerse amandelvormen, borsten ophogen, neuzen prominenter, billen en buikwerk, penisverlengingen, allemaal zeer dure en immens populaire aspecten van de betere plastische heelkunde.
Ook het hoofdhaar is hier bijzonder bewerkelijk geworden. De tijd van iedereen een zwart pagekopje is duidelijk voorbij, ook bij de jongens. Laat staan dat enkele staartjes bij de meisjes nog tot de verbeelding zouden spreken. Chinese haartooi mode heeft iets omgekeerd van de trends bij zwarte mensen met kroeshaar en dat met alle mogelijke middelen te lijf gaan om de krul eruit te krijgen. Ook een andere kleur dan wel een bewerkelijke massa in te vlechten vreemd haar is erg populair. Nagels krijgen ook secure beurten tot plakplaten die aan de tijd van de Qing hofhouding doen denken. En dan niet een enkele lange pinknagel als teken van geleerdheid om de bladzijden van een boek netjes te kunnen keren!
We werden met een bus afgevoerd naar het Marinehoofdkwartier waar reeds een party aan de gang was op de nr. 2 vanwege de Saab club uit Sjanghai. De heren '? wegens geen dames aan boord bij Saab '? waren reeds behoorlijk in de olie. Op de Nr.3 zou dat meevallen gezien de forse prijzen voor de consumpties, reden waarom veel Chinezen tassen vol KFC vreten meezeulden.
De beelden van de verlichte Bund en Pudong oever waren spectaculair, maar eentonig. In het duister ging het intense scheepvaartverkeer rustig door. Naast Kameraad Deng was ook Kameraad Zhang Jemin op de Nr. 3 geweest en nog vele anderen, waaronder Dr. Kissinger en nog van dat fraais, zoals de pas wegens zogenaamde corruptie en nepotisme afgezette burgemeester van Sjanghai. Maar ja de foto's zitten in een glazen frame aan de wand vast gevezen, dus de verwijdering zal nog wel even op zich laten wachten.
Overigens is de kwaliteit van het ijzerwerk hier overal fel vooruitgegaan, ze gebruiken nu werkelijk voor alles roestvrij staal, van trappen, tot tralies en hekkens, stoelen en tafels, leuningen en deurstijlen. China wordt een roestvrij land, niet alleen in de geesten van de mensen, maar ook in de stand der dingen. Van op de boten zie je nu de reclameboodschappen onderaan de Bund Promenade die aan de passanten op de rivier en de wandelaars op Pudong laat weten dat de jaarlijkse meeting van 'Luce' succesvol verlopen zal. En uiteraard de reclameboten met reuzenscherm maar het toetje in dit alles is toch de gigantische glazen Aurora toren waar de hele oppervlakte gebruikt wordt om continu reclamefilmpjes te projecteren in het aanschijn van de stad en haar bewoners.
Vroeger zag je te pas en te onpas de Dazibao's of muurkranten die de mensen het leven zuur maakten. Vandaag de visuele reclamevervuiling.
Of hoe laag een systeem vallen kan.
Individuele bevrijding en desintegratie van collectieve verbanden
Vrijdag, 2 december 2006
Dat de Szechuan-keuken uitermate pikant en heet is was ons reeds lang bekend, wegens een techniek om minder kwaliteitsvolle proteà?nen een andere geur en smaak te geven zodat ze desnoods halfrot nog konden geconsumeerd worden. Dit heeft een hoge graad van finesse gehaald, maar het blijft verdomd heet, ondanks ijskoude antieke boerenomgeving waar we hier in de buurt de poten onder tafel schoven bij een Tao-meester die met zijn leerlingen een continue show van woord en wederwoord met of zonder gerechten opvoerden voor de aanwezigen. Schaap met raap was nog te harden, rundsingewanden met een soort paddestoelen brandend tot in je maag, brokjes kip sudderen in een kom pimenten waaronder toch redelijke mie en finaal Sjanghai vleesballen die dan weer te flauw waren. En dat alles met thee in een boerenkom, Tsingtao bier uit de fles wegens geen glaswerk. De katvissen lagen ongerust te wachten in een stenen drinkbak voor het huiselijke vee.
De nacht was troebel wegens rond 01 uur in de badkamer op het toilet een knallende ruzie tussen de onderburen '? zij liet zich absoluut niet onbetuigd.
Boomkens: 113. Voor de Chinezen geldt zelfs dat hun participatie als individuen op de wereldmarkt (hun ’ bevrijding’ of hun ’ vrijheid’ als rationele actoren op de markt) zich voltrekt zonder dat er sprake is enige vorm van politieke bevrijding: individuen kunnen zich vrijelijk op de markt begeven zonder dat zij in politieke zin deel uitmaken van een vrije, open gemeenschap. Dat wisten we al langer, dankzij het voortbestaan van een groot aantal dictatoriale regimes in het kapitalistische deel van de wereld, maar sinds de ondergang van het communisme gingen vrijheid en bevrijding nadrukkelijker dan ooit staan voor de bevrijding van de sterke arm van despotische natiestaat en voor de vrijheid van het individu als participant op de wereldmarkt, als consument en producent. Die nieuwe vrijheid lijkt relatief goed uit te zijn gevallen voor de Oost-Europeanen, die al snel konden worden geà?ntegreerd in een betrekkelijk stabiel verbond van natiestaten, de EU. Maar voor de Russen en voor de bewoners van de vele naties die voor 1989 deel uitmaakten van de Sovjet-Unie, blijkt de nieuw verworven vrijheid dicht in de buurt te komen van een vorm van vogelvrijheid voor de ongrijpbare en anonieme krachten van de wereldmarkt, zonder bescherming door een min of meer stabiele vorm van gemeenschap. Ook de integratie van meer dan een miljard Chinezen in de mondiale markteconomie lijkt voorlopig vooral op de bekende mengeling van individuele bevrijding en desintegratie van collectieve verbanden, die we gewend waren modernisering te noemen – maar langzamerhand toch nogal eenzijdig in het teken is komen te staan van afbraak en destructie, maar dan met het stempel van vooruitgang en explosief groeiende welvaart.
Vaak overdag maar ook 's nachts hoor ik een kanonnade die plots opsteekt alsof de revolutie uitbreekt, dan weer een schietpartij die het gestage gebrom van de dag en nacht doorwerkende bouwvakkers overstemt, maar voorlopig steeds het gevolg van de noodzaak om bij verhuis of echtverbintenissen de kwade geesten met een oorverdovende batterij van de graad te verjagen. Het auditieve lijkt veel belangrijker dan het visuele aspect van de vuurwerkrampen die ze hier te pas en te onpas tegen elkaar opbieden, wegens bepalend voor het prestige en dus de pikorde.
Dat is ook zo voor de obligate mooncakes geschenken al dan niet gevuld met kostbaarheden die met kwistige hand dienen bedeeld bij het maanfeest.
En om 8 uur stipt beginnen dan de breek- en kapwerken in de toren waar ik logeer op de 31 ste verdieping en waar iedere niveau met het cijfer 4 ontbreekt wegens ongelukbrengende. 8 en 88 daarentegen…. De bouwvakkers hier komen uit afgelegen streken en hokken in containers of op de straat of de werf onder een plastiek afdak met een hoop bij elkaar. Naar verluidt worden ze heel slecht betaald en zijn er enorme problemen met hun seksueel gedrag. Het maandenlange verblijf schijnt de appetijt aan te wakkeren voor de 's zomers althans schaarser geklede dames uit Sjanghai.
Vanochtend dan vroeg met de taxi naar Shanghai Railway Station, een van de vele reuzenstations in het stad met 20 miljoen inwoners. Hier vertrekt een sneltrein naar Nanjing, de oude hoofdstad van het zuiden. De scheiding tussen passagiers voor harde en zachte banken is scherp, de controle van de bagage heeft iets van een lamlendige luchthaven. Het station is enorm en de schijnbare chaos nog onoverzichtelijker. Er zitten reizigers van heel China, ook minderheden, Mongolen, Oeiguren en wat je al niet kan bedenken, inclusief agressieve en aandringende bedelaars al dan niet met kinderen. De eindeloos lange trein zit stampvol en de wagoncheffin zorgt met vaardige hand voor bedeling van snoep, eten en vooral heet water voor de thee. De treinpolitie komt een paar keer keurend doorheen de wagen gekuierd en houdt initieel een voor ons onbegrijpelijke toespraak tot de aanwezige reizigers. Treintickets blijken ook voor harde banken enkel op nummer te worden afgeleverd. Het is een heel efficiënt systeem waarbij een enorme massa mensen behoorlijk vlot en vaardig naar de juiste plaatsen gedirigeerd wordt om de treinen op tijd in beweging te krijgen. Men is dan ook goed op tijd en het wachten wordt alert beleefd, met een oog op het inschepingsbord en een oor voor de omroepstem.
Het duurt een half uur eer de sneltrein de voorsteden van Sjanghai achter zich laat. Heel veel nog redelijk lege wegen, enorme infrastructuurwerken: de uitbreiding van deze stad gebeurt duidelijk volgens een masterplan en wordt niet overgelaten aan de chaos van de gelukzoekers die hier dagelijks aankomen uit heel China op zoek naar werk of een beter inkomen. Ook in de infrastructuur en bouwactiviteit binnen de stad en de oudere stadsdelen is een meesterhand aan het werk, gezien de duidelijke systematiek waarmee dit gepaard gaat. Er is dus een strak geleide planning die dirigistische, bijna of helemaal militaristisch de planning uittekent en de uitvoering leidt, tot op de werf. Naar verluidt zijn er vaak protesten tegen het verdrijven van mensen uit hun oude woningen of van hun oude landbouwgronden. De schadevergoedingen zijn erg beperkt en vaak blijken de locaties nadien voor een veelvoud aan de nieuwe eigenaren overgemaakt. Waar is dan het verschil gebleven? Protesteren lijkt nauwelijks ter zake: er wordt geen rekening meegehouden bij het opstuwen van het Rijk van het Midden in de vaart der volkeren.
Handmatige selectie en recyclage van de reusachtige afvalbergen van Sjanghai blijkt hier arbeidsintensief plaats te hebben. Vaak nog oude huisjes van de vroegere volkscommunes die nu steeds vaker als gore achterbuurten ogen naast splinternieuwe talloze blokken van 6 tot 9 verdiepingen, met hier en daar weer een kluit enorme woon- en werktorens van 30 en meer lagen. Er is een duidelijk en schrijnend klassenverschil tussen wie in de krottige resten van vroeger woont en de beter gesitueerde, maar wel alles nog door elkaar.
Heel veel kanalen waarlangs transport van afval en groenten, ook veel privé tuintjes, kippen en eenden, dan weer eindeloze fabrieken en velden.
De bomenrijen lijken allemaal dor, zelfs de coniferen, herfstig of blijvend door de vervuiling?
Onderweg een enkele stop in een andere miljoenenstad. De treintoiletten blijven bezet door koppels heren die er lekker staan te roken, wegens verboden in de trein zelf.
Nanjing station is eveneens reusachtig en hypermodern. De aan- en afvoer van honderdduizenden tot miljoenen reizigers gaat erg efficiënt en aan een hoog tempo. Dag en nacht razen de passagierstreinen het land door, afgewisseld met al even gigantische konvooien goederentreinen, steenkool, bouwmaterialen, ertsen, landbouwproducten.
