László Nemes, Son of Saul
Lang geleden dat ik nog zo een ongeloofwaardige filmkarikatuur heb gezien over de Holocaust. Ik hield het nauwelijks voor mogelijk dat vandaag een dergelijke kadrering en wazige beeldstelling zou gebruikt worden om de gewenste gruwelsuggesties te wekken.
De film slaagt er niet in om een invoelbaar verhaal te slijten: door de karikaturale dialogen, een klankband van cliché-Duitse kreten en gefluister, door de ongeloofwaardige poging van ‘Saul’, een lid van een Sonderkommando in Auschwitz om het lijk van een joodse jongen uit de gaskamer een waardige begrafenis te geven in plaats van het crematorium. Hij ziet in het kind de zoon die hijzelf nooit heeft gekend.
Saul begint een haast ridicule zoektocht naar een rabbijn in in het kamp en ook tussen de nieuw aangekomen joodse mensen in vernietigingstransporten om de Kaddisj te bidden. Voor niet religieuze mensen, anders gelovigen en wie de gruwelen van de Sonderkommando’s uit de literatuur kent is dit een zeer ongeloofwaardig scenario.
De 4/5 kadrering en de wazige beeldstelling van alles en iedereen buiten Saul en wie met hem in contact is, probeert de kijker mee te zuigen in een gruweluniversum van naakte lichamen, gaskamers, verbrandingsovens, karikaturale personages, executie kuilen, vlammenwerpers, verstrooien van de asse.
Mij blijft een naar gevoel van abominabele kitsch, zelfs beledigend voor de mensen die dit werd aangedaan en die hiertegen in het verzet gingen.
Met karikaturen – hoe goed en gruwelijk ook bedoeld – doe je geen recht aan het inferno van de vernietigingskampen van de Nazi’s.
Voor wie dit beter wil begrijpen is eerder Het boek der Kampen en Zo was het in Dachau van Ludo Van Eck aan te bevelen.