De ketter en de kerkvorst – Vermeersch vs Léonard op Canvas en te boek gesteld
Aflevering 1 zag ik niet alleen als twee bejaarde broers die elkaar herkennen als uit dezelfde moederschoot, waarvan de jongste (aartsbisschop André-Mutien-Joseph Léonard) – nu als de meest ambitieuze – zijn gram probeert te halen tegenover zijn nieuwe overste in Rome. De oudste (Prof. Dr. Etienne Vermeersch) heeft zijn gram reeds lang gehaald en is de wanhoop duidelijk voorbij.
Twee heren van stand?
De stand oogde wat verschillend ten huize van de beide heren. Ten tijde van Frieda van Wijck ‘Ten huize van kardinaal Danneels’ op VRT (2004) speelde het bezoek zich vooral af in de monumentale keuken. Met monseigneur Léonard was het in de muziekkamer. Bij professor Vermeersch tussen keuken en huiskamer.
Een rondgang in het XVIII de eeuwse aartsbisschoppelijk paleis te Mechelen leidt tot de vraag wat de kleurvoering van het portret van de huidige primaat van België worden zal bij zijn afscheid. Zijn eminente voorgangers sieren de wanden van het aartsbisschoppelijk paleis in kardinaalrood gekonterfeit.
Wellicht houdt monseigneur Léonard het liever bij vele tinten grijs, zoals ook zijn hofhouding tijdens de intieme eucharistieviering pijnlijk onthulde.
Het was dus wat wachten op de resultaten van de in het eerste deel zuinig geschonken rode wijn.
De sluimerende belofte van discussie en debat in deel 1 verwerd echter tot een ontluisterende eensgezindheid onder het levenslange devies ‘Kijk mij eens, mama, zonder handen!’
Leeftijd brengt de last der jaren, een lijf als loden mantel gedragen, rafelige gaten in de geest, gretig toegedekt met verzen van herkenning.
Waar eens kardinaalrood door de gangen ruiste, ritselen nu die vijftig tinten grijs: spiritueel en intellectueel gemurmel om de repetitieve banaliteit te overstijgen.
De onbevlekte primaat van België probeerde de Roomse machtscultuur van schuld en boete te temperen met het vrolijke ‘Mamaaa!’ van de afgedreven foetus in het ‘jenseits’.
De katerloze atheïst prees zich zalig hoe hij de irrationele vlucht uit het ‘diesseits’ rationeel onderuit kon halen.
Geluk is heel gewoon wanneer zij al hun mooie woorden blijven horen in het oorverdovende applaus voor de spiegel waarin hun moeder altijd over hun schouders mee zal kijken.
Of zoals Jules de Corte wel eens zong:
“Ik zou wel eens willen weten,
waarom zijn de zeeën zo diep?
Misschien tot geluk van de vissen
Die hun woorden zo slecht kunnen missen
Of tot meerdere glorie van God die de wereld schiep
Daarom zijn de zeeën zo diep”.
W.G.Sebald schrijft in ‘Campo Santo’: ‘Het diepste geheim van muziek is dat ze de paranoia afweert, dat wij muziek maken om niet overspoeld te worden door de verschrikkingen van de werkelijkheid’.
‘De ketter en de kerkvorst’ op Canvas was alleszins daarvan een mooie illustratie.
Nu maar hopen dat het boek beter baat, als ‘een meeslepend boek over de grote vragen van het leven’.
André Léonard en Etienne Vermeersch zijn generatiegenoten. Geschoolde filosofen die een leven lang nagedacht hebben over de grote vragen die de mens zich stelt en de uitdagingen van onze tijd. Léonard werd priester en theoloog. Hij is vandaag aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Vermeersch verliet de jezuïetenorde en werd atheïst. Hij is emeritus-hoogleraar en ere-vicerector aan de Universiteit Gent.Léonard en Vermeersch praten in dit boek over de ideeën en ervaringen die hun leven hebben bepaald. Ze gaan in debat over de grote thema’s die geloof en wetenschap aan de orde stellen. En ze bespreken de uitdagingen die vandaag en morgen op ons afkomen. Deze historische en meeslepende dialoog wordt opgetekend door Joël De Ceulaer.