De centrale stratenassen van Nanjing liggen open wegens enorme metrowerken in de binnenstad die door de Ming keizers als hoofdstad werd uitgebouwd binnen een 30 km lange muur. Op weg naar het presidentieel paleis tal van werven, luxe winkels, sportwinkels en veel leegstaande restaurants en door de werken verdwenen zaken en overal stof, stof en nog eens stof onder de prachtige platanenrijen.
De kraampjes langsheen straten en pleinen verkopen chips '? gedroogd '? van zoete aardappelen: een lekkernij die uit het noorden komt en alleen 's winters verkrijgbaar is in Nanjing, waar het 's zomers ziedend heet is. Er staat een groot modern ziekenhuis voor Traditionele Chinese Geneeskunde met spoedafdeling (!), naast een bijna even groot instituut voor plastische chirurgie. Voor het paleis van de president ligt een mooi ogende moderne bibliotheek, alweer niet op mensen- maar op reuzenschaal, met eronder een al even grote Carrefour met naar onze begrippen een ongelooflijk aanbod aan allerlei klaargemaakte, gedroogde, gezouten, levende voedingswaren. De megafooncultuur van de Rode Garde onder de Culturele Revolutie lijkt nog voort te leven bij de talloze megafoonmeisjes die de passanten en kopers tot aanschaf van hun promotiespullen aanzetten. Na het enorme koffiedebacle '? de internationale koffiedealers zijn er niet in geslaagd de Chinezen massaal aan de koffie te krijgen – volgt nu een geleidelijke strategie met Starbucks in iedere stad op vele locaties en de opmars van Nescafé in levensreddend rood.
Aan het paleis mijn schoenen laten poetsen door een debiele bejaarde die net ervoor een Chinees voor 1 Yuan had gepoetst en van mij 10 Yuan eiste. De bedelaars die van her en der opduiken zijn niet van je lijf te houden en beginnen mij steeds razender te maken. Zij lijken niet geà?nteresseerd aan een actieve deelname aan de opbouw van de harmonieuze socialistische heilsstaat, weten dat ze bot vangen bij de autochtone Han broeders en richten dus hun smekende pijlen op een passerende langneus.
De leiders van toen, van gisteren, vandaag en morgen'?
Het paleis is redelijk mooi, bevat een hoop belachelijke schilderijen die door de gidsen worden gesitueerd in de vaderlandsche geschiedenis van de Taiping opstand en de republiek van Dr. Sun Yat Sen tot en met de leiding van Kuo Min Tang door Tsjang Kai Tsjek.
Het paleis is een hagiografie van Tsjang Kai Tsjek, maar ook van communistische leiders zoals Deng Xiao Ping die daar als hulpje staat afgebeeld van maarschalk Chen Yi, de bevrijder van het zuiden. Er is opvallend veel bezoek, ook van erg duur aangeklede Chinezen stijf in het pak.
Een deel van het paleizencomplex is gewijd aan de Taiping opstand tegen de Qing keizers. Onder leiding van de zelfverklaarde broer van Christus, Hong Xiuquan, kwam er een enorme boerenopstand van de grond die midden XIX de eeuw al snel het hele land doorraasde en die de aftakelende Qing dynastie met behulp van de Engelsen marine en troepen overleefde. Het was de zoveelste opstand in het Rijk van het Midden. Het Taiping Hemelse Koninkrijk hoopte de sociale spanningen te temperen, door gelijkberechtiging, verdelen van grond, vee en zaden '? wat dan finaal maar erg gedeeltelijk gebeurde, gepaard aan een hels en fanatiek anticonfucianisme met op grote schaal vernietigen van tempels en heiligdommen die niet het ware geloof waren toegedaan. Marx wist erover te vertellen dat het te vroeg was in de industriële ontwikkeling. Sun Yat Sen had er via een oud strijder van het Hemelse Koninkrijk prachtig doorleefde verhalen over gehoord en Mao refereerde er ook steeds naar als de inspiratiebron voor zijn machtsgreep en zijn Grote Proletarische Culturele Revolutie.
De CCP verjoeg de KMT en Tsjang Kai Tsjek uit Nanjing naar Taiwan en trok zelf naar Beijing, de hoofdstad van het noorden omdat daar een veel conservatievere mentaliteit heerste dan in het roerige zuiden met Sjanghai en Nanjing.
De Chinese Communisten hebben zelf jaren gefulmineerd tegen Confucius wegens de leer van de bestendiging van de macht in een zogezegd harmonie die door rituelen en administratieve bureaucratie moest worden bestendigd. Nu ze zelf stevig in het zadel zitten wordt Confucius vanuit het niets weer een enorme heilige en worden zijn afstammelingen tot in de 80 ste graad weer volop geëerd Zijn leer van de harmonie is weer verplichte kost voor scholen en partijfreaks!
De Dynastie van de Rode Keizers is gevestigd en zal dus nu met alle middelen proberen zichzelf in stand te houden. Ze zijn althans goed op weg wegens een half miljard mensen veel beter geworden, de boeren nu geen belastingen meer vanwege de staat, de harmonie als hoogste doel, Confucius als theoreticus van de staatsleer, en intussen toenemende spanningen tussen arm en rijk, heel arm en heel rijk, heel velen en enkelen.
De Chinese maatschappij is duidelijk weer een scherp afgelijnde klassenmaatschappij en dat zal zich vroeg of laat eens te meer op gruwelijke wijze wreken. Al kan het nog wel even duren, want de rek is er hier nog lang niet uit. En waarschijnlijk zal het Rijk van het Midden zoals in het verleden zo vaak gebeurd is, zich op het toppunt van zijn macht weer op zichzelf terugplooien en de rest van de wereld beschouwen als te verwaarlozen randverschijnselen, wat het ook lijkt als je de schaal van wat er hier gebeurt, bekijkt, ervaart of durft te overwegen. Dit is nauwelijks behapbaar, in tijd, ruimte en aantallen.
Het drijft je tot verstomming, verbijstering.
De hoofdstad van het Zuiden ligt nog steeds moeilijk tegenover die van het noorden'?
Nanjing, zaterdag 3 december 2006
Ontbijt van Sheraton was westers met ook het volledige gamma soepen en pasta's en vleeswaren in water of gebakken van de Chinese ochtendkeuken.
In de krant China Daily staat een boeiende discussie over de opkomst en het succes van de verschillende religies en vooral de positie van de staat en de partij erbij. Een hele slimme had een prachtig argument waarom de partij nu de godsdiensten moet ondersteunen. Het is immers erg opvallend, officieel en officieus, hoeveel nieuwe oude tempels er gebouwd worden of oude nieuwe gerestaureerd worden. Nog krasser is het aantal mensen – vaak nog jong – en hun kinderen die heiligdommen platlopen. Dit strookt ongetwijfeld met de Marxistische vaststelling dat godsdienst opium is voor het volk. En dat heeft deze partij in ieder geval in grote hoeveelheden nodig om de mensen bezig te houden met godsdienst, sport, muziek en ontspanning en vooral op grote schaal consumptie… Een pienter partijkader merkte dus op dat Marx gelijk had, en Mao ook en zo, maar dat China vandaag een land is waar het volk en de arbeiders aan de macht zijn en bijaldien hebben die geen opium meer nodig en is de massale religieuze belevenis een goeie zaak, zolang het niet tegen de belangen van de staat ingaat zoals de Falung Gong.
De prachtige Zijin Shan '? Purpergouden Berg '? hoog boven de 's zomers ovenhete stad is altijd aangenaam en koel en bergt ondermeer de enorme begraafplaats van de eerste Ming Keizer Zhu Yuan Zhang. Deze was volgens de CCP net zoals Sun Yat Sen en Mao Zedong van heel eenvoudige komaf en diende als arme jongen de koeien te hoeden. Hij voerde als kind reeds de herders aan, om nadien de macht te grijpen met zijn gezellen waarna hij de stichter werd van de Ming Dynastie.
Historische continuà?teit is in de Chinese politieke geschiedenis essentieel.
Het graf van de keizer met de talrijke concubines, die hem levend volgden '? wegens in handen van de opvolgers een bijzonder miserabele toekomst '? ligt nog steeds verborgen binnen een enorme ronde muur. De plaats van het mausoleum is werkelijk schitterend met een fantastisch uitzicht over de stad achter de golvende heuvels en bossen in alle mogelijke herfstkleuren.
Wat verder ligt het zo mogelijk nog grotere mausoleum voor de volgende belangrijke stichter van de dynastie van de Kuo Min Tang, Dr. Sun Yat Sen, een moderne versie van de Ming graven met prachtig park en een enorm Disneyland er omheen.
Nog verder een betonnen pagode uit de dertiger jaren met heldenmonumenten voor de soldaten van de Kuo Min Tang die het leven gelaten hadden voor het vaderland'? En hier dan nog wel zonder één onvertogen woord over wat de nationalistische leiders allemaal hadden uitgespookt.
Op aanraden van mijn gastheer, kenner terzake, mijn arme lijf door een erg jonge maar vaardige dame met olie laten masseren: een bijzonder boeiende en uitermate sensuele ervaring, maar nadien zo stijf als een plank.
Het eten in een voormalig Sjangri La Hotel was zeer goed, alleen de gebraden hond was me te zoet en wee van smaak. Een inkoper van diamantzagen uit Sint Niklaas met assistente wist te vertellen dat naast alle mogelijke diamantzagen en boren, Nanjing bijna alle Led lampen ter wereld produceerde!
Zondag, 4 december 2006
's Ochtends een boeiend bezoek aan de prachtige paleistuin Xu Yuan van de Ming Prinsen, wat later de zetel van de gouverneur werd. Het Hemelse Koninkrijk van de Taiping gebruikte het als hoofdkwartier en nu is er een zeer uitgebreid museum over de opstand van het Taiping Hemelse Koninkrijk.
Zeer populair bij de talloze Chinezen is het zich tegen betaling laten kleden en opmaken als lid van de keizerlijke hofhouding, compleet met kleding, maquillage, pruik en zich dan in een ingewikkelde symbolische positie laten fotograferen voor later, de herinnering van toen ze nog iets voorstelden in de virtuele wereld van de keizers en hun hovelingen.
In de oude straatjes van de Fuzi Miao liep ontzettend veel volk rond, en vaak wensten die met de westerlingen op de foto! Vaak met de vingers in 'V' in ruil voor een gretige zoen.
De tempel van Confucius, hoewel grotendeels nieuw was boeiend en bijzonder commercieel uitgebaat.
Vandaar langs de dierenmarkt met konijnen en katten en honden in veel te kleine kooien naar het park van de Regenbloemen, Yuhuatai waar enorme mausolea en musea voor de vele tienduizenden communisten die door de KMT werden vermoord en gefolterd. Interessante tentoonstelling, met bijzonder weinig aandacht voor voorzitter Mao.
Dat werd ruim maar ietwat verdoken in de enorme ruimte onder de trappen gecompenseerd met een gigantische tentoonstelling van alle mogelijke memorabilia, van schoenen en veters tot sigaretten en klakken van de voorzitter, inclusief alle posters en speldjes enz. Op de foto met de voorzitter in brons kon ook. En dan nog een reeks dvd's met alle toespraken, ook van Lin Biao en Tsjou En Lai en vooral ook Liu Shaoqi. De grote rehabilitatie?
