knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

vrt deredactie.be blog: In de vlucht ligt ons heil

18 augustus 2014

In de vlucht ligt ons heil


Fietsreis naar Rome en terug, zevende en laatste deel 

Kathedraal Rouen

Van vroegere fietsreisen naar verre zuidens herinner ik me vooral het mededogen van schaduw onder bomenrijen langs Franse wegen en kanalen. Italië levert een fietser genadelozer over aan zon en hitte. Maar nu viel me nog een ander verschil op: dat van kerken en kathedralen.



Kindertreinen


Het laatste deel van mijn fietsreis naar huis vanuit Rome door Frankrijk begon moeizaam. Wegens technisch falen van de krachtsensor in mijn Bion X elektrische motor, viel mijn terugtocht langs de westelijke Santiago-route in het water. Het afkicken van mijn opgebouwde voorraad mentale adrenaline verliep digitaal lezend tijdens een dag treinen in een kindvriendelijke wagon van de Franse spoorwegen. In Cahors begint het ’s ochtends vroeg met moeders die op het voltapijt met kussens graag behoedzaam en ingehouden de vaardigheden van hun kroost vergelijken. Enkele uren verder korten vaders de tijd met een quiz over Frankrijk, het land en zijn verleden. De lange trein naar Parijs raakt alsmaar voller. Het va-etvient van ouders met kinderen gaat goed tot voorbij Chateauroux, waar plots op volle snelheid een jonge kerel met hoog opgeschoren schedel en paardenstaart begint te roepen naar een conducteur dat er een deur openstaat. Met het rennen van treinbegeleiders door de gangen stijgt de spanning in het kindercompartiment. Kindjes worden opgehaald of bijgestaan als de trein een noodstop maakt. ‘Voor onze veiligheid’, wordt meegedeeld. ‘Dat is hier altijd hetzelfde!’, roept een boze vader.

Tien minuten duurt de procedure eer de trein weer rijdt. De zuiderse schone van een eind in de twintig naast mij slaapt er doorheen, tegen het raam geleund met op haar knie ‘Voyage au bout de la nuit’ van Louis-Ferdinand Céline. Voorbij Orléans ruimen de pedagogische spelletjes, quiz en biofood plaats voor koekenvingers met chocopotjes, autootjes en poppen. Dan is er beduidend meer lawaai. Kinderen worden vanaf hier nog enkel begeleid door moeders, luid en druk bezig met hun mobieltjes. Een enkel kind heeft ook zo’n spelletje.




Onderwijs


Frankrijk heeft een grote traditie van leerrijke straatnamen. In arbeiderswijken van vroeger en later dragen scholen en straten de namen van wie tot voorbeeld gesteld werd voor de jeugd en hun ouders van toen. Een meisjesschool heet vaak ‘Marie Curie’ soms zelfs ’Marie Sk?odowska-Curie’ en een jongensschool ‘Paul Bert’, wegens wetenschapper en minister van nationale opvoeding, ook bekend om zijn antropologische rassentheorieën. Zijn tijd- en ambtgenoot, Jules Ferry, zag de school evenwel als een afgesloten ruimte waar dé cultuur werd overgedragen. De school was voor hem geen aanhangsel van het gezin, geen marktkraam en geen hulppost van de regering. De maatschappij werd er op afstand gehouden. Op school kreeg het kind de kans de wereld te ontdekken zonder dwingende banden van gemeenschap of familie. Kom daar tegenwoordig nog eens om, niet alleen in Frankrijk.

Tot dertig jaar geleden sluimerde in ons nog een alreeds tanend verlangen van een wereldwijde ’tabula rasa’ om de eindeloze beeldenstroom aan ellende, honger, ziekte en oorlogen uit te roeien. Missionair zouden we alles veranderen en verbeteren. Revolutionair stond toen nog voor ideële zuiverheid en gelijkheid. Maar wie nieuwsgierig bleef lezen en twijfelen kon met scha en schande leren. De reëel bestaande solidaire hemel bleek een bordkartonnen hel, ook voor kritisch gelovigen.

