Pascal Verbeken, Portret van een premier: De vlucht van de vlinder.
Pascal Verbeken in DS weekblad: De vlucht van de vlinder.
3 december 2011
Fenomenaal ‘portret van een premier’ door Pascal Verbeken met haast adembenemend doorkijkjes tot in de krochten van het vlinderdenken, waar de herinnering aan het rupsenstadium de motor draaiende houdt, maar waar Ikarus’ vreugde – kijk mama, zonder handen – de val prepareert.
“Meneer Onkelinx, Marc Uyttendaele. ‘Wie de hel overleeft, haalt daar een onuitputtelijke mentale kracht uit. Als je mij vraagt Elio in één woord te typeren, denk ik aan: verzetsstrijder. C’est un résistant. Dat verklaart ook zijn legendarische geduld en politieke succes. Aan de andere kant was die donkere periode ook een les in relativering: Di Rupo weet uit ervaring dat de wereld van een mens van de ene dag op de andere zomaar in elkaar kan storten. Dat maakt hem nederig’
Dronken van macht
In 1999 wordt Di Rupo voorzitter van de PS, nadat hij rechtstreeks is verkozen door de PS-leden. Een primeur. Tot dan toe waren het de partijfederaties die beslisten over de nieuwe voorzitter. Zes jaar later neemt hij er ook nog het minister-presidentschap van Wallonië bij. ‘Hij geniet van de macht’, zegt een PS-politicus. ‘Hij is dronken van macht. Daarmee ontbloot ik de kroon toch niet?
Busquin was een echte ploegspeler, Di Rupo speelt voor zichzelf. Iedereen moet nauwgezet uitvoeren wat hij beslist. Daarbij gebruikt hij afwisselend zijn charme en zijn autoriteit. De manier waarop hij macht uitoefent, heeft iets dwangmatigs. Zijn carrière is een revanche op alles wat hij vroeger was. Een kind uiteen bescheiden, kroostrijk gezin zonder vader. Een Italiaan in de tijd dat Italianen nog sales macaronis waren. Een homoseksueel. Een dikkerdje. Il vit dans une logique de revanche.’
(...)
Ziekelijk achterdochtig
(...)
Moriau: ‘Iemand zei me: “Het premierschap zal nooit voldoende zijn voor Elio. België is te klein voor zijn ambities”. Maar wat blijft er nog over? Een Europees commissariaat? Uiteindelijk ben je constant aan het vechten. Tegen de anderen, maar ook tegen jezelf.’
(...)
‘Ook al heeft hij een andere reputatie, Di Rupo is geen tueur‘, zegt Patrick Moureau. ‘Hij houdt niet van conflicten. Zo is hij nooit naar Charleroi gekomen omdat hij bang was van de fysieke confrontatie met zijn tegenstanders. Niet toevallig is hij de enige politicus in België die zich laat omringen door lijfwachten.’
‘De echte toppers in de politiek liquideren nooit zelf hun tegenstanders’, zegt een andere PS’er met veel anciënniteit. ‘Ze laten de klus klaren. Van Cauwenberghe is uitgeschakeld door Paul Magnette. Zo hoefde Di Rupo zijn handen niet vuil te maken aan een oude medestander. Want dát vergeet men weleens: Van Cau était son pôte. Het was Di Rupo die Van Cau minister-president heeft gemaakt.’
Intimi en collega’s zijn het erover eens: Di Rupo is een achterdochtig man. Louis Michel gewaagt zelfs van ‘een ziekelijke achterdocht’ in de gesprekken met Francis Van de Woestyne: ‘Ik heb maar één persoon gekend die net zo achterdochtig was als hij en dat was Jean Gol.’
Jean-Paul Moerman formuleert het voorzichtiger: ‘Hij heeft een enorme capaciteit om onaangename dingen niet te horen, maar wél te onthouden. Dat is zeer Italiaans. Hij vergeet niets.’
‘In die zin lijkt hij op Didier Reynders’, vindt Moriau. ‘De rekening wordt altijd bijgehouden. Maar zijn achterdocht is ook een beschermingsreflex. Elio is emotioneel kwetsbaar, al toont hij dat niet.
(...)
‘Alleen hij bepaalt wie ministeriabel is, wie een verkiesbare plaats krijgt. We zijn een partij van bange knipmessen geworden.’ Patrick Moriau: ‘Je kunt het zo samenvatten: de vijanden van Di Rupo zijn politici die op dezelfde manier met macht omgaan. Didier Reynders is een goed voorbeeld. Ik voorspel je dat hij nog vaak in de clinch zal liggen met Alexander De Croo, ook een ambitieus kereltje.’
In de media is het ontzag voor Saint-Elio groot. Terwijl Bart De Wever dagelijks wel ergens wordt gefileerd in de Vlaamse pers, geniet Di Rupo in de Franstalige media al jaren een état de grâce. Hij is groter dan zichzelf en zijn functie. Toen het weekblad Moustique hem onlangs op de cover een gouden kroon opzette, was dat meer dan een gimmick: Di Rupo is de koning van Wallonië. Soeverein. Onaantastbaar.
Zijn achilleshiel is Vlaanderen. De onderstromen in de Vlaamse samenleving, de volatiliteit van de Vlaamse kiezer: Di Rupo kan het moeilijk vatten.
(...)
Di Rupo begrijpt dat politiek op het hoogste niveau een darwinistisch spel is. Wie zijn strategie het best aanpast aan de veranderende omstandigheden, maakt de meeste kans om bovenop de apenrots te eindigen. ‘Daar komen we bij de essentie van het fenomeen-Di Rupo’, zegt een partijgenoot. ‘Hij maakt zijn einddoel
altijd ondergeschikt aan het behoud van de macht.’
(...)
Toen Di Rupo in de besparingsregeringen van Dehaene kwam, was hij een volleerd communicator. Patrick Moriau: ‘Telkens als hij in het zicht van de camera’s door de Wetstraat wandelde, hield hij een exemplaar van De Standaard onder de arm. Terwijl hij geen woord Nederlands sprak! Dat is Di Rupo ten voeten uit: elk detail is zorgvuldig bestudeerd en brengt een boodschap.
(...)
Di Rupo heeft ook zichzelf tot merk gestileerd. Selfbranding heet dat in reclamejargon. Volgens het marketinghandboek begint het bij een logo en een vaste kleurencombinatie. Di Rupo heeft ze allebei.
In de jaren 80 begint de man die uit een arbeidersbroek is geschud, ineens een noeud papillon te dragen. Nochtans had hij geen zwak voor vlinderdassen. ‘C’est une mise en scène’, weet Busquin. ‘Hij wilde een herkenbaar symbool om zijn persoonlijkheid in de verf te zetten tegenover al die dasdragers in de politiek.’
(...)
In zijn kleding en interieur zweert hij bij zwart-wit-rood, niet toevallig de krachtigste kleurencombinatie.
(...)
Volgende week begint Di Rupo aan zijn grootste, meest onwaarschijnlijke ‘verhaal’: Elio premier ministre. De jongen uit de barakken van Etoile rijdt naar Laken om de eed af te leggen als eerste Belg. Het is de ultieme rit
waarvan hij in het prille begin van zijn politieke carrière al droomde. Tegen de gevel van het volkshuis in Morlanwelz zullen de partijvlag en de Belgische driekleur naast elkaar hangen. ‘En toch hoeft niemand Elio die dag te benijden’, zegt burgemeester Patrick Moriau. ‘Als ik iets geleerd heb in de politiek, dan is het dit: macht maakt niet gelukkig, wél eenzaam.’