Patrick Modiano, Het gras van de nacht
Patrick Modiano, Het gras van de nacht
32. Ik had noch de naam noch het adres in mijn zwarte boekje genoteerd, zoals je de al te intieme details van je leven niet opschrijft omdat je bang bent dat ze, zodra je ze eenmaal op papier hebt gezet, niet meer echt van jou zijn.
99. De avonden duurden erg lang, wanneer ik op mijn kamer op haar bleef wachten, maar dat leek me heel gewoon. Ik had medelijden met mensen die voortdurend allerlei afspraken in hun agenda moesten noteren, soms maanden van tevoren. Voor hen lag alles bij voorbaat vast en zij zouden nooit op iemand hoeven te wachten. Ze zouden nooit weten dat de tijd golft en deint en zich dan weer rimpelloos uitstrekt en je allengs het gevoel van vakantie en oneindigheid geeft dat anderen in verdovende middelen zoeken, maar dat ik simpelweg vond in het wachten.