vrt deredactie.be blog: Nederland kiest meer dan gemeenteraden.
Op 19 maart vinden in Nederland gemeenteraadsverkiezingen plaats. De bevolking wordt dan gevraagd beleidskeuzes duidelijk te maken op gemeentelijk niveau. Sinds de ’participatiemaatschappij’ van de paarse regering-Rutte II steeds meer bestuurstaken van het rijk delegeert naar het lokale niveau, lijkt dit voor de inwoners van de Nederlandse gemeenten steeds belangrijker.
Gelieve niet met de bestuurder te spreken
En toch daalt de opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen gestaag. In 1998 bracht nog 60 procent van de stemgerechtigden een stem uit. In 2010 was het nog maar 54 procent. Nochtans moest na de moord op Pim Fortuyn in 2002 en het succes van de ’Leefbaar-partijen’ koste wat kost de kloof tussen bestuur en burger gedicht worden. De democratische betrokkenheid van de kiezers zou immers verdere populistische avonturen voorkomen.
Maar politieke partijen hebben het alsmaar moeilijker met het vinden van valabele kandidaten. Gemeenteraadslid is reeds lang geen eerbare gemeenschapstaak meer. Raadsleden worden behandeld als stemmachines voor het college van burgemeester en wethouders én het ambtelijk apparaat.
Sinds het boek ’Niet met de bestuurder spreken’ van Gerard van Westerloo uit 2005 lijkt het alleen maar erger geworden. Deze gerenommeerde Nederlandse journalist onderzocht van 1984 tot na de opkomst van Pim Fortuyn de Nederlandse bestuurscultuur op nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Hij onthulde hoe sterk het ’ons kent ons’ politici, woordvoerders, lobbyisten en journalisten verbindt. Onderlinge belangenvermenging zorgt bovendien voor een verambtelijking van de politieke besluitvorming.
Verkozen politici komen vooral uit (semi-)overheidsdiensten: overdag gemeenteambtenaar en na de werkuren lid van het provinciebestuur.
Verstrengeling leidt makkelijk tot corruptie
Dat zo’n verstrengeling van ambtenarij en politiek problemen geeft, blijkt onder meer uit de 130 corruptiezaken die jaarlijks uitgezocht worden en waarvan de helft strafrechtelijk wordt vervolgd. Op het niveau van de deelgemeenten in Rotterdam en de stadsdelen in Amsterdam bleek wel vaker cliëntelisme aan de orde bij het toekennen van (bouw)vergunningen. Ook al werd het bestuursniveau van deelraden opgericht om de politieke besluitvorming dichter bij de burger te brengen, met deze verkiezingen wordt het opgeheven.
Toch is de inzet van de gemeenteraadsverkiezingen niet gering. In Nederland fuseren gemeentes gestaag tot grotere entiteiten die steeds meer taken toebedeeld krijgen: infrastructuur, openbare ruimte en bouwvergunningen, veiligheid, cultuur, monumentenzorg, ouderen- en jeugdzorg.
Meer doen met minder geld
Sociaaldemocraten waren ruim een eeuw lang pleitbezorgers van een gelijkheidsprincipe dat via de centraliserend kracht van het rijk diende gepropageerd en gegarandeerd aan al wie in Nederland woont. In dit centralisatieproces werden steeds meer bevoegdheden naar een hoger bestuursniveau getrokken. Met als gevolg een steeds hogere kostprijs voor de toepassing van zo’n gelijkheidsbeginsel.
Met de paarse regering-Rutte II stappen nu ook de sociaaldemocraten af van hun verzorgingsstaat voor een ’participatiesamenleving’. Zoveel mogelijk zorg wordt nu aan de laagst mogelijke bestuursniveaus overgelaten.
Dat heeft heel wat consequenties voor de burgers en zeker ook voor hun verkozen bestuurders. Zij mogen meteen uitmaken waaraan krimpende gemeentelijke inkomsten nog besteed zullen worden.
