knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Constantin Meunier, een fascinerende retrospectieve.

23 november 2014

In het Brusselse KMSK  loopt nog tot 11 januari 2015 een interessante Retrospectieve Constantin Meunier (1831-1905). Enkele van zijn werken krijgen ook aandacht in Leuvense M-Museum waar hij in 1887 leraar werd aan de Academie voor Schone Kunsten.

Ontroering is een zeldzaam goed, dat niet om tranen, wel om inzicht vraagt, om een besef van de eenmaligheid en kortstondigheid van jezelf evenzeer als van het voorwerp van je medelijden.’ Gerard Koolschijn bij ’Euripides – Medea & Bachanten’

De topper blijft echter voor mij het Meunier Museum in Elsene waar de bezoeker ongestoord de tijd krijgt om in de collectie door te dringen. En dan nog eens rustig kan luisteren naar een suppoost die graag deskundige toelichting geeft.

Zo kwam ik zachtjesaan tot een voor mij verrassend inzicht in de evolutie van Meuniers beeldhouwwerk tot ‘De Puddelaar’, de ‘Grauwvuur-Pieta’ en het ‘Oude Mijnpaard’.De tentoonstelling in het KMSK presenteert een overzicht van zijn werk als schilder en beeldhouwer.

mijnpaard01.

Ook uit de Kempen


Constantin Meunier werd in 1831 als jongste zoon geboren in Etterbeek waar zijn vader – intussen geruïneerd en bestolen als belastingontvanger voor het Koninkrijk der Nederlanden – vroeg overleed. Zijn moeder kwam uit een familie van koetsenbouwers die ?nancieel aan de grond zat. Met haar zes kinderen trok zij naar een B&B voor artiesten in Brussel waar ze in contact kwamen met de Italiaanse graveur Calamatta die door de jonge Belgische regering was aangetrokken voor een beter kunstonderwijs aan de Brusselse Academie. Oudere broer Jean-Baptiste werd ingeschreven voor boetseer-, graveer- en tekenwerk. Constantin mocht thuis meegenieten van de opgedane kennis, maar kon al snel terecht als leerling en helper bij beeldhouwer Charles Auguste Fraikin, afkomstig uit Herentals.

Constantin Meunier schilderde oorspronkelijk volgens de toen gebruikelijke romantische en religieuze kunststroming die de jonge Belgische staat aan een historische legitimiteit moest helpen. Hij ging in de leer bij de neoclassicistische portretschilder François-Joseph Navez (1787-1869). Hij trok zelfs naar de trappistenabdij van Westmalle voor rituelen, pijen en stilte in de Kempen.Toch trouwde hij in 1862 met een Franse pianiste, Léocadie Gorneaux. Meunier ging op studiereis naar de Borinage waar hij kennismaakte met de keerzijde van de industriële ontwikkelingen die het nieuwe landje in een razend tempo aan de top van de wereld positioneerde. Hij deed er inspiratie op voor zijn werk over de arbeid. Met zijn zoon reisde hij naar Sevilla voor een kopie in opdracht van de Kruisafneming uit 1547 van Pieter de Kempeneer. Maar hij keek verder en schetste met ‘De tabaksfabriek’ uit 1882 de omgeving van Bizets opera ‘Carmen’. In 1885 kwam hij op het tweede salon van Les Vingt met wassen ontwerpen voor de puddelaar en de buildrager. Na de ontplof?ng van mijngas met meer dan 100 doden in de mijn La Boule van Quaregnon maakte hij in 1888 het indrukwekkende ‘Grauwvuur’. In 1894 stierven zijn beide zoons. Hij verhuisde naar zijn nieuwe atelierwoning aan de Abdijstraat 59 in Elsene waar hij in 1905 overleed.

meunier-3066adig-l meunier-3066bdig-l

P1040364

De wanhoop voorbij


Vandaag is hier zijn museum gevestigd, in de buurt van de huizen van vele kunstbroeders. Prominent in zijn museum vallen de vrouwen op voor wie goed kijkt. Er is een mooie versie van het bronzen ‘Moederschap’ maar er zijn ook heel wat ‘hiercheuses’,mijnmeisjes, die hij frêle maar rechtop tegen het geweld van de koolmijnen schilderde of boetseerde – voor zich uitkijkend naar hun toekomst. Met zijn eerder heldhaftige proletariërs en de ode aan de ‘Arbeid’ – waarvan een gekleurde gipsen variant de toegang tot het Leuvense Hoger Instituut voor de Wijsbegeerte ?ankeert – viel hij erg in de smaak van de opkomende arbeidersbeweging, vakbonden en socialistische partij.Al hield hij zich graag ver van partijpolitiek.

Constantin Meunier is voor mij echter op zijn best in drie belangrijke werken met een intensiteit die ook door Auguste Rodin werd bewonderd. In het KMSK zit de ‘Puddelaar’ voor zich uit te staren zoals de ‘Christus op de koude steen’ in de Leuvense Sint Pieterskerk. De staalarbeider heeft in onmenselijke omstandigheden het roeren van het gesmolten staal volbracht. Hij zit uitgeput voor zich uit te staren, zoals de Christus?guur na de geseling wachtend op zijn kruisweg.


Meunier, Oud mijnpaard. Foto www.fine-arts-museum.be


Zoals het ‘Oude Mijnpaard’ dat wacht op wat komen gaat. In ‘Grauwvuur’ buigt een moeder zich over haar zoon tussen de dode mijnwerkers zoals een middeleeuwse piëta. Zij zijn de wanhoop voorbij en de toeschouwer kan zich via deze beelden verbonden voelen met wie voor ons kwam en na ons nog komen zal.

Meunier, Het grauwvuur. foto: www.fine-arts-museum.be


’De Madonna met het kind in haar armen staat voor het menselijke in de mens, en daarin schuilt haar onsterfelijkheid. Kijkend naar de Sixtijnse Madonna ontwaart ons tijdperk zijn eigen lot. Zo aanschouwt elk tijdperk deze vrouw met het kind in haar armen, en ontstaat een tedere, ontroerende, droeve broederschap tussen mensen van verschillende generaties, volken, rassen en eeuwen. De mens wordt zich bewust van zichzelf en zijn kruis, en plotseling begrijpt hij de wonderlijke samenhang tussen de eeuwen, hoe wat nu leeft verbonden is met alles wat ooit geleefd heeft en zal leven’ Vasili Grossman, Een klein leven


https://www.flickr.com/photos/59276281@N00/sets/72157649290436171/

Reacties graag naar mailadres.