Fascinerend is het fenomeen dat de Maomemorabilia een soort semi-ondergronds bestaan leiden. In een hoekje van de musea, onder de trappen, in een hangaar of een lege betonnen hal, waar wel allerlei prullen verkocht worden en dus wel zullen renderen, wegens onderhevig aan het vrije marktprincipe.
Jevedebe naar Beijing met het vliegtuig voor de presentatie van Toerisme Vlaanderen in China, doch zonder Geert Bourgeois als bevoegd minister!
De trein terug naar Sjanghai zat weer proppensvol, ook al reden er drie na mekaar. De onze deed verschillende stations aan onderweg, dus veel trager dan heenreis.
Jaden Boedha
Sjanghai, maandag 4 december 2006
Eindelijk tijd voor een ongekende topper uit het nieuwe religieuze leven, de Jaden Boeda Tempel in het noorden van de stad en reeds uit 1918-1928. En dus heel erg oud en belangrijk, gezien de toeloop van het volk en de hoogwaardigheids-bekleders, zoals Yang Zemin en een hele zooi buitenlandse staatshoofden of first ladies, die van de VS op kop, uiteraard, want die belijden hun macht nog op hun geld: '?In God we trust!'?
Historisch zijn na de roerige tijden, zoals tegenwoordig ook in Sjanghai de Grote Proletarische Culturele Revolutie genoemd wordt, de vele magere jaren aangebroken voor de belijders van diverse godsdiensten, maar het is de vette lama's die met hun zwart-witte of reeds kleurportretten breed lachend de muren sieren niet aan te geven. Hoe toch op zo'n korte termijn uit alle hoeken en kanten priesters en lama's en Tao-meesters en imams konden opduiken, is mij een bewijs dat ze er altijd geweest zijn, ondergronds, zelfs niet onder controle van de talloze wijkcomités die de menstruatie boekhouding van alle potentieel vruchtbare vrouwen nauwgezet bijhielden om tijdig de niet toegelaten zwangerschappen af te breken. Wie geen geld had, kon immers niet verder dan één kind '? de generatie die sinds 1980 geboren werd, is blijkbaar rotverwend en wordt nu reeds door het bedrijfsleven bestempeld wordt als de 'lost generation' wegens geen zin in hard en meedogenloos werken voor een habbekrats. Wie geld had liet een kind geboren worden buiten de grenzen van de Volksrepubliek, want die telden niet mee in de boekhouding van de één kind politiek.
De commercie van de religie draait op volle toeren. Iedere gelovige dient 10 Yuan RMB op te hoesten en dan nog een fortuin aan wierookstokjes aan te schaffen om het rituele ding te doen. Er staat expliciet een bord dat zelf meegebrachte wierrook onder geen beding mag worden gebrand, ongetwijfeld wegens 'evil spirits'.
De commercie voorziet eveneens tegen een passende vergoeding in gewijd water, gewijde thee, koekjes van eigen deeg, enz.
De beelden binnen zijn enorm, en lachwekkend kitscherig, alsof ze uit een slechte tekenfilm zo de tempel zijn ingestapt.
Om de echte Jaden Boeda te kunnen zien '? een beeld uit lichtgroene jade met stippels her en der, valt er nog eens extra 10 Yuan gedokt. Daar is de stemming intiem en intens wegens veel biddende volgelingen in een hip sfeertje met het achtergrondmuziekje van Omane Pad Mahoen, de ridicule mantra uit de musical Hair op een even tintelend popritme.
Overal borden dat je geen dingen brandend op de altaren mag leggen en ook geen geld mag proberen vast te zetten in het houtsnijwerk, dat dus uiteraard blinkt van de stukjes van 1 Yuan of een paar Mao en waar ongeveer iedereen het zijne nog achter of tussen probeert te peuteren.
Uit diverse enquêtes blijkt dat de wenskaartenpolitiek van de religies als hoogst nodig wordt ervaren, vooral door jonge mensen die steevast uiting geven aan hun diepe angsten voor de toekomst, te zware leningen, te dure woningen, te weinig verdienen, onzekere jobs en de zorg voor de ouderen die met hun ridicule pensioentjes voor een leven lang socialistische arbeid ook hun toekomst niet echt rooskleurig tegemoet zien.
Volgend jaar is het Jaar van het Varken. Dat staat in de Chinese dierenriem voor veel voorspoed en geluk en bijaldien is het zaak om hier allemaal zwanger rond te lopen, en wie het nog niet is, slijt haar tijd bij de vrouwenklinieken die tot in de metro adverteren voor hun kunsten. Andere ziekenhuizen, ook die de traditionele Chinese geneeskunde beoefenen, betalen ook breed uitgesmeerde advertenties om zich aan te prijzen bij de mensen met centen. Andere patiënten zijn immers zoals overal minder gegeerd.
Gezien de verwachte babyboom en de zekere tekorten op het vlak van infrastructuur zoals kinderopvang en scholen, wordt een vorm van voorhuwelijkssparen gepromoot, maar dan voor de kosten van de opvoeding en opleiding van het kind uit het jaar van het zwijn.
In het aanschijn van de Jaden Boeda, midden pederastische monniken en de talloze goedgelovigen, verzwindt mijn laatste hoop op vrijheid voor de doorsnee Chinees, als die er al ooit zou geweest zijn in de geest van betrokkenen.
Ten laatste male naar de French Concession in de hoop de oude villa te vinden waar ik 26 jaar geleden genoot van de omgeving en besloot dat Sjanghai de enige stad in China was waar ik misschien zou kunnen wonen, ondanks het socialisme dat toen nog enthousiast heerste, of in onze ogen nog minstens deed alsof.
De Tanyan Villa was het dus ook niet, al had daar Tsjang Tsjing, de laatste officiële vrouw van Mao gewoond in al haar glorie waarna het een ontvangsthuis was geworden voor buitenlandse vrienden van de Volksrepubliek.
In het naburige Arts and Crafts Museum '? het vroegere paleis van de voorzitter van de Franse Kamer van Koophandel bij de vorige eeuwwisseling '? lag de helft van het hooggekwalificeerde personeel dat kunstig hout, ivoor, jade, stenen, wortels kan snijden, lak en porselein kan bewerken, kan kalligrafiëren en wat al niet meer, gewoon te slapen of beperkten de dames zich tot triviaal breiwerk van sokken en truien. En dat onder de foto's van Bill Clinton en Nancy Reagan en andere toppers die er ooit op bezoek waren.
De treurnis die in dit paleis heerst is pathognomonisch voor de transitie waarin China verkeert. Keihard werken tegenover aanlummelen en de dagen proberen te vullen met het verdoen van je tijd. Heroà?sche arbeid tegenover leunen op de schop en naar de wijven loeren. Gewetensvol naar oplossingen zoeken en de kantjes ervan af lopen als sport.
Continuà?sme en Melancholie.
Vaak heb ik tijdens dit bezoek in de Franse concessie gezocht naar het monumentale pand waar wij toen als gasten van de CCP verbleven. Tijdens een taxirit herkende ik een hoekpand met theehuis, maar we waren er te snel voorbije en wegens geen al te beste stadskaarten en vooral de naam kwijt wegens ons persoonlijk archief opgeborgen in de kelder, was het een hopeloze zaak om deze schitterende locatie terug te vinden. Volgens onze begeleiders was het toen een tehuis voor hoogbejaarde partijbonzen, met een schitterende Franse keuken en dito meubilair.
(Terug thuis blijf ik de herinneringen bewaren, zoals ze toen waren. Het ging om het Dong hu Guest house, een villa uit 1925 '? volgens Google vandaag een redelijk groot spel op de hoek van Huaihai Zhong Lu en Changle Lu. Het oudste gedeelte was toen een soort rusthuis voor hoog bejaarde partijbonzen waar 'buitenlandse vrienden' ook werden ondergebracht. De menukaart van de vriendschapsmaaltijd op 13 april 1980 vermelde nog de aanwezigheid van de partijsecretaris van Sjanghai, de adjunct hoofdredacteur van de Wen Hui Bao, de chef van het departement Buitenland van de CCP in Sjanghai en onze delegatie met haar tolken van het CK van de CCP. Het eten was heerlijk en de kok die zelf beslagen was in de Franse keuken, stond erop ons een exquise Frans diner te serveren met zilver bestek en aangepaste wijnen wanneer er geen Chinese vrienden mee aanschoven.)
Na meer dan 26 jaar heb ik eindelijk de moed gehad om opnieuw te dwalen doorheen de Franse Concessie in Sjanghai. Het had iets melancholisch. Ik wist 26 jaar geleden reeds '? net zoals driekwart van onze delegatie van het populaire weekblad, zusterkrant van de Renmin Ribao '? dat er niet echt van socialisme sprake kon zijn in China. Het socialisme dat ons voor ogen stond en dat een soort kwadratuur van de maakbaarheid vormde, bestond uiteraard enkel in de theoretische bijbels die wij toen reeds jaren spelden op zoek naar de enige ware leidraad voor het mensenpark, waarbij ons geloof in die maakbaarheid rotsvast leek te zijn.
Sjanghai en wellicht heel die memorabele Chinareis in het voorjaar van 1980 had zeer veel scheuren en barsten veroorzaakt in die ideologische rots, waarin het sijpelen van de twijfel en de ijzige vorst het nodige erosieve werk zou doen. Die twijfel werd gelukkig fundamenteel.
Misschien hoopte ik hier in 2006 mijzelf tegen te komen, hoe ik 26 jaar geleden gelukkig in de knoei van mijn zekerheid en twijfels doorheen de straten met platanen wankelde en tegen de immense stroom Chinezen probeerde in te gaan. Ik kon me toen enkel redden door beschutting te zoeken achter een pui: in die jaren liep heel Sjanghai nog naar zijn of haar werk, wegens geen metro, een enkele bus en fietsen als luxe artikel.
Ik ben bij dit bezoek mijzelf niet tegengekomen, ik was toen al dissident en het zou er alleen maar beter op worden.
Deze reis naar Sjanghai heeft voor mij iets van het schrijven van de rekening, de boekhouding van de misleiding, van de leugenaars, de goedgelovigen en hun priesters van het grote gelijk dat steevast op massaslachtingen uitdraait wegens de cultus van de ideologische zuiverheid als enige behoeder tegen revisionisme en dwaalwegen in de juiste leer.
Toen waren we er reeds heel ver in meegegaan, maar hadden we gelukkig ook reeds de scheuren in het behang gezien en een blik kunnen werpen op de werkelijkheid achter de schijn van het politieke festijn, ook in het China van 1980!
Toen begrepen we nog niet de noodzaak van het veinzen, de reddende kunst van de leugen, laat staan de cultus van het theater van de macht.
Maar de confrontatie met Sjanghai en de megasteden van vandaag in een reusachtig land dat de pretentie van een derde wereldland te zijn stilaan heeft afgelegd, leidt tot het fundamentele besef van het einde van de maakbare samenleving.
