Fernando Pessoa, Mijn droom is van mij.
Fernando Pessoa, Mijn droom is van mij.
Privé Domein, p. 89.
7. Het meest opvallende aan de beroemde leus ‘vrijheid, gelijkheid, broederschap’ is dat, het woord broederschap, waarvan de inhoud nihil is, terzijde gelaten, gelijkheid en vrijheid onverenigbaar zijn.
Vrij zijn is je persoonlijkheid kunnen laten gelden ( binnen bepaalde grenzen); je persoonlijkheid laten gelden is je anders dan anderen laten gelden; je anders dan anderen laten gelden is niet gelijk aan hen zijn.
De twee begrippen staan zo lijnrecht tegenover elkaar dat, zodra men een van de twee naar voren schuift, het andere niet alleen onmiddellijk achterblijft, geen gelijke tred kan houden, maar duidelijk verstikt wordt. De XIX de eeuw affirmeerde als reactie op oude tirannieke of als zodanig beschouwde systemen helder en duidelijk de vrijheid; het resultaat was een dermate toenemende ongelijkheid dat er tenslotte een verzetsbeweging ontstond , eerst tegen de gevolgen van de vrijheid (aangegeven met kapitalisme) daarna tegen de vrijheid op zichzelf. De bourgeoisie baseerde haar sociale verhevenheid op de vrijheid, niet op het privilege, zoals de oude aristocratieën. Tegen de ‘bourgeoisie’ zijn de zogenaamde proletariërs in opstand gekomen, net zoals de nazi’s tegen de joden. De nazi’s beschuldigen de joden ervan dat ze zich een groot deel van de samenleving hebben toegeëigend. De joden hebben dat echter gedaan op grond van de vrije concurrentie. Precies hetzelfde is gebeurd met de bourgeoisie. In het huidige economische bestel staat niets een proletariër of een landarbeider in de weg om vooruit te komen in het leven, op te klimmen tot de hoogste overheidsfuncties – behalve natuurlijk tot de allerhoogste in een monarchie. Voor wie niets in zijn mars heeft, blijft het uiteraard moeilijk om op te klimmen tot welke functie dan ook. Voor diegene is er nog altijd, tot op zekere hoogte, het geld. Dat zijn de gevallen die de revolte bevorderen, maar in wezen is die ergens anders op gegrond – op de afgunst van de inferieuren op de van nature en niet door geluk bevoorrechten.