Ignaas Devisch, Het empatisch teveel. Op naar een werkbare onverschilligheid.
Ignaas Devisch, Het empatisch teveel. Op naar een werkbare onverschilligheid.
Ignaas Devisch heeft met dit boek een duidelijke stap gezet temidden van het verontwaardigde amalgaam van beschuldigingen waarmee de burgers tegenwoordig om de oren worden geslagen voor het hogere en vooral goede doel. ‘Op naar een werkbare onverschilligheid’ is een stapsteen geworden waarop de lezer kan steunen met de stemme.
23. De vragen die ik de lezer wil voorleggen zijn daarom deze: zou het kunnen dat er tegenwoordig niet zozeer sprake is van een empathietekort, maar eerder van een empathisch teveel? Zijn we misschien vergeten waarom onverschilligheid nuttig en zelfs noodzakelijk kan zijn om een samenleving draaiende te houden? Natuurlijk hebben we empathie nodig. Onverschilligheid zonder enige vorm van empathie is niet werkbaar, maar omgekeerd geldt hetzelfde: een bepaalde mate van onverschilligheid ontslaat ons van de onmogelijke opgave om aanhoudend en tegenover iedereen empathisch in het leven te staan. Die onverschilligheid, indien gekoppeld aan een overheid die haar middelen rechtvaardig probeert te verdelen, maakt de samenleving werkbaar. Slechts vragen om meer empathie biedt geen uitweg.66. Empathie kan niet de enige basis vormen voor ons moreel kompas, omdat het vooral inzoomt op het hier en nu, daardoor met een vernauwde blik naar de wereld kijkt. Kortom, empathie neigt tot bewustzijnsvernauwing. Je kunt geen samenleving besturen door je in je handelen ten opzichte van anderen alleen of voornamelijk te laten leiden door spontane gevoelens van sympathie of antipathie voor mensen.
Meer nog, het lezen van ‘Het empathisch teveel’ kan helpen om het eigen goed gevoel te relativeren in maatschappelijke kwesties. Het boek helpt enige verhelderende afstandelijkheid te koesteren bij het oordelen in plaats van meegesleept te worden door het heerlijke moraliseren om het goede te doen om het eigen goed gevoel.
122. Anders gezegd, verontwaardiging verschaft ons het gevoel aan de juiste kant van de moraal te staan. De humanistische psycholoog Erich Fromm verwoordt dit aldus:Er bestaat misschien geen fenomeen dat meer destructieve gevoelens bevat dan ‘morele verontwaardiging’, omdat het toelaat vijandelijkheid of haat voor deugd te laten doorgaan. De ‘verontwaardigde’ persoon kent voor een keer de genoegdoening om op een ander neer te kijken en die als minderwaardig te behandelen en, daaraan verwant, het gevoel van zijn eigen superioriteit en rechtschapenheid.
Als eerste denker in het Nederlandse taalgebied heeft Ignaas Devisch de moed gehad om deze ‘empathie’ – kwestie ernstig te bevragen. Hij gaat echter verder en pleit voor een werkbare onverschilligheid, als fundament van onze sociale zekerheid, die ondermijnd wordt door oproepen tot caritas en empathisch medeleven.
159. tot een goed evenwicht moeten komen tussen voldoende empathie op intermenselijk vlak en andere principes die empathie aanvullen op maatschappelijk vlak en een werkbare onverschilligheid tegenover anderen innemen.Een werkbare onverschilligheid klinkt negatief, maar stel je het omgekeerde voor, dat er geen onverschillige mechanismen zijn of dat je je met alles en iedereen evenveel betrokken zou moeten voelen. Dit empathisch teveel zou van het dagelijkse leven een verschrikkelijke zaak maken en ons morele systeem totaal overbelasten.
Wat natuurlijk niet belet dat de solidaire empathische bevraging van de sociale zekerheid – zonder het ‘voor wat hoort wat’ principe – finaal de mist in zal gaan wegens onhoudbaar. Dank zij de grote traditie van het Mimetische Diagnostische en Therapeutische Multiplicator Effect, of het slaafse denken in veilige analogieën, wordt de financiering van een dergelijke empatisch gestuurde uitdijende sociale zekerheid onhoudbaar. Zelfs als alle rijken de crisis betalen.
Menselijke solidariteit heeft immers lang niet alleen maar goeds opgeleverd.
Het gedrag van voetbalhooligans en politieke of religieuze extremistische rellen zijn ook gebaseerd op solidariteit tussen de deelnemers onderling. Groepsgewijs georganiseerde uitkeringsfraude steunt evenzeer op onderlinge solidariteit. Beurshandelaars en -makelaars kennen alles van empathie en solidariteit als hun banken dreigen om te vallen.
Vaak wordt onze empathie bevraagd om ons solidair op te stellen.
Maar dat is geen eenvoudige opdracht wanneer werkloze autochtonen merken dat de arbeidsmarkt verstoord wordt door immigranten die uitgestuurd werden om kapitaal voor het thuisfront te vergaren. Vraag en aanbod worden zo van buitenaf verstoord.
Bij solidariteit, empathie, compassie en steun is het veralgemenen van principes bijna altijd onzinnig aangezien er geen gelijkheid bestaat tussen mensen onderling.
‘Empathie is wat ons menselijk maakt, objecten en subjecten van morele zorg. Empathie verraadt ons echter als we het als morele gids proberen te gebruiken.’ - Paul Bloom.
vrt deredactie.be blog: Over misbruik van empathie en solidariteit