knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

F.M. Dostojewski, Aantekeningen uit het ondergrondse

18 februari 2007

 

F.M. Dostojewski, Aantekeningen uit het ondergrondse. – vertaling Monse Weijers – Athenaeum-Polak & Van Gennep Amsterdam 2006.

Fascinerende bespiegelingen in een prachtige vertaling voor muizen en mensen van vandaag en morgen.

Ietwat beklemmend hamert de auteur in 1864 (!) deze filosofische bespiegelingen over de mens en zijn verhouding tot de wereld om hem heen in het hoofd van de lezer. Destijds werd het al eens vertaald als ‘Aantekeningen uit het souterrein’. Het is een sleutelwerk in zijn oeuvre. Hij gaat hier op verassend heldere manier tekeer tegen het maakbaarheidsideaal en de maakbaarheidsideologie, die pas 53 jaar later de macht zou grijpen in Rusland.

Dostojewksi omschrijft reeds het ideale zelfbeeld van de retortenmens uit het reeel bestaande socialisme: het zelfbeeld van een muis! Zeker in het poezenparadijs.

Rede en verstand volstaan immers niet voor menselijk geluk en vrede.

http://www.groene.nl/1996/13/ms_nabok.html

http://nl.wikipedia.org/wiki/Aantekeningen_uit_het_ondergrondse

 

13. Ik kon niet alleen niet boos, ik kon helemaal niets worden: kwaadaardig noch goedhartig, een schurk noch een fatsoenlijk man, een held nog een insect. Ik breng nu de tijd door in mijn hoekje en terg mezelf met de bittere en schrale troost dat er uit een intelligent man in ernst nooit iets kan worden en dat alleen een domoor het tot iets zal brengen. Ja, heren, een intelligente negentiende-eeuwer is zedelijk verplicht een uitgesproken karakterloos iemand te zijn; een man met karakter, een doener daarentegen hoort een bij uitstek geborneerd iemand te zijn. Zo denk ik er al 40 jaar over. Ik ben nu 40, en dat terwijl 40 jaar al een hele leven is; dat is immers de hoogste ouderdom. Langer dan 40 jaar leven, dat is niet netjes, dat is vulgair, immoreel. Wie wordt er ouder dan 40 – antwoord daar eens eerlijk en oprecht op. Ik zal het u zeggen: gekken en boeven. Ik zeg dat alle grijsaards recht in hun gezicht, al die eerbiedwaardige grijsaard, al die zilverharige, geparfumeerde grijsaards. Ik zeg het de hele wereld in haar gezicht. Ik heb het recht om zo te spreken omdat ikzelf 60 zal worden. 70 zal worden. 80 zal worden!....
Wacht! Laat me op adem komen…

19. Welnu heren, juist zo’n spontaan iemand beschouw ik dan ook als de echte, normale mens, zoals onze lieve moeder natuur zelf hem wilde zien toen ze hem vol liefde ter wereld bracht. Zo iemand benijd ik dermate dat de gal mij overloopt. Hij is dom, daarover ga ik niet met u in discussie, maar misschien moet een normaal mens wel dom zijn, wie zal het zeggen? Misschien is dat zelfs wel erg mooi. En ik ben temeer overtuigd van de juistheid van deze, laten we zeggen, verdenking, omdat als we bijvoorbeeld de tegenpool van de normale mens nemen, dus de mens met een verhevigde bewustzijn, die natuurlijk niet is voortgekomen uit de schoot der natuur, maar uit een retort (dat is al bijna mysticisme, heren, maar ik verdenk hem ook daarvan), dan doet de retortenmens in die mate onder voor zijn tegenpool dat hij zichzelf met heel zijn verhevigd bewustzijn, consciëntieus als hij is, ziet als een muis en niet als een mens. Een muis met een verhevigd bewustzijn, toegegeven, maar toch een muis; terwijl die ander een mens is, met alles wat daarbij hoort. En de hoofdzaak is dat hij zichzelf als een muis ziet, uit eigen beweging; niemand vraagt hem daarom, en dat is een belangrijk punt.

37. Maar de mens is zo verslingerd aan systemen en aan abstracte gevolgtrekkingen dat hij bereid is de waarheid bewust te verdraaien, bereid is om ziende blind en horende doof te zijn, alleen om de juistheid van zijn logica aan te tonen. (...)
Beschaving ontwikkelt in de mens alleen een veelzijdige gevoeligheid…en verder absoluut niets. En via de cultivering van die veelzijdigheid komt het misschien nog wel eens zover met de mens dat bloedvergieten hem genot verschaft. Dat is immers wat er nu gebeurt! Hebt u opgemerkt dat de meest verfijnde bloedvergieters bijna zonder uitzondering hoogst beschaafde heren waren, bij wie Atilla of Stenka Razin  en dat soort lieden niet in de schaduw kunnen staan, en als ze niet zo in het oog springen als een Atilla of Stenka Razin, dan komt dat doordat je ze al te vaak tegenkomt, doordat ze al te gangbaar zijn geworden, zich niet onderscheiden van de rest. In ieder geval is de mens, zo hij al door de beschaving bloeddorstiger is geworden, dan toch op een gemenere, stuitender manier bloeddorstig  geworden dan vroeger. Vroeger zag hij het bloedvergieten als een rechtmatige daad en liquideerde met een gerust geweten wie dat in zijn ogen verdiende; tegenwoordig echter beschouwen wij het bloedvergieten wel als iets walgelijks, maar gaan ondertussen rustig door met die walgelijkheid, zelfs meer dan vroeger.

