knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Rik Torfs, Het grote gelijk

31 oktober 2019

Rik Torfs, Het grote gelijk.

uitg Van Oorschot 2019

Een intrigerend boek, zoals dat dan heet. Maar in de interessante betekenis van het woord. De auteur is erin geslaagd om enkele heikele thema’s op een andere manier te benaderen, ontdaan van de gebruikelijke hype en consensus. 

Zo hebben we hem leren kennen in zijn columns, zo doet hij het ook  in ‘Het grote gelijk’.

Uiteraard zal hij door vele bekwame recensenten afgebroken worden wegens het hoofdpersonage bij tijd en wijle zeer irritant, zelfs zeurderig eindigend in zeven sloten tegelijk. Maar dat belet niet dat ik nu Eisterlee een beetje ken… en sommige stukken uit zijn boek wellicht nooit zal vergeten. Zoals bij ‘Het jaar van de dood van Ricardo Reis’ van Fernando Pessoa. 

Zijn analyse van de wereldvisie van José Saramago is er ook niet naast en dus beklijvend. 

Maar vooral de ommekeer in de jeugd van deernis naar weemoed weet de auteur haarfijn te beschrijven. Achteraf lijkt dat makkelijk, maar ik heb het slechts zelden zo duidelijk herkend. 

Net zoals zijn ode aan de Kempen, zijn en mijn Kempen.

303. ‘En toch, bedenk ik, blijft het een vreselijke vorm van overmoed Icarus te willen zijn als je gewoon geboren bent in de Kempen, twintigste eeuw, en aldaar onder meer kleuteronderwijs genoot. Mensen die zich Napoleon waanden, werden in Vlaanderen traditioneel opgesloten in de psychiatrie. Waarom zou Icarus spelen dan beter zijn? Welke zin heeft het zich met hem te willen meten? Zich aan hem te verschroeien? In de Kempen zijn geen zeeën om in te verdwijnen.’

 

46. Ik heb verschrikkelijke herinneringen aan mensen in coltrui. Betweters, let er maar eens op. Ze vinden zichzelf hoogopgeleid maar omdat ze niettemin weinig geld verdienen, zijn ze voorstanders van maatschappelijke verandering en radicale herverdeling. Ze lazen veel over John Rawls op Wikipedia.

65. ‘Wie een goed geheugen heeft, voelt verlatenheid wanneer de waarheid verandert. Hij is ze immers niet vergeten. Ze was niet zomaar een mening naast andere. Ze was de waarheid. Ze hoefde niet eens met een hoofdletter te worden geschreven om het te zijn. Tijdens onze middelbareschooltijd verdween ze. Zonder afscheid te nemen. Zoals iemand het huis verlaat om naar de bakker te gaan, er is niets speciaals aan de hand, maar hij komt nooit meer terug.

In plaats van één waarheid, kwamen er meerdere. In plaats van het hiernamaals het hiernumaals. In plaats van de gevestigde burgerij de vrije gedachte. Het gebeurde, maar niemand stelde het officieel vast. Geen wetgever, geen deurwaarder. Ik pikte het terloops op, maar vernam het nergens officieel. Het behoorde niet tot de leerstof. Hoe kon dat toch? We leerden naast wiskunde en fysica talen en geschiedenis, poëzie en esthetica. Niemand, niemand, niemand vestigde er de aandacht op dat de waarheid was veranderd. Alsof die er niet toe deed. Alsof ze minder belangrijk was dan de leerstof. Alsof het interpreteren van schilderijen van Paul Klee primeerde op de verandering die de waarheid had ondergaan.’

91. ‘Het minimaliseren van de triomf door de winnaar is ondraaglijk voor wie verliest.’

102. ‘We hadden geen gelijk meer. Niet dat we ongelijk hadden. Dat niet. Nog niet. Zeker werd dat er minder waarheid was. Er traden nieuwe mensen op de voorgrond die ze in pacht meenden te hebben. Het ging niet langer om één waarheid. Er waren er verschillende. Een ervan was dat de waarheid niet bestond. Die gedachte werd uitgesproken door zelfverzekerde lieden met ringbaard en coltrui. Ze straalden minder waardigheid uit dan kerkvorsten. De onbestaande waarheid spraken ze zonder haar te hoeven te verdedigen. Hun macht verschool zich in hun schijnbare machteloosheid.’

199. ‘Wat is waarheid? Het woord van de winnaar. De stem van de goed uitgekiende verontwaardiging. De kunst om het wederwoord als lafheid te doen klinken.’

