Fernando Pessoa, Het boek der rusteloosheid
Fernando Pessoa, Het boek der rusteloosheid
Privé domein / Arbeiderspers
262. Maar uiteindelijk is er ook universum in de Rua dos Douradores. Ook hier staat God toe dat het raadsel des levens niet ontbreekt. En ook al zijn het maar povere dromen die ik in het landschap van wagens en kisten tussen de wielen en klanken uit kan halen, toch zijn ze voor mij hetgeen ik heb en hetgeen ik kan hebben.
Ongetwijfeld zijn de echte zonsondergangen elders. Maar zelfs vanaf deze vierde verdieping boven de stad kan men denken aan de eeuwigheid.
11. Ik verkies het proza boven de poëzie als kunstvorm om twee redenen, waarvan de eerste zuiver persoonlijk is: ik heb eenvoudig geen keus, want ik ben niet in staat een gedicht schrijven. De tweede echter is algemeen en – daarvan ben ik overtuigd – geen schaduw of vermomming van het eerste. Het is dus alleszins zinvol om die uiteen te rafelen, want zij raakt aan de innerlijke betekenis van de gehele waarde van de kunst.
Ik beschouw het vers als een beginstadium, een overgangsvorm van muziek naar proza. Net als muziek is het vers onderhevig aan wetten van ritme, die, ook al zijn het niet de rigide wetten van het regulaire vers, altijd bestaan als wachters, keurslijven, verordeningen met hun vanzelfsprekende onderdrukking en straf. In het proza spreken wij vrijuit.
262. Maar uiteindelijk is er ook universum in de Rua dos Douradores. Ook hier staat God toe dat het raadsel des levens niet ontbreekt. En ook al zijn het maar povere dromen die ik in het landschap van wagens en kisten tussen de wielen en klanken uit kan halen, toch zijn ze voor mij hetgeen ik heb en hetgeen ik kan hebben.
Ongetwijfeld zijn de echte zonsondergangen elders. Maar zelfs vanaf deze vierde verdieping boven de stad kan men denken aan de eeuwigheid.
269. Reizen? Daartoe is bestaan voldoende. Als van station naar station rijd ik van dag naar dag in de trein van mijn lichaam of lott, gebogen over straten en pleinen, gedragen en gezichten, altijd eender en altijd weer anders, zoals landschappen tenslotte zijn.
Als ik fantaseren zie ik. Wat doe ik meer wanneer ik reis? Alleen een extreem zwakke verbeelding rechtvaardigt dat men zich moet verplaatsen om te voelen….
De landschappen zijn het landschap binnen in ons. Daarom schep ik ze als ik ze verbeeld; als ik ze schep, bestaan ze; als ze bestaan, zie ik hen net als de andere.
Het leven is wat wij ervan maken. De reizen zijn de reizigers. Wat we zien is niet hetgeen we zien, maar hetgeen we zijn.
271. Wat is reizen en waartoe dient reizen? Iedere zonsondergang is dé zonsondergang; men hoeft hem niet te gaan zien in Constantinopel. Het gevoel van bevrijding dat voortkomt uit reizen? Dat kan ik hebben wanneer ik van Lissabon naar Benfica rijd, en intenser dan iemand die van Lissabon naar China gaat, want als de bevrijding niet in mij is, dan is ze voor mij nergens.
348. Esthetiek van de moedeloosheid.
Laten we, omdat we geen schoonheid kunnen halen uit het leven, tenminste schoonheid halen uit het feit dat we geen schoonheid uit het leven kunnen halen. Laten we van onze mislukking een zege maken, een feitelijk en opgetrokken iets met zuilen, verhevenheid en geestelijke instemming.
Fernando Pessoa, Herostratus,over onsterfelijkheid en vergankelijkheid van literaire werken.
Arbeiderspers
Commentaren van de vertaler August Willemsen
118. Wat die eeuwige roem van Pessoa betreft: "eeuwig" is natuurlijk een groot woord, maar we kunnen niet anders dan constateren dat nu, bijna 70 jaar na zijn dood, zijn roem nog steeds stijgende is. Het wonderlijke feit heeft zich voorgedaan dat Pessoa, waar hij zegt (impliciet) dat hij het "genie` van zijn tijd zou weerspiegelen, volkomen gelijk had. Het heeft er alle schijn van dat juist dat fragmentarische karakter van zijn werk, naarmate de 20e eeuw vorderde, meer en meer werd begrepen en aangevoeld – meer, in elk geval, dan in zijn eigen tijd ooit mogelijk zou zijn geweest. Zijn werk strookt volkomen met een werkelijkheid die Alberto Careiro heeft gedefinieerd in een vers van Riccardo Reis, in een van zijn talloze voorwoorden tot De hoeder van kudden, de essentie van de bundel noemt:
"De natuur is delen zonder een geheel". Vervang "de natuur" door "het werk van Pessoa", en wij hebben de definitie daarvan. In fragment 6 van "Vergankelijkheid" brengt hij zijn eigenschap van representatief kunstenaar zelfs in verband met zijn heteronymie, in die zin dat deze staat voor uiteenlopende literaire stromingen: "Het gemeenschappelijk kenmerk van alle representatieve kunstenaars is dat zij alle mogelijke tendensen en stromingen omvatten."
124. Het is altijd en in elk detail doordrenkt van de unieke, verwarring stichtende psyche waardoor het werd voortgebracht en die het, in permanente narcistische wisselwerking, ook weer beschrijft.