knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Hannah Monyer, Martin Gessmann Ons geniale geheugen: de onzichtbare kracht die onze toekomst bepaalt.

6 september 2016

Hannah Monyer, Martin Gessmann Ons geniale geheugen: de onzichtbare kracht die onze toekomst bepaalt.


uitg. De Bezige Bij 2016


Deze interessante benadering van ons geheugen lijkt wel een toepassing van Thomas Kuhns ‘The Structure of Scientific Revolutions’ (1962). Boeiend, zeker voor lezers die van de materie niets of nauwelijks wat kennen.


Iets te algemeen en wat makkelijk afgeleid uit de Heidelberger experimenten van de auteur. Het boek probeert ook de heikele vragen over vrije wil en vrijheid van keuzes te omzeilen door ze als irrelevant op te lossen.


Ons geheugen is de architectuur van ons leven, het fundament waarop we ons bestaan opbouwen.


15.Hannah Monyer heeft een passie ontwikkeld voor onderzoek naar hersenprocessen waardoor we ons in een bepaalde ruimte niet verloren voelen en ons kunnen oriënteren. In haar onderzoek is ze tot het essentiële inzicht gekomen dat we ons ons ruimtelijke geheugen niet simpelweg moeten voorstellen als een archiefkast vol plattegronden, maar dat het functioneert als een uiterst dynamisch navigatiesysteem. Het geheugen is daardoor niet alleen behept met het vermogen om terug te blikken, maar vooral ook om vooruit te kijken: naar de plek waar je heen wilt.


20. We willen beargumenteren dat we het geheugen altijd onderschat hebben en dat er we goed aan doen dit vanuit een heel ander perspectief te benaderen. Het geheugen houdt zich immers niet alleen bezig met het verleden, maar ook met de toekomst. Het dient niet alleen om alle gebeurtenissen in ons leven in schuiflades op te bergen, maar bereidt ook voortdurend nieuwe gebeurtenissen voor en maakt die geschikt voor de toekomst. Het hanteert een denkwijze die in feite op de toekomst is gericht, ook al houdt het zich bezig met belevenissen uit het verleden die we voor ons gevoel allang achter ons hebben gelaten. We moeten ons begrip van het geheugen in één zeer wezenlijk opzicht radicaal omgooien en er een revolutionair andere kijk op ontwikkelen. We moeten ons het inzicht eigen maken dat zijn voornaamste taak ons verdere leven betreft en dat er niet één andere menselijke capaciteit is die voor zulke ingewikkelde en voortdurend wisselende taken wordt gesteld. Het heeft tot opdracht om uit de veelsoortige gebeurtenissen


26. We beweren heel boud dat het geheugen altijd verkeerd is opgevat, in zoverre gedacht wordt dat zijn functie in de eerste plaats het verleden betreft, oftewel dat het vooral verantwoordelijk is voor de opslag van feiten en andere zaken. Daarentegen stellen wij ons op het uitgangs- punt dat het geheugen onze toekomst plant en onze verdere levensloop voorbereidt. De belangrijkste taak ervan is dan ook niet alle opgeslagen feiten beschikbaar te houden voor eventueel hergebruik, maar die ook tegelijkertijd en voortdurend opnieuw te bewerken en te prepareren. Het moet alle inhoud in samenhang met elkaar steeds opnieuw zo rangschikken en modelleren dat we daarvan gebruik kunnen maken voor de opgaven die we tot een goed einde moeten brengen en voor de belangrijkste aspecten van ons verdere leven.


Dat klinkt redelijk simpel, maar wij gaan nog een stap verder. We beweren ook dat het geheugen niet louter een dienstverlenende instantie is die de geschikte herinneringen modelleert naar de plannen die we hebben bedacht. Eerder geldt het omgekeerde: onze geheugeninhoud is op zo’n manier georganiseerd dat het ons juist op het idee brengt om bepaalde dingen na te streven, dingen waarvan we vervolgens aannemen dat die spontaan in ons opgekomen zijn. Met zijn voor- werk legt het geheugen de basis voor onze beslissingen, waarbij het de afzonderlijke argumenten al voor ons klaarlegt. Het geheugen experimenteert met de wegen die we zouden kunnen gaan en met de moeilijkheden of weerstanden waarmee we op grond van onze ervaringen rekening moeten houden. Je zou ook kunnen zeggen dat wij nog slechts de punt op de door het geheugen geschreven i hoeven te zetten.




214. Samenvattend kunnen we stellen dat zowel de vrijheidsvisie als de deterministische opvatting geënt is op de interpretatie van de hersenen als een causaal en deterministisch systeem. Als we daarentegen het netwerkmodel als de juiste, met de hedendaagse inzichten overeenkomende interpretatie van de hersenen opvatten – uiteraard tegen de achtergrond van onze uitgebreide ervaring met internetnetwerken –, dan ontpoppen de vrijheidsvisie en de deterministische opvatting zich als niet meer dan de twee uiterste standpunten over hoe het binnen de netwerken van onze hersenen tot een beslissing kan komen. Vrijheid en determinisme zijn dus hooguit slechts door netwerkactiviteiten opgeroepen gevolgen en gebeurtenissen. De daarmee samenhangende wereldbeschouwingen hebben in feite allang afgedaan als interpretatiemodel voor alles wat zich in de hersenen afspeelt.