44. Maar ik zeg u voor de honderdste keer: er is maar één reden, maar één, waarom de mens opzettelijk, welbewust iets kan wensen dat zelfs schadelijk is, iets stoms, zelfs iets ontzettend stoms, en wel om het recht hebben zichzelf iets te ontzettend stoms toe te wensen en niet gebonden te zijn door de verplichting alleen verstandige dingen te willen. Want dit ontzettend stomme, want die gril van hem, heren, kan werkelijk het voordeligst zijn van alles op aarde voor een van ons, voor een bepaalde gevallen. En het kan met name voordeliger zijn dan dan alle andere voordelen, zelfs in het geval dat het ons duidelijk schade berokkent en in tegenspraak is met de meest nuchtere overwegingen van eigenbelang, omdat het in ieder geval in stand houdt wat het voornaamste en dierbaarste voor ons is, namelijk onze persoonlijkheid en onze individualiteit. Sommigen beweren dat dat inderdaad het kostbaarste goed is van de mens; de wil kan natuurlijk, desgewenst, ook samengaan met de rede, vooral als er geen misbruik maar een gematigd gebruik van wordt gemaakt; dat is nuttig en soms zelfs prijzenswaardig. Maar de wil is het heel vaak, en zelfs meestal, volledig en hardnekkig oneens met het verstand en…en…en weet u dat ook dit nuttig en soms zeer prijzenswaardig is?

49. U wilt bijvoorbeeld de mens zijn oude gewoonten afleren en zijn wil corrigeren in overeenstemming met de eisen van wetenschap en gezond verstand. Maar hoe weet u dat het niet alleen mogelijk, maa ook nodig is de mens zo te veranderen. Waaruit concludeert u dat een menselijke wil absoluut veranderd moet worden. Kortom, hoe weet u dat een dergelijke correctie de mens inderdaad voordeel zal opleveren. En om tot de kern van de zaak te komen: waarom bent u er zo zeker van dat het niet ingaan tegen de werkelijke, normale door de conclusies van het verstand en rekenkunde gewaarborgde belangen inderdaad altijd gunstige is voor de mens en als wet moet gelden voor de hele mensheid.

50. De mens wil graag iets creëren en wegen aanleggen, dat staat buiten kijf. Maar waarom is hij ook zo’n hartstochtelijke liefhebber van verwoesting en chaos? Houdt hij misschien daarom zoveel van verwoesting en chaos omdat hij zelf soms instinctief vreest zijn doel te bereiken het gebouw in aanbouw te voltooien?
Misschien wil hij het gebouw alleen maar graag vanuit de verte zien en helemaal niet van dichtbij; misschien wil hij het alleen maar graag bouwen, maar er niet in wonen, laat hij dat liever aux animaux domestiques, zoals mieren, schapen en wat dies meer zij.

51. Hij voelt immers dat zodra hij het heeft gevonden, hij niets meer zal hebben om te zoeken. Arbeiders krijgen tenminste, zodra ze klaar zijn met hun werk, geld, gaan naar de kroeg en belanden vervolgens in de nor – enfin, daar zijn ze dan wel een week mee zoet. Maar waar moet de mens heen? Op zijn minst is te constateren dat hij zich iedere keer weinig op zijn gemak voelt als hij zo’n doel nabij is gekomen. Hij houdt van het streven, maar hij vindt het niet erg prettig om iets daadwerkelijk te bereiken, en dat is natuurlijk verschrikkelijk lachwekkend. Kortom de mens zit op een rare manier in elkaar; in dit alles ligt onmiskenbaar een grap besloten. (...)
Misschien is het lijden precies even gunstig voor hem als voorspoed. De mens houdt er soms verschrikkelijk veel te lijden, tot aan het hartstochtelijke toe, dat staat vast.

52. Het lijden wordt niet geduld in vaudevilles, dat weet ik. Ook in een kristallen paleis is het ondenkbaar; lijden is twijfel, is ontkenning, en wat zou een kristallen paleis waard zijn waarin plaats is voor twijfel. Niettemin ben ik ervan overtuigd dat de mens nooit afstand zal doen van het echte lijden, dat wil zeggen van verwoesting en chaos. Lijden – dat is immers de enige oorzaak van het bewustzijn. Ik heb weliswaar vooropgesteld dat bewustzijn het grootste ongeluk is voor de mens, maar toch weet ik dat de mens het liefheeft en het voor geen enkele andere bevrediging zal ruilen.’

53. U gelooft in een kristallen gebouw dat voor eeuwig onaantastbaar is, dus zà? dat je er noch heimelijk je tong tegen kunt uitsteken, noch stiekem een obsceen gebaar tegen kunt maken. Goed, maar ik ben misschien juist zo bang voor dat gebouw omdát het van kristal is onverwoestbaar en je er zelfs niet stiekem je tong tegen kunt uitsteken.

 

 

Reacties graag naar mailadres.