Dit is een bewustwording die aan mij vreet als wroeging en mijn hart doet wenen om Sjanghai en iedere Chinees die nog lijkt te geloven in de glorierijke weg naar rijkdom voor de rijken waardoor betere levensvoorwaarden voor de armen, in de oproepen van de partij en de bestuurlijke overheden tot een harmonieuze weg naar het heil der mensen in het Rijk van het Midden
Boomkens: 167. In extreme zin is het marktdenken naturalistisch en pessimistisch van aard: de markt is een exemplarische situatie voor het wel en wee van de mensheid, die bestaat uit elkaar wantrouwende en elkaar beconcurrerende individuen die dankzij de markt gedwongen worden rekening met elkaar te houden. Dat is de natuur van de mens. Het maakbaarheidsdenken is utopisch en optimistische aard, de mens is tot volmaaktheid in staat. Maakbaarheid van de samenleving is gebaseerd op een typisch menselijke vermogen tot overleg en redelijkheid. Dankzij haar talige, communicatieve vermogen is de mensheid in staat boven zichzelf uit te stijgen en een betere werkelijkheid te realiseren. Ook wanneer deze extreme, haast geà?dealiseerde concepties van marktdenken en maakbaarheidsdenken in werkelijkheid slechts voorkwamen in de meest uiteenlopende afgezwakte en elkaar relativeren versies (wat ik niet geloof: beide uitersten zijn helaas nadrukkelijk aanwezig in de recente geschiedenis!), dan nog vertegenwoordigt het continuà?sme een radicaal andere zienswijze en een geheel andere invalshoek op de werkelijkheid van markt en maakbaarheid.(...)
Het maakbaarheidsdenken is meestal juist collectivistisch in ontologische zin, de ’ samenleving’ gaat aan ’ het individu’ vooraf, en op grond daarvan is rationaliteit altijd al altijd al gelijk aan een beroep op het ’ algemeen belang’.
170. Continuà?sme is geen conservatisme, het is voor alles de erkenning van het primaat van het praktische, alledaagse leven ten overstaan van alle pogingen dat leven in allerlei juridische, politieke of wetenschappelijke regelgeving te vangen. In die zin is het continuà?sme romantisch: ergens verlangt het naar een uitweg uit de regelgeving, de bureaucratie, de normalisering van het gehele leven – maar kenmerkend genoeg weet de romanticus als geen ander dat hij naar het onmogelijke verlangen. Tegelijkertijd weet hij dat hij over een onmisbaar soort kennis beschikt. En hij weet ook dat dat soort kennis er vaak nauwelijks toe doet.(...)
De kern van het continuà?sme is echter niet nostalgisch, maar bestaat uit melancholie. Melancholie is per definitie zelfreflexief.(...)
De melancholicus is een randfiguur, een figurant die al snel als irritant wordt beschouwd, als iemand die in de weg loopt. In een tijdperk waarin het begrip ’ revolutie’ vooral geassocieerd wordt met de radicale nieuwigheid die de reclame verbindt aan cosmetica-artikelen of schoonmaakmiddelen, krijgt de aloude filosofische en intellectuele praktijk van de kritiek meer en meer de betekenis van in de weg lopen, en steeds minder die van de afwijzing van het bestaande ten gunste van totale vernieuwing, verandering of revolutie.
Crouching tiger, hidden dragon.
De Confuciustempel onder de oude stad, lag in een verkommerde wijk, waar de mensen op straat leefden wegens te klein behuisd, met uitzicht op de luxueuze wolkenkrabbers die als bamboescheuten rondom oprijzen tot een ondoorzichtig bos van hoogbouw. De tempel zelf is ook niet zo oud, maar wel rustgevende hoekjes en kantjes met een prachtige tuin en vijver waarin een enorme door het water verweerde rots in de vorm van een brullende tijger op een snevende draak in het water. De draak wacht tot hij zijn kans zal krijgen en de tijger brult voorlopig de wereld rond. Het heeft iets van 'crouching tiger, hidden dragon'.
De helft van de tempel is een tentoonstellingsruimte van prachtige stukken hout en wortels die honderden jaren geleden gevonden minimaal bewerkt werden tot het beeld dat er in leek te sluimeren. Ook voor jade en andere stenen bestaat er een prachtige traditie van het zoeken naar de verborgen beelden in de steen, die dan met minieme interventies tot een levendig tafereel wordt omgetoverd met verschillende lagen en diepgang. De galerijen staan er vol prachtige steenformaties waarvoor sierlijke hardhouten voetstukken werden gesneden in de loop der eeuwen. Ook 'gouden stenen', zwarte gebakken holle stenen waarop de kalligraaf te werk gaat of met openingen als orgelpijpen waarop de citer bespeeld wordt en de steen als klankkast dient.
De bomen in de buurt van het beeld van de meester hangen vol rode linten en wenskaartjes waarbij vele van Amerikaanse meisjes die hun Bill of Jeff veel succes toewensen bij zijn examens en zijn altijd durende liefde voor hen.
De Chinese varianten kan ik uiteraard niet ontcijferen.
Een recent gegoten klok met goud en zilver en nog allerlei metalen zorgt sinds de millennium wissel voor een hoogtepunt bij het aanslaan. En effectief komt hier een minuten aanhoudende heldere klank over het binnenplein als de bronzen rand beroer: goed voor duizend jaar bijgeloof en beeldende klanken wegens nu reeds tot monument uitgeroepen.
Het tijdsbesef van de Chinezen is ook duidelijk verschillend van Europeanen. Zij redeneren in tientallen generaties, die ze gedocumenteerd kunnen traceren. Stambomen van 80 generaties zijn geen bijbelse mythologie maar gedetailleerde patronen van levende mensen. Hun geschiedenis is heel veel ouder dan welke Europese macht ook.
Dat ze zich steeds meer als een echte macht beginnen te zien, blijkt ook uit recente geschiedenis-series op de Chinese staatstelevisie waar ze de geschiedenis van negen historische grootmachten presenteren om eruit te leren hoe China het moet doen wanneer ze zelf een wereldmacht zijn geworden. Ik gok nog het meest op een nieuwe fase waarbij ze zich gedragen als het Rijk van het Midden, in zichzelf gekeerd, bewust van zijn onoverwinnelijke kracht, van zijn aanzuigende macht, zijn immanentie tegenover de hele wereld. Directe '? ook militaire '? invloed op de randgebieden en volkeren en handelsinvloeden elders in de wereld.
Dit sluit aan bij Sloterdijks analyse van Rome en de vroege stedelijke culturen in Sferen:
II, 613:'?Het Romeinse voorbeeld is in dit verband bij uitstek illustratief.('?)
Waarom voor de stad Rome tijdens haar bloeiperiode de muurvraag zoal niet irrelevant dan toch van ondergeschikte betekenis bleef, laat zich niet simpelweg door de afwezigheid van reële militaire bedreigingen verklaren. Het Hannibal-trauma was eeuwenlang levendig genoeg om reden te zijn voor grote fortificatie inspanningen.('?) De manier waarop Rome zichzelf zag, namelijk als een in zich rustende, macht uitstralende stad, berustte op de voorstelling van een sacrosanct stadsplein dat Romeinen pomerium noemden en dat op zichzelf al alle eigenschappen bezat van een met numineuze voorrechten uitgerust, duidelijk begrensd immuun veld. Het pomerium was een magisch geladen territoriaal immuunsysteem, een ruimtelijk geheel waarvan de onaantastbaarheid in de verbeeldingskracht van iedere Romein onherroepelijk was ingekerfd. In dit pomerium krijgen het algemeen Romeinse grens- fetisjisme en de randtoverij hun scherpste gestalte. Dankzij deze verinnerlijkte idee van de stadspleingrenzen was het Romeinse stadsgebied in zijn geheel als een onuitwisbare aantekening in het kadaster van de hemelse goden gedeponeerd, aan de bevestiging waarvan een fysieke muur slechts een supplementaire bijdrage had kunnen leveren.
Het behoorde tot de eigenaardigheden van de Romeinse stadscultuur dat de grenslijnen van het pomerium tamelijk onopvallend waren en voor een vreemde nauwelijks waarneembaar zouden zijn geweest; als een soort niemandsland, een brede onbebouwde strook grond, omgaven ze de bebouwde stad, slechts aangeduid door een oude ploegvoor en door een smalle rij veldkeien gemarkeerd. Niettemin bezat deze linie voor de inwoners van Rome de rang van een ens realissimum '? ze gaf voor de doodgravers en de veldheren de grens aan waar hun competenties ophielden. Ze gaf de burgers van Rome het besef op een uitverkoren bodem, op moederlijk – sacrosanct terrein te staan. ('?)
Vanzelfsprekend mochten zich geen reguliere gevechtseenheden in het binnenste van het beschermde stadsdeel ophouden '? het Marsveld werd geacht buiten te liggen. In de door de Romeinen angstvallig instandgehouden voorrang van het civiele boven het militaire kwam de religieus gemotiveerde zorg tot uitdrukking de aan wapens ontleende macht uit het centrum van de burgerij te weren.
Dit immuun concept vindt zijn oorsprong in de Romeinse stichtingsmythen en hun neerslag in het sacrale ritueel. ('?)
Romulus had zijn broer doodgeslagen nadat deze over de eerste akkervoor – volgens andere overleveringen de rudimentaire stadsmuur – gesprongen was om de grondlegger van de stad te bespotten; deze zou na de daad plechtig verklaard hebben dat het in de toekomst iedereen zo zou vergaan die het zou wagen de Romeinse bodem te schenden. Op die manier is in het pomerium-concept ook het van een stichtingsmoord stammende taboe opgenomen. Het recht om te tornen aan het pomerium, ook al was het slechts met de bedoeling het uit te breiden of te versterken, was indachtig deze mythische grondslagen van de politieke ruimte strikt voorbehouden aan personen die als reà?ncarnatie van Romulus konden bogen op stichters kwaliteiten – en dat konden vooral diegenen die op militaire wijze de rijksgrenzen hadden verruimd. (Sulla, Caesar, Augustus, Claudius, Vespasianus, Hadrianus)
Dat de immunologisch de betekenis van de stadsbegrenzingen de puur militaire functies ver overtreft, kan ook veelvuldig worden geà?llustreerd aan de hand van de imperiale bouwwerken van buiten de Europese culturen. ('?)
Zoals overal in de ethiek van de hoogculturen gaat het hier om de poging de transfer van solidariteit en sympathievoorraden vanuit de kleine maatschappelijke eenheden van de horden- en de stammende tijd naar extreem inclusieve imperiale structuren te rechtvaardigen. Dit kan alleen worden uitgedrukt door premature fantasieën over de vijandloze en omgevingloze universele commune – in beelden van een universele samenleving zonder niet-leden.('?)
III,619: De coherentie van de archaà?sche stad vloeit voornamelijk voort uit de wedijver van de stadsbewoners om de inleving in de waarnemende God die in hun midden woont, maar die ze vrijwel nooit te zien krijgen. Zulke steden beschikken, zolang de koningsemanatie werkzaam is, over genoeg centripetale krachten, omdat bij hen het gemeenschappelijke tegelijkertijd het nabije-en-moeilijk-te-bevattende is; ze leven van de gewilligheid van functionarissen om zich door het manna van de hoge pool te laten opladen. Zoals men weet worden juist de archaà?sche klassenmaatschappijen niet zozeer bijeengehouden door repressie als wel door een voldoende brede verdeling van de kansen om te delen in het Majesteitsprivilege. Alle rijken, zowel de antieke als de moderne, berustte op de proliferatie van de kansen om de machtswellust te bevredigen.('?)
