knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Hans Achterhuis, Ik wil begrijpen. 

20 december 2022


De onbekende Hannah Arendt 



Lemniscaat 2022



Een interessante inleiding tot het denken van Hannah Arendt door een reus uit de moderne Nederlandse sociologische en politiek filosofische geschiedenis Hans Achterhuis.







Hij laat zich in een van de laatste hoofdstukken echter al te gemakkelijk meetronen in een twijfelachtig verhaal over schuld en boete uitgezet door David Van Reybrouck in Congo, Revolutie en Tegen verkiezingen. http://www.janvanduppen.be/?p=4672



14. ‘Over het begrip geschiedenis’ van haar vriend Walter Benjamin redde zij overigens bij haar vlucht uit Europa door hem mee te nemen naar de Verenigde Staten. Op de boot voerde zij met Heinrich Blücher, haar echtgenoot, heftige discussies over een centraal gedeelte van de tekst van Benjamin. De weerslag ervan vinden we volgens mijn interpretatie terug in haar commentaar bij de parabel van Kafka.



‘Er bestaat een schilderij van Paul Klee, dat Angelus Novus heet. Er staat een engel op afgebeeld die zo te zien op het punt staat zich te verwijderen van iets waar hij zijn blik strak op gericht houdt. Zijn ogen en zijn mond zijn opengesperd, hij heeft zijn vleugels gespreid. Zo moet de engel van de geschiedenis eruit zien. Zijn gelaat is naar het verleden gewend. Daar waar wij een reeks gebeurtenissen waarnemen, ziet hij één grote catastrofe, en daarin wordt die zonder enig respijt puinhoop op puinhoop gestapeld, die hem voor de voeten geworpen wordt. De engel zou wel willen blijven, de doden tot leven wekken en de brokstukken weer tot een geheel maken. Maar zijn vleugels vangen de wind die uit het paradijs waait, een storm die zo hard is dat hij ze niet kan sluiten. Deze storm stuwt hem onweerstaanbaar voort de toekomst in die hij de rug heeft toegekeerd, terwijl de stapel puin voor hem tot aan de hemel groeit. Deze storm is wat wij vooruitgang noemen.’



18. ‘Wat is het onderwerp van ons denken? Ervaring! Niets meer. En als we de grond van de ervaring verlaten, belanden we in allerlei soorten theorieën.’



‘Alle smarten zijn te dragen wanneer men ze verwerkt in een verhaal of er een verhaal van maakt. ‘ Isak Dinessen/Karen Blixen 



39. Essentieel in de relatie tussen meester en discipel is de rol van het vertrouwen.



De moderne tijd geest vraagt daarentegen van ons dat we aller eerst onze kritisch vermogen aanspreken. Onvoorwaardelijk vertrouwen is verdacht, achterdocht en argwaan komen er vaak voor in de plaats. Toch heeft van Herk gelijk wanneer hij stelt dat in veel leerverhoudingen het vertrouwen vooraf dient te gaan aan de kritiek. Juist door je eerst via de weg van het vertrouwen kennis eigen te maken, open je de mogelijkheid om er vervolgens via kritiek op bepaalde punten afstand van te nemen. 



Het belang van het persoonlijk voorbeeld geldt in de wetenschap in de techniek, waarin het draait om kennisverwerving en kundigheden, maar a fortiori in de wijsbegeerte die op begrijpen en betekenisgeving gericht is.



“Je volgt de meester omdat je vertrouwen hebt in zijn manier van doen, zelfs wanneer je de effectiviteit daarvan niet in de tijd kan analyseren of verantwoorden. Door de meester te observeren en door met zijn prestaties de wwedijveren (…) pikt de leerling onbewuste regels van de kunst op, inbegrepen de regels die zelfs de meester niet expliciet kent.”



240.’ Het moeilijkste deel van het morele werk is het onderscheid maken tussen de gradaties van het kwaad. Want het kwaad bestaat in veel gradaties. Wie geen onderscheid kan maken tussen de verschillende gradaties van het kwaad kan ongewild een dienaar van het kwaad worden. Dat is mijn eigen morele imperatief: let op de verschillen tussen erg, erger en erger. ‘Amos Oz



257. De praktijken uit deze tijd horen inderdaad tot wat Arendt omschrijft als ‘de meest verschrikkelijke massamoorden uit de recente geschiedenis’. Het meest typerende en afgrijselijke onderdeel ervan was het afhakken van handen. Van elke gedode inwoner moest de soldaten de handen afhakken en laten zien om te bewijzen dat zij hun dure kogels, die nageteld werden, goed gebruikt hadden. Cfr David Van Reybrouck, Congo, een geschiedenis. Revolusi. Tegen verkiezingen.



296. De twee revoluties van Mao Zedong



De Chinese culturele revolutie waar ik toen positief over oordeelde, is sindsdien ontmaskerd als een grootschalige maatschappelijke ontwrichting die in naam van de grote roerganger met zijn beroemde rode boekje in de hand miljoenen Chinezen het leven heeft gekost.



De vraag hoe ik mij zo heb kunnen vergissen, gaat het persoonlijke ver te boven. Het standpunt dat ik innam, werd door velen gedeeld en hartstochtelijk verdedigd. Mijn terugblik gaat daarom ook verder dan een poging om mijzelf te begrijpen. Wanneer ik het in termen van Hannah Arendt zeg, draait het om het verloren gaan van de rijke schat van revoluties. Die schat was volgens velen in het westen gedurende de lange jaren 60 aanwezig in de verre paradijzen, die Aardbergen beschreef. Ergens ter wereld zou de verloren schat toch te vinden moeten zijn, in de Sovjetunie of Cuba, in Albanië of Cambodja, en vooral natuurlijk in China.



Veel linkse westerse intellectuelen trokken naar de genoemde paradijzen in de hoop daar de verloren schat aan te treffen. Ik noemde in ‘Geloof in geweld’ schrijvers als Bernard Shaw, Klaus Mann en Louis Aragon, die het Rusland van Stalin bleven verheerlijken. Met betrekking tot China noemde ik landgenoten als de filmer Joris Ivens en de antropoloog Wim Wertheim. Aan de contacten met beide heb ik goede herinneringen. Beiden namen ook, zij het ambivalent in mijn ogen, afstand van hun blinde revolutionaire geloof. Wertheim deed dat in een artikel met de Arendtsiaanse titel ‘Verloren paradijzen’. Maar hij zette wel een vraagteken achter de titel. Ze konden, zo suggereert het slot van zijn tekst, nog steeds worden terugveroverd. 



‘Er zijn nogal wat verloren paradijzen te betreuren. Maar een socialist moet zijn geloof in het socialisme en in de vooruitgang van de emancipatie behouden – niet als een paradijs dat als een geschenk uit de hemel komt vallen, maar als een ver verwijderd ideaal dat harde strijd en grote volharding vereist om het naderbij te brengen.’



299. Het publieke geluk van de gevonden schat moet met behulp van nieuwe politieke instituties zo goed mogelijk worden bewaard. Wanneer dit niet gebeurt, dreigt elke revolutie in vaak onbeheerst geweld te ontsporen. Dit gebeurde volgens Arend in de Franse revolutie en later herhaalde dit zich in de Sovjetunie en China. De revolutie gingen naar eigen kinderen opeten.



Terwijl dit vreselijke proces plaatsvond, werden vaak nog wel de leuzen uit het glorieuze revolutionaire begin aangeroepen. Dat was duidelijk het geval in de grote culturele revolutie die Mao aan het einde van zijn leven afkondigde. Velen die de rijkdom van de verloren schat nog hadden gedeeld, geloofden daarom in het vervolg waarin alle vastheid en zekerheid van instituties werd losgelaten. Dat deed ik ook. Maar de verloren schat was in aarden vaten bewaart, die gemakkelijk met geweld konden worden stuk geslagen, in plaats van in stevige instituties. (Zoals in de Amerikaanse revolutie). De rijkdom ervan bedierf zo onherroepelijk.



Met een mij dierbaar uitspraak van Ivan Illich, die andere derdewereld filosoof, kunnen we stellen dat hier sprake was van ‘corruptio optimi pessima est ‘.Het allerbeste veranderde in het allerslechtste. Het duurde vaak lang voordat de aanvankelijke sympathisanten van revoluties en helaas ook de revolutionairen zelf dit bederf onderkenden.



301. De Grieken onderkenden deze gevaren. Vandaar de oproep van Aristoteles, hun belangrijkste politieke filosoof, om maat te houden, om grenzen in acht te nemen. De grootste politieke ondeugd was voor hen de hybris, de overmoed, waaraan de Perzen in een oorlogen met Grieken ten ondergingen.



Arendt onderkent het belang van de Griekse ‘remedie’ voor het handelen, maar ze voegt er nog de twee uit de joodse en christelijke traditie stammende mechanismes aan toe die ik eerder besprak: de belofte en de vergeving. De macht der vergeving is het antwoord dat mensen kunnen geven op de onomkeerbaarheid van het kwaad dat men elkaar onderling aan doet. De macht der belofte die men elkaar geeft, helpt mensen om de onvoorspelbaarheid van hun gezamenlijke handelen te voorkomen. De macht der vergeving is zoals ik al aanstipte volgens Arendt voor het eerst verkondigt door Jezus van Nazareth, de macht der belofte door Abraham.



Hoewel de macht der vergeving recent ook politiek uitdrukking heeft gevonden in de waarheids- en verzoeningscommissie’s, die na extreme conflicten een nieuw begin moeten helpen mogelijk maken, heeft vooral de politieke uitdrukking van de macht der belofte in de westerse geschiedenis een ongemeen belangrijke rol gespeeld. Ze heeft volgens Arendt dus een joodse oorsprong maar werd vooral door de Romeinen geïnstitutionaliseerd.



310. ‘Vrijheid alleen voor de aanhangers van de regering in de partij is geen vrijheid. Vrijheid is altijd de vrijheid van andersdenkenden.’ Rosa Luxemburg, cit. Joke Hermsen 



331. Een ander wat mij betreft ook onverwachte een spannende wending is dat de Arendt, bij uitstek een politieke denkster, stelt dat de feitelijke waarheid buiten de politiek valt en dat dit ook zo behoort te zijn. Wie een feitelijke waarheid als dwingend politieke argument inbreng, maakt er te snel een opinie van. Op zich geeft de losstaande feitelijke waarheid geen kracht. Ze ontleent haar kracht aan het feit dat ze niet als een opinie onmiddellijk in het politieke spel wordt geïntegreerd.



Ik suggereerde het al, in het verleden begreep ik deze stellingname niet. In de lange jaren 60 was namelijk alles, ook voor mij, politiek. Arendt stelde toen dat de universiteiten zich niet in linkse richting moesten politiseren. Als institutie moest de academie allereerst de  waarheid dienen. Wetenschappelijke, historische en feitelijke waarheden moesten volgens haar niet direct politiek worden ingezet. Natuurlijk bepleitte zij dat dit wel buiten de universiteit gebeurde waar de essentie van het politieke bedrijf lag. Daar moesten historische en maatschappelijke, vaak feitelijke waarheden in onderlinge strijd en discussie worden geïnterpreteerd.



Achteraf geef ik Arendt graag volmondig gelijk met haar strijd voor de vrijheid van de academie om de waarheid te zoeken. Want met de veranderingen in de politieke machtsverhoudingen hebben de linkse, marxistische faculteiten plaatsgemaakt voor neoliberale, aan het bedrijfsleven gelieerde universitaire groepen. Zo wordt nu vanuit de universiteit een andere politieke boodschap verkondigd. Daar had men geen inhoudelijk verweer tegen omdat men er vanuit was gegaan dat universiteiten politiek betrokken instituties moesten zijn in plaats van bolwerken van wetenschap en waarheid.



Wat voor universiteiten geldt, was volgens Arendt ook van toepassing op de Journalistiek. Verslaggevers dienden in de eerste plaats feiten op te sporen en door te geven. Natuurlijk konden die vervolgens geïnterpreteerd worden tot meningen, maar Arendt stelde dat de scheidslijn tussen feiten en meningen zoveel mogelijk gerespecteerd moet worden.





343. Slot beschouwing: lessen van Timothy Snyder en Hannah Arendt



1. Gehoorzaam niet bij voorbaat



2. Verdedig maatschappelijke instituties



3. Voorkom een eenpartijstaat



4. Neem verantwoordelijkheid voor het aanzien van de wereld.



5. Maak de beroepsethiek



6. Pas op voor paramilitairen



7. Blijf nadenken als je een wapen moet dragen



8. Wie is het eerste schaap.



9. Koester Onze Taal



10. Geloof in de waarheid



11. Ga zelf op onderzoek



12. Maak oogcontact en ga in gesprek



13. Bedrijf politiek met je lichaam



14. Zorg voor een privéleven



15. Draag bij aan goede doelen



16. Leer van mensen in andere landen



17. Let op gevaarlijke woorden



18. Kalm als het ondenkbare gebeurt



19. Wees een patriot



20. Wees zo moedig als je maar zijn kunt.


Reacties graag naar mailadres.