knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Zhang Yueran, De spijker. 

19 april 2024


Uit het Chinees vertaald door Annelous Stiggelbout. Prometheus 2023





343. ‘In de herfst van het jaar daarna had de jongen zijn eerste korte verhaal klaar. Hij stuurde het op naar een literair tijdschrift in Shanghai. De titel van het verhaal was ‘De spijker’, het was gebaseerd op een incident waar hij in zijn jeugd getuige van was geweest. In het compound voor ziekenhuismedewerkers waar hij woonde was een dokter van de galerij naast de zijne tijdens een strijdbijeenkomst een spijker in het hoofd gedreven. De dokter verloor langzaam zijn vermogen tot spreken en bewegen, hij raakte in vegetatieve toestand en lag sindsdien in het ziekenhuis. In die roerige jaren waren er in de omgeving van de jongen vreselijke dingen gebeurd, maar om een of andere reden had dit incident een onuitwisbare indruk bij hem achtergelaten. Een maand later kreeg de jongen bericht van het tijdschrift dat zijn verhaal was geaccepteerd. Blij vertelde hij het nieuws aan zijn vriendin en ze vierden het samen. Maar weer een maand later kreeg hij een brief van de redacteur, waarin die schreef dat zijn meerderen het verhaal te negatief van toon vonden en dat ze het helaas niet konden plaatsen. Hij had te vroeg gejuicht. De jongen deed het manuscript in een la en keek er nooit meer naar. Daarna schreef hij nog een aantal verhalen, allemaal donker van toon, waar hij nooit meer iets over hoorde nadat hij ze had opgestuurd. Na zijn afstuderen bleef hij als docent verbonden aan de universiteit en trouwde hij met zijn vriendin. ‘





https://www.volkskrant.nl/boeken/het-is-bijzonder-dat-een-auteur-van-zhang-yuerans-generatie-schrijft-over-de-culturele-revolutie~b8a3a1dd/?





https://www.standaard.be/cnt/dmf20240311_97215765


Lees verder »

Shi Tiesheng, Notities van een theoreticus 

1 april 2024


uitg. Van Oorschot 2024 



‘Shi (Shi is zijn familienaam, Tiesheng, ‘de Staalgeharde’, zijn roepnaam) werd geboren in 1951 in Peking, twee jaar na het ontstaan van de Communistische Volksrepubliek. Omdat zijn oma afstamde van ‘grootgrondbezitters’, moest de familie zich gedeisd houden. In het klassenbewuste China van die tijd werd je voor minder als verdacht beschouwd. Hard labeur in een maoïstisch tewerkstellingskamp en verwaarloosde rugklachten leidden ertoe dat zijn benen verlamd raakten. Vanaf zijn eenentwintigste was Shi tot een rolstoel veroordeeld, wat hem de dubieuze bijnaam ‘rolstoelschrijver’ opleverde.



In ‘Notities’ nodigt hij je uit in zijn ‘schrijversnachten’. Al vanaf de eerste pagina’s word je ondergedompeld in Shi’s bedachtzame manier van denken, raak je verslingerd aan zijn delicate, meanderende overpeinzingen en zijn aandacht voor het menselijke en kwetsbare. De vertellende ‘ik’ (die erg op Shi zelf lijkt) herinnert zich een memorabele herfstavond in een verlaten park. Uit de opwellende stroom van herinneringen komt een gezelschap van personages tevoorschijn: dokter F en dichter L, schilder Z en regisseuse N, de weemoedige O en de banneling WR.



Het zijn mensen die hij heeft gekend en liefgehad en die hij volgt op hun weg door het leven. Shi schetst het portret van een generatie, zíjn generatie, en van een tijdperk dat werd getekend door de chaos en het geweld van de Volksrepubliek en de Culturele Revolutie. Maar gaandeweg begin je te begrijpen dat zijn ambities veel verder reiken dan dat.



Geleidelijk aan beginnen de personages over elkaar heen te schuiven. Er zijn beelden en herinneringen die ze met elkaar delen, en die ook in de verteller resoneren. ‘Ik kan hen niet creëren’, klinkt het. ‘Ik word door hen gecreëerd. Maar ik ben geen optelsom van hen, ik ben een wirwar, een mengeling van hen, ze vermengen zich tot mij. In mij worden ze lukraak met elkaar verbonden, overlappen ze elkaar, raken ze vermengd met elkaar, loopt alles door elkaar heen zonder duidelijke grenzen.’



Shi is geen kroniekschrijver en ook geen autobiograaf. Hij is een denker die gefascineerd is door het raadsel van de menselijke conditie. Hij wil doorgronden wat het ‘ik’ nu precies is, het ‘ik’ dat als ‘een knoop in het net van de wereld is geweven’. Hoe krijgt dat ‘ik’ vorm, waar bestaat het uit en hoe evolueert het in de tijd? Het zijn complexe vragen waar deze roman in zijn geheel het poëtische, genuanceerde en overweldigend ontroerende antwoord op vormt.



Het lijkt alsof ze intuïtief worden opgerakeld, maar onder het weefsel van herinneringen schuilt een magistrale compositie van terugkerende thema’s en variaties, overrompelend en veelzijdig als een symfonie. Applaus ook voor vertaler Mark Leenhouts, die erin is geslaagd Shi’s bezwerende, ritmische proza om te zetten naar een haast bedwelmend Nederlands. Het maakt deze grootse en tijdloze roman des te aantrekkelijker.’



Jan Dertaelen De schrijversnachten van de Chinese grootmeester Shi Tiesheng in De Tijd 19012024


Lees verder »

Michel Serres, De parasiet

8 februari 2024


uitg. Boom 1980 – 2023


Lees verder »

Simon Schama De geschiedenis van de Joden – Deel 1 de woorden vinden 1000 v.C. – 1492 – Deel 2 Erbij horen 1492-1900

8 februari 2024


uitg. Atlas Contact 2013





Dit is het boek dat Simon Schama altijd al heeft willen schrijven: Possibly the greatest story ever told, een grootse geschiedenis van het Joodse volk in de geschiedenis van de wereld. Van Mozes tot psycho­analyse, van de Bijbel tot de Westelijke Jordaanoever, van de cultuur tot en met de wetenschap: op al deze terreinen zijn Joden van een beslissende invloed geweest op de ontwikkeling van de wereld. Zoals John Adams, de tweede president van de Verenigde Staten ooit schreef:De Joden hebben meer bijgedragen aan de beschaving van de mensheid dan willekeurig welk land. Schama vertelt dit verhaal met de weidse blik die hem tot een van de beste historici van onze tijd maakt: een geschiedenis waarin schoonheid en gruwelen een even grote rol spelen.


Lees verder »

voor 2024

31 december 2023

Jonathan Haidt Het rechtvaardigheidsgevoel

24 november 2023


Jonathan Haidt Het rechtvaardigheidsgevoel



Waarom wij niet allemaal hetzelfde denken over politiek en moraal



Uitg. Ten Have 2021







105. Specifieke regels en deugden verschillen per cultuur en daarom zul je in ‘voltooide boeken’ tevergeefs zoeken naar universaliteit. Je zult geen alinea vinden die gelijk is in de verschillende culturen. Maar als je op zoek gaat naar verbanden tussen evolutionaire theorieën en antropologische observaties, kun je een aantal weloverwogen gissingen doen bij de vraag wat er in het universele concept van de menselijke natuur heeft gestaan. Ik heb geprobeerd vijf van dergelijke gissingen te maken (en te rechtvaardigen):


Lees verder »

Ismail Kadare, Onenigheid aan de top. 

20 november 2023


Ismail Kadare, Onenigheid aan de top. 



 Vertaald door Roel Schuyt. Querido, Amsterdam. 2018-2022







 58. Het aureool waarmee een schrijver of kunstenaar wordt omgeven, heeft door de hele geschiedenis heen de nodige problemen opgeleverd, want altijd was er een dag waarop de zucht naar roem, met alle na-ijver die daarmee was verbonden, schaamteloos aan het licht kwam. Een  glanzend aureool van roem in de naam die op ieders lippen lag en de ene dag kon worden verheerlijkt en de dag daarop verguisd, het paste allemaal in een eindeloze cirkelgang met in het middelpunt, of hij dat wilde of niet, een schrijver of wat voor kunstenaar dan ook. Tegenover hen stonden – en ook voor hen gold: of ze dat wilden of niet – de politieke leiders, patriarchen, vorsten en nationale idolen, voor wie roem en bekendheid, in positieve dan wel negatieve zin, andere gevolgen hadden dan voor intellectuelen en kunstenaars, en dat leverde een grote verrassing op: als een politiek idool in zijn goede naam werd aangetast, kon dat desastreuze gevolgen hebben, maar voor een kunstenaar leverde dat weinig problemen op. Meer nog: ze werden daar door het publiek juist des te interessanter om gevonden.



Heeft hij last van hallucinaties of zit er bij hem een steekje los? Loopt hij achter de vrouwen aan of drinkt hij graag? Dat moet hij toch zelf weten? Vind je niet dat hij geweldig kan schrijven? Nou dan, daar gaat het toch om!