Resten van deze psychodynamiek zijn, ondanks of misschien dankzij het feit dat koningen hun politieke macht ontnomen werd, tot op de dag van vandaag virulent gebleven – zoals we kunnen opmaken uit de magnetiserende en hysteriserende effecten van het stardom en van de prominenten – klassen in de massamaatschappij. ('?)
De persoonlijke genius was, zoals we hebben gezien, een prototype van de complementeringsgeest, die samen met het individu een integere microsfeer vormt. Wees men alle burgers van de stad een gemeenschappelijke genius toe, dan konden de vele individuen in de stad zichzelf als de psychische tweeling van hun stadsgeest ervaren en de stadsgeest als intieme andere van iedereen. Zo’n psychopolitieke overbrenging van de structuren van de microsferische en macrosferische ruimtevorming maakte datgene mogelijk wat in de republikeinse gemeenschappen tot op de dag van vandaag gewoonlijk als gemeenschapszin of Concordia geprezen en bevorderd wordt – de dieptesolidariteit van de burgers, die tegelijkertijd een intieme en publieke gemeenschappelijke levensgrond lijken te bezitten.
Maar het zaait alleen maar kwaadaardige verwarring, wanneer hedendaagse zoekers naar de verloren gemeenschapszin de spoken van het Oud-Europese politieke holisme opnieuw laten opdraven om de actuele, individualistisch gecertificeerde maatschappijen aan een therapie te onderwerpen – want de geniën van de collectiviteit, die in vroeger tijden als metafysische basis moesten fungeren voor de coherentie van de burgers in de steden, zijn samen met oud- oriëntaalse en Oud-Europese stads- en rijkscultuur onherroepelijk ten onder gegaan, en niemand weet hoe een niet-fascistische renaissance van totalitaire heerschappij bewerkstelligd moet worden. '?
In de immense winkel van de befaamde Confuciustempel met erg mooie en zeer dure stukken wordt mij meegedeeld dat de prijsvoering het gevolg is van 'charity', het nieuwe mantra van de Chinese leiders, nu ook in de leer bij Confucius.
Charity hebben ze afgekeken van de gebruiken in de VSA, zoals zoveel van daar hier opgeld maakt. Zo is bijvoorbeeld het karakter voor schoonheid, Mei, het karakter dat ze ook voor de VSA gebruiken.
In dit geval zou de forse surplus voor charity naar de studenten gaan want de tempel was de oudste Confuciaanse school van Sjanghai.
Ik heb het maar gelaten, zoals we ook weigeren de eindeloze ellendige, onbeschofte, opdringerige bedelaars met of zonder kleine kinderen van onze charity te laten genieten. De Sheraton in Nanjing had zowaar automatisch charity aan de factuur toegevoegd, wat verwijderd diende te worden.
Van een fiere en zorgzame maatschappij is het hier op korte tijd een kwestie van charity geworden. Wie niet mee in de ratrace kan volgen, moet op zoek naar charity, in plaats van naar een heropvoedingskamp. Dat de partijleiders hier niet het schaamrood op de wangen krijgen, want precies datzelfde charity verhaal heerste 85 jaar gelden OOK in Sjanghai en elders in China. En kort daarna begon de revolutionaire opstand van de armen, de landlozen, de hongerigen, al diegenen die hongerden en dorstten naar gerechtigheid.
Oude vrouwen liggen op plastiek zakken geknield en buigen voortdurend smekend het hoofd tegen de grond om een muntje in een plastiek of kartonnen bekertje. Kleine kinderen kunnen alleen vragend hun hand ophouden.
Charity, gore klootzakken!
China's Gini coëfficiënt 0,45
Growth no cure for China’s wealth gap '? The Financial Times 21 November 2006
By Richard McGregor in Beijing
'?Hu Jintao, China’s president, who came to power in 2002 and is likely to win a second five-year term next year, has made narrowing the gap between rich and poor a centrepiece of his administration’s economic policies.
China, which had relatively even income distribution in 1980 when it embarked on market reforms, is now “less equal” than the US and Russia, using the Gini co-efficient, a standard measure of income disparities.
But the way to close this gap has been the subject of an intense and highly politicised debate in China, with many arguing that economic growth alone was the best way of addressing poverty, even if the results were uneven.
The fall in income for the poor cannot be explained by declining farm incomes, as food prices were rising at a faster rate than urban prices in December 2003.
Over the period that the study covers, inflation was low and in one year, 2002, negative.
Yasheng Huang, of the MIT Sloan School of Management, said that although the bank’s finding did not surprise him, he believed that poverty in China could be even worse.
He said the Chinese defined poverty at a level that understated the size of the problem, at about Rmb650 ($83) a year in income, equal to about five per cent of average per capita income, compared with the US benchmark of 12 per cent.
“The Chinese definition of the income threshold for poverty is set extremely low,” he said.
Rural residents were also forced to buy services, such as health and education, in the cities where they were much more expensive, he said.'?
Bridging the poverty gap 2006-10-09
According to a recent report of Xinhua News Agency, the Gini co-efficient, a key gauge of income disparity in which zero indicates complete equality while one indicates complete inequality, reached 0.45 in China in 2004, which has passed the internationally recognized danger level of 0.4.
The bottom 10 per cent of low-income earning families possess less than 2 per cent of total wealth while the top 10 per cent of wealthiest families own more than 40 per cent of the possessions.
BEIJING, 2006-10-01 Gone are those days when egalitarianism prevailed during the Chairman Mao era more than three decades ago. China has been experiencing rapid transitions since Deng Xiaoping launched reforms in 1978 to turn a planned economy into a market-oriented one and an agricultural society into an urban, industrialized one.
The Gini coefficient, a key gauge of income disparity in which zero indicates complete equality while one indicates complete inequality, reached 0.45 in China in 2004, which has passed the internationally recognized danger level of 0.4, as against Japan’s 0.25, Europe’s 0.32, and India’s 0.33, according to the United Nations 2005 Human Development Report.
The report also shows the poorest 20 percent of China’s population take home only 4.7 percent of total income or consumption while the top 20 percent account for 50 percent of total income or consumption.
The Times, 9 december 2006
In 2004, officials reported 74,000 mass incidents in China, up from 10,000 in 1994, with the number of participants rising to 3.8 million from 730,000.('?)
Resentment over the loss of farmland, corruption, worsening pollution in the vast countryside, arbitrary evictions by property developers and lay-offs by state enterprises in cities have galvanised the Chinese to take sometimes drastic action. ('?)
Li Baiguang, a lawyer who has taken up some cases of grievances, said that the situation for the party was critical. He told The Times: '?These are people who have nothing . . . they will stop at nothing.'?
He blamed local officials who implement policies aimed at boosting the local economy and improving their own image at the expense of the poor, because they knew that the system ensured they would move to a new job within three to five years: '?They simply leave the mess for the next man to sort out.'?
En nu de nieuwe dynastie van de rode keizers de macht eindelijk geconsolideerd hebben, moet de oude reactionaire bazenpoeper van een Confucius weer uit de mottenballen gehaald worden en niet alleen aan heel China als voorbeeld gesteld, maar ook in de rest van de wereld het imago van China op passende wijze kleuren.
Tegenstellingen in de megasteden:
mensen als gebruiksvoorwerpen boven en naast elkaar.
Doorheen de kleine overvolle en smerige straatjes met allerlei eetstalletjes waar ongedefinieerde onderdelen van dieren ter consumptie worden aangeboden, op zoek naar de grote moskee van Sjanghai, die een klein onooglijke gebouwtje blijkt te zijn, met forse bronzen platen waarop in het Chinees, Arabisch en Engels de gelovigen kond wordt gedaan dat het stadsbestuur en de leiding van het land toch zozeer investeert in de godsdienstbeleving van de islam in China.
Een paar kerels met een witte fez doen alsof ze iets voorstellen, en verder is het tobben en triest.
Alle wijken eromheen zijn in afbraak of omringd door hoge witte muren waarbij de openingen om het vee eruit te laten afgedekt worden voor het oog van de passanten met de traditionele blauw-wit-rood en hier dus ook nog groen- en geelgestreepte plastiek weefsels van onbestemde herkomst.
The Times December 09, 2006 China admits social unrest threatens party’s iron grip
Jane Macartney, Beijing
Riots in China are threatening the Communist Party's ability to rule, according to a policy document that seeks answers to the country's social unrest.
It is the first time that a partywide paper has asked how best to deal with rising public discontent and underscores the seriousness of the problem.
Demonstrations have been on the rise for several years as those who have lost out because of market reforms have taken to the streets to voice their discontent. Last year official figures showed that the number of protests, or '?mass incidents'?, averaged one every six minutes. In 2004, officials reported 74,000 mass incidents in China, up from 10,000 in 1994, with the number of participants rising to 3.8 million from 730,000.
A decision by the party to find ways to actively prevent such mass incidents '? made at its annual plenary session in October '? marked the first time a document sent out to party members had referred to how to deal with the problem, the official Xinhua news agency said yesterday.
In a rare commentary on the sensitive topic, the state-run Xinhua news agency said: '?The huge number and broad scope of mass incidents has become the most outstanding problem that seriously impacts social stability.'?
While the Ministry of Public Security said last month that such incidents had fallen by 22.1 per cent in the first nine months of the year, to 17,900, the party document emphasised that this was no time for complacency.
Resentment over the loss of farmland, corruption, worsening pollution in the vast countryside, arbitrary evictions by property developers and lay-offs by state enterprises in cities have galvanised the Chinese to take sometimes drastic action.
The commentary noted that some economic disputes had been politicised, while some had become increasingly violent and confrontational. Even a small mishandling of a protest could lead to bloodshed.
A major reason for the unrest was the progress of reform that has created a widening wealth gap between better-educated, entrepreneurial and white-collar urban residents, and farmers, migrant workers and the elderly, who find it increasingly difficult to cope with a swiftly changing society.
Zolang zo'n wijk niet onder de slopershamer gaat, worden er hoge muren omheen gezet. De verkoop van de luxe appartementen en kantoren mag immers niet lijden onder de stand der dingen bij de naaste buren.
Duizenden – volgens sommigen 5 miljoen op een bevolking van 20 miljoen – laaggeschoolde arbeiders voor de bouw hokken in prefabconstructies op de werven waar ze dag en nacht verblijven, tot ze een paar keer per jaar naar huis kunnen om aan hun gerief te komen, wegens Sjanghaise troostmeisjes veel te duur voor hun beurzen.
Het werkritme bovengronds is zeer matig bij de ploegen die de stoepen aanleggen. Leunend op hun schop wordt er vooral naar de passerende vrouwen geloerd. De bouwwerven zijn bij duisternis berucht om de frequente verkrachtingen van passerende vrouwen die intussen geleerd hebben de landgenoten uit de achtergebleven landelijke gebieden te mijden wanneer zij aan de slag zijn bij het oprichten van de falussen oor Sjanghai.
In de giftshops slaat de kerstwoede toe. Een enorm aanbod afgrijselijke parafernalia, die vaak door een stel lamlendige boeren met sigaretten in de mond worden geconstrueerd van een rol glitterdraad en stukken piepschuim. Na enkele uren knoeien wordt dat een reuze kerstboom: Handmade in China!