In enkele gemeenten werden wegens nieuwe fusies vervroegde verkiezingen georganiseerd. In Alphen aan de Rijn (106.000 inwoners) werd bestuurlijk de toon reeds gezet met ‘Daadkracht dichtbij’. Dit bestuursakkoord van de centrum-rechtse coalitie stelt dat de daadkracht in de toekomst uit Alphen zelf moet komen, ook bij de geplande bezuinigingen van 10 miljoen euro waarvan 1 miljoen op cultuur (Bibliotheek, cultuurhuis, bioscoop, muziekschool).
Zorg voor probleemjongeren
Naast ouderen- en thuiszorg krijgen de Nederlandse gemeenten nu ook jeugdzorg op hun bordje. Met 15 procent minder geld moeten de gemeentebesturen kinderen met psychische problemen, verslaving, mishandeling opvangen. Een vijfde van hen denkt dit niet aan te kunnen. Bij het inkopen van ’zorg’ – zo gaat dat op de markt van welzijn en geluk – zullen harde noten gekraakt worden. Met preventief ingrijpen hopen de gemeenten zware kosten in de jeugdzorg te voorkomen.
Maar volgens Kinderombudsman Marc Dullaert is er een groep van maar liefst 200.000 kinderen met problemen waaraan niets te voorkomen valt: ’Als je zwaar autistisch bent of zwaar gehandicapt, dan helpt preventie niet.’ Intussen staan veel instellingen voor jeugdzorg op omvallen omdat in afwachting van een nieuw gemeentebestuur en beleid geen zorg-contracten meer verlengd worden.
Zorg voor dementerende bejaarden
Tot overmaat van ramp krijgen dezer dagen bezorgde burgers ook nog te verwerken dat binnen afzienbare tijd een eenvoudige bloedtest kan uitwijzen of iemand binnen de komende drie jaar zal dementeren. En dat zelfs met een betrouwbaarheid van ruim 90 procent, aldus onderzoekers van het Georgetown University Medical Center in Washington DC. Bij vroege opsporing van alzheimer zal dan het ziekteproces vertraagd of gestopt kunnen worden.
Gelukkig verscheen in dezelfde week in het Nederlandse artsentijdschrift Medisch Contact – en niet in de kranten – een interview met de Amerikaanse hoogleraar neurologie Peter Whitehouse, die reeds enkele jaren probeert duidelijk te maken dat dé ziekte van Alzheimer niet bestaat.
Whitehouse deed sinds de jaren tachtig onderzoek naar geneesmiddelen om dementie te vertragen. Met veel commercieel maar weinig therapeutisch succes.
Alzheimer is een mythe
In 2008 lanceerde hij met ’The Myth of Alzheimer’ een scherpe aanval op de medicalisering van dementering wat in wezen een onderdeel van het verouderingsproces is: ‘Ik heb voor de farmaceutische industrie gewerkt, ik heb hersenen bestudeerd onder de microscoop, en tegelijkertijd ben ik al dertig jaar lang dokter en zie ik al dertig jaar patiënten met dementie en geheugenproblemen. Ik geef toe: het heeft even geduurd voordat ik besefte dat de industrie me ervan wilde overtuigen dat medicatie de oplossing zou zijn voor de ziekte van Alzheimer. Maar dat is niet zo. Want dé ziekte van Alzheimer bestaat niet. Het is een mythe. Het ziekteconcept is geen eenheid. Er is niet eens een welomschreven pathologisch substraat. Biomarkers hebben geen zin als er geen therapie is. Behoudens bij jonge mensen is dementering een veroudering van het brein.’
Veel betrokken onderzoekers naar dementie durven dit volgens de professor neurologie van de Case Western University in Cleveland enkel binnenskamers erkennen omdat ook hun financiering afhankelijk is van de handel in angst en valse hoop.
Samen met zijn vrouw heeft Whitehouse veertien jaar geleden in Cleveland de ‘Intergenerationele School’ opgericht. Ouderen met dementie en kinderen in de leeftijd van 8 tot 15 jaar ontmoeten elkaar en vertellen verhalen. Dat blijkt intussen ook op verschillende andere plaatsen beter te werken dan medicijnen.
“Van alle politieke ideeën is de gevaarlijkste wellicht het verlangen om mensen volmaakt en gelukkig te maken. Elke poging om de hemel op aarde te brengen heeft naar een hel geleid” .Karl Popper.