Liber Amicorum Herman Heyns
Hij ademt zijn naam als
een zeldzame alliteratie
die zinderend schuurt
door een open orgelpijp
met gerookte stembanden
verborgen in een locomotief
van afgemeten en daarom
verweten en verbeten passie.
Zelfs wanneer de zijnen
vijf jaar op een zijspoor
van de schone schijn
verbeten wachtten op het sein,
dan nog wist Herman Heyns
de wissels te verleggen tot
een vrije baan voor zijn
Warandetrein in de vaart
der volkeren die deze stad
zo vaak zal blijven missen.
Maar wij prijzen Herman
omdat hij al die vele jaren
in het politieke spoorboekje
oog bleef houden voor
de wissel op de toekomst
van kunst en cultuur
en zo jonge mensen
een theater kon bieden
voor hun gretige handen
die smeekten om verlost
te worden uit zand en klei
en paarse kronkelheide.
Al speelde hij op het publiekstoneel
vaak een god die in het diepste
zijner gedachten onbewogen
door een vergrootglas het leed
en de emoties van het Kempendom
over schouwde, al leek hij een vorst
die de immanentie van zijn macht
met niemand wenste noch kon delen,
toch woedde bij Herman Heyns
voorwaar de passie die van ons
mensen kunstenminnaars maakt.
Zo’n metamorfose vreet de emoties
van het hart ingehouden en beheerst
want de wereld is een schouwtoneel,
elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.
Volhardend in talent haal je het voorplan,
speel je een tijd de hoofdrol, dan een bijrol
tot je eindigt als souffleur.
En tot slot zie je hoe het doek valt
in de rustgevende zekerheid dat
wie na ons komt altijd verder zal sporen
in de cadans van de Warandetrein
waar kunst de wereld niet zal redden
maar wel ons lijden verluchten en verlichten kan.
Het ga je goed, Herman Heyns!
Jan Van Duppen