Nogal wat hoogbouw voor dure kantoren en winkels staat leeg of wordt oneigenlijk gebruikt zoals het enorme Shanghai Giftshop gebouw waar op 5 verdiepingen honderden winkeltjes personeel te slapen heeft, dan wel op internet zit te gluren of ook de breinaalden hanteert. Allerlei hele mooie doch nutteloze zaken die nu ook nog eens met de kerst kunnen gesleten worden aan de consument.
Door straten vol haar- en nagelwinkels waar die dames en vele anderen zich allerlei vlechten laten aanmeten, dan wel lange glinsterende nagelplaten laten opkleven, langs Halal eethuizen met veel succes aan een nieuwe moskee, naar het verschrikkelijke Plein van het Volk om mijn metro-taxikaart op te laden. In de oude atoomschuilkelders is het een drukte van belang voor legale en illegale verkoop van alles wat een mens maar bedenken kan in het kader van het eigen lijf en leden of het amusement voor klein en groot. De sectie nepjuwelen doet gouden zaken.
In afwachting van het concert van Yann Tiersen in de Sjanghai Concert Hall uit 1930 van ellende in Starbucks '? die van koffie in China een missie lijken te maken, althans onder de gegoede burgers die dan geleidelijk aan geà?miteerd kunnen worden door de minder gegoede maar veel talrijkere potentiële consumenten. Starbucks blijkt een soort rendez vous functie te hebben in Sjanghai. Er zitten brave dames te wachten op fijne heren, minder brave op blitse kerels die business bespreken. Maar naast mij snijdt een hoogzwangere haar kerstkaartjes uit sneeuwwit papier op een rode achtergrond. Een kind in het jaar van het zwijn, zal haar deel zijn. En het geluk dat erbij horen zal, straalt ze nu reeds uit. Veel zwangeren hebben iets Noord Koreaans qua outfit. De zwangerschapskledij hier lijkt een kopie van de traditionele Koreaanse dameskleding. Een brede jurk van onder de oksel met een grote strik op niveau en dan recht naar beneden tot aan de enkels, of wat hoger voor de frivolen onder hen.
Maar leuker is het meisje in minirok, zo mini dat er nauwelijks nog een rok te bespeuren is, wanneer ze gaat zitten. Wel slobberkousen om de onderbenen te warmen en glanzende lakschoenen. Een topje met trui zonder schouders en daarover een helrood met kunstbont gezoomd mouwloos jack. De haren voldoende ruim en laag vallend voor een mysterieuze blik in de Cosmopolitan en de Vision, dure glamourbladen die hier in Starbucks door dit soort dames wordt van buiten geleerd.
China's kledingscode is mij niet duidelijk. Het onderscheid tussen rijk en arm is duidelijk, ook dat tussen gemiddeld en arm en tussen arm en heel arm, nlk de bedelaars en zij die de vuilbakken afschuimen op zoek naar iets recycleerbaar langsheen de straten.
Maar wie nu bij wie hoort, aan de haarsnit of de kleuren van de kleiding, het soort laarzen, welke jeans bij wat soort mensen, is moeilijk te ontdekken. Voer voor kenners.
Overigens verwijst Starbucks klanten die ze ook allerlei dingen willen laten proeven, voor het toilet op straat naar het publieke gebeuren.
De Shanghai Concert Hall is een belevenis als gebouw waar ik drie ingangen diende te proberen eer de juiste zich bleek aan te dienen. Deftige toiletten in marmer uit de periode voor de grote slachtingen. De zaal heeft wat van een reusachtige Franse bonbonnière met ruime stoelen en veel plaats voor de benen. Yann Tiersen wordt ingeleid door de lokale Felice van de Franse club, want het is al Alliance Franà?aise wat hier de klok slaat, ook als de brave man in het Engels probeert te zingen. Hij kan een paar melodietjes opzetten, gebruikt met zijn groep vaak oneigenlijk instrumenten, strijkstok op gitaar, drumstok op gitaar, viool als cello, enz.
Enfin, niet te harden en ontgoochelend wegens aangekondigd als de man van de muziek van Amélie Poulain en Goodbye Lenin. Volle zaal, redelijk uit haar dak ondanks een derde Chinezen.
Nog snel met de metro naar South Shanghai Railway Station omdat ik gisteravond te suf was om de treintickets voor Hangzhou juist te laten dateren! Op Sinterklaas nog wel.
De brave mevrouw heeft alleen nog een plaats op de harde banken, en komt ons nog nagelopen met 20 Yuan wegens goedkoper!
De reflexieve natuur, bij mijn terugkeer naar Hangzhou.
Hangzhou, dinsdag 5 december 2006.
Vroeg op voor de trein van 8.20 uur en met een taxi naar metrostation lijn 1 Changshu Lu, waar de brave man mij fout heeft verstaan en vrolijk naar lijn 2 rijdt richting Jiangsu Lu. Leg dat verschil maar eens uit aan een Chinese man die geen Latijns schrift kan lezen als jezelf geen woord Chinees kent noch spreken kunt.
De wegenwerkers zitten onder hun plastiek zeilen naast het verkeer op ijzeren bedden hun boeltje bij elkaar te vouwen en stoken hun ochtendvoer warm met noodels, tussen de uitlaatgassen. Ze slapen dus bij 3-5 graden koude 's nachts buiten onder plastiek zeilen!
Eer ik het doorhad en het hem kon wijsmaken werd het Subway station Hengshan Lu, doch nog ruim op tijd in het Zuid station dat een gigantische rond gebouw is waaronder de treinen doorrijden en alle verkeer wordt rondgeleid, ook dat van de voetgangers, met dien verstande dat het op de groei is gebouwd en dus een derde nog niet open.
Ik word tegengehouden aan de kaartjescontrole, want mijn trein vertrekt van Shanghai Railway Station en niet van Zuid. Gelukkig is er een Engelssprekende jonge man uit Harbin, Heilonghian, die me helpt voor een nieuw ticket. Ik voel me een mier tussen de mieren in een ontzagwekkende termietenheuvel waar ik niet eens meer weet waar ik wezen moet en me dus laat drijven door de andere mierenstroom naar plaatsen waar platforms voor Hangzhou worden aangekondigd. Een heel lange trein met dubbeldekswagons en in 2 de klasse, of zachte banken, met vooral mensen met minder deftige kleding en veel mobilofoons en slechts een enkele laptop. De mobieltjes zijn hier de laptops van de minder rijken., de reclame op de tv schermen is fout voor het inkomensniveau en tussendoor draaien er filmpjes uit Brussel waar een idioot kereltje ballonnen doorprikt achter de rug van toeristen die de gebouwen staan te bekijken.
Het spuuglelijke maar niet minder reusachtige station in Hangzhou doorlopen op zoek naar het juiste loket voor het omwisselen van het ticket voor de terugreis die ook op 6 december was geboekt. Dat verliep gelukkig vlot. En dan bedenken dat er om het kwartier eindeloze treinen naar Sjanghai vertrekken die allemaal overvol zitten en iedereen een genummerde plaats wordt gegeven.
En ook hier rijden de treinen op tijd! Zoals destijds in Italië en Duitsland'?.
Met een debiele pseudo-toeristische bus naar West Lake waar ik géén fiets kon huren wegens allemaal te klein! Langs Hengfang Lu naar Fanggu Lu waar een klein stukje van de oude straten bewaard werd en nu een soort middeleeuwse winkel-wandel-eetstraat is geworden. Eerst langs lepreuze blokkendozen, vervallen hotelgevels, kantoorgebouwen die pakhuizen zijn geworden, een verkiezingspost voor het wijkcomité, een podium waarop een ridicule presentator tien mensen ondervroeg om te beslissen over hun kansen op een mooi appartement in een nog te bouwen zoveelste blok. Een immense porseleinmarkt onder zeilen, en een plakkaat van de stad in brons om te laten weten dat ze het daar goed vonden dat de burgers van Hangzhou en de bezoekers aan hun trekken zouden komen.
'Hemelse Wind over Wushan Heuvel'
Er is ongeveer niets meer over van de oude stad. Ergo alles is vervangen door enorme hoogbouw voor dik 6 miljoen mensen die wel allemaal aan de Oostzijde van het grote kunstmatige meer dat verder door drie reeksen heuvels is omzoomd. Dit is potentieel het allermooiste landschap dat ik ooit heb gezien. Ik niet alleen, want ook Marco Polo herkende dit als dusdanig, en toen was er nog geen hoogbouwstad!
De prachtige poëtische benamingen van de mooie plekken, van 1500 jaar geleden, grijpen je bij de strot: 'Wielewalen zingen in de wilgen', en ik heb ze effectief gehoord, alsmede een stel beo's in kooien die allemaal Niha, goeiedag stamelden naar de voorbijgangers. Breekbare bejaarden op banken over het meer uitkijkend terwijl prachtige westerse klassieke muziek uit de geluidskasten stroomt.
Bij mijn terugkeer naar Hangzhou – vijf gedichten.
Yuan Mei (1715 – 1797)
IV.
Van Hangzhous vele bezienswaardigheden
Roemt iedereen het Westmeer als het mooist.
Toen ik er was, was het een droge winter
En was het Westmeer kleiner dan gewoonlijk.
Ondanks de straffe wind zag je geen golven
Want slijk en modder toonden dikwijls planten.
Een meisje roeide ons in onze boot:
Na één bezoek had ik het wel begrepen.
Ik leerde weer de namen van de heuvels
En vergeleek de bouw der paviljoens.
De dag was somber door de dichte wolken,
Het landschap treurig door de kale bomen.
Wat ben ik anders dan een oude man
Die nogal laat door reislust werd bekropen?
Wanneer zo dikwijls koude stormen waaien
Zijn de genoegens van het zwerven klein.
Uit ‘Spiegel van de Klassieke Chinese Poëzie’
in vertaling van W.L. Idema
Op een golfkarretje gesprongen voor 40 Yuan om met en stel Chinese toeristen de toer van het meer te doen, 14 kilometer of zoiets!
Ik heb de 'Avondklok op Nanping Heuvel' niet gehoord, maar wel de 'Leifeng Pagode in de avondgloed' gezien.
De 'Dubbele heuveltoppen die de wolken doorbreken' doemden voor ons op als de zon de mist melkwit oplichtte. Toen we aan de noordrand kwamen, brak ze waterig en gelig door. De 'Herfstmaan over het kalme meer' heb ik niet gezien, maar wel de ' Kostbare stenen piek die drijft op een roze wolk'.
Over iedere hoek en kant is hier het voorbije anderhalve millennium een gedicht geschreven door poëten van wereldformaat.
Redelijk veel wandelaars en sportieve eenheden van het Rode Leger langsheen de waterlijn. Poepsjieke villa's, menigeen erg nieuw aan het water, ontvangsthuizen en hotels, de oude koopmans- en gildenhuizen zijn allemaal gerestaureerd tot café of restaurant.
In de zomer, voor '? en najaar is het hier zeer druk, nu nog net te doen.
