knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Charles Joseph De Ligne, Memoires

20 september 2021

Charles Joseph De Ligne, Memoires

uitg. Davidsfonds 2021 vert. Marijke Arijs 

In zijn memoires toont zich de volle pracht van het oeuvre van prins Charles-Joseph de Ligne. Zijn esprit heeft de eeuwen overleefd. Goethe noemde hem ‘de vrolijkste man van zijn tijd’. De Belgische edelman was een graag geziene gast aan de Europese vorsten-hoven. Militair, diplomaat, Europeaan, schrijver, bon vivant, briljant causeur en een geboren charmeur: De Ligne was het allemaal. Hij was kind aan huis bij Maria-Theresia, Jozef II, Marie-Antoinette, Lodewijk XV, Catharina de Grote en Frederik van Pruisen. Rousseau en Voltaire behoorden tot zijn kennissenkring en als doorgewinterde libertijn kon hij uitstekend opschieten met Casanova, die hij onder meer hielp bij de publicatie van zijn memoires. Na de Franse Revolutie, die hem ruïneerde, vestigde de prins zich in Wenen, waar hij zijn eigen memoires te boek stelde. De Memoires van Charles-Joseph de Ligne (Brussel, 1735 –Wenen, 1814) zijn veel meer dan een tijdsdocument. Ze krioelen van snedige bon mots en pikante anekdotes. Door hun unieke en sprankelende toon vormen ze een prachtige les in achttiende-eeuwse levenskunst.

Een fascinerende selectie uit de nalatenschap van een boeiende – zij het vaak erg oppervlakkige – aristocraat die je meeneemt naar de besognes, plezieren en pijnlijke  problemen van de hoogste aristocratie van Europa in een kantelend tijdvak die velen de kop zal kosten, indien niet op het schavot dan wel op de vele slagvelden.

 

98. In sommige omstandigheden is het nog belangrijker dan anders om op goede voet te staan met het volk, namelijk wanneer er een geest van verdwazing heeft toegeslagen. Een tijdlang hadden de bewoners van mijn landerijen in de buurt van Aken de euvele moed om een sekte op te richten die de Voorzienigheid moest corrigeren. In de overtuiging dat hun gerechtigheid tot een algemener en eerlijker verdeling zou leiden, stalen ze van de rijken om aan de armen te geven. Ik had medelijden met die gekken en liet hen zo min mogelijk opsluiten, om te voorkomen dat hun aantal zou toenemen. De dorpsheren die hen tot martelaren maakten, speelden hen in de kaart en werkten hun toename in de hand. Op een dag, of liever op een nacht, toen ik in die zo buitengewoon menslievende streek was om een paar regimenten te gaan inspecteren waarover ik het bevel voerde, was ik met mijn rijtuig blijven steken en gekanteld in het midden van een holle weg.

Ik hoorde een stel van die vrome struikrovers naderen aan het gekletter van de wapens die verstopt waren in hun dikke stokken. Die gebruikten ze alleen om me weer overeind te helpen en na me met zegenwensen te hebben overladen, namen ze afscheid om de een of andere pastoor te gaan beroven.

172. De inwijdingen van de vrijmetselaars waren voor mij een grote bron van vermaak. In de gewesten die onder mijn gezag stonden, lieten ze mij de honneurs van Schots meester waarnemen. Ze konden niet geloven dat ik maar een leerling of een gezel was. Ik kreeg er zware straffen opgelegd, zoals drie glazen water achter elkaar opdrinken, geflankeerd door de twee surveillanten, omdat ik hen niet met het verschuldigde respect had behandeld, want vaak legden ze verkeerde verbanden in onzinnige toespraken, omdat ze dronken waren van het obligate getoost. Op een dag gooiden ze me op de lijken – zo noemen ze de lege flessen. Soms speelde ik voor chirurgijn. Ik prikte iemand met mijn tandenstoker, waarna ik hem warm water te drinken gaf, terwijl ik de inwijdeling wijsmaakte dat het zijn eigen bloed was.

(...) Dit is het ergste wat er ooit is voorgevallen, in een loge van de hertog de Luxembourg die later die van de hertog van Orléans werd en na verloop van tijd die van zijn zus, de hertogin de Bourbon, want eerstgenoemde frequenteerden we niet meer. Prins Pignatelli zou in Monceau in de loge worden ingewijd. Ik wist niet dat ze vanaf het dak een glijbaan hadden geïnstalleerd om hem op een mesthoop op de binnenplaats te laten belanden. Het ding stond in de weg toen ik erlangs wilde. Ik zette het tegen de muur, zoals een gootpijp. Ze duwden hem eraf en die loodrechte, metershoge val zou er naar verluidt toe hebben bijgedragen dat hij zijn verstand heeft verloren, wat nooit meer goed is gekomen.

176. Eentje die wat snuggerder was, zei tegen me: ‘Ik geloof dat u een Oostenrijker bent. Wel, officier, u hebt goede soldaten, maar toch zult u altijd het onderspit delven. Wilt u weten waarom? Ik zal het u vertellen. Als wij zien dat de strijd ontbrandt, gaan we er spontaan op af om onze oprukkende krijgsmakkers te helpen of om de vijand terug te drijven, als we terrein verliezen, en daarna nemen anderen het van ons over en sluiten we ons weer bij hen aan. Wanneer jullie zien, bijvoorbeeld vanaf een heuvel, dat een van jullie bataljons wordt aangevallen, staan jullie te kijken hoe het teruggedreven wordt zonder eropaf te gaan. Jullie wachten op bevelen. Als die komen, gaat het te langzaam en is het te laat. (...)’

Een jager van de garde te paard zei tegen me: ‘Monsieur, wij waken over het leven van deze grote man, want God weet wat er van Frankrijk moet worden als hij er niet meer is. Zijn famili leden zijn beste mensen, maar veel verstand hebben ze niet.’

Toch begaf Napoleon zich bij al zijn parades onder de Weners zonder veiligheidsmaatregelen te nemen. Het was heel tactvol van hem dat hij in Wenen geen eerbetoon wilde ontvangen. ‘Ik ga gauw weer weg’, zei hij, ‘om de Russen te verslaan. Ik ben niet van plan om de soeverein uit te hangen van een land dat al een keizer heeft.’

206. Heethoofdige onruststokers en dwaze vrouwen uit alle kringen eisen dat we Saksen en Silezië gaan innemen, alsof dat zo eenvoudig is, en alsof dat niet betekende dat we het hele koninkrijk zouden prijsgeven, waarvan we in dat geval afgesneden zouden zijn. De mens is het enige dier dat niet nadenkt, geen geheugen heeft en niet voor verbetering vatbaar is. Honden en paarden onthouden de dingen die ze hebben geleerd. Wolven en vossen herinneren zich de vallen die de mensen voor hen hebben gezet.

212. Ik weet niet of ik al eerder heb gezegd dat ze de ene helft van haar geest gebruikt om te verhullen wat de andere helft denkt. Dat is dé manier om het ver te schoppen in het leven.

Reacties graag naar mailadres.