293. ‘José Saramago bleef heel zijn leven communist. Dat heeft iets groots en iets grotesks. Bij de begrafenis van de bejaarde Nobelprijswinnaar waren er bloemen van Fidel Castro. Toen Saramago enkele jaren voordien in Ramallah op de westelijke Jordaanoever was, zei hij: ‘Wat hier gebeurt, is vergelijkbaar met Auschwitz.’ Amos Oz reageerde daar verstandig op: ‘Saramago geeft blijk van een verschrikkelijke morele blindheid. Wie geen onderscheid maakt tussen verschillende gradaties van het kwaad, verandert in een werktuig ervan.’ Maar de ijdele Portugees was trots omdat hij de Israëli’s gekwetst had. Hun woede voedde zijn eigenwaan. ‘Als schrijver heb ik het voorrecht om schokkende vergelijkingen te maken zodat de mensen luisteren.’ Een schrijver is meer dan een mens. De charme van de ongelijkheid. O, wat moet het heerlijk zijn gelijk te hebben zoals José Saramago, altijd en overal. Wanneer de grofste belediging een moreel succes is. Auschwitz, beste joden, eat that! Het is een schrijver die het u zegt.’

‘Mensen geloven in een ideologie, niet wegens haar inhoud, maar om het recht te verwerven altijd gelijk te hebben. Grofheid wordt een deugd, de liefdevolle roos die het kwaad bestrijdt.

Ik zou het niet kunnen, niet durven, mijn geloof behouden in het katholicisme van mijn jonge jaren, zomaar, onverkort, met de zelfverzekerdheid van José Saramago. Het kinderlijke, hinderlijke samenvallen van persoonlijke ideeën en de waarheid.

(…)

’Het katholicisme van mijn jeugd was even zeker van zichzelf als het communisme van Saramago. Een gesloten ideologie die een manier van leven voorschreef. Ideologieën zijn een kwestie van alles of niets. Ze zeggen niets over het leven en alles over hoe het zou moeten zijn. Ze vormen een afgerond verhaal dat geen compromissen duldt. Juist omdat het alles of niets is, eindigt het meestal met niets, al is dat te weinig. En alles is veel, ondraaglijk veel. Als in het nauw gedreven mensen dan toch moeten kiezen: liever het totale niets dan de onwaarachtigheid van het alles.

Alleen die gedachte, die impliciete, noodzakelijke en toch wrede keuze, kan de verdamping van het katholicisme in vijftig jaar tijd verklaren.

(…)

Wie zijn geloof in een betere wereld belijdt, zoals de communist José Saramago deed tot aan zijn dood, zal de wereld altijd misprijzen, omdat die nooit volmaakt zal zijn, tenzij de ideoloog besluit hem zo te noemen en in naam van die illusie wreedheden begaat. Anders is het milde christendom dat niet zegt hoe een mens moet leven, maar wat het leven is, waardoor ruimte ontstaat voor wie tekortschiet.

Dan hoeven alle stervelingen niet langer helden te zijn, alle daders niet langer schoften, alle slachtoffers niet langer heiligen, alle ethici niet langer zedenmeesters, alle mensen niet langer bewakers van de grote gevangenis die ze zelf bevolken.’

300. Misschien is vandaag de ultieme kennis, of is het kunde, het vermogen tot communicatie. Breng je boodschap geloofwaardig. Je hoeft er niet zelf in te geloven. Ze hoeft er niet eens te zijn.

Het is niet erg dat alles anders is, het is gewoon anders. En de tijden zijn tijdelijk. De ‘tijdelijk. De ultieme wijsheid bestaat erin leegte te verwelkomen. Te aanvaarden dat afwezige kennis niet noodzakelijk schadelijker is dan de ballast van het weten. De politicus van vandaag is een doener. Of iemand die doet alsof hij een doener is. Daarnaast, in tweede orde, is hij eerder dan een denker een vertolker van sentimenten.

Nu eens zegt hij diep geschokt te zijn, dan weer heilig verontwaardigd, vervolgens oprecht bezorgd, uiteindelijk ontzettend trots. Hij meet zich gevoelens aan zoals hij een kostuum past. Vlug en efficiënt. Drie minuten in het pashokje en hij is iemand anders. Als een beroepspoliticus sentimenten op het juiste moment uit – en dus niet diep geschokt is als het nationale voetbalelftal wint of heilig verontwaardigd bij een geslaagde liefdadigheidsactie – heet hij authentiek te zijn. Grotere lof kan een politicus niet oogsten. Ook niet als hij daarvoor moet liegen.

Bekwaamheid schept ongelijkheid. Ze is lastig, vraagt om herverdeling. Maar aan authenticiteit kan iedereen werken, zorgvuldig, totdat die ijver vruchten afwerpt. Geen sterveling valt uit de boot. Al is er een angeltje. Want het is de elite van het moment die bepaalt dat authenticiteit de waarde bij uitstek is die iedereen hoort na te streven.’

Reacties graag naar mailadres.