Alle weersomstandigheden hebben iets speciaals in deze eeuwenoude creatie van mens en natuur. De oorspronkelijke zeearm verzande, dijken werden aangelegd en het meer werd 1500 jaar geleden uitgegraven. De bagger werd gebruikt voor de dijken waarop langsheen het water overal wilgenbomen hun blaadjes laten trillen op de wind die uit de nevels langs de bergen komt. Aan de oostkant zie ik in de verte achter de bergtoppen de gele zon ondergaan in talloze spiegelingen op het wateroppervlak tussen de bladeren in geel, rood en groen, met sampans die over het water glijden, zoals reeds eeuwenlang iedere avond hier op deze plek te zien is: de eeuwigdurende illusie van het continuüm, de tijdeloosheid!
Aan de rand van de nieuwe stad zitten duizend mensen te kijken en te luisteren naar de klassieke westerse muziek en Chinese stukken die een fonteinenspel begeleiden.
Op houten podia verder door zijn er dan weer honderden mayong aan het spelen of staan ze in bewondering naar de muzikanten en zangers of zangeressen te luisteren.
Hà?agen Dasz – naast een kersttafereel met reeën en pakjes, dennenbomen en sneeuw dat bewaakt wordt door de lokale politie tegen vandalenstreken - biedt schitterend ijs en koffie.
Op zoek naar een boekhandel bij de grootste van de stad terecht gekomen. Een enorm grootwarenhuis met het volledige gelijkvloers volgestouwd met werken over marketing, management en aanverwante 'rap rijk publicaties' doorgaans van de hand van Amerikaanse succesnummers en Chinese toppers. Om een fotoboek van Hangzhou te vinden zal het wachten worden tot Europa vrees ik. Het boekje dat hun toeristische afdeling te bieden had was zeer matig van foto en tekst in het Engels.
Ook hier honderden bezoekers die zonder meer de boeken aan het lezen zijn, staand, leunend, hangend, zittend.
Het wordt gokken of ik nog bijtijds het station kan halen wegens alle taxi's tijdens de avondspits bezet. De brave man die na een half uur dan toch stopt, kan ik nauwelijks duidelijk maken naar welk station ik wil gereden worden. In de stationshal zitten honderden bruine, arme mensen op hun bagagezakken in blauw-wit-rood die me aangapen alsof ze nog nooit een langneus gezien hebben. Zij wachten op de treinen naar het westen, voor een tijdelijke wip in hun dorp van herkomst en dan snel weer terug voor het beter betaalde slavenwerk in de bouw van Hangzhou.
Westlake was waarlijk een van de mooiste plekken die ik ooit heb gezien.
Het lijkt alsof de oude poëten en landschapsarchitecten toen reeds begrepen dat ze de rust in deze bijna onwerkelijke wereld dienden te koesteren om het bestaan temidden van massa's dicht op elkaar levende mensen met oorlogen, geweld, moord en brand te kunnen overleven.
Westmeer bij Hangzhou is een eeuwenoude droom op mensenmaat, een theaterscène op reuzenvoet, tegen de mistige heuvels waar de beroemde en zeer dure groene theeblaadjes voor de Drakenbronthee door tere vingers geplukt worden. Ik heb waarschijnlijk nooit iets gezien dat potentieel mooier was, in ieder seizoen, op ieder moment van de dag en de nacht. Reeds 1500 jaar geleden was Hangzhou een stad van formaat die met de productie van thee en zijde voor het volgende anderhalve millennium zijn plaats in het keizerrijk zou bepalen. Over het Westelijke Meer werden meer en langer gedichten geschreven dan over welk landschap ter wereld ook.
En ook heel mooie tekeningen van bergtoppen waar tempels door de mist opdoemen, watervallen de blik naar de spiegel van de maan leiden waar een filosoof of gevallen politicus op een bootje het heelal aanschouwt en de vissen voedert.
Een ander uitgangspunt dan de West-Europese traditie van de gevallen machten.
Hanne Vibeke Holst, Koningsmoord:
84. Als je niet kunt vechten, heb je in principe niets in de politiek te zoeken. Het is een rauwe en wrede wereld. Net als destijds in het dorp. Daar konden de zwakken immers ook niet overleven, wel? Die gingen eraan.
131. Hij kent Goethes Faust en Andersens sprookje De Schaduw. Hij weet dat als jij de macht hebt, de macht ook jou heeft. Hij kent het gevaar van de afhankelijkheid, hij heeft veel machtsjunkies in de goot zien belanden en hij heeft allang besloten dat hij niet als een van hen zal eindigen. Net als elke weekendgebruiker denkt ook hij dat hij kan stoppen als hij wil. Hij is niet verslaafd, hij hoeft geen lijntjes te snuiven om te voelen dat hij bestaat.
283. In de Deense politiek gaat het erom dat je je machtswellust zo min mogelijk laat zien. We doen alsof we de macht delen. Je moet beslist niet laten merken waar je op uit bent. Hoewel iedereen weet dat nummer twee per definitie wacht op het juiste moment om nummer één te wippen, om daarna zelf koning te worden. Net zoals iedereen weet dat nummer één van zijn kant uit alle macht alles zal proberen om de kansen van nummer twee te ondermijnen. Het is niet zo bloedig als in de tijd van Shakespeare, maar wee je gebeente als je betrapt wordt met bloed aan je handen.”
Duizend jaar gelden werden hier aan Westmeer te Hangzhou reeds de principes van het mensenpark gecultiveerd. Recent werden in Hangzhou Disney-achtige pretparken en toeristische attracties opgezet. China integreert vandaag haar ideologische visie op mensen in een park ten gronde.Duizend jaar gelden werden hier aan Westmeer te Hangzhou reeds de principes van het mensenpark gecultiveerd. Recent werden in Hangzhou Disney-achtige pretparken en toeristische attracties opgezet. China integreert vandaag haar ideologische visie op mensen in een park ten gronde.
Boomkens: 306. Globalisering gaat over de (her)inrichting én het behoud van het mensenpark.(Sloterdijk). Parken beheer je, je zorgt ervoor, je houdt het bij, soms breid je ze een beetje uit, je snoeit ze bij; parken zijn afhankelijk van continue zorg, van het continuà?sme waarover ik eerder sprak. Parken zijn ook de uitdrukking van een poging mens en natuur te verzoenen of met elkaar te confronteren. Zij zijn ‘reflexieve natuur’, hun bestaan en voortbestaan zijn het resultaat van een continue zorg van mensen omtrent hun leefwereld,
omtrent hun afhankelijkheid van die wereld en van de wijze waarop zij een rol in die wereld kunnen spelen. Meende Walter Benjamin dat politiek vooral werd bedreven in de antiekhandels (dat was het tijdperk van moderniteit en vooruitgang!), zo zouden we nu kunnen stellen dat politiek een zaak van botanisten en tuiniers is geworden.
Duizend jaar gelden werden hier aan Westmeer te Hangzhou reeds de principes van het mensenpark gecultiveerd. Recent werden in Hangzhou Disney-achtige pretparken en toeristische attracties opgezet.
China integreert vandaag haar ideologische visie op mensen in een park ten gronde.
Morgennacht huiswaarts, na dit afscheid van de wapenen.
Globalisering heeft ons bevrijd van de mythe van de maakbaarheid van mens en samenleving.
Sjanghai, Sinterklaas 2006
Nu ik kon uitslapen werd ik gewekt door een vrolijke boormachine in het appartementsgebouw.
De excerpten van het schitterende boek van Hanne Vibeke Holst, koningsmoord, ingevoerd en doorgemaild voor Dupslog: http://www.janvanduppen.be/?p=233
Dan naar de kapper. Die van mijn gastheer zat op Beijing Lu en deed het voor 30 Yuan. Ik steven het eerste 'salon' binnen waar een nog goed opgemaakte dame bereid is mij te knippen. Wanneer ik in een smoezelige stoel zit en merk dat de elektriciteit met draad en touw aan elkaar hangt, de spiegels bestaan uit een mozaà?ek van gebroken glas en klimop tegen de muren groeit, is het reeds te laat. Ik kan me mijn gastheer hier niet voorstellen.
Na enig protest ruilt de dame in een rossige pruik de tondeuse voor de schaar, ik kan nog net een klad 'wax' vermijden en wil haar 30 yuan bieden, waarop ze vraagt: 'massage?'. Daar had ik nou net niet echt veel zin in, dus het werd 10 yuan, een schijntje.
Jans kapsalon was vijf huizen verder en oogde treffelijk, met normale stoelen, twee rijen van drie en normale kapsters.
Het hele sjieke en dure winkelcentrum aan de Jin 'An tempel was om een enkele klant en veel verkoopsters na , compleet leeg, aan de vooravond van het grote nieuwe pakjesfeest. Hoe ze dat daar draaiende houden is mij niet duidelijk.
Een café adverteert met Belgian choclate koud of warm!
Binnen een vloot dames met laptops, heren die business bedreven – o.a. een zwarte man die aan een zwarte dame trendy interieurs van appartementen en burelen probeerde te slijten.
Tijd genomen om de Vision nu eindelijk eens zelf te spellen. Helemaal in het Chinees, behoudens de afgebeelde dames en heren. Slechts een enkele Chinese dame, alle andere menselijke wezens waren westerlingen, zij het met een chineserende look, mager, geen al te grote neuzen, kleine borsten, donkere tepelhoven, want flink wat halfnaakte dames.
Merkwaardig tijdschrift voor China!
Het afscheidsdiner bij Jeremy Leung in de Whampoa Club op 3 on the Bund was heerlijk, razend snel doch minuscuul van porties wat niet van de prijs kon worden gezegd. Een enorm restaurant in nep-art deco, met heel wat dure Chinese tycoons en expats in business. Steeds meer Franse chefs lijken hier voor anker te gaan. Er is duidelijk vraag naar Franse keuken met Chinese slag.
Het uitzicht op de rivier biedt gestaag passerende recameboten met reuzenschermen die de nieuwste snelle bolides en KFC in de verf zetten. De Aurora toren blijkt ook een smalbeeld scherm te zijn van honderden meters hoog.
Boomkens: 278. Kapitalisten mogen vaak democraten zijn, het kapitalisme heeft de democratie niet echt nodig om zelf succesvol te zijn. Vaak staan beide op gespannen voet: Chili, Panama, Singapore en China bewijzen dat vrije markten prima kunnen functioneren zonder democratische instituties. Zelfs de vrije markten op zich zijn geen levensnoodzaak voor kapitalistische ondernemingen; in vele gevallen streven zij er nu juist naar een zodanig monopolie te verwerven dat de zegenende werking van de markt uitgeschakeld kan worden.
292. Globalisering heeft ons bevrijd van de moderniteit, of van die ene cruciale moderne mythe: die van de maakbaarheid van mens en samenleving. Die mythe luidt niet zozeer dat de samenleving of het individu maakbaar zijn, maar dat die maakbaarheid afhankelijk is van een eenduidige procedure, methodologie of technologie, dat (uiteindelijk) één weg naar verbetering of vooruitgang werkelijk de beste of de meest juiste is, en dat het er voor alles op aankomt die weg te vinden. Dat is in laatste instantie niet eens een politieke mythe – die van het communisme bijvoorbeeld, of van welke andere totalitaire ideologie ook – het is uiteindelijk vooral een sciëntistische mythe, een mythologisch vertrouwen of geloof in die ‘ene’ wetenschap, die ene rationele of wetenschappelijke methode, die in staat is ’ de weg te wijzen’ , transparantie te bieden en ons ondanks alle tegenstellingen en conflicten, verwarring en kwade wil, een neutraal en onpartijdig uitzicht te bieden op waarheid, orde en recht.(...)
De weeffout in de mythe van de moderniteit bestaat eruit dat ze ons kluistert aan een hoop op eenheid, terwijl we zouden moeten leren leven met conflicten.(...)
Globalisering biedt ons vooral chaos, diversiteit, hybride identiteiten, instabiliteit, onzekerheid en daarmee de kans of de mogelijkheid er iets van te maken. De nieuwe wanorde is onze meest belangrijke politieke en culturele verworvenheid. Niet omdat de wanorde in moreel of politiek opzicht op zichzelf waardevol is, wel omdat zij de gelegenheid biedt om onszelf in te prenten dat de wetenschappers en de bestuurders ons geen totale transparantie of vrijheid te bieden hebben.
Gianni Vattimo, De transparante Samenleving: de toename van de mogelijkheid van informatie over talloze aspecten van de werkelijkheid maakt het feitelijk steeds moeilijker zich een enkelvoudige werkelijkheid voor te stellen. Wellicht is het zo dat in de wereld van de massamedia een voorspelling van Nietzsche uitkomt: uiteindelijk wordt de werkelijke wereld een fabel. De werkelijkheid is voor ons het resultaat van intersectie en contaminatie van de door de media verspreide veelheid van beelden, interpretaties en reconstructies, die onderling strijdig zijn en zonder een ' centrale' coà?rdinatie.
Mensen leiden vandaag steeds universeler een naakt leven, wij zijn homines sacri geworden, zonder enig recht, straffeloos te doden, waarbij niet eens als offer noch als slachtoffer een zin aan ons leven kan gegeven worden.
Wij zijn tot de status van vee gebannen, inclusief oormerken die als biomedische gegevens gestockeerd worden in chips op identiteitskaarten en binnenkort onder onze huid.
Als er vandaag de dag geen duidelijke figuur van de homo sacer meer bestaat, komt dit waarschijnlijk doordat wij allen virtueel homines sacri zijn.
De grote metafoor van de Leviathan, waarvan het lichaam is samengesteld uit de lichamen van alle individuen, moet volgens de Italiaanse filosoof Giogrio Agamben in dit licht gelezen worden.
Thomas Hobbes was fout wanneer hij midden de Engelse burgeroorlogen een contract of een verdrag als oplossing zag om de woeste natuurtoestand van een oorlog van allen tegen allen naar een geregelde staat te leiden. De burgers zouden afzien van hun recht op geweld tegen de andere in ruil voor rechtszekerheid en ordehandhaving.
Volgens Agamben is de ban de oorspronkelijke rechtspolitieke situatie, die het naakte leven en de soevereine macht samenbindt. Hobbes mythologeem van verdrag in plaats van ban heeft de democratie telkens tot machteloosheid veroordeeld als het er om ging het probleem van de soevereine macht aan te pakken. Verbanning is namelijk geen straf, maar een toevluchthaven tegen straf. De ban is de aantrekkings- én afstotingskracht die de twee polen van de soevereine uitzondering verbindt: het naakte leven en de macht, de homo sacer en de soeverein. Deze structuur van de ban moeten we leren herkennen in de politieke relaties en de publieke ruimtes waarin wij nog leven…Mensen leiden vandaag steeds universeler een naakt leven, wij zijn homines sacri geworden, zonder enig recht, straffeloos te doden, waarbij niet eens als offer noch als slachtoffer een zin aan ons leven kan gegeven worden.Wij zijn tot de status van vee gebannen, inclusief oormerken die als biomedische gegevens gestockeerd worden in chips op identiteitskaarten en binnenkort onder onze huid.Als er vandaag de dag geen duidelijke figuur van de homo sacer meer bestaat, komt dit waarschijnlijk doordat wij allen virtueel homines sacri zijn.De grote metafoor van de Leviathan, waarvan het lichaam is samengesteld uit de lichamen van alle individuen, moet volgens de Italiaanse filosoof Giogrio Agamben in dit licht gelezen worden.Thomas Hobbes was fout wanneer hij midden de Engelse burgeroorlogen een contract of een verdrag als oplossing zag om de woeste natuurtoestand van een oorlog van allen tegen allen naar een geregelde staat te leiden. De burgers zouden afzien van hun recht op geweld tegen de andere in ruil voor rechtszekerheid en ordehandhaving.Volgens Agamben is de ban de oorspronkelijke rechtspolitieke situatie, die het naakte leven en de soevereine macht samenbindt. Hobbes mythologeem van verdrag in plaats van ban heeft de democratie telkens tot machteloosheid veroordeeld als het er om ging het probleem van de soevereine macht aan te pakken. Verbanning is namelijk geen straf, maar een toevluchthaven tegen straf. De ban is de aantrekkings- én afstotingskracht die de twee polen van de soevereine uitzondering verbindt: het naakte leven en de macht, de homo sacer en de soeverein. Deze structuur van de ban moeten we leren herkennen in de politieke relaties en de publieke ruimtes waarin wij nog leven…
Wat is de ergste kwelling van de ballingschap?
En heel zwaarwegende is volgens Oedipus'zoon, Polyneikes:
'Geen recht te hebben op vrije meningsuiting, de parrèsia, het alles durven zeggen, de vrijmoedigheid'.
Zijn moeder Iocaste voegde eraan toe:
'Niet zeggen wat men denkt is slaafs gedrag'.
Vrijmoedigheid, het voornaamste kenmerk van aristocratische ethiek wordt door het democratiseringsproces gemeengoed in de vrijheid van meningsuiting. Dat gebrek aan vitaliteit zal de Chinese heersers ongetwijfeld zuur opbreken. Wei Jingsheng publiceerde de eis van de vijfde modernisering, die van de democratie, in 1979 wat hem vele jaren gevangenschap opleverde. Die democratisering is vandaag onder de mat geveegd met een schitterende belofte van morgen wordt alles beter, zeker voor de gewone Chinees die de CCP aan de macht heeft gebracht, met een geraffineerd politieapparaat, met bijna sluitende internetstaps, met een Great Fire Wall en vooral met een razend snel en hard optreden tegen alle dissidentie die dreigt succes te kennen.
De huidige Chinese leiders zullen hier niet in slagen.
The Chinese Communist party, despite local piecemeal experimentation, is repeating the mistake of the Confucian imperial system. It is the lack of independent scrutiny and accountability that lies behind the massive waste of investment and China’s destruction of its environment. The reason so few people can name a great Chinese brand or company, despite the country’s export success, is that there are none. China needs to build them, but doing that in an authoritarian state is impossible. In any case, more than 55 per cent of China’s exports, especially high-tech ones, are made by foreign firms'?another sign of China’s weakness. http://www.prospect-magazine.co.uk/article_details.php?id=8174 Will Hutton is author of '?The Writing on the Wall: China and the West in the 21st Century,'? published in January by Little, Brown – Meghnad Desai is a former director of the Centre for Global Governance and an emeritus professor of economics at the LSE. He is also a Labour peer.
Over Sjanghai verscheen lang geleden een bijzonder boeiend boek van André Malraux ‘La condition humaine’ waarvoor hij in 1933 de Prix Goncourt kreeg. Malraux werd later enkele keren minister in de regeringen van de Franse president De Gaulle.
'La Condition humaine' situeert zich in 1927. Op het ogenblik dat de Kwo-Min-Tang van Chang-Kai-Tsjeck voor Sjanghaà? staan. In de stad proberen communistische jongeren een opstand te forceren om hem te helpen de stad te veroveren. Maar uiteindelijk zal Chang-Kai-Tsjeck kiezen voor een compromis met de autoriteiten van de stad. De jongeren voeren dus een zinloze revolutionaire strijd en zullen op een gruwelijke manier gedood worden.
Tegen deze achtergrond stelt Malraux de vraag naar vervreemding, de zin van solidariteit, de dood en de menselijke waardigheid: « Lentement empli du long cri d’une sirène, le vent qui apportait la rumeur presque éteinte de la ville en état de siège et le sifflet des vedettes qui rejoignaient les bateaux de guerre, passa sur les ampoules misérables allumées au fond des impasses et des ruelles ; autour d’elles, des murs en décomposition sortaient de l’ombre déserte, révélés avec toutes leurs taches par cette lumière que rien ne faisait vaciller et d’oà? semblaient émaner une sordide éternité. Cachés par ces murs, un demi-million d’hommes : ceux des filatures, ceux qui travaillaient seize heures par jour depuis l’enfance, le peuple de l’ulcère, de la scoliose, de la famine. Les verres qui protégeaient les ampoules se brouillèrent et, en quelques minutes, la grande pluie de Chine, furieuse, précipitée, prit possession de la ville. » (p.19)
‘Un dieu peut posséder, continuait le vieillard avec un sourire entendu, mais il ne peut conquérir. L’idéal d’un dieu, n’est-ce pas, c’est de devenir homme en sachant qu’il retrouvera sa puissance ; et le rêve de l’homme, de devenir dieu sans perdre sa personnalité'?’ Il fallait décidément coucher avec une femme. Ferral partit. » (p.186)
Maar zeer merkwaardig is de steeds grotere nadruk die gelegd wordt op de rol van China als wereldmacht die haar macht ook effectief moet uitoefenen over heel de wereld, via haar handelskapitalisme, maar de wijze woorden van de Grote Voorzitter in het achterhoofd '? De macht komt uit de loop van het geweer '? wordt er ook intens gesleuteld aan haar militaire macht.
Een eindeloze historische TV reeks over de 'Rise ande the fall of the great powers of the world' heeft de Chinese mens voorbereid op de problemen die er kunnen rijzen om een grootmacht te worden en vooal te blijven. Historisch beschouwde het Rijk van het Midden enkel haar perifere buurlanden als wingewesten en de rest van de wereld als barbaren. Vandaag lijkt daar mede door de globalisering een stijlbreuk te ontstaan. Chinese leiders beschouwen zich als het Rijk van het Midden nog steeds als de emanatie van de macht zelf, zij het dat die nu over de hele wereld moet erkend worden.
Dat kan problemen opleveren, thuis en elders, die alleen te vuur en te zwaard oplosbaar zullen blijken. Het partij adagium van 'harmonie' en 'wederzijds voordeel ' berust nu op 'continuà?teit' en het afwijzen van iedere verstoring van de geoliede orde. De Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki kreeg na de liefelijke vrijagetop tussen China en de Afrikaanse grondstoffenlanden reeds een oprisping van maagzuur waar hij de rode kameraden verweet uitsluitend oog voor de grondstoffen te hebben in Afrika.
En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend.
Pablo Neruda, Canto General.
Vluchten kan niet meer.
Houd elkander
bij de hand
in de ochtendschemer '?
Jan Van Duppen, Sjanghai '? Nanjing '? Hangzhou '? Turnhout, november '? december 2006
3 februari 2008 at 22:40
[...] Verbeek maakte als jonge Nederlandse regisseur een Chinese film over Shanghai, de stad der wonderen. Er is geen stad in de wereld waar zekerheden in leven, werken en sterven zo snel veranderen. Jonge [...]