Alleen rotverwende jongetjes en kinderlijk gelovigen blijven illusies koesteren dat de wereld van hen is, of het minstens worden zal in het ware geloof. ”Die verlichte geesten kloppen zich op de borst omdat ze de oude vooroordelen van zich afschudden, terwijl die juist ‘de algemene bank en het kapitaal van naties en eeuwen vormen, en ze hun scherpzinnigheid beter zouden gebruiken om de verborgen wijsheid ervan te ontdekken’; in hun strijd voor de Verlichting vergeten ze hun licht op te steken bij de traditie. Ze denken hun intellect te bevrijden van allerlei ouderwetse ideeën, terwijl ze zich juist een schat aan inzicht ontzeggen.” (Alain Finkielkraut, Ongelukkige identiteit).




Deus sive natura


Zelf kunnen we alleen maar dankbaar zijn tegenover mensen die de waanzin die in ieder kind sluimert, ondermijnen door de manier waarop ze ons bevroegen. Gebod en verbod zijn meestal verkeersregels. Twijfel daarentegen start denkprocessen waarmee iemand zich kan bevrijden van de angst in het bos waar het licht spookt met schaduwen en niets is wat het lijkt.

Ook vandaag groeit offerend geloof in gemanipuleerde beeldverhalen uit blinde verontwaardiging. Cynische betrokkenheid beschermt beter tegen verlammende ontgoocheling. Het verrast me na zoveel bezoeken aan kerken en kathedralen in Noord en Zuid-Europa dat ik pas nu het wezenlijke verschil herken tussen de heldere open ruimte in zaalkerken of basilieken en de verraderlijke schemering der pilaren in verlichte gotiek. Kerken veranderen van gebedshuizen waar de gemeenschap van gelovigen de dienst uitmaakt in een hoogstammig woud waar licht speelt met schaduwen van bogen en pijlers. Op ieder uur van de dag en de nacht, in iedere hoek of kant, van op elke denkbeeldige of reële plek is het beeld veranderlijk. Deze kathedralen zijn de vertegenwoordigers van het bos in de stad, zoals de natuur vol vragen zonder antwoorden, vol klank zonder woorden. ’God oftewel de natuur’ nodigt minstens naar vorm uit tot kritische twijfel. Angst voor onzekerheid kan je er leren hanteren. Het heeft iets van ’De anatomie van energie’ uit 2014 van Fik Van Gestel.




Fik Van Gestel



Leven is bewegen


Je hebt alleen de weg en het ritme. Al fietsend leer je hoe leven bewegen is op een ritme met een onduidelijk begin en een onzeker einde. Ook als het misloopt of je fietsplanning vastloopt door een ontgoochelend technisch defect. Routine houdt je op dreef en trekt je doorheen lastige en ellendige periodes wanneer een subjectieve tijdservaring lang en drukkend kan wegen. Op weg naar een onzekere toekomst kan je die door ritmische afstanden steeds beter ontwaren. Zo helpt de routine van de tijd ons subjectieve en objectieve afstanden hanteren. Ik herkende het bij mijn thuiskomst op Fik Van Gestels ’Afstanden’ uit 2003 in de Turnhoutse Warande.




Fik Van Gestel



De schaduw van bomen of palen streelt ritmisch ’de eenzame fietser die kromgebogen over z’n stuur tegen de wind zichzelf een weg baant’ naar een onduidelijk einde. ’In Fuga Salus – In de vlucht ons heil’ is de wapenspreuk van Turnhout. Een aanmoediging om te vertrekken, een pragmatische reflex, niet alleen voor het hert in het wapen van de stad.

Maar finaal keren velen van ons vaak terug naar waar we ooit vertrokken. Ondertussen heeft daar ook het ritme van de tijd huisgehouden op straten en pleinen en in het aangezicht van de mensen.




Afscheid


Na vijf jaar bloggen ruim ik hier graag plaats voor wie na mij komt. Het was me als huisarts in ballingschap te Rotterdam een genoegen om de paar weken verslag te doen van lach en traan en twijfel bij onze noorderburen in de zwoele Zuidkant onder de Maas.

Het ritme hield me al die tijd bij de les en hielp me zoeken naar de wereld achter de schijn. Ik bedank graag iedereen die de voorbije jaren een teken van leven en lezen gaf.

Wie leest die leeft,
wie schrijft die blijft,
toch voor even,
vrij van de tijd.



Reacties graag naar mailadres.