knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Bij de watermolen van Tielen

12 juni 2016

Die ochtend zwemmen ze bij de eerste schemering in het koele water van de Aa aan de watermolen.


 

Schermafbeelding 2016-06-12 om 15.40.52 Schermafbeelding 2016-06-12 om 15.41.06

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij de watermolen op de Aa bij Tielen 

In de vroege zomer van 1944 lopen voor dag en dauw een vijftal Amerikaanse vliegeniers en parachutisten met twee leden van het lokale verzet van het Gierlese Middelveld naar de Watermolen van Tielen om te zwemmen.


Gevallen piloten en parachutisten werden immers van heinde en verre naar ‘den Amerikaan’ gebracht om via vluchtlijnen te ontsnappen aan Duitse krijgsgevangenschap of erger.


Iedereen die ervan wist, zweeg om erger te voorkomen.


Wachten op verder transport via de vluchtlijnen deden ze in het oververhitte kippenhok achter de wasserij van Antoine Neefs, de enige in de wijde omtrek die Engels sprak wegens geboren en getogen in Chicago. Zijn vrouw bracht de piloten – soms ook zwarte soldaten – op of naast de fiets via binnenwegen langs bos en wei achter het Duitse afweergeschut aan de kappel van de Kosterstraat in veiligheid.


Die ochtend zwemmen ze bij de eerste schemering in het koele water van de Aa aan de watermolen. Bij aanzwellend gebrom van een zware vrachtwagenmotor gooien alle zwemmers zich in het belendende korenveld want geen boer of molenaar had nog een vrachtwagen.


Een afdeling van de Feldgendarmerie springt opgewekt kwetterend uit de vrachtwagen in de bruisende Aa onder het scheprad van de watermolen.


Hun joelende waterspel wordt met gespitste oren gevolgd van achter korenbloemen, -halmen en klaprozen.


Na ruim een uur vertrekken de opgefriste Kettenhunde weer in Feldgrau met blikkerende ringkragen.


Het blijft nog lang heel stil in het fleurige korenveld naast de watermolen van Tielen uit de veertiende eeuw.


Nu ook te koop langs het eeuwig kolkende water onder het molenrad.

Le lendemain, 21 juillet 1944, ils traversent champs et bois et vers 17h00 rencontrent un fermier à vélo auquel ils déclarent être des aviateurs américains. Le fermier leur procure des vêtements civils qu’ils endossent par-dessus leur combinaison de vol, il leur donne à manger et ils passent la nuit dans une meule de foin sur son champ. Le 22, ils marchent jusqu’à Turnhout, qu’ils traversent et, aux abords de Lille, un fermier leur propose de l’aide et les fait rencontrer un homme parlant anglais. A partir de ce moment, l’évasion des deux hommes est organisée.

Nous supposons que ce doit être Antoon NEELS, le beau-frère de Karel PIEDFORT qui loge Cargile et Griffis chez lui au 7 Veenzijde à Gierle du 7 au 13 août, avant de les remettre à des résistants de la Witte Brigade-Fidelio.

Griffis est également déclaré logé du 7 au 12 août Chez Yvonne LOMMENS, veuve SCHOLLER, au 30 Sint-Amandslaan à Courtrai / Kortrijk. [ Ce déplacement de Gierle vers Courtrai, à 180km de là, nous paraît peu probable, d’autant plus que la liste des Helpers belges mentionne Yvonne SCHOLLER au “10 Het Smeel” à Gierle.] Griffis est renseigné comme amené en tandem par Mme VAN STEENBERGEN de Gierle et Peter NEEFS (*) le reprend avec REYNAERTS du Groupe LEEMANS de Fidelio.

Griffis part alors à Turnhout et selon des renseignements recueillis par Kamiel Mertens, l’adresse où il y est logé (du 12 au 14 août 1944 tout comme Cargile) est le n° 80 (actuellement n° 84) de la Kwakkelstraat, chez Zozine Emilienne LAFFILI, 41 ans, épouse de François VERSTRAETEN (prisonnier en Allemagne depuis mai 1940). [(*) La liste des Helpers belges reprend A. NEEFS-VAN STEENBERGEN, de même que Louis NEEFS, tous deux à la même adresse, 10 Middelveld à Gierle. Antoine NEEFS, de Gierle, s’est vu décerner la US Medal Of Freedom en 1947.

http://www.evasioncomete.org/fgriffihc.html



Wij moeten spreken over het zwijgen om erger te voorkomen.


Zijn vrienden en kameraden hebben samen met mijn vader als jonge mensen door hun zwijgen dit dorp vele ellende bespaard tijdens en na de tweede wereldoorlog.


Er is hier toen veel gebeurd, er is hier al die jaren veel verzwegen.


Maar er is hier ook veel vergeven en dat heeft aan deze dorpsgemeenschap de mogelijkheid van nieuw leven gegeven. Onderwijzers en pastoors die bij hun gemeenschap blijven, zijn onmisbaar in hun rol als geweten, geheugen en biechtstoel voor wat mensen elkaar blijven aandoen. Het vereist veel moed en liefde om desondanks te midden van de kudde te blijven leven.


Respect voor de grijze zone, voor kleine verschuivingen, voor de indirecte taal, de schuine blik en het tedere spel van geven en nemen, van veinzen en liegen kan een bevrijdende onbevangenheid toelaten.

Reacties graag naar mailadres.