218. Het collectieve geheugen kan ons dus verder helpen wanneer wij in het duister tasten. We kunnen dan een beroep doen op in netwerken opgenomen inhouden, paradoxaal genoeg en ook juist dan wanneer de feitelijke inhouden ons volstrekt ontvallen zijn. Als herinneringen deel uitmaken van samenhangen die hun vorm mede bepalen, kun je namelijk ook de omgekeerde weg bewandelen en uit de samenhangen de feiten afleiden. Als ik een element uit een netwerk haal, leveren de andere elementen die daarmee in verbinding staan ook een bijdrage aan mijn kennis. Die bijdrage kun je je zo voorstellen dat niet eenvoudigweg feiten worden overgedragen, conform het oude informatieoverdrachtsmodel, maar vooral dat die ons behulpzaam is in de bredere context van ons leven. Herinneringen vormen met elkaar een community. Binnen deze community worden beoordelingen uitgewisseld over het belang van een herinnering voor de gebruiker of de gemeenschap, over wat een dag lang of eeuwig stand zal houden, over de mate waarin ons beeld van iets zal veranderen of juist intact zal blijven. Het collectieve geheugen opereert voor een belangrijk deel als een moderne encyclopedie, zoals Wikipedia, in zoverre daarin wordt geprobeerd een volledig overzicht van onze kennis, en tot in detail de onderlinge verbanden, in kaart te brengen. Elke dag wordt iets nieuws toegevoegd, wordt het de juiste plek toegewezen, wordt het bewerkt en als de huidige kennis gepresenteerd. En ten slotte voorziet het collectieve geheugen ons ook van navigatiehulp in het geval we twijfelen hoe we met de beschikbare beoordelingen, de informatie en de voortdurend veranderende presentatie daarvan moeten omgaan.


233. Maar het gaat ons hier om iets anders, namelijk om het feit dat het geheugen dankzij de nieuwe technologie geconfronteerd wordt met een tot voor kort ondenkbare situatie. Het wordt ontlast en krijgt een ruimte die het voorheen nog niet had. Zijn klassieke taak om gegevens te onthouden kan uitbesteed worden aan externe opslagsystemen, waardoor het zich in andere domeinen kan manifesteren. Welke zijn dat?


We hebben in dit boek een bredere opvatting van het ge- heugen gepropageerd, namelijk dat het niet alleen als op- slagmedium beschouwd moet worden, maar ook als planner van ons leven. Dankzij alle technologische ontwikkelingen kan het nut van het geheugen voor ons dagelijks leven beter tot zijn recht komen. Om even terug te grijpen op een van de voorbeelden van zojuist: als we van A naar B willen, hoeven we de route niet meer te weten, maar kunnen we in ons hoofd ruimte vrijmaken voor wat we gaan doen als we op de plaats van bestemming zijn aangekomen. De routeplanning maakt plaats voor wat daarna komt.


Ook door het feit dat we nu door alle, aan elkaar gekoppelde online encyclopedieën onmiddellijke toegang tot kennis heb- ben, bevinden we ons in een nieuwe situatie. We hoeven geen data meer te verzamelen, maar kunnen onze capaciteiten inzetten voor de interpretatie van de beschikbare feiten. Het geheugen hoeft niet meer te fungeren als opslagplek, maar kan ingezet worden als duidingsinstantie, die eerst voor zichzelf moet uitmaken wat ze met deze feiten aan moet. En zelfs de nieuwe selfiecultuur kan zich in deze context als nuttig bewijzen, want we hoeven daardoor ons geheugen niet meer te belasten met vragen als wie aanwezig was bij een bepaalde gelegenheid en wat er zich toen allemaal heeft afgespeeld, aangezien dit alles gedocumenteerd is. We hoeven ons voor de reconstructie van het verleden dus niet meer op ons geheugen te verlaten, maar kunnen alles daarin gebruiken als basis voor de volgende ontmoeting.


We hebben gezien dat het geheugen zich in allerlei opzichten bemoeit met zulke plannings-, duidings- en verwerkingsactiviteiten. Het schotelt ons immers – bij wijze van spreken tijdens elke vrije minuut die we hebben, van onze dagdromen tot onze nachtelijke – scenario’s voor waartoe onze huidige bezigheden in de toekomst kunnen leiden. Ons geheugen ontpopt zich aldus beschouwd juist als een toekomstlaboratorium waarin bestanddelen van het verleden samengevoegd worden tot bruikbare voorspellingen voor de toekomst. Samengevat is de kernactiviteit van ons geheugen dat het de ver en minder ver strekkende toekomstscenario’s van ons leven uitwerkt en tot een geheel smeedt. Uit het reeds beschikbare materiaal vormt het een ons leven overkoepelende duiding, die het ons ten eerste mogelijk maakt om degene te worden die we willen zijn. Ons geheugen heeft zijn werk goed gedaan als het ons op een dag lukt steeds onszelf te herkennen in de jaren die achter ons liggen, als we dan kunnen zeggen dat wij het waren die dat bestaan hebben geleid, hoe chaotisch dat leven in individuele gevallen ook verlopen mag zijn.


We sluiten af met de visie dat het dankzij onze huidige interactieve omgeving vermoedelijk simpeler dan ooit tevoren is om ons geheugen op te vatten als een kameraad voor het leven, als een die ons met zijn creatieve interpretaties van gecompliceerde uitgangssituaties voortdurend behulpzaam kan zijn. Als we het zo kunnen opvatten, begrijpen we ook dat ons geniale geheugen in staat is om het verleden om te smeden tot onze toekomst.

Reacties graag naar mailadres.