Caroline Gennez en Dirk Van der Maelen als kandidaten voor het sp.a voorzitterschap?
Caroline Gennez en Dirk Van der Maelen flankeren een rode Marianne die tegen de blauwe achtergrond wegvlucht van hun gebeuzel op de profetische foto van Bob Van Mol in De Morgen van vrijdag 24 augustus 2007.
Caroline heeft als sp.a-ondervoorzitter en gewillige meid voor alle werk met graagte en ingehouden gretigheid haar kandidatuur gesteld voor het voorzitterschap van een imploderende partij. Tenslotte is ze al zolang jong en vrouw en onder diverse voorzitters dat ze zichzelf nu wel rijp genoeg acht voor het voorzitterschap zelf.
Om haar met enige sérieux te maquilleren mag de aloude Kamerfractieleider Dirk Van der Maelen haar flankeren als 'running-mate'. Dirk draagt op dezelfde fenomenale foto een Groen! hemd en blikt in de lens met een grijns van kiespijn. Hem werd na jaren als trouwe zweepdrager door de scheidende voorzitter de bullepees van het fractieleiderschap ontnomen ten voordele van de scheidende vice-premier en minister van begroting en consumentzaken, Freya, die dan op de valreep eerder opteerde voor de kinderen.
Caroline noch Dirk beseffen dat jaren als zweepdrager in het Vlaams parlement of de Kamer nog wat anders is dan fractieleider van een oppositiepartij. In de oppositie wordt je fractie verondersteld inhoudelijk, verbaal en mediageniek weerwerk te bieden aan de regeringsmeerderheid. Dat is fundamenteel verschillend van jarenlang de kunst van het zwijgen en doen zwijgen te beoefenen, het instemmen en doen instemmen, het frustreren en ridiculiseren van de fractieleden met zachte of harde dwang, met valkuilen, lokaas en de dreigende bullepees.
Wie dit soort politieke kunstjes jarenlang op bevel van de meester hebben opgevoerd, klinken raar wanneer ze beweren dat ‘de sp.a moet afstappen van de angst voor het debat’.
Het programma dat zij meenden te moeten presenteren voor hun voorzitterschapsambities '? nu Hans Bonte op het geblaf van honden zijn ambities weer eens heeft bijgesteld '? is tekenend voor dezelfde implosie van hun partij, al presenteren ze het graag pront en parmantig met een lijzige sneer naar de Patrick uit de Koekenstad die de opdracht kreeg om een analyse van die implosie te fabriceren en dit met enig dédain overlaat aan zijn koelies.
Daarbij valt immers geen eer noch baat te rapen.
Ze lijden dan ook aan de ziekte die J.M.Coetzee in zijn 'Dagboek van een slecht jaar' voor de Australische sociaal-democraten weet te omschrijven:
108. Na de ene electorale nederlaag na de andere te hebben geà?ncasseerd krijgt de Australische Labor Party '? ALP - nu de kritiek dat ze haar leiders uit een te beperkte politieke kaste rekruteert, van mensen die geen levenservaring buiten de politiek en buiten de partij hebben. Ik twijfel er niet aan dat die kritiek terecht is. Maar de ALP staat daarin geenszins alleen. Het is een elementaire misvatting te concluderen dat omdat in een democratie politici het volk representeren, politici representatief voor het volk zijn. Het besloten leven van de typische politicus lijkt sterk op het leven in een militaire kaste of in de maffia of in Kurosawa’s bandietenbendes. Je begint je carrière op de onderste sport van de ladder, met boodschappen doen en spioneren; als je hebt bewezen loyaal en gehoorzaam te zijn en bereid om rituele vernederingen te ondergaan, word je ingelijfd bij de bende zelf; daarna geldt je eerste plicht de bendeleider.
Met enige vertraging waaien ook bij de sp.a – al dan niet met spirit – de poppetjes van de dure marketeers door hun ondraaglijke lichtheid als overbodige pluisjes weg van de reële wereld.
Coetzee wijdt in hetzelfde Dagboek een 'Uitgesproken mening' aan Tony Blair die ook menig sp.a-spirit wonderboy of '? girl niet misstaat:
113. Over Tony Blair.
Het verhaal van Tony Blair zou regelrechte uit Tacitus kunnen komen. Een doodgewoon jongetje uit een kleinburgerlijke milieu met alle correcte standpunten van dien (de rijken moeten de armen subsidiëren, het leger moet streng aan banden worden gelegd, burgerrechten moeten verdedigd tegen een aantasting door de staat), maar zonder filosofische scholing en met een gering vermogen tot introspectie, en zonder enig innerlijk kompas behalve persoonlijke ambitie, gaat scheep voor de politieke reis, met al zijn vervormende invloeden, en eindigt als een liefhebber van de hebzuchtige ondernemersgeest, als een oorlogshitser, een medeplichtige aan het martelen en doen 'verdwijnen' van tegenstanders. ('?)
Wat gewone mensen de keel uit begint te hangen is om verklaringen van hun regeerders te moeten aanhoren die nooit helemaal waar zijn: een beetje minder dan waar, of een beetje bezijden de waarheid, of met een draai eraan die de waarheid doet wankelen. Ze wilden af van de voortdurende uitvluchten. Vandaar hun honger (een lichte honger, zo moet worden toegegeven) om te horen hoe welbespraakte mensen van buiten de politieke wereld – academici of geestelijke of geleerden of schrijvers – over openbare aangelegenheden denken.
