Silvia Avallone, Donker hart
uitg. De Bezige Bij 2024
Zonder de jeugdgevangenis voor jongens in Bologna had Silvia Avallone haar nieuwe roman Donker hart niet kunnen schrijven. Ze draaide er een tijd mee, hoorde er de verhalen over moord en doodslag. Maar wat ze er vooral leerde was dat de jongens woorden aangereikt moeten krijgen door studie en workshops, om zichzelf ‘naderhand’ staande te kunnen houden. Gevangenis-slang alleen voldoet niet.
De spraakmakende Italiaanse bestseller over het leven van een jonge vrouw binnen, en buiten, de muren van een jeugdgevangenis
De eenendertigjarige Emilia besluit in het verlaten berggehucht Sassaia in Noord-Italië te gaan wonen, in het leegstaande huis van een overleden tante. Emilia is net
vrijgelaten na een gevangenisstraf van vijftien jaar. Haar verleden is haar geheim, en in Sassaia hoopt ze een manier te vinden om zich met haar daad te verzoenen.
Er zijn nog twee andere bewoners in het gehucht, onder wie Bruno, haar buurman, die onderwijzer is op de basisschool in het dal. Bruno leeft ook in een zelfverkozen
ballingschap, maar dan vanuit de pijn van een slachtoffer. Allebei kennen ze het kwaad: hij omdat hij het heeft ondergaan, zij omdat ze het heeft begaan. Deze twee
gebroken zielen zoeken beiden naar verlossing, maar de toekomst volgt zijn eigen wetten en de tijd onthult onverbiddelijk de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan.
https://www.nrc.nl/nieuws/2024/11/07/ook-de-gevangenis-voelt-als-een-stenen-baarmoeder-a4872253
153. Het was ongelooflijk hoe koppig ouders konden blijven volhouden om hun kinderen niet te willen zien zoals ze waren. Pathetisch hoe ze weigerden op te geven, en bleven geloven dat hun kinderen een verlenging van hun eigen dromen waren in plaats van ongeleide projectielen die vaak volledig mislukten.
162. Het punt is dat je zo ongeveer vanaf de middelbare school langzaam moet beginnen jezelf los te maken van je ouders, ze terug te brengen tot de juiste proporties, ze te bekritiseren en ze te zien als wat ze zijn: twee willekeurige mensen waar jij toevallig uit bent voortgekomen. Maar als je ze op die leeftijd kwijtraakt, kun je je daarna onmogelijk nog van ze losmaken. Je kunt ze onmogelijk terugbrengen tot de juiste proporties. Je kunt onmogelijk volwassen worden.
234. Ze waren twintig, en ze gingen elkaar te lijf als de jonge meiden die net waren aangekomen. Ze klemden elkaars polsen vast, knepen in hun borsten die buiten het bikinitopje vielen.
Afifa en Myriam waren al weggelopen; je bemoeit je niet met andermans zaken. De Commando’s daarentegen kwamen meteen tussenbeide, bezorgd en een beetje geïrriteerd; met deze hitte een ruzie moeten sussen was een rotkarwei.
Ze werden allebei naar Frau Direktorin gestuurd. Vuist op haar bureau en geen geduld meer: ‘Als jullie zo doorgaan laat ik de een overplaatsen naar Rome en de ander naar Pontremoli!’
Ze had hun straf gegeven binnen hun straf, oftewel isolatie. Vijf dagen lang: tijd om na te denken. Maar voordat de bewakers erin geslaagd waren hun lichamen met geweld uit elkaar te trekken, voordat ze in eenzaamheid werden afgezonderd, had Emilia nog kans gezien om met de tranen op haar gezicht tegen Marta te sissen: ‘Ik heb het nódig dat de ziel bestaat. Begrepen? Want ooit moet ik haar terugzien.’
Ook al wist ze zelf ook wel dat dat niet zou gebeuren. Zelfs op dit moment, nu ze bezig was de Hel te restaureren, wist ze dat die niet leeg kon zijn terwijl het Paradijs vol zat.
Vanwege het simpele feit dat slachtoffers en beulen elkaar nooit, nooit, nooit zouden moeten terugzien, zelfs niet aan het einde der tijden.
322. Detentie was net zoiets als de dood; iedereen had er evenveel plezier. Mooi en lelijk, ontwikkeld of achtergebleven, arm of rijk. Ook al zou Emilia er gauw genoeg achter komen dat zij op deze plek de enige was die uit een rijke familie kwam.
338. Kinderen voelen zich aangetrokken tot het kwaad omdat ze het zelf niet in zich hebben. Ze willen het leren kennen omdat ze er zelf geen ervaring mee hebben. En dan? Hoe is het mogelijk dat ze vanaf de puberteit allemaal verdorven raken?
419. Het was op dat moment, toen het daglicht met geweld naar binnen drong door de gaatjes van het rolluik, dat ik besloot dat ik zodra we terugkwamen in Sassaia zou gaan schrijven. Dat ik alles zou opschrijven.
Het antwoord was liefde. Als je van iemand houdt, kun je diegene niet los zien van wat hij of zij is en is geweest. Je kunt diegene niet in stukken opdelen en alleen de stukken kiezen die jou wel aanspreken. Je moet die persoon volledig accepteren.
En ik moest gaan schrijven, want uiteindelijk hebben woorden wel degelijk nut.
Juist om te leven; om te herinneren, te begrijpen. Om een spoor achter te laten zodat je niet helemaal sterft, zodat onze dierbaren niet zullen sterven.
423. ‘Dank je wel dat je erop hebt gewezen dat er zelfs in mij wel iets goeds schuilde.’
Bologna, 22 maart 2023 Silvia Avallone