Ziedaar de paradox waar men in elke historische periode en in elke samenleving anders mee om ging, maar waar vooral de communistische staat het buitengewoon moeilijk mee had.



In de eerste jaren van de Sovjet unie verwachtte men dat de duistere kanten van het kunstenaarschap vanzelf zouden verdwijnen. De compromitterende geheimen die elke schrijver of  schilder met zich mee droeg, hoefde maar openbaar gemaakt te worden en ze zouden in het helder schijnsel dat de figuren van Marx en Lenin uitstraalden vanzelf in het niets oplossen.




Lees verder »

Tom HollandPax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome.

16 november 2023


Tom Holland
Pax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome.



Vert. Arian Verheij uitg. Athenaeum 2023



‘Pax is in twee opzichten klassieke geschiedenis: op basis van het onderwerp en door de sterke nadruk op keizers en andere leden van de Romeinse elite. Het is het derde deel van Hollands trilogie over het Romeinse Rijk. Eerder verschenen Rubicon. Het einde van de Romeinse Republiek (2008) en Dynastie. Opkomst en ondergang van het Huis van Julius Caesar (2015).



Ook nu weer is het onderwerp in vertrouwde handen. Hollands achtergrond als classicus maakt dat hij beslagen ten ijs komt. En dat hier een non-fictieschrijver actief is die ook successen vierde met fictie, betaalt zich uit in leesbaarheid. Met speels gemak lardeert de Brit de grote lijn met inkijkjes in het denken en doen van de Romeinen in die dagen. Bijvoorbeeld over de visie op vrijheid en slavernij. ‘ Trouw 22072023



Persoonlijk vind ik zijn vroegere boeken boeiender omdat hij daar dieper ingaat op fundamentele vragen over de betrokken periode, personen en gebeurtenissen, 



Pax lijkt meer op de zeer onderhoudende interessante podcasts die hij tegenwoordig maakt met Dominique Sand en die op DSpodcasts te beluisteren zijn. 



https://www.standaard.be/cnt/dmf20220209_98406061brook.



13.  Blij worden van  dekolonisatie is typisch westers.



De Romeinen zelf hadden  geen problemen met het uitoefenen  van koloniaal geweld.  Voor  hen was een kruis geen symbool van de uiteindelijke overwinning van  de gemartelden,  zoals voor de christenen. Het tegendeel was het geval:  voor hen symboliseerde het  kruis het  recht dat ze zichzelf toekenden om opstandigheid zo wreed en meedogenloos de  kop  in te  drukken als ze  maar wilden. Van  schuldgevoelens was bij hen geen sprake; die kwamen pas met het christendom. En al is  de  kerkgang in het Westen tegenwoordig misschien niet  meer wat ze geweest is, de  haat van de  vroege  christenen  jegens de Hoer van Babylon is in onze samenleving  hetzelfde gebleven –  bij classici natuurlijk evenzeer als bij ieder ander’


Ismail Kadare, ‘Een breuk in april’

16 november 2023


Ismail Kadare, ‘Een breuk in april’, uitgeverij Van Gennep 



https://mappalibri.be/?navigatieid=61&via_navigatieid=17&recensieid=10221



23. Al snel begreep hij, enigszins tot zin verbazing, dat de regels om iemand ter dood te brengen maar een klein onderdeel van het gewoonterecht vormden in vergelijking met alle regels die niets met bloedwraak te maken hadden. Toch warn al die regels als door tientallen draden met elkaar verbonden en niemand wist waar de regels rond de bloedwraak ophielden en de andere begonnen. Alles scheen zo te zijn opgezet dat de ene regel de andere voortbracht; wit een regel om iemand te doden kon een bepaling voortvloeien die daar los van stond, en andersom, en zo werd het jaar in, jaar uit van geslacht op geslacht doorgegeven.


Lees verder »

Het Manifest van Bild DB 02112023

5 november 2023



  • BUITENLAND


pastedGraphic.png


Letterlijk: Het Manifest van Bild DB 02112023



2/11/2023





Siegfried Bracke



Bild, de grootste krant van Duitsland, luidt de alarmbel en schrijft een vijftig punten tellend manifest. Siegfried Bracke schreef er over in Deutschland, wir haben ein Problem. Dit is de integrale versie van de opmerkelijke tekst. Voor de liefhebber: de originele Duitse versie vindt u onder de vertaling. 


Lees verder »

Ahmet Hamdi Tanpinar, Sereen (2013) – Huzur (1948)

30 oktober 2023


Vert. Hanneke van der Heijden – Uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 2013



Recensie door Adri Altink



Wie van Sereen van Ahmet Hamdi Tanpinar in al zijn gelaagdheid wil genieten, doet er misschien goed aan eerst het nawoord van vertaalster Hanneke van der Heijden te lezen. Belangrijk is dat Tanpinar zijn verhaal al schreef in 1948. Hij situeerde het in 1939, toen Europa doortrokken was van de dreiging van de Tweede Wereldoorlog. Bijna 20 jaar eerder was Turkije onder Atatürk een seculiere republiek geworden met als één van de belangrijke pijlers de vervanging van het Arabische alfabet door het Latijnse en een daarmee gepaard gaande oriëntatie op West-Europa. Die vervanging betekende dat het jonge nieuwe Turkije vervreemde van zijn (literaire) wortels. Steeds meer mensen konden het Arabisch immers niet meer lezen. En wat viel er nu in 1939 te verwachten van het Westen dat op instorten stond?
Sereen is doortrokken van die existentiële onzekerheid.



De eerste kennismaking van Nederland met Tanpinar (1901-1962) was er in 2009 toen hier zijn Klokkengelijkzetinstituut verscheen. Die roman was ook al een zoektocht naar de Turkse geschiedenis, maar wie aan die achtergrond geen boodschap had, kon het boek ook ten zeerste genieten als een scherpe satire op het najagen van luchtbellen en de manier waarop mensen luchtkastelen weten te verkopen. In Sereen is er daarentegen geen pagina waarop je aan de verwarring over de Turkse identiteit kunt ontsnappen. Het verhaal van de geliefden Mümtaz en Nuran is in alles vervuld van het wankelen tussen een dierbaar verleden en een onzekere toekomst.


Lees verder »

Philippe  Claudel, Schemering

13 oktober 2023


uitg. De Bezige Bij 2023



Schemering  is de grote nieuwe roman van meesterverteller Philippe Claudel in de geest van  Het verslag van Brodeck  en   Grijze zielen 



In een ingedut dorp aan de rand van een keizerrijk in het midden van Europa wordt in een ijskoude winter de plaatselijke priester dood aangetroffen. Zijn hoofd is verbrijzeld door een steen. Wie kan deze man zo hebben gehaat?  
De moord veroorzaakt een schokgolf in het dorp waar christenen en moslims altijd in harmonie hebben geleefd. Voor politieman Nourio, geholpen door zijn trouwe assistent Baraj, is deze zaak een welkome onderbreking van zijn eentonige dagen. Hij beseft al snel dat het achterhalen van de waarheid de spanningen in het dorp niet noodzakelijkerwijs zal doen afnemen. Nourio’s superieuren sporen hem aan om de stem van het volk te laten horen en de moslims voor de moord verantwoordelijk te stellen.  
In de maanden die volgen ontvouwt zich een tragedie waarbij de slechte gewoonten van de mensheid en de misdaden en wreedheden tussen buren een hoofdrol spelen. Heeft het zin om je te verzetten tegen de onstuitbare loop der gebeurtenissen?”



Een van de beste romans van Philippe Claudel na Het rapport van Brodeck, Grijze Zielen …


Lees verder »

Ad Verbrugge, De gezagscrisis: Filosofisch essay over een wankele orde 

9 oktober 2023


uitgeverij Boom 2023







 105. ‘De poging om het virus in te dammen, een  vernietigende  slag  toe  te brengen of  een klap met de  grote hamer te geven is uiteindelijk  ijdele hoop gebleken. De gehele corona-aanpak – hoe  begrijpelijk de paniekreactie  bij de overheid  in eerste  instantie ook was – getuigt vooral van een uitgesproken  technologische benadering van een  problematiek waarin de menselijke en  natuurlijke werkelijkheid als een  modelmatig systeem werd opgevat. Voor  het  eerst in de geschiedenis van de mensheid hebben we te  maken gehad met een ‘pandemie van de  techniek’: niet  alleen speelde  onze omgang met  corona zich grotendeels af binnen de  context  van moderne  techniek, het virus versterkte ook de implementatie van allerlei vormen van techniek  in de  sociale  werkelijkheid. Ook het deskundig gezag nam zelf een  hoogst  technologische vorm  aan, waarin modellen en data  de  overhand kregen.



    Zo raakte ook het overheidsbeleid in toenemende mate  gericht op data als aantal sterfgevallen,  ziekenhuisopnames, ic-bedden, verspreidingsfactor, positieve testen  en vaccinatiegraad die ertoe hebben geleid dat de vraag naar  het  goede  leven geheel naar de achtergrond verdween.



130.  Zoals Christopher Lasch  in The Culture of  Narcissism  al aan  het eind  van de jaren  zeventig betoogde, leidt een gebrek aan  zelfstandigheid  en eigenwaarde juist tot een permanente behoefte aan bevestiging  en steun van anderen.  Een  doorgeslagen ‘verzorgingsstaat kan  tot op zekere  hoogte ook de  rol  van een alomtegenwoordige  en steun-gevende moeder vervullen. Maar wie kind blijft en niet de verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven, zal  nooit volwassen worden en erkenning vinden – en  dus  ook  ontevreden blijven. Een mens wordt dan  ook niet  echt zelfstandig met het daarbij horende gevoel van eigenwaarde.’



158.     Inmiddels  is duidelijk geworden dat juist ook overheden zelf zich  schuldig  hebben gemaakt aan misinformatie en desinformatie. 



(…)



‘Het zaaien van  angst door overheden is een onwenselijk  beleidsinstrument  en vormt een  serieuze bedreiging voor  het  voortbestaan van een liberale democratie. Datzelfde geldt voor allerlei vormen van censuur. Niet voor niets is angst bij  Hobbes  juist een  belangrijk motief voor de onvoorwaardelijke onderwerping van  burgers  aan  de  soeverein. Er is ten  tijde van de coronacrisis een maatschappelijk klimaat ontstaan waarin kritiek van burgers op het overheidsbeleid niet meer gewenst was, ook niet van  serieuze  wetenschappers. Dat betekent evenwel dat een bepaalde ervaring en deskundigheid  iemand niet langer recht van spreken  geven op  het  terrein van zijn expertise, maar alleen de  overeenstemming  met het dominante narratief (dat  van de  overheid). Waarheidszin en wetenschappelijke integriteit maken  dan plaats voor politieke correctheid en  conformisme  aan de groep. Zoals in de hedendaagse cancelcultuur  gebruikelijk is, vormen  afwijkende geluiden een  bedreiging  van de psychosociale  veiligheid. Zij moeten  dus  tot zwijgen worden gebracht.’



245. ‘Terwijl de  systeembouwers in  het Westen  plannen maken om  de  aarde te redden van  haar ondergang, heeft het  geloof  in  samenzweringstheorieën een massale vorm  aangenomen en  laten wereldmachten als China en Rusland blijken dat  zij  een andere  toekomst  voor zich zien. In de onstuimige botsing van wereldbeelden manifesteert  zich  onmiskenbaar de raadselachtige dynamiek van culturen. De een  verklaart de ander voor gek  of voor het  kwaad zelve, zonder  überhaupt  het  gesprek aan te gaan.



     De reusachtige  mediale storm waarin wij ons bevinden wijst ons er meer dan ooit  tevoren op  hoezeer  wij als mensen in de ban zijn van verbeelding.








Milan Kundera, De grap.

9 oktober 2023


Ambo Anthos 1968 – 1988



Voor het eerst in al die jaren eindelijk dit meesterwerk gelezen en veel herkend in wat zich toen afspeelde , in de CSSR én bij hemzelf en zijn vrienden… Een indrukwekkende roman die ik niet licht vergeten zal. Niet in het minst als boek der gelijkenissen.





37. Gekheid ging niet samen met Markéta, en nog slechter met de tijdgeest. Het was het eerste jaar na februari ‘48; een nieuw leven begon, een heel ander leven en het gezicht van dit nieuwe leven, zoals het in mijn geheugen is gegrift, was verkrampt serieus, merkwaardig serieus doordat het niet fronste, maar leek op een glimlach; ja, die jaren verkondigden dat ze de vrolijkste jaren waren, wie niet blij was werd er onmiddellijk van verdacht dat de overwinning van de arbeidersklasse indroevig stemde dan wel (wat niet minder zondig was) dat hij individualistisch verzonken was in zijn intieme zorgen.



41. ’Optimisme is opium van het volk! ’n gezonde geest riekt naar domheid. Leve Trotski!’ Ludvík.


Lees verder »

Orlando Figes, Tragedie van een volk, de Russische Revolutie 1891-1924 (1996)

4 oktober 2023


Uitgeverij Nieuw Amsterdam



Wim Berkelaar In Historisch Nieuwsblad : 



De Russische Revolutie is altijd met mythen omgeven. Links heeft de Revolutie jarenlang voorgesteld als onvermijdelijk. De klassentegenstellingen en het despotische regime van de achtereenvolgende tsaren werden uitvergroot om de onontkoombare greep naar de macht van Lenin en de zijnen beter te doen uitkomen.



Ter rechterzijde van het politieke spectrum werd de Oktoberrevolutie daarentegen misprijzend voorgesteld als een ordinaire staatsgreep van de bolsjewieken, die maar weinig steun onder de bevolking zou genieten. Als voor de Eerste Wereldoorlog de hervormingen maar waren doorgezet, beweerden conservatieve historici, dan zou Rusland geen communistische dictatuur hebben gehad, maar had het land kunnen uitgroeien tot een moderne democratie.



Na de ondergang van het communisme in 1991 zijn beide visies vakkundig ondergraven door verscheidene historici. Niemand deed dat grondiger dan de Britse historicus Orlando Figes, wiens A People’s Tragedy: The Russian Revolution 1891-1924 (1996) al jaren wachtte op een Nederlandse vertaling. Enkele jaren na het succes van Natasha’s dans, Figes’ briljante cultuurgeschiedenis van Rusland, is nu dan een uitstekende Nederlandse vertaling van dit imposante werk voorhanden.





Figes onderscheidt zich van andere historici door zijn geschiedenis vroeg te beginnen. Hij neemt geen korte aanloop om snel bij het revolutiejaar 1917 te belanden, maar analyseert uitvoerig het oude Rusland. Aan het einde van de negentiende eeuw vervreemdde de tsaar zich van zijn volk, hoewel hij nog heilig geloofde een ‘mystieke band’ met de boeren te hebben. De bureaucratie, in beginsel de motor achter de noodzakelijke industrialisering, werd door het hof gewantrouwd en geminacht. Anders dan Peter de Grote, die in de zeventiende eeuw zelf de modernisering najoeg, waren de negentiende-eeuwse tsaren uit op het behoud van de agrarische samenleving.



Van hen was Nicolaas II veruit de zwakste persoonlijkheid. Hij steunde op de landadel, die zich bedreigd wist door de tegen heug en meug doorgevoerde hervormingen. Die hadden niet veel om het lijf, maakt Figes duidelijk. Ook de vooruitstrevende minister-president Stolypin (1862-1911), naderhand alom bewierookt als hervormer, kon geen potten breken. Figes vergelijkt hem met de laatste Sovjetleider, Michail Gorbatsjov: hij was onhandig, liep te hard van stapel en onderschatte de tegenwerking. Dat hij in 1911 werd vermoord, zorgde wel voor een schokgolf in Rusland, maar daarmee moet zijn rol niet worden overschat.



Ontluisterend
Toch werd zo geen ‘onvermijdelijke’ weg naar oktober 1917 geplaveid. Niet alleen vormden de bolsjewieken voor de Eerste Wereldoorlog een verwaarloosbare sekte, hun wereldvreemde leiders hadden ook nog nooit een boer of een arbeider in de ogen gezien. Vooral Lenin kende de noden van de boerenstand (arbeiders telde Rusland rond 1900 nog amper) niet. Figes schetst een ontluisterend portret van Lenin: hij was wreed, kende geen scrupules tegenover anderen, maar was in zijn persoonlijk leven uitgesproken laf. Hij had zich als banneling jarenlang in het buitenland opgehouden, waardoor hij ieder contact met de turbulente Russische ontwikkelingen had verloren. Daar stond tegenover dat Lenin een groot instinct voor macht had en ook zonder contact met de boeren wist wat ze wilden: vrede en land. Dankzij Figes wordt duidelijk dat Lenin niet zozeer een groot marxistisch denker was, maar veeleer een opportunistisch politicus, die wortelde in het Aziatisch despotisme dat Rusland al eeuwenlang teisterde.



Zijn instinct voor de macht demonstreerde Lenin in het chaotische revolutiejaar 1917. Figes laat zien dat wie in februari 1917 zou hebben voorspeld dat de bolsjewieken in oktober van dat jaar de macht zouden grijpen, niet goed snik was. De Februarirevolutie was een enorme uitbarsting van al langer sluimerende onvrede over de uitzichtloze oorlog en de daarmee gepaard gaande economische schaarste. Figes ontzenuwt de later door conservatieve emigranten in het leven geroepen mythe dat de Februarirevolutie een liberale en tamelijk geweldloze revolutie was. Het tegendeel was het geval: bloed stroomde door de straten van Sint-Petersburg. Niet Lenin, maar de liberaal Alexander Kerenski (1881-1970) trad naar voren als man van de toekomst. Kerenski was na de val van de tsaar in maart 1917 minister van Justitie en later dat jaar minister van Oorlog en premier. Figes schetst een schitterend portret van de retorisch begaafde Kerenski, die zichzelf vol eigendunk beschouwde als een Russische versie van Napoleon. Kerenski was niet de enige die dat geloofde: ook de Russen stelden massaal hun hoop op de kleine jurist.



Maar Kerenski maakte een fatale fout door te willen vechten voor een ‘vrede zonder voorwaarden’. De boeren wensten slechts land en vrede – desnoods tegen elke prijs. Lenin speelde op die wens in, waardoor de sympathie van boeren en vooral soldaten verschoof naar de bolsjewieken.



Rode wraakzucht
Tegen de tijd dat de bolsjewieken de macht grepen, werd de revolutie tamelijk breed gedragen. Wat na oktober 1917 gebeurde, doet denken aan wat gebeurde na de Franse Revolutie van 1789: een extreme uitbarsting van vooral jeugdig geweld, aangemoedigd door het jakobijnse regime, waarbij Lenin als een eigentijdse Robespierre de leus verkondigde dat het tijd werd ‘de plunderaars te plunderen’. De laagste instincten kregen ruim baan in postrevolutionair Rusland: wie eens rijk was of er ook maar ‘rijk’ uitzag, werd onteigend, mishandeld of vermoord. Tienduizenden mensen verloren het leven dankzij dit ‘evangelie van de afgunst’, zoals de fel anticommunistische Winston Churchill het socialisme ooit treffend typeerde.



De burgeroorlog die Rusland tussen 1918 en 1922 in de greep had, deed daar nog een schep bovenop: die eiste meer slachtoffers dan honderd jaar tsaristisch bestuur. Toen extreem- links nog heel gewoon was (in de jaren zeventig van de vorige eeuw), werden deze doden vaak op het conto geschreven van de reactionaire witte legers die het, gesteund door al even reactionaire kapitalisten, gemunt hadden op de nobele en prille Sovjetstaat. Figes leert anders: het leeuwendeel van de terreur en de moordpartijen kwam voort uit rode wraakzucht, gevoed door eeuwenlange onderdrukking en achterstelling (dat wel), en gestimuleerd door een gewetenloze bolsjewistische partijleiding onder Lenin en Trotski.



Onmiddellijk na 1918 begon ‘de geschiedenis van onze riolering’, zoals Alexander Solzjenitsyn het ondergrondse systeem van strafkampen, executies en martelingen in De Goelag Archipel (1974) omschreef. Wat is die dissident destijds in het Westen verketterd door linkse intellectuelen… Ze wilden nog wel toegeven dat het onder Stalin was ‘misgegaan’. Maar aan Lenin, ‘filosoof van de revolutie’ (zoals de marxistische historicus Ger Harmsen hem in 1970 plechtig omschreef), moest je niet komen.



Harmsen is dood en de linkse intellectuelen liggen met hem op de mestvaalt van de geschiedenis. De inmiddels 87-jarige Solzjenitsyn schrijft daarentegen nog altijd door en kan in zijn spaarzame vrije uren zijn gelijk nog eens nalezen in dit voortreffelijke boek van Figes. Soms is de geschiedenis rechtvaardig.’



46. ‘Hoe het ineenstorten  van de dynastie te verklaren?  Ineenstorten is zeker het  juiste woord om te gebruiken. Want het regime van de Romanovs ging ten onder aan het gewicht van haar eigen interne tegenstellingen. Het werd niet omvergeworpen. Net als  bij  alle moderne revoluties werden de eerste  scheurtjes zichtbaar  aan de top. De  revolutie begon niet met de arbeidersbeweging – wat linkse historici  in  het Westen zo  lang hebben willen geloven. Evenmin lag  het begin bij  de opkomst van nationalistische bewegingen in  de  periferie. Net als bij  de ondergang  van het  sovjetrijk, dat was gebouwd op de ruïnes van dat van de Romanovs,  was de nationalistische  opstand  een gevolg van de  crisis  in het  centrum, niet de oorzaak  ervan.’



47. ‘Zij waren zich er  bijvoorbeeld van bewust dat zij een moderne industriële economie nodig hadden  om te kunnen concurreren  met  de westerse landen, maar tegelijkertijd stonden zij buitengewoon  vijandig tegenover de politieke eisen en sociale transformaties van de stedelijke industriële  samenleving. In plaats van de hervormingen  te accepteren, bleven zij hardnekkig vasthouden aan hun  eigen archaïsche visie op  de autocratie. Het was  hun tragiek  dat  zij  juist op het moment dat Rusland  de 20e eeuw binnenging, probeerden  het  terug te voeren naar de  17e eeuw.’



‘Dit is  waar de wortels van de revolutie liggen: in de groeiende  tegenstelling tussen een  samenleving die steeds meer verstedelijkte, steeds  complexer werd,  steeds  meer goed opgeleide mensen telde,  en een  verstarde  autocratie die de nieuwe politieke eisen niet wenste in te  willigen.  Dat  conflict kwam tot een –  waarachtig revolutionaire –  uitbarsting na de hongersnood van 1891, waarbij de regering machteloos  stond en de liberale  burgerij politiseerde  toen zij haar  eigen hulpcampagne opzette. ‘



271. ‘Ervan overtuigd dat hun eigen ideeën de  sleutel  boden tot de toekomst van de  wereld, dat het lot van de mensheid afhing  van de  uitkomst van hun  eigen doctrinaire worstelingen,  verdeelde de Russische intelligentsia de wereld  in enerzijds de krachten van ‘de  vooruitgang’  en  anderzijds die van ‘de reactie’, oftewel  vriend en vijand van de  zaak van het volk, zonder enige ruimte  daartussen. Hier ligt  het ontstaan van het totalitaire wereldbeeld. Ook al had geen  van beiden het graag willen toegeven: Lenin en Tolstoj hadden veel  gemeen.



Schuldgevoel was de psychologische inspiratiebron voor de revolutie. Bijna  al deze  radicale intellectuelen waren zich pijnlijk  bewust van hun  eigen weelde en  bevoorrechte positie.’



297. ‘Het idee  dat  het  marxisme Rusland  dichter bij  het Westen kon  brengen was misschien nog  zijn voornaamste aantrekkingskracht. Het marxisme werd  gezien als ‘de  weg van de rede’ (in de  woorden  van Lydia  Dan), die leidde naar de moderniteit, Verlichting en beschaving. Of  zoals  Valentinov, een andere  veteraan van de marxistische beweging,  zich herinnerde  in de jaren ’50 van  de  20e  eeuw:



“We werden aangetrokken  door het marxisme, omdat we werden  aangetrokken door zijn sociologische en  economische optimisme:  het sterke geloof,  gesteund door  feiten  en cijfers, dat  de ontwikkeling  van de economie, de ontwikkeling  van het kapitalisme,  door het  demoraliseren en uithollen van de funderingen  van  de oude samenleving, nieuwe sociale krachten zou oproepen (inclusief onszelf) die zeker het autocratische regime  en al  zijn ontsporingen  zouden  wegvagen. Met het optimisme van onze  jeugd hadden we gezocht naar een ideeënstelsel dat  ons hoop kon bieden en dat vonden we  in het marxisme. Ook de Europese  aard ervan  sprak  ons  aan. Het  marxisme kwam  uit  Europa. Het was  niet muf  en provinciaal, maar nieuw en opwindend. Het marxisme hield de belofte in dat we niet altijd een half-Aziatisch  land zouden  blijven, maar dat we deel van het Westen zouden worden met zijn cultuur, instituties en kenmerken van een vrij politiek systeem. Het  Westen was ons lichtend  voorbeeld.”



496. ‘Lenins karakter  had een  sterk  puriteins trekje, dat later  zou  terugkeren in  de politieke cultuur  van zijn regime. Ascetisme kwam  veel  voor onder  revolutionairen  van  Lenins generatie. Allemaal  waren ze  geïnspireerd door de zichzelf opofferende revolutionaire  held  Rachmetjov in Tsjernysjevski’s roman  Wat te doen?  Door zijn eigen gevoelens te  onderdrukken, door  zichzelf de  genoegens van  het leven te ontzeggen, probeerde  Lenin  zijn wil te sterken en zichzelf, net als Rachmetjov,  ongevoelig te maken voor  het lijden van  anderen. Hij  geloofde in de  ‘hardheid’ waarover elke succesvolle revolutionair moest beschikken: de vaardigheid bloed te  vergieten voor politieke doeleinden. ‘Het verschrikkelijke bij Lenin,’ zo merkte Struve eens op, ‘was de combinatie in één  persoon van  zelfkastijding,  die  het  wezen is van alle echte ascese,  en de kastijding  van andere mensen in de  vorm van abstracte  sociale  haat en ijskoude politieke wreedheid.’ 



1115. ‘Na  de overwinningen  in de burgeroorlog was  het voor de  bolsjewieken ongetwijfeld verleidelijk het Rode Leger te zien  als een  model  voor de organisatie van  de rest van de samenleving.  Voor de bolsjewieken stond  po voennomoe (‘op de manier  van het leger’) gelijk aan efficiëntie. Als  het met militaire middelen mogelijk  was  geweest de Witten te verslaan, waarom zouden  die dan  niet kunnen worden ingezet  om  er het socialisme  mee op te bouwen? Het  leger  hoefde  daartoe alleen maar naar het  economische front te  worden gedirigeerd, zodat elke arbeider een voetsoldaat in  de  planeconomie  werd. Trotski had altijd al  beweerd dat  fabrieken  op  militaire  wijze geleid dienden te worden.*  Nu,  in de  lente van 1920,  zette hij  zijn heerlijke  nieuwe wereld van communistische arbeid op  poten, waarin  de  ‘hoofdkwartieren’ van de planeconomie ‘bevelen  gaven  aan het arbeidsfront’ en er ‘op het hoofdkwartier elke avond duizenden telefoons zouden rinkelen met  het laatste nieuws  over de overwinningen aan  het arbeidsfront’.  Trotski beschouwde  als belangrijkste  voordeel  van het socialisme boven  het kapitalisme dat het een  arbeidsplicht kon opleggen.  Wat  Rusland aan economische  ontwikkeling tekortkwam, kon het compenseren  met de inzet van  de dwingende macht van de staat.  Waar vrije arbeid  leidde tot  stakingen  en chaos, zou  de staatscontrole van de arbeidsmarkt  discipline  en orde creëren. Deze redenering ging uit van  de  veronderstelling, die  Trotski met Lenin deelde, dat  de Russen slechte en luie arbeiders waren  die nooit echt aan de  slag zouden gaan,  tenzij ze  er met  de zweep in de hand toe werden gedwongen. De Russische adel  had  in de tijd  van  de lijfeigenschap hetzelfde  idee  aangehangen, en dat was dan ook  een systeem waarmee het bolsjewistische  bewind veel gemeen had. Trotski stak de  loftrompet over de zegeningen  van  de gedwongen arbeid van  de lijfeigenen om zijn  economische plannen  kracht bij te zetten.  Hij hield  zich  doof voor T waarschuwingen  van critici dat de  inzet van  dwangarbeid  onproductief zou zijn. ‘Als  dat zo is,’ zei hij  in april 1920 tegen een  vakbondscongres, ‘dan kan er een groot kruis door het  socialisme worden gezet.’



1122. ! Een nieuwe ‘verbeterde versie’ van de mens voortbrengen: ziedaar de toekomstige taak van het communisme. En om  die te kunnen volbrengen, dienen  we eerst alles over  de mens te  weten te komen: zijn anatomie, zijn fysiologie en dat deel van  zijn fysiologie dat de psychologie wordt genoemd. De mens moet zichzelf zien als een  grondstof, of op  zijn best een halffabrikaat,  en tegen zichzelf zeggen:  ‘Eindelijk, m’n  beste homo sapiens, zal ik met jou aan de slag  gaan.’



De  Nieuwe Sovjetmens, zoals die na de revolutie  werd bezongen  in futuristische  romans en  utopische traktaten, was een soort Prometheus van  het  machinetijdperk. Hij was  een  rationeel, gedisciplineerd en collectief wezen, dat alleen  leefde voor  het belang van het  grotere geheel, als een  cel in een levend organisme. ‘



1146. ‘Lenin zat  met zijn tayloristische  ideeën  helemaal  op deze  lijn. Hij was al lange tijd gecharmeerd  van de  ideeën van de Amerikaanse ingenieur F.W.  Taylor over  het ‘wetenschappelijk management’: het  gebruik van ‘tijdbewegingsstudies’ om  werktaken  in de industrie onder  te  verdelen in losse eenheden en  te automatiseren. Lenin zag hierin een middel om  de  psychologie  van de  arbeiders om  te vormen, hen  te veranderen in gedisciplineerde  werknemers, en zodoende de samenleving als geheel langs mechanistische lijnen te hervormen. Lenin moedigde de  tayloristische  cultus die op dat  moment in Rusland bestond van  harte aan. De wetenschappelijke methoden van Taylor en Henry  Ford zouden de sleutel vormen tot een  glanzende, welvarende toekomst. Zelfs in afgelegen dorpen was de naam van Ford bekend  (sommige dorpelingen dachten dat hij een soort god was die het  werk van Lenin en Trotski  bestierde).  De bolsjewistische ingenieur en  dichter Aleksej  Gastev (1882-1941)  voerde de tayloristische principes tot in het extreme door. Hij stond aan het hoofd van  het Centraal Instituut  van  de Arbeid, dat in 1920  was opgericht, en voerde experimenten  uit met als  doel de arbeiders  zo op te leiden dat  ze  zich als machines gingen gedragen.



1240. ‘Om het falen van de democratie te verklaren moeten we teruggaan in de  Russische  geschiedenis. Eeuwen  van lijfeigenschap  en  autocratische heerschappij voorkwamen dat gewone  mensen het bewustzijn  van burgers  ontwikkelden. Er  kan een directe lijn getrokken worden van  deze  cultuur van horigheid naar het despotisme van  de bolsjewieken. Het abstracte concept van  een  ‘politieke natie’, een constitutionele structuur van burgerrechten waarop  de Franse  Revolutie was gestoeld,  stond ver af van  de Russische boeren in hun afgelegen dorpen.  De Russen bleven macht zien in termen  van overheersing door middel van  dwang en quasi-religieuze autoriteit, eerder ontleend aan  de  tradities van  horigheid en autocratie dan aan de moderne rechtsstaat, met zijn  duidelijk omschreven burgerrechten en  -plichten.  De alledaagse macht zoals de  boer die kende – de macht van de landkapitein en  de politie  – was  willekeurig en gewelddadig. Om zichzelf  tegen dit despotisme te verdedigen, koos  hij er niet voor om aanspraak op wettelijke rechten te maken – hij  kopieerde het despotische geweld zelfs in de gewelddadige behandeling  van  zijn vrouw en kinderen – maar ontdook hij liever de officiële  regels. Macht betekende voor  de boer autonomie, vrijheid van de  staat. Dat moest bijna wel een nieuwe  onvrije staat in het leven roepen, vooral  omdat dat  anarchistische  streven de dorpen welhaast  onbestuurbaar maakte. Er waren in  1917 momenten  waarop  de boeren  zelf vroegen om de ‘hand van een meester’, een  ‘volksautocratie’ van de  sovjets om  orde te scheppen in de revolutionaire  dorpen. Het anarchisme  van de boeren zat  vaak ingesponnen in  een cocon van  autoritarisme. In de Russische cultuur werd macht  niet opgevat in termen van recht, maar in termen van dwang en hegemonie. Het was  een kwestie  van  heren  en horigen, van  een  dominante  partij die de anderen zijn wil  oplegde.  



1260. Geen  van de  bolsjewieken van  1917 had verwacht  dat het communistische  Rusland  alleen zou  komen  te staan – en nog minder dat het  alleen zou kunnen overleven. De machtsgreep  in  oktober werd gedaan vanuit de veronderstelling dat die  de vonk zou  vormen voor een socialistische revolutie in heel  Europa, misschien zelfs tot in de koloniale gebieden  aan toe.  Toen  die revolutie uitbleef, zagen de bolsjewieken zich  bijna onvermijdelijk genoodzaakt een  strategie te  kiezen die, al was het maar in het belang van de  landsverdediging, industrialisatie boven alles moest  stellen. Maar omdat het sovjetmodel zo vaak – en  op  uiteenlopende plekken als China, Zuidoost-Azië,  Oost-Europa, tropisch Afrika en Cuba – tot zulke desastreuze gevolgen  heeft geleid, is de enige echte conclusie dat het fundamentele probleem meer met  principes dan met  historische toevalligheden  van doen  heeft.’ 



‘De staat kan, hoe groot hij  ook is, mensen niet tot gelijkere of betere  mensen  maken.  Het enige wat de staat kan doen is al zijn  burgers gelijk  behandelen en stimuleren hun in vrijheid ontplooide activiteiten te richten op het algemeen welzijn. Na een eeuw  die in het teken heeft gestaan van de totalitaire  tweeling  communisme en fascisme, valt alleen maar te hopen dat dit een les is die we hebben geleerd.  Bij het ingaan van de 21e eeuw moeten we proberen onze democratie te  versterken, zowel als  bron van  vrijheid als van  sociale gerechtigheid, anders zullen  de  misdeelden en  gedesillusioneerden haar opnieuw verwerpen.  Het is geenszins een  uitgemaakte  zaak  dat de  opkomende burgerlijke samenlevingen van het voormalige Sovjetblok zullen proberen het  democratische  model na te  streven. Er is geen tijd voor het soort liberaal-democratisch  gejuich waar de val van de Sovjet-Unie door veel mensen in het Westen op werd onthaald. Oude en  nieuwe communisten kunnen het bij verkiezingen  nog steeds goed doen – en zelfs via  verkiezingen weer  aan  de  macht komen  –  zolang het  gros van de gewone mensen zich vervreemd  voelt  van  het politieke systeem en zich uitgesloten  weet van de voordelen van het oprukkende kapitalisme. ‘Misschien nog zorgwekkender is dat  het  vacuüm na  de val van het communisme deels is opgevuld door een autoritair  nationalisme en  het in zekere zin opnieuw heeft uitgevonden. Niet  alleen zijn veel van deze nationalisten voormalige communisten, ook hun agressieve retoriek,  hun  roep om discipline en  orde,  hun verongelijkte  afwijzing  van de ongelijkheden die door de uitbreiding  van het kapitalisme zijn  veroorzaakt en  hun xenofobe verwerping van  het Westen, zijn  van de bolsjewistische traditie afgeleid.



De spoken van  1917 waren nog altijd rond.’


Koen Peeters, Georges.

23 september 2023


Uitg. De Bezige Bij 2023



In ‘Georges’ neemt Koen Peeters ons mee van een bankje in Oostende naar een koorrepetitie in Tbilisi, en van ontmoeting naar ontmoeting. Dat levert iets van waarde op.’ Jan Dertaelen, De Tijd 23092023



191. In Tbilisi zat ik een uur in het Vakepark op een bank, maar het leken slechts enkele minuten. Ik voelde de tijd: een zachte luchtstroom die mijn hoofd tegelijk vulde en leegmaakte.



De tijd die ons bedriegt en ons uitlacht. Ze is niets anders dan het terugkijken met oude emoties, of het verlangend vooruitzien. Ook de bange versie van dat laatste. Voorspellingen zijn altijd gevaarlijk, ze vertalen vooral de angsten of verlangens van de voorspeller.


Lees verder »

Wouter Verschelden & Emmanuel Vanbrussel, bpost Hold Up

11 augustus 2023




‘Le courage, c’est de chercher la vérité et de la dire ;c’est de ne pas subir la loi du mensonge triomphant qui passe et de ne pas faire écho, de notre âme, de notre bouche et de nos mains aux applaudissements imbéciles et aux huées fanatiques.



Jean Jaurès, voorman Franse socialisten Discours à la jeunesse, 1903’



34. ‘Een bricoleur, een knutselaar. Intellectueel sterk. Altijd in beweging ook: net zoals haaien, die sterven als ze stoppen met zwemmen, moet Johan Vande Lanotte altijd iets om handen hebben. De 68-jarige socialist is tegenwoordig nog volop bezig, nu als advocaat mensenrechten.’




Lees verder »

Juan Gabriel Vásquez, De vorm van ruïnes

4 augustus 2023


Vertaald door Brigitte Coopmans. Signatuur. 2017



32. Hij kwam  op voor  de vrijheid maar wist  de moordenaar van een journalist uit de  gevangenis te  houden. En niemand  die er de tegenstrijdigheid van inzag.  Moraal van dit verhaal: geloof nooit een goede spreker.’



44. ‘Amper vijftig maakte Dokter Benavides, zoals hij  daar stond in  een oud wollen vest  dat nauwelijks bescherming bood tegen de Bogotaanse avondkou, op mij  een vermoeide  indruk.  Andermans leed  kan ons op  al dan niet  subtiele wijze  leegzuigen; Benavides  had er vele jaren van zijn leven  mee te maken gehad, hij  had met zieken hun angst en lijden gedeeld  en die compassie  had zijn energie  ondermijnd. Buiten hun werksfeer  worden mensen vaak plotseling  oud, wat we  soms toeschrijven aan  het  eerste wat we voorhanden  hebben:  onze  kennis over iemands leven, tegenslagen  die  we van een afstand  gevolgd  hebben, een ziekte waarover iemand ons verteld heeft. Of,  in het  geval van  Benavides,  dingen  inherent aan zijn werk,  waarvan ik voldoende  wist om hem, of  beter gezegd  zijn toewijding aan anderen,  te bewonderen, om te betreuren dat ik  zelf  niet was  zoals  hij.’



119.’Ergens in het  leven krijgt iedere zoon te maken met  het Kafka-syndroom, ofwel de behoefte  om zijn vader  te schrijven ‘waar het  op staat’ en hem voor  de voeten te werpen  hoe onrechtvaardig en  egoïstisch hij  is of geweest  is, hoe weinig  begrip en verdraagzaamheid  hij heeft  getoond. Op een bepaalde leeftijd voelt de zoon zich namelijk de koning van de  schepping  en eist hij alle toewijding en aandacht voor zich  op; en als  hij die van zijn vader niet  krijgt, keert hij  zich rancuneus  en  verongelijkt  tegen hem, wordt hij ongehoorzaam en vijandig of haalt  hij, zoals Kafka, op  verschrikkelijke wijze zijn  gram via het geschreven woord.’


Lees verder »

Juan Gabriel Vásquez, De geliefden van Allerheiligen

11 juli 2023


Juan Gabriel Vásquez, De geliefden van Allerheiligen



uitgeverij Signatuur2018



https://www.demorgen.be/a-b116a913




Recensies: Juan Gabriel Vásquez – De geliefden van Allerheiligen




https://www.tzum.info/2018/11/recensies-juan-gabriel-vasquez-de-geliefden-van-allerheiligen/embed/#?secret=0yxo5rbrs0





55. ‘Misschien had  dit  moment wel helemaal geen betekenis. Misschien  hadden pijn en verlies alleen betekenis  in religies of  fabels. Misschien was het zinloos om te zoeken naar een betekenis voor de  vormeloze werveling  die ik voor  het  eerst in mijn leven in mijn binnenste  voelde.’



84. ‘Besef je wel  wat  dat betekent?’ had Charlotte gezegd. ‘Dat hij nu,  op zijn zeventigste, spijt heeft van het leven dat hij gekozen heeft?’ Ja, allicht, had ze gezegd, voor  hem  was dat allemaal lastig te  zien,  voor  hem had  het immers goed  uitgepakt, hij had het  pokerspel gewonnen. Een combinatie van hard werken  en spelinzicht. Een paar jaar, een  paar maanden, een paar dagen  geleden, zelfs gisteren nog,  zou Georges  gezegd hebben: dat is wat het  leven is,  de  uitkomst van  een strategie.Nu was hij  daar  niet meer zo zeker van. Hij had er wel een bepaald gevoel over. ‘



182. ‘Misschien was communicatie tussen twee mensen wel  nooit mogelijk,  of wel mogelijk maar altijd onvolmaakt, en zulke onvolmaaktheden konden  het einde van een mensenleven betekenen.  Je kwam er  onmogelijk  achter. ‘


Juan Gabriel Vásquez,,De terugblik.

6 juli 2023


uitgeverij Signatuur 2023



‘Want in onze optiek zou een  roman  de biografie van iemand  of iets  moeten zijn, en zou een biografie,  zowel  van iemand als  van iets, een roman moeten zijn, aangezien ze  allebei, mits goed uitgevoerd, een interpretatie zijn van zoiets als een mensenleven.’ Ford Madox Ford 



https://www.volkskrant.nl/a-ba924a5e



231. ‘Hij  werd actief  binnen  het Rode  vlag-bataljon. Hij hekelde  de  Sovjets voor wie  hij vroeger  zijn leven zou hebben gegeven; hij schreeuwde leuzen op straat en citeerde uit het rode boekje  van Mao;  hij maakte  dazibao’s waarop Vietnam  werd verdedigd  en Liu Shaoqi aangevallen. Hij  werkte mee aan de aanklacht tegen een voormalige arbeider  die  het tot  minister had geschopt, en hoewel hij er nooit helemaal achter kwam  waarom hij  was aangemerkt  of  waar  hij van  beschuldigd werd, bewoog hij gedisciplineerd mee met de impulsen van de groep. Zijn  eigen gedrag kwam  hem ongewoon voor, want hij was er in  de  loop der jaren aan  gewend geraakt om vragen te  stellen en  informatie in te winnen voordat hij een besluit nam, laat staan tot activisme overging – de tijden van het blinde vertrouwen uit zijn  jeugd  lagen ver achter hem. Maar  daar, meegesleept  door de  opwinding van  de  collectieve  actie, leek het  hem  onwaardig  of deloyaal om vraagtekens  te zetten bij iets  wat de wereld op zijn grondvesten  deed schudden. Er werd een nieuwe cultuur geboren, dan ging je  toch  niet klagen  dat zich door de onervarenheid van  de jeugd  bepaalde excessen  voordeden? Ja, hij  had een  hekel  aan ‘de luidsprekers waaruit  de hele nacht Mao’s laatste  instructies schalden,  maar alleen een verwende  oude man zou klagen  dat de Revolutie  hem uit zijn slaap hield. En dat  was  hij  met zijn zevenenvijftig jaar niet. Hij had nog heel wat gevechten voor de boeg.’





327. ‘Zou het kunnen zijn  dat  de  partij simpelweg goede sier met hen maakte? Immers, als twee  bevoorrechte bourgeoisiejongeren zoals zij naar  het  communistische  China  waren  gereisd, daar waren getraind  door het leger en vervolgens waren teruggekeerd  om zich aan te sluiten  bij het epl, als dit allemaal  kon  gebeuren in Colombia, dan was de revolutie niet alleen springlevend,  maar  had ze alle troeven  in  handen om te zegevieren. Zou hun niet hetzelfde kunnen overkomen als pastoor  Camilo Torres?  De pastoor, een bourgeois  uit  een liberale familie, had in de stad veel meer  kunnen betekenen,  maar hij sneuvelde  uiteindelijk roemloos  tijdens zijn  eerste  strijd. En waarvoor?  Langzaamaan begon  Raúl zich open te stellen  voor  de  mogelijkheid dat  het voor hem  en zijn zus niet  nodig was geweest om zich aan te sluiten  bij de guerrilla; zodra dit  soort  gedachten  echter de kop opstak, verdreef hij ze met het oude  trucje van  de schaamte en ging hij weer  verder zonder vraagtekens bij zichzelf te  zetten of zichzelf voorhoudend dat zijn stiekeme twijfels de  laatste restjes  waren van een reactionair  leven.  In  elk  geval  heeft  hij zich nooit bevrijd van de knagende  zekerheid dat  hij iets te bewijzen had en dat zijn ‘kameraden  met  argwaan naar hem keken,  alsof hij er toch niet helemaal  bij  hoorde.’


Lees verder »

Orlando Figes Europeanen

25 juni 2023


Het ontstaan van een gemeenschappelijke cultuur



Nieuw Amsterdam 2019



‘Rond 1900 werden in Europa overal dezelfde boeken gelezen, dezelfde opera’s opgevoerd, dezelfde muziekstukken gespeeld. Via drie centrale personen laat Figes in Europeanen zien dat belangrijke artistieke, technologische en economische ontwikkelingen (trein, telegraaf, fotografie, vrije markt) de verborgen krachten achter de vorming van een Europese cultuur waren. De grote schrijver Ivan Toergenjev, de gevierde zangeres Pauline Viardot, met wie Toergenjev een intieme relatie had, en Paulines echtgenoot Louis Viardot, een goed ingevoerde kunstcriticus ontmoetten bijna iedereen in Europa die in cultureel opzicht belangrijk was. De beschrijving van hun kosmopolitische levens staat voor het grote verhaal over het ontstaan van de Europese cultuur.
Europeanen is een prachtig verhalend boek over cultuur als verbindende kracht tussen naties.’


Lees verder »

Michael  Ignatieff, Troost  Als licht in  donkere  tijden

22 mei 2023


Michael  Ignatieff, Troost  Als licht in  donkere  tijden



Uitg Cossee 2021



14. We  kunnen dit opvatten als een aansporing om een zekere kritische zelfbeheersing te bewaren ten aanzien  van de verhalen die ons  bewustzijn  binnendringen en de tijd  waarin we leven vormgeven. Als  het in 1783  aanstellerij was om wakker te  liggen van het verlies  van Amerika, zou het  nu  zeker overdreven zijn om het hoofd te laten hangen vanwege  een dreigende milieuramp, ineenstorting van de democratie of  een door nieuwe  plagen geteisterde toekomst. Geen van deze  problemen, hoe schrikwekkend  ook, is gemakkelijker te  overwinnen  door te geloven  dat ze ongekend zijn.  In dit  boek komen we mannen en  vrouwen tegen die  hebben overleefd  ondanks de  pest, het  verlies van de  republikeinse vrijheid, massa-uitroeiing, vijandelijke bezetting  en catastrofale militaire nederlagen.  Hun verhalen plaatsen onze tijd in de juiste  context en  we kunnen  inspiratie  putten uit  hun luciditeit. Als we onszelf in  het licht van  de geschiedenis  zien, kunnen we onze verbinding  herstellen met dat wat onze voorouders troost  bood  en onze verwantschap met hun ervaringen ontdekken.’


Lees verder »

Michel Houellebecq – Vernietigen.

12 mei 2023


Michel Houellebecq – Vernietigen. Vertaald door Martin de Haan. De Arbeiderspers, Amsterdam. 2022



188. ‘Over het algemeen  blijft het  aanzicht  van de wereld  stabiel, alles gaat gewoon zijn gangetje; maar soms,  heel zelden, vindt er een gebeurtenis plaats.  Hetzelfde, dacht  hij in algemenere en vagere termen,  geldt voor mensenlevens. Het menselijk leven bestaat uit  een opeenvolging van administratieve en technische moeilijkheden,  afgewisseld met medische problemen;  met  het klimmen  der jaren nemen de  medische  aspecten de overhand. Dan verandert  het  leven van aard en begint  het  op een hordenloop te lijken:  de toestand van je organen wordt steeds vaker aan steeds  meer soorten medische onderzoeken onderworpen. Die concluderen dat de situatie normaal is, of toch in elk geval  aanvaardbaar, totdat  een  ervan een ander oordeel velt.  Dan verandert het  leven voor de  tweede keer van aard en  wordt het  een meer  of minder lang en pijnlijk traject naar de dood.’


Lees verder »

Kenzaburo Oë, Hikari groet de dingen. Kroniek van een genezend gezin. 

20 april 2023


Kenzaburo Oë, Hikari groet de dingen. Kroniek van een genezend gezin. 



Uitg Bijleveld 1995-1998



24. Humanisme in Hiroshima.



“Noch te veel hoop, noch te veel wanhoop.” En die zin kwam in mijn gedachten toen ik luisterde hoe dokter Shigeto vertelde over Hiroshima direct na de bom en over de behandeling van de slachtoffers. Zonder te veel hoop of te veel wanhoop had hij het lijden gewoon zo goed mogelijk getracht te verlichten.



27. Volgens mijn diagnose kon de dokter, juist door zijn confrontatie met de ramp van Hiroshima, zijn eigen identiteitscrisis te boven komen en een nieuwe levensfase ingaan waarin hij troost en hoop bracht aantal ralloze anderen.



Op een vreemde manier was ook de geboorte van Hikari een geval van ‘perfecte timing’z, een diep inslaande, verbijsterende gebeurtenis die plaatsvond op een cruciaal ogenblik in mijn leven.



43. “Wie een roman schrijft over een gehandicapt kind, bouwt in wezen een model van wat het betekent om gehandicapt te zijn. Hij probeert het zo volledig en begrijpelijk mogelijk te maken, en tegelijk zo concreet en zo persoonlijk mogelijk. Het model beperkt zich niet tot de gehandicapte alleen, het sluit eveneens de mensen om hem heen in, en bij uitbreiding ook de wereld waarin we leven.“



“Wanneer iemand een ongeluk of ziekte krijgt die tot invaliditeit leidt, komt hij eerst in wat we de ‘schokfase’ kunnen noemen, die wordt gekenmerkt door apathie en terugtrekken. Daarop volgt de ‘ontkenningsfase’, een psychisch verdedigingsmechanisme dat de ziekte of verwonding eenvoudig negeert. Uiteindelijk, alsof het besef doordringt dat de handicap blijvend is en nooit meer ongedaan kan worden gemaakt, komt de patiënt in de ‘verwarringsfase’, getypeerd door woede en afkeer, en ook door verdriet en depressiviteit. Het doel is echter dat de gehandicapte de persoonlijke verantwoordelijkheid voor zijn leven erkent en zich losmaakt uit de afhankelijkheid, een proces dat wordt voltooid tijdens de ‘inspanningsfase’, waarin een oplossing wordt gezocht. Wanneer de patiënt al deze fasen heeft doorlopen, bereikt hij een slotte de ‘aanvaardingsfase’, indien hij zijn handicap durft te erkennen als deel van zijn identiteit, en in staat is zijn rol in zijn gezin of in de samenleving weer op te pakken.” (Satoshi Ueda, Gedachten over revalidatie: gehandicapten weer volledig mens maken. )


Lees verder »

Kenzaburo Oë, Seventeen & Homo sexualis

18 april 2023


Kenzaburo Oë, Seventeen & Homo sexualis



1961-1963. Uitg Meulenhoff 1995-2021



12. ‘Scholieren van mijn leeftijd  zijn wel  eens  opstandig  en frivool, maar ze hebben vooral behoefte aan leraren  die hun steun en toeverlaat  zijn als  ze problemen  hebben.  Zelf zou ik  soms  ook liever hebben dat  hij zich  bemoeide met  mijn  problemen.  Dat  mag zelfs een beetje vitterig zijn. Zijn huidige manier  van doen  mag dan  de Amerikaans-liberale  stijl  voorstellen, hij lijkt  wel een  vreemde  in plaats van een vader. Mijn vader heeft geen academische scholing gehad.  Hij is een autodidact die  in tal van  baantjes  zijn portie kommer  en kwel heeft gekend. Na het behalen van  zijn  lesbevoegdheid kwam hij op zijn huidige  post  terecht en die positie wil hij  nu koste wat kost veiligstellen door zo  min  mogelijk met  andere mensen  te  maken te hebben. Hij is bang  door  toedoen van  anderen  in  moeilijkheden te  komen of verwikkeld te raken in andermans conflicten, en zo opnieuw een  hard leven  te moeten leiden onder aan de  ladder. Dat  pantser van zijn  instinct tot  zelfbehoud legt hij zelfs voor  zijn zoon niet af. Al wat hij  doet is  afstandelijke,  koele kritiek leveren, zonder  emoties te  tonen, om zich  toch  maar niet  bloot te  geven en zijn  waardigheid  te verliezen.




Lees verder »

Kenzaburo Oë, Het eigen lot

11 april 2023


uitg. Meulenhoff 1964-1970





30. ‘En  wanneer mijn tijd  komt om te  sterven  zal ik  hem mij misschien  herinneren en als door die herinnering de  pijn  en angst van de dood voor mij toenemen, zal ik een klein  gedeelte van mijn plicht als  vader hebben vervuld.’



112. ‘Op het ogenblik is  mijn  voornaamste zorg een  persoonlijke kwestie, een groteske  baby, ik heb  de werkelijke wereld  mijn rug toegedraaid. Die anderen kunnen gemakkelijk  deelnemen  aan  de lotsbeschikking van  de  wereld  met  hun protestbijeenkomsten; zij hoeven zich  niet te bekommeren om een  baby met een bult op zijn  hoofd.’


Lees verder »

Yasunari Kawabata, Duizend kraanvogels – De schone slaapsters

10 april 2023


Yasunari Kawabata, Duizend kraanvogels



41. ‘Was  het  niet meestal  dwaas en fout om zich over de doden zorgen te  maken, zo ongeveer alsof  men kwaad van hen  sprak? De  doden legden  de levenden geen  morele verplichtingen op.’



Yasunari Kawabata, De schone slaapsters



32. ‘Het meisje sliep hier  natuurlijk  alleen maar  omdat ze  geld  wilde hebben. En voor  de oude heren  die dat geld betaalden, betekende het natuurlijk het hoogste genot om naast zo’n meisje te liggen. Omdat ze het  meisje onder geen voorwaarde  mochten wekken, hoefden de  gasten zich immers niet te schamen voor de  minderwaardigheidsgevoelens die de  aftakeling meebracht en  was het hun toegestaan aan  al  hun illusies en aan al  hun herinneringen aan vrouwen de vrije loop te laten. En was dat  ook niet de reden waarom ze  zonder  enige spijt voor zo’n  meisje meer betaalden dan voor  een vrouw die wakker was? Bovendien moest het voor de oude heren ook een veilig  gevoel zijn  dat het slapende meisje  geen flauw idee had wat voor oude man  er naast haar  lag. En omgekeerd wisten ook de oude  heren  niets  af van de levensomstandigheden van het  meisje. Zij  wisten  niet  wie zij was.  Het was  zo goed geregeld, dat zij zelfs  geen  kans kregen iets  op te maken uit  de kleren van het  meisje. Maar het was niet alleen om de simpele reden dat de oude heren zich na  afloop geen zorgen hoefden  te maken. Want diep op de bodem van ‘de  duisternis  scheen misschien een  vreemd licht.’


Volker Ullrich, Duitsland 1923. Het jaar van de afgrond.

21 maart 2023






uitg. Arbeiderspers 2022



Ullrich laat zien hoe ogenschijnlijk uiteenlopende gebeurtenissen op elkaar hebben ingegrepen, dat de Duitse politiek een hoge inflatie op de koop toe had genomen – totdat ze in 1923 onbeheersbaar werd. Ook corrigeert hij de gangbare opvatting dat het met de Duitse economie de eerste jaren na de verloren wereldoorlog al bedroevend was gesteld. In feite beleefde Duitsland tussen 1920 en 1922 een periode van hoogconjunctuur met een lage werkloosheid (1,2 procent in oktober 1921). Mede om die reden meenden de geallieerde mogendheden zware herstelbetalingen van Duitsland te mogen eisen: zijn economie kon wel een stootje verdragen. Het zijn allemaal geen nieuwe inzichten, maar ze dragen wel bij aan de helderheid van het verhaal dat Ullrich heeft willen vertellen. Aarzelend komt Ullrich tot de conclusie dat de jonge Weimarrepubliek de krachtproef van 1923 heeft doorstaan. Weliswaar niet glansrijk, maar ze is er evenmin dodelijk door verwond. ‘De doorstane schrikervaring had het effect van een schokbehandeling’, schreef Klaus Mann. ‘Na zo’n vreselijke ingreep voelt de patiënt zich gereduceerd en beverig, maar ook opgelucht en verfrist.’ Zo voegt Ullrich zich bij de historici die de Weimarrepubliek niet zien als de wegbereider van het Derde Rijk – zoals de historiografische mode lange tijd voorschreef – maar als een kansrijk experiment dat onder een iets gunstiger gesternte had kunnen slagen. Helaas kan daarover slechts worden gespeculeerd.



https://www.volkskrant.nl/boeken/rampjaar-1923-had-voor-duitsland-nog-veel-erger-kunnen-aflopen-stelt-hitler-biograaf-volker-ullrich~bd4b0641/?







34. ‘Bovendien richtte het Duitse leger de  blik op  de Sovjet-Unie. In februari 1923  ging een delegatie van  het ministerie van de  Reichswehr naar  Moskou om de  mogelijkheden van een nauwe samenwerking op het gebied van de  wapenproductie te bespreken. Aanvankelijk waren de uitkomsten niet  erg veelbelovend, maar er was wel sprake van  een nieuw  hoofdstuk  in de militaire betrekkingen tussen beide landen.’




Lees verder »

Yoko Tawada – De laatste kinderen van Tokyo.

12 maart 2023


Vertaald door Luk van Haute. Signatuur, Amsterdam 2019



https://www.tzum.info/2019/12/recensie-yoko-tawada-de-laatste-kinderen-van-tokyo/





30. De originele data met betrekking tot de gezondheid van kinderen waren allemaal handgeschreven, en naar verluidt verstopte iedere arts ze ergens naar eigen goeddunken. Soms stond er in de krant een cartoon van een dokter die documenten verborg in het hondenhok, of in een grote stoompan. Yoshiro lachte als hij dat zag, maar achteraf dacht hij: misschien is dit geen satire maar waargebeurd.



Omdat ook de kopieën van de data die door elk ziekenhuis aan het Medisch Onderzoekscentrum werden bezorgd handgeschreven waren, kon niemand in korte tijd grote hoeveelheden data wijzigen of doen verdwijnen. In die zin was deze methode superieur aan de veiligheidssystemen die de knapste programmeurs lang geleden hadden bedacht.



 42. Niets was angstwekkender dan een wet die nog nooit was toegepast. Als ze iemand de cel in wilden gooien, hoefden ze hem maar te arresteren door ineens een wet boven te halen waar iedereen maling aan had.


Gabriel van den Brink, Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent.

5 maart 2023


Gabriel van den Brink, Ruw ontwaken uit een neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent.



Uitgeverij Prometheus 2020





https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-samenleving-schreeuwt-om-gemeenschapszin~bc85222c/



https://podcastluisteren.nl/ep/De-Nieuwe-Wereld-Gabriel-van-den-Brink-over-zijn-nieuwe-boek-Ruw-ontwaken-uit-de-neoliberale-droom





https://podcastluisteren.nl/ep/De-Nieuwe-Wereld-Wat-is-beschaving-Dit-zijn-de-5-steunberen-van-een-geslaagde-opvoeding



http://gabrielvandenbrink.nl/over-gabriel





7. De twijfels nemen echter toe over het samenlevingsmodel waar de gemeenschap in hoge mate uit weggeredeneerd is en zelfredzaamheid als onbetwistbaar uitgangspunt bovenaan is gezet. Zeker in regio’s waarin de vergrijzing snel toeneemt. In gebieden waarin mantelzorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen noodzakelijk en urgent zijn, ontstaat een toenemende behoefte aan meer samenwerking en samenspraak tussen burgers, instellingen, bedrijven en overheden.



De roep om regionale samenwerking, die in de zorg en de arbeidsmarkt steeds luider klinkt, is obligaat als er niet een fundamentele doordenking van ons samenlevingsmodel aan ten grondslag ligt: welk mensbeeld domineert, welke rolverdeling tussen overheid, markt en samenleving is wenselijk? Waar bewegen we naartoe als samenleving, als collectief verband in een steeds opener wereld?



 18. ‘Volgens Locke komt elke poging om absolute macht over iemand anders uit te oefenen op een staat van oorlog neer. We moeten iedereen die ons de vrijheid wil benemen als een vijand zien. Wat dat betreft staan absolute macht en politieke macht in elk opzicht tegenover elkaar. De laatste is weliswaar een vorm van machtsuitoefening maar de bedoeling ervan is te voorkomen dat er zoiets als absolute macht ontstaat. Deze scherpe scheiding dwingt Locke tot een nadere reflectie op het vaderlijk gezag. Dat lijkt immers een vorm van absolute macht en het speelde dan ook een voorname rol in de argumentatie van Filmer. Locke meent evenwel dat deze macht tijdelijk en beperkt van karakter is. Ouderlijk gezag geldt alleen zolang de kinderen onvoldoende verstand hebben. Bovendien verschillen vaderlijke macht en politieke macht qua doelstelling: ouders moeten opvoeden maar bestuurders moeten het algemeen belang dienen. Met andere woorden: men kan het staatsbestuur niet begrijpen als een vorm van vaderlijke macht, laat staan als een vorm van absolute macht. ‘


Lees verder »

« Vorige berichten