En dan komen Caroline en Dirk met een programma op de proppen waar alleen maar meer van dezelfde doorgedraaide gratis belastingverlagingpraatjes van cafébazen en zelfstandige ondernemers blijven hangen. Het toetje voor de duurdere elektriciteitskosten is helemaal een giller want het was de grote inspirator zelf die de marktwerking in de sector overhaast heeft doorgedrukt, waarna de al zo dure elektriciteit alleen maar duurder bleek te worden.
En verder veiligheid, zekerheid en vrijheid van keuze en meer nog een programma voor het genieten van het goede leven.
109. Over links en rechts.
Wat mij het meest beviel aan Australië toen ik het in de jaren 90 van de vorige eeuw voor het eerst bezocht, was de manier waarop de mensen zich in de dagelijkse omgang gedroegen: openhartig, eerlijk, met een ongrijpbare persoonlijke trots en even ongrijpbare ironische gereserveerdheid. Maar nu, 15 jaar later, hoor ik hoe het zelfbewustzijn dat in dat gedrag werd belichaamd in brede kring wordt gekleineerd als behorend bij een vroeger Australië dat uit de mode is geraakt.
Interessant, hoe op het moment in de geschiedenis waarop het neoliberalisme verkondigt dat, nu de politiek eindelijk bij de economie is ingelijfd, de oude categorieën links en rechts versleten zijn, mensen over de hele wereld die zichzelf graag als gematigd beschouwen – dat wil zeggen, wars van de excessen van zowel links als rechts – beslissen dat in een tijd van rechts triomfalisme het idee van links te kostbaar is om overboord te zetten.
In de orthodoxe, neoliberale visie is het socialisme bezweken en gestorven onder zijn eigen contradicties. Maar zouden we er niet een alternatieve versie van het verhaal op na kunnen houden: dat het socialisme niet is bezweken maar neergeknuppeld, dat het niet is gestorven maar vermoord?.
Het komt me voor dat iedere poging tot herijking of nieuwe definiëring van het socialisme als een progressieve wereldvisie vooral werd vermoord door de eigen beoefenaars van deze eredienst.
De resultaten zijn er naar, niets of niemand zal hun machteloos geleuter nog ernstig nemen. In een regering, aan de vetpotten van de macht en belangenverdeling, kunnen de hovelingen nog verwachten een hap toegegooid te krijgen. Kost wat kost deelnemen aan een regering is voor dit soort partijen een politieke, electorale en vooral machtstechnische plicht: hun acolieten smachten naar het matsen in de coulissen.
Het schitterende maneuver van de scheidende voorzitter en grondwetsdeskundige die met veel zin voor drama tegen een achtergrond van leed en lijden voor de mensen, door de mensen, met de mensen op 11 juni 2007 de doek in de ring gooide, bracht enkel de mediagenieke poppetjes – sommigen zelfs met tegenzin – op de scène. Zij mogen nu schaduwdansen in het Kabuki theater van de Belgische politieke scène, hét kenmerk van de sociaal democratische toneelvorm: pakkende maar onbegrijpelijk monotoon gezongen thema’s voor en over de gewone man die zelf reeds lang naar de karaoke bars is verkast om daar zijn gram te halen.
Het ware machtsspel speelt zich af op andere plaatsen waar een prachtig schaakspel wordt voorbereid maar nauwelijks nog iemand weet waar het schaakbord zelf gebleven is.
Mocht het toch niet lukken om er weer bij te zijn in het belang van de mensen – wie anders dan de sp.a verdedigt immers de belangen van de mensen uit de Dorpsstraat? De Kabinettenstraten worden intussen uitgezuiverd en van balast ontdaan – dan is er nog altijd de Vlaamse regering waar het goed heersen is op thema’s die van België eindelijk een echt federaal land zullen maken.
En de keer daarop zijn de echte socialisten er immers weer bij – zonder de PS kan volgens hen dit land niet verder.
Geef toe, een heerlijk spel van geven en nemen, prachtig pokeren op de achtergrond terwijl de oranjeblauwe geschelpten ondertussen vakkundig hun pijnlijke populisten weten te kisten, tot de tijd rijp is voor de langverkondigde, de ultiem gewenste tripartite van het ware staatsmansschap: na de promotie van gemeentebesturen als afspiegelingscolleges, eindelijk ook een federale regering als een afspiegelingscollege: iedereen blij, want niet alleen Bart Somers verklaarde zich ooit als minister-president burgemeester van Vlaanderen, Plopsaland.
Voor de sp met of zonder ‘A’ zullen nieuwe programma's moeten geschreven worden, die verder gaan dan populistische praatjes of gespin op basis van dure maandelijkse peilingen naar de kiesintenties en interesses van de burgers.
Er zullen andere representanten moeten gevonden worden dan de huidige sp.a voorzitterkandidaturen, die zich menigmaal onsterfelijk hebben gemaakt met boekjes over wat Europa allemaal niet mag zijn voor het ressentiment van de brave kiezers dan wel korting aan de benzinepomp voor de eigen partijleden eerst.
Het wordt moeizaam zoeken in de snel leeglopende korf van wat zichzelf bij de sp.a enig al dan niet erfelijk politiek talent meende te moeten toedichten: inteelt leidt altijd tot degeneratie.
Een nieuwe brede beweging met alle andere progressieve partijen en organisaties is de enige mogelijkheid tot een verkoopbare illusie van bronvernieuwing. Daar kan dan nieuw politiek talent bovendrijven.
Maar dat zal ongetwijfeld nog vele jaren aanslepen